Nummer 100. Donderdag 18 December 1902. 25e Jaargang. I'll Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. in iiüLiiEiFiiitim. STOON TIELEN, 6 CENT PER WEEK Alg. Ned. Bond Schoenfabrikanten. Uitgever: Abonneert U op Abonneert Uop het oudste blad van Waalwijk, DE ECHO VAN HET IUSDEN, Bekendmaking. FEUILLETON. Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 8 maanden fü."5. Franco per post door het geheele rijk f 0.90. Brieveningezonden stukken gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. die WAALWIJK. Advert enti Sn 17 regels f 0.00 daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groot, aantal regels en advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contracten gesloten. Reclames 15 cent per regel^ Zij die zich voor het volgend kwartaal abonneeren, ontvan gen de in deze maand nog ver schijnende nummers GRATIS. Waalwijkscbe en Langstruatsehe Courant. een blad, dat met Nieuwjaar 25 jaar be staat en alles geelt wat men kan verlangen degelijke hoofdartikels en mededeelingen vooral op 't gebied van schoen- en leder industrie. Alle. en uitgebreide nieuwstijdingen uit Waalwijk en omstreken breedvoerige ver slagen van gemeenteraad en andere verga deringen, boeiende feuilletons, mengelwerken enz. enz. de prijs is f 0.75 per 3 inaundeii, per post f 0.90, of aan onze bodes te voldoen, 't welk voor de arbeidende bevolking een zeer gemakkelijke maatregel is. Tevens is er aan verbonden een prachtig GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD, en zeer doel matig MODEBLAD en een MUZIKALE BLOEM LEZING. is ook het aangewezeu blad om te JANUARI nieuw kwartaal. EERSTE GEDEELTE. Ontsnapt. NATIONALE MILITIE. Maandag 1.1. des namiddags teil 2 uur hield de Alg. Ned. Bond van Schoenfabri kanten, eene algemeene vergadering in 't hotel Noordbrabant van den heer P. Mulders te 's—Bosch. De vergadering was goed bezocht en in aanmerking genomen dat verschillende be stuursleden hunne af deeling vertegenwoor digden, raag zelfs van groote belangstelling sprake zijn. De Voorzitter, de heer W. Travaglino, roept allen een hartelijk welkom toe en de secretaris leest de notulen der vorige alge meene vergadering- te Oisterwijk voor die met een woord van dank ongewijzigd worden vastgesteld. Nadat onder 't lezen der notulen nog talrijke leden zijn binnengekomen, n eemt de voorzitter 't woerd en zegtWaarom is deze buitengewone algemeene ver gadering bijeen geroepenTen eerste nadere bespreking adres aan de regeering in zake tariefswetherziening. In de alg. verg. te Oisterwijk werd besloten een adres te richten aan de regeering inzake de herzienig der tarief- wet, en te vragen om alle leder vrij te laten, maar, zoo 't in de bedoeling lag, leder toch te belasten, dan alleen zool leer en dit nog zoo laag mogelijk en naar evenredigheid het recht op schoenen te verhoogen. Eene commissie van redactie van dit adres is toen benoemd en die heeft tweemaal en met vrucht vergaderd, want zooals U straks zult hooren, is een uitstekend adres saam gesteld. Er ontstond in den boezem van die commissie een verschil over hare bevoegdheid. Een gedeelte meende dat zij juist moest handelen volgens de opdracht, het andere dat meer vrijheid kon worden genomen en dat 't adres naar hun beste meening kon worden saamgesteld. Dit gold voornamelijk de slot-clausule waarin dan den minister het verzoek werd gericht, als hierboven werd meegedeeld, het andere gedeelte wenschte dit geheel weg te laten en te vragen .vrijdom op alle leder. Als voorzitter kon en wou ik mij alleen houden aan 't besluit der vergadering van Oisterwijk, en kon aan geen ander besluit mijn sanctie geven, 't is daarom op de eerste plaats dat u zijt opgeroepen, ik wenschte eerst de alg vergadering te hooren en deze te laten besluiten. (Het concept-request wordt daarna in zijn geheel voorgelezen. De voorzitter verzoekt de pers aan dit adres voor alsnog geen publiciteit te geven, daar het nog geen publiek domein mag wor den, alvorens 't in handen is der re geering. Dan zal direct een exemplaar aan de pers worden verschaft.) De heer E. W. Klijberg-Pernot gaat de geheele geschiedenis van de kwestie nade beproefde en door hun schuld mislukte samenwerking tusschen looiers en schoenfabrikanten. Hij was uit princiep steeds ervoor geweest toe te geven op zoolleer en hij betreurde dat geen samenwerking bereikt is kunnen worden. Maar dat wij vrijdom op alle leer zijn gaan vragen, komt door de buitensporig hooge eischen der looiers, op die actie is actie onzer zijds gevolgd zij vragen buitensporig veel, wij vragen zoo min mogelijk, of niets. De heer C. Schellekens was thans van een ander gevoelen. Hij ook keurde de handelwijze der looiers af, maar met het oog op 't geen van dit ministerie in deze zaak is te wachten, de billijk heid en ook om zeker wat te krijgen, zou bij voorstellen, de conclusie te hou den, zooals die in Oisterwijk werd aan genomen. De heer Klijberg-Pernot geeft zijne verwondering te kennen hier den heer Schellekens zoo te hooren spreken, de man,- die van den beginne af heeft aan gedrongen op vrijdom van alle leer. Maar nogmaals zooals hij hierboven zeide, is onze eisch een gevolg van het drijven der looiers, die wenschttcn niet met ons mede te werken, richten twee adressen met buitensporige eischen aan den mi nister en toen was 't zaak voor de schoenfabrikanten zooveel en zoogoed mogelijk voor zich en zich alleen te zorgen, want ook belasting op zoolleer geeft ons in ieder geval een druk. Wil men hierover heen stappen en laten zien dat we in 't geheel niet onbillijk zijn, daarmede kan ik mij ten volle vereenigen. De heeren Dupont en Mannaerts waren mede van meening dat nu de looiers zoover gingen, niets van den kant der schoenfabrikanten behoefde te worden toegegeven. Een lid was nog van meening dat aan het besluit van Oisterwijk niets meer viel te veranderen en de heer C. Kanters uit Breda uitte de vrees dat bij invoer recht op zoolleer, als het buitenlandsch zoolleer geweerd werd, de looiers hier de markt in handen hadden. Nog ont stond eene discussie, over 't al- of niet genoegzaam vervaardigen van zoolleer in ons land. De voorzitter de heer W. Travaglino wenschte nu als lid zijn persoonlijke meening te zeggen en wel deze, dat de Bond, door 't aannemen van de conclusie van Oisterwijk eene zeer welwillende houding tegenover de looiers aanneemt, zoodat die eisch den toets der billijkheid goed kan doorstaan, wat niet van de adressen der looiers kan >vorden gezegd het is zijne vaste overtuiging dat dengene die 't onderste uit de kan wil hebben, ook ditmaal 't deksel op de neus zal vallen; dat wij door dit te eischen de wijsheid en voorzichtigheid betrachten en dat wij dan, zoover zijne persoonlijke informaties enz. strekken, kans van slagen hebben. Bravo's Op voorstel van den heer M. v- d. Bergh wordt thans overgegaan tot stem ming over deze slot-formule en met eene kleine meerderheid wordt besloten die te behouden, zooals 't in Oisterwijk is aangenomen; nl. te vragen vrijdom van leder maar zoo zulks belast mocht worden, dan alleen zoolleer en dit zoo laag- mogelijk en in evenredigheid daar van de schoenen verhoogen. De Voorzitter Zeer zeker is 't voor eenieder duidelijk dat ook de voor stemmers er van overtuigd zijn, dat vrij dom van alle leder voor ons het meest wenschelijk ja zelfs noodzakelijk is wij geven dit toe omdat we billijk willen blijven tegenover looiers en om door deze houding en door niet te veel te eischen meer kans van slagen te hebben. De heer Klijberg, verzocht de pers deze woorden, die zoo juist 't idee der vergadering weergeven, wel te noteeren. (Wij hebben van deze discussie slechts een kort verslag kunnen geven, wijl naar aanleiding van 't verzoek om niets van 't adres te vermelden, de discussie daarover veelal ook moet worden weg gelaten.) III. Bespreking in verband met de verhoogde lederprijzen. De VoorzitterIn de laatste 8 jaren is 't reeds 2 maal voorgekomen, dat wij gedwongen door hooge lederprijzen,.tot prijsverhooging moesten overgaan, maar steeds kwamen we toen te laat. We weten dat de lederprijzen aan 't stijgen zijn en moeten nu reeds doen doen wat we kunnen. Wij ontvingen een telegram van een schoenfabrikant die, zoo anderen meegaan 15 cent wil verhoogen. Een schrijven is hieromtrent nog ingekomen van de afdeeling Waal wijk, Baardwijk en Besoijen. Deze af deeling stelt voor dat het noodzakelijk en onvermijdelijk is de schoenen met 8% te verhoogen en te trachten door de pers zooveel mogelijk bekendheid hieraan te geven. De heer Schellekens stelt na verschil lende overwegingen en een warm plei dooi voor den middenstand de volgende motie voordat de bond maatregelen nemen om a) door het maken van propaganda in velschillende dagbladen 't publiek de rijzing van leder- en schoenprijzen meer onder 't oog te brengen. b) het verkrijgen van voordeelig han- delscrediet onder de noodige waarbor gen. c) tegengaan van frauduleus, door betere wettelijke bepalingen voor faillis sement. d) het oprichten van informatiebu- reaux van in- en verkoop. Courant, E3££££iK3S3iju& J Burgemeester en Wethouders van Waalwijk; Gelet op art. 73 der militiewet van 1901 en art. 46 van het koninklijk besluit van 2 Decem ber 1901 (staatsblad no. 230) maken bekend dat de zitting vau den militieraad voor de lotelingen dezer gemeente zal gehouden worden te Tilburg Vrij naar het Duitsch bewerkt door J. M. S. (5) DERDE HOOFDSTUK. „Als de dag aanbreekt zal men de villa totaal omsingelen en geen plekje ondoorzocht laten,» antwoordt de gevraagde. ,Wij kunnen Konstan- tinopel niet verlaten, want reeds wordt het huis nauwlettend bewaakt wij zijn dus verloren I' „Verloren!!' roept Athanasia, terwijl zijn oogen woest en wild in 't rondsturen .verlo ren 1 En dat zegt gij zoo smartvol Georgius? Gij een Griekscbe vrijheidsheld 1 Gij die uw leven gewijd hebt aan de uitbreiding van uw vaderland tot Konstantinopel I Is dat die vurige vaderlandsliefde I* Georgius springt op. .Gij hebt gelijk I" Hij zucht diep, heft zijn armen omhoog, doch laat ze eeu oogenblik later slap naast zich neervallen. „Het vaderland al leen, ik heb het gezworen kan mij begees teren, slechts het lot van dat dierbaar land i« mij belangwekkend al het andere mag achter mij verzinken. Ik beu een Griek en zal dat nooit vergeten. Wie een roover werd, om zijn vader land te dienen, is geen afvallige. Doch hoe maakt het da joDge Duitsche t De schrik beeft toch haar gezondheid niet geschaad .Hoe bezorgd gij zijt, Georgius', zegt Atha nasia op ironischen toon. De jonge Griek strijkt zich met de blanke hand langs het voorhoofd, als wilde hij daar een ge dachte wegvagen. „Zij is zeer schoon, Athanasia. Ik herinner op het stadhuis op Vrijdag den 19deo December 1902, des voormiddags om elf uur; dat alsdan voor den militieraad moeten verschijnen de lo- 'elingen, die vrijstelling verlangen wegens zieke lijke gesteldheid of gebreken, of wegens gemis aan de gevorderde lengte. Waalwijk, den 20 November 1902. Burgemeester en Weihouders voornoemd, K. DE VAN DER SCHUEREN. De Secretaris, F. W. VAN L1EMPT De Burgemeester der gemeente Waal wijk maakt bekend, dat zij. die hebben deelgenomen aan de loting voor de lichting 1903, en die wenschen te dingen naar het bewijs, hetzij voor militaire be kwaamheid, hetzij voor lichamelijke geoefendheid dan wel *oor beide, zich vóór of uiterlijk op 2 0 December a. s. ter secretarie moeten aanmelden. Waalwijk, 11 December 1902. De Burgemeester voornoemd, K. DE VAN DER SCHUEREN. VAN me nog telkens 't oogenblik, dat haar naief, hulpelooze gestalte van 't paard gleed.' .Gij kwaamt nog juist bijtijds, Georgius, die ontmoeting met de Turksche soldaten had anders slecht voor ons kunnen afloopen.' .Onze vriend bij de politie had ons er mee in kennis gesteld, vandaar, dat we juist op tijd aan wezig konden zijn,' antwoordde Georgius onver schillig. ,Eu nu iets nieuws,' hervat Athanasia. ,Ik wil die Duitsche dame naar haar vaderland be geleiden .Wat gij wilt ons verlaten?» »Ja en jou tot mijn opvolger benoemen tot aan mijn terugkomst. Hoe lang ik wegblijf, weet ik nog niet, misschien weken, misschien ook maan den in ieder geval kunt gij mij weer hier terug verwachten, dus gij meent, dat nog vóór 't aanbreken van den dag de politie op de beeD is.' „Gij kunt niet meer terug het was hoog tijd, dat gij u door mij gewaarschuwd in zekerheid begaaft. „Ik moet nog eens terug,» zegt Athanasia. .Hoe gij wilt het wagen, in de villa terug te keeren 1* De hoofdman heeft zich reeds naar den uitgang gewend. ,In 't hol van den leeuw ja. joist Hij wenkt den jODgeliug nog een afscheidsgroet toe enis verdwenen. Eenige minuten blijft hij op de oude plaats in bewust gebouwtje staan, dan gaat hij scherp rechts en links uitkijkend het park in, dat nog onbezet schijnt. Echter, gewoon aan gevaar en critieke oogenblikken, is hij zeer voorzichtig, want, ondanks het tegendeel schijnt, kan toch ieder oogenblik de uniform van een Turksch politie-soldaat opduiken. Plotseling bukt Athanasia zich. Hij ziet ongeveer tien passen voor zich uit iets blanks een bajonet of deu loop van eeu vuurwapen. Nu geldt het koene onverschrok kenheid 1 Nog heeft de soldaat hem niet gezien, anders was hij wel met één sprong Dij hem geweest. Of is soms die afwachtende houding een krijgs list, om deu roover te gemakkelijker in de val lokken Met de lenigheid eener kat werpt Athanasia zich op den grond en blijft in loerende houding liggen. Het glinsterende wapeu verdwijnt in d verte men zoekt het park af en is hoogst waarschijnlijk reeds op de plaats geweest, waar nu de hoofdman ligt. Deze hoort nog het breken en kraken van takken en schuifelende schreden daarna wordt alles stil om hem heen. Toch wasgt hij het nog niet zich op tc richten; hij beweegt zich als een slang, zoo stil als 't maar mogelijk is, langs den grond bij het minste geluid, dat ziin oor treft, grijpt hij in zijn borst zak, waar zich een geladen revolver en een dolk bevinden. Ongetwijfeld was aan de politie verraden, dat Athanasia zijn domocilie in de villa had. Het geheele huis is dan ook omsingeld, want het is nu volop dag geworden en de wapens blinken in den zonneschijn. Op dit gezicht bomt er een vloek over des roovers lippen te meer, wijl hij opmerkt, dat ook nu de terugweg voor hem is afgesneden en hij dus van alle kanten gevaar loopt van ontdekt te wordeu. Reeds overlegt hij bij zich zeiven, of het niet verstandig zou zijn, denzelfden weg op dezelfde wijze terug trachten te gaan doch daar herinnert hij zich iets, dat hem een zachten vreugdekreet ontlokt: Een zijmuur der villa is geheel blind en door dicht houtgewas bedekt. Men zal daar ook alles wel ondeizocht hebben, maar zeker geen posten uitgezet, waut waar geen openingen zijn, kan toch niemand ontvluchten. De kleine, door struik gewas bedekte deur, die toegang geeft tot de villa, is vast aan de waakzaamheid der politie outsnapt. Een duivelsche glimlach omzweeft Athanasia's lippen. In laDgzame geruischlooze wendingen komt gij op 't bewuste punt. Daar springt hij bliksemsnel op drukt op een veer de deur gaat open en in 't volgende oogen blik valt zij achter hem in 't slot. Athanasia is voorloopig in veiligheid. Hij bevindt zich iid in eeu onderaardsche, kelderachtige ruimte, die tol bergplaats dient van wijn en allerlei kisten met waren. Hij hoort, dat er volk in huis is. Het geluid van stemmen van op en neer loopende personen dringt tot hem door, echter aan deze ruimte denkt niemand, wijl de ingang vau de villa uit slechts aan Athanusia bekend is. Van hieruit voert een donkere wenteltrap in de hoogte. De roover stijgt met vaste schre den den trap op, spoedig staat hij voor een deur eneen oogenblik later iü de kamer van Hilda. SEaZEESi Deze verschrikt niet bij zijn binnenkomen, integendeel, zij schijnt hem verwacht te hebben, want zij staat geheel en al reisvaardig, den reis hoed op en den mantel om. In den tijd, dat het voorgaande voorviel, heeft zij zich aan het koude water uit eeu zilveren waschbekken verfrischt en haar verhit hoofd af gekoeld, zoodat zoodoende haar zenuwen tot be duren zijn gekomen. „Mijnheer,' zoo zegt ze tot den roover, „ik heb eens ernstig over mijn toestand nagedacht en ben tot de slotsom gekomeD, dat er voor mij niets anders opzit dan óf gedood öf gevangen gehouden te worden „Het doet mij genoegen, pardon, dat ik u in de rede vol u zoo kalm te vinden. Doch laat het ons kort maken, want wij moeten on middellijk vluchten.' Een glinster van hooge blijdschap straalde uit Hilda's oogen. Athanasia merkt dit en valsch lachende, zegt hij: „Denk niet te vroeg te triomfeeren. me vrouw eer de deur van uwe gevangenis ge opend wordt, moeten wij 't nog eens zien te worden over de voorwaarden uwer invrijbeids- stelling het geheele huis is uit- en inwendig door de politie bezet!» Hilda kan nu toch een luiden kreet van vreug de niet onderdrukken. Zij jubelt het als 't ware uit. Zoo was dan toch waar, wat zij zoo straks gehoord en zoo vurig verlangd had. De hoofdman streek ironisch lachend over zijn baard. „U hebt voor u alleen geen voordeel van deze omstaudigheid te verwachten, want de toe gang tot deze kamer is mij alleen hekend ik alleen ken het geheim en niemand kan zon der mijne toestemming tot uw redding komen opdagen. Daarom komt u slechts aan mijn arm als mijn gemalin uit deze gevangenis.» Als door een electrischen stroom getroffen, valt Hilda verlamd op een zetel neer. Doodsbleek staart zij «len raadselachtigen mat: aan. „Ik versta u niet mijnheer!' stoot ze in afgebroken woorden uit. „Zoo zal ik duidelijker dienen te spreken. U zijt mijn gemalin en ik uw gemaal een Duitsch barou. Wij zijn beiden door Athanasia gevangen genomen en hier opgesloten, tot een hoog losgeld voor ons betaald is. Toevallig heb ik papieren bij mij op naam van een zekeren baron Bagins- ki. Hoort nu, wat ons le doen staat. Wij zul len beid:n, nadat ik de verborgen deur heb blootgelegd, om hulp roepen, waarop de soldaten wel zullen komen en met geweld deze deur openbreken. In eene angstige houding houdt u mij omvat en smeekt, u en uw gemaal te be vrijden.» „Anders niets, mijnheer?' „Wacht even. ik ben nog niet aan 't eind I U reist met mij als mijn gemalin naar Duitschland en daar zullen we wel verder zien.' „En als ik weiger en de Turksche politie zeg, wie gij zijt? „Dan zal een kogel uit dit wapen hij haalt den revolver voor den dag uw schoon hoofd verpletteren, voor u den tijd hebt, alles te ver raden zoo waar ik Athanasia, derooverhoofd- man ben. En nu, mevrouw, hij maakt door middel der verborgen veer de deur vrij nu roept u luide oio hulp, terwijl ik zal trachten, de deur open te breken.» Hilda staat besluiteloosEindelijk zegt ze, geen anderen uitweg vindende: .Goed, mijn heel, ik zal in Godsnaam muar doen, wat u verlangt'En, zich met bijna bovenmen- schelijke kracht beheersehende, begint ze luide om hulp te roepen. Buiten klinken nu in 't Tnrksch verbaasde uitroepen, commando's worden gehoord en eindelijk bezwijkt de deur \oor de gewelddadige pogingen der soldaten. Splinters vliegen, terwijl zij invalt, overal heen en ongelukkigsrwijzo wordt Hilda door een er van aan de wang ge troffen. Zij gilt het uit van pijn. Athanasia onmiddellijk den toestand overziende maakt van dit ongelukkig incident gebrnitc, om ten aanzien van den vooruittredenden Turkscbon officier, zijne gewaande gemalin teeder te omvat ten en haar iu 'l Fransch en 't Duitsch allerlei lieve troostwoorden toe te voege Hilda, te sterk door dit alles aangegrepen, i9 onbekwaam, om slechts met één enkel woord te prutesteerim. Bovendien, hoe litf Athanasia zich ook voordoet, zij ziet zeer goed zijn andere vrije hand onwil lekeurig in zijn binnenzak verdwijnen en knn dus wel bevroeden, wat dc gevolgen zullen zijn van haar proteeteerend optieden. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1902 | | pagina 1