jViimmer 21. Donderdag 12 Maart 1903. 26 Jaargang. Toegewijd aan Handel, industrie en Gemeentebelangen. Schoen-entrepot te Waalwijk, m heldenfiguur. NOORB-BRABAND. U i x gever: AKTOON T I E L E N, IN DUSTRIEELEN. FEOILLBTOH. sbhbes? ■huiiiimimi iiiiiim iiiiw ii 'i Zij die zich voor het volgend kwartaal abonneeren, ontvan gen de in deze maand nog ver schijnende nummers GRATIS. Echo van he fii Langstraatsche Courant, Dit Blad verschijnt Woensdag- en A. b o n n e in entsprijs per 3 maand Franco per post door het geheele rijk f Brieveningezonden stukken gelden U&pever. ^2g3SZaMaH|BB3SS Zaterdagavon d. n f0."5. 0.90. enz., franco te zenden aan den WAALWIJK. V WiM HTM—BBBBBSB—BB Advkrtentiën 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contracten gesloten. Reclames 15 cent per regel, De Kamer van Koophandel en Fabrieken te Waalwijk houdt zich onledig met het opmaken van het verslag over 1902. Heeren Industriüeleu worden verzocht hunne opgaven voor het verslag zoo spoedig mogelijk aan den Voorzitter in te zenden. De Kamer van Koophandel en F ah léken voornoemd. Wij meenen goed te doen, in veler be lang te handelen, met 't onderstaande: nog maals te plaatsen, omdat wij hierin zien een zaak van groot gewicht, van het grootst belang; misschien kan het nog aan de attentie van eenigen zijn ontgaan heeren schoenfabrikanten begrijpen hier wel hun groot belang. Mijnheer de Redacteur. Oudeistaand artikel las ik in „De Maas bode" van heden. Het betreft eene zaak die ik reeds geruiinen tijd overwoog en die ik goed uitvoerbaar acht. Voorloopig ge lieve U mijn naam geheim te houden. Zij, die met het idee syinpathiseeren, verzoek ik beleefd schriftelijk hunne bewijzen van in stemming aan uw bureau op te zenden. Met voldoende instemming hoop ik de zaak verder te bewerken en later aan de orde te stellen. W. Een der grootste kwalen, waaraan de ^schoenmakerij in de Langstraat lijdt, is de noodzakelijkheid, waarin de schoenmakers baas in den winter verkeert om zijn fabri kaat voor een appel en een ei aan zooge naamde opkoopers van de hand te doen. In den winter toch, wanneer de geregelde afzet van schoenwerk al heel weinig betee- kent en de baas toch zijn volk aan 't werk wil houden, moet hij al ware het slechts om de benoodigde gelden voor de werk loon :n oij elkander te krijgen vèr onder de marktprijzen, ja somtijds met verlies rij naar het Duitsch bewerkt door J. M. S. (25) EERSTE GEDEELTE. ACHTSTE HOOFDSTUK. Een welbestede namiddag. Hilda laat bij deze woorden bedroefd haar hoofdje zakken. Het wordt de gravin nu duidelijk, dat ze hier een ongelukkige voor zich heeft. Willburg wijdt de gravin verder in de familie aangelegenheden in van de beklagenswaardige freule en Ottilia hangt als 't ware aan zijn lippen, niet zoozeer om 't onderwerp, als wel om den eigenaardigen vorm, waarin de verteller zijn mededeelingen kleedt. Geen enkele trek van zijn edel gelaat ontgaat haar; het komt haar voor, dat dit schoone, mannelijke uiterlijk de spiegel is van een groote ziel. Hij zit eenigszins nonchalant in zijn fauteuil met de krachtige, doch welgevormde rechterhand op de leuning. Daar bemerkt zij, dat ook Hilda's oogen als geëlectriseerd en vol verrukking Willburg aan staren. „Zij bemint hem 1" Het is, als fluistert een in wendige stem de gravin dit toe en op 't zelfde oogenblik is zij wederom de trotsche, hoogmoe dige edelvrouwe. Haar waarom dit toch Wat is voor haar deze man, dien zij nauwe lijks kent? Een vreemdeling 1 Een ondergeschikte! Een beambte van den Rijksgraaf een hutten- directeur I Onwillekeurig trekken zich haar lippen weerom tot dien karakterestieken trek van ongeuaakbaren verkoopeu. De gedwongen winkelnering zorgt dan nog, dat de baas een bestaanIje keett. Zoo'n toestand is natuurlijk onhoudbaar. Dit klemt te meer, wanneer men daarbij nog in aanmerking neemt, dat den baas, die zijn werk 's winters voor een „prikje" verkocht, in het goede seizoen scherpe con currentie wordt aangedaan doorzijn eigen fabrikaat. Om aan dezen ongelukkigen toestand een eind te maken, wenschen verscheidene schoenfabrikanten de oprichting van een schoen-entrepot te Waalwijk. Ieder schoenfabrikant kan dan onder zekere voorwaarden natuurlijk zijn fabrikaat in depot geven en daarop voorschot krijgen, terwijl hij bij verkoop der in depot gegeven goederen het voorschot moet restituëeren. - Ongetwijfeld kunnen tegen iltVoprichting van bedoeld schoen-entrepot verschillende bezwaren ingebracht worden. Bekwame vaklui echter verzekeren, dat die bezwaren gemakkelijk te overwinnen zijn, indien het beheer en liet toezicht over het entrepot in bekwame handen en onder goede oogen komt. In het werkelijk belang der Langstraat- rche schoenindustrie hopen wij, dat het schoen-entrepot spoedig mogen verrijzen en dot daarmede de gedwongen winkelnering voor altijd verdwijne. Wij verklaren ons gaarne bereid bewijzen van sympathie, die naar aanleiding van bovenstaande, waarmede wij van harte in stemmen en waaraan wij gaarne zooveel mogelijk zullen meewerken, hij ons mochten inkomen en wij hopen dat dit er velen znlle» zijn, gaarne in ontvangst te nemen en aan het adres te doen toekomen. (De Redactie). 99 Zondag S Maart was het 60 jaar geleden dat te 's Bosch werd opgericht de zaak, die kort daarop verplaatst naar Waalwijk, thans ouder den naam van Noord-Braband, Maat schappij van Verzekering op het Leven mede een eerste plaats inneemt onder de Maatschappijen van Volksverzekering in Nederland en haar werkkring ook over België uitstrekt. Gisteren werd in het pas betrokken nieuw hoogmoed. Haar gelaat vertoont nu juist het evenbeeld van het portret, dat in de eetzaal van het slot hangt het conterfeitsel van haar over grootmoeder, een geboren vorstin. Ook Willburg heeft die photografie gezien en terstond bemerkt, dat gravin Ottilia precies op deze bloedverwante lijkt. En thans ziet hij met zijn scherpen blik onmiddellijk de verandering die zoo plotseling in de h. uding van de gravin is gekomen. Hij kende al dit hoogmoedig op trekken der lippen en dat samentrekken der wenkbrauwen. En vreemd is liet, dat dan ook in hem een overeenkomstige gewaarwording op komt; hij wilde dan wel den trotsch van het jonge meisje breker., door haur een hard woord toe te voegen, doch snel onderdrukt hij deze on edele gedachte. Hij dwingt zijn gedachten zich weer tot het thema te bepalen en vol deelnemend gevoel be veelt hij freule Hilda bij dc gravin aan. En Ililda, die voelt, dat zij veilig is onder de bescherming van dezen man, steekt als onder een oogenblikkelijke opwelling hem haar beide ban den toe, terwijl ze zegt: „Hoe zul ik u danken I* Willburg doet echter, alsof hij deze uiting van dankbaarheid niet opmerkt en zegt: „Ik zou de gravin willen verzoeken, freule Hilda naar Kroor.sbad te willen geleiden. Ik zelf moet mij haasten, mijnheer den graal te volgen, die van de „Noi a-hutten direct naar Kroonsbad is gereden. Mijnheer de graaf wenscht mij te spreken. Ook wil ik mevrouw Hilda van Steden voorbereiden op het bezoek van hare zuster.' „Dan zullen wij binnen een uurtje volgen,' zegt Ottilia en roeteen neemt zij Hilda met dien vrouwelijken tact bij de hand. „Houd moed, freule van Wollingen wat er ook gebeure, ik schaar mij aan uwe en uw zusters zijdel" „Echter, wees voorzichtig, uiterst voorzichtig, wat den president betreft!* vermaant Willburg, terwijl hij een adreskaartje uit zijn etui neeuit en dit aan Hilda overreikt met de woorden„Dit is het adres van mevrouw uwe zuster.' En, opstaande om na een ceremonieele buiging, afscheid van de dames te nemen, begeeft hij zich Daar de deur, waaraan juist tamelijk luid geklopt wordt. Het is een bediende, die op het „binnen' van kantoorgebouw de oprichting der Maatschap pij feestelijk herdacht. Personeel en vele agenten, waaronder die van verre gekomen hadden zich vereenigd in de ruime, eenvou- digd smaakvol versierde directiekamer, toen omstreeks 12 uur Heeren Directeuren bin nentraden begroet door een storm van toejuichingen en gejubel „Leven de heeren Timmermans „Leven de directeuren van Noord-Braband„Leve Noord-Braband Hierop volgde de aanbieding der hulde blijken vergezeld van levendig geapplaudis seerde toespraken het portret van wijlen den heer Willem Timmermans vader der tegenwoordige Directeuren, oprichter en eersten* Directeur der Maatschappij, door den heer Corns. Oomens wiskundige der Maatschappijhet portret van wijlen Mr. N. F. O. J. SasseQ eersten commissaris namens het kantoorpersoneel door van dat personeel den oudste in dienstjaren een bronzen groep „Génie et Science" (Vernuft en Wetenschap) vergezeld van een calli- grafisch album namens heeren agenten door een lid der commissie uit heeren agenten. De Heeren J. en J. B. Timmermans getroffen door zoovele blijken van sympathie en gehechtheid vertolkten elk voor zich en voor elkaar in met eerbiedige stilte en met de grootste aandacht aangehoorde pas sende replieken door een daverend applaus gevolgd, hunnen dank en de gevoelens, die op die indrukwekkende stonde zich van hen meester maakten. Gezellig bleef men nog een tijd bij el kaar en werd menige toast gewisseld ge tuigende van de uitmuntende verhouding tusschen directie, personeel en agenten, en van wederzijdsche waardeering. Ten slotte bezichtigden heeren agenten het kantoorgebouw waarna zij in het hotel Gerris elkaar wedervonden, waar gezord was voor gelegenheid om gezamenlijk de feestelijke stemming nog geruimen tijd voort te zetten; ongetwijfeld zal deze dag voor de directie, het personeel en de agen ten onvergetelijk blijven en zijne gunstige uitwerking op de onderlinge samenwerking niet missen. Wij sluiten ons verslag met den wensch uitgesproken door den heer Oomens, dat „Noord-Braband" ook in de verste toekomst moge blijven groeien en bloeien, dat heeren, directeuren nog vele jaren getuigen mogen zijn van dien bloei en dat ten alle tijde de ramen „Noord-Braband" en Timmermans even eervol moge aamengaan als tot dusver. de gravin, in het vertrek treedt en zijn meeste res met zachte stem iets toefluistert. „Het is goed," zegt Ottilia. De man buigt en vertrekt. Ook Willburg gaat heen en laat de beide da mes alleen. „Mevrouw van Steden 1" „Mijnheer Willburg I Ah, Goddunk, einde lijk I Het is een vroolijke begroeting als van men- scben, die elkander goed kennen en elkander na een lange scheiding weervinden. Willburg heeft. Hilda van Steden in Weenen leeren kenneu, waar hij de schoone, talentvolle kunstenares in de voornaamste kringen ontmoet heeft. Hij vereert en acht haar; haar heerlijke stem dwingt hem, den man van hooge eischen, ook op dit gebied, zijne bewondering af. Willburg kent Hilda van het begin van haar loopbaan en heeft haar des tijds reeds een groote toekomst vooorspeld. En het is gegaan, zocals hij gezegd heeft, doch hij heeft het rijzen harer ster niet kunnen volgen, daar zijn lot hem ver wegvoerde in woeste step pen en ontoegankelijke wouden van den kauka- sus. Doch vun daar uit verbond hem eon eigen aardige band aan de zangeres: de bond van ge meenschappelijke belangen en het streven naar eenzelfde doel. Immers, beiden streefden ernaar denzelfden man te ontmaskeren, die Willburg's vader en ook dien van Hilda ten gronde had ge richt. „U dacht niet, mij zoo spoedig in Duitschland te zien vraagt Willburg, nadat beiden zich nedergezet hebben. „Ik ben n.l. slechts korten tijd in Konstantinopel geweest, duar mijne te genwoordigheid hier driugeuder noodig was. En u is naar Konstantinopel doorgereisd?" Hilde ziet voor zich neer. „15 weet niet wat mij ove. komen is,' zegt ze zuchtend en zij vertelt hem dan, nog sidderend bij de herinnering aan de doorgestane gevaren, haar avontuur met Athanasia de overrompeling in den trein en haar ontvoering. Willburg is ten hoogste verrast. Eer hij echter nader op deze onverwachte mcdedeeling kon ingaan, begint de zangeres over een geheel andere zaak. Wat dc cadeaux aangaat, de groep génie et science, is een prachtig kunststuk in brons van zeer groote waarde, voorstel lende de wetenschap, gekroond en voorge licht door het génie. De portretten van den eersten directeur en den eersten commissaris zijn uitstekend gelijkend en fijn uitgevoerd, gevat in eikenhouten omlijsting. Als eene bijzonderheid zij hier nog ver meld, dat de twee zoons van den eersten directeur, thans de directie vormen en de twee zoous van den eersten commissaris, thans commissaris zijn. Een goed idee was T dus een portret van den eersten direc teur en commissaris als cadeau aan te bieden. Aangenaam is 't ons steeds wanneer wij den belangstellenden lezer iets kunnen brengen, dat getuigt van vooruitgang, van bloei op een of ander gebied in onze ge meente. Steeds zijn wij er dan geweest om zulks in ons blad aan 'l publiek bekend te maken en voor de toekomst te boekstaven. Het zal voor den Waalwijkers onnoodig zijn, nogmaals eene beschrijving te geven van het majestueuze gebouw der Maatschappij van verzekering op 't leven" Noord- Braband" uitwendig; wij deden dit reeds vro.ger en daarenboven eenieder heeft dit monumentaal gebouw, een waar sieraad, getuigende van de geniale ideeën van den ontwerper, als van de zeldzame uitvoering van heeren aaunemer;, reeds meermalen be wonderd. Wij schreven hierboven getuigende van den vooruitgang en bloei op een of ander gebied en terecht dit gebouw getuigt Van vooruitgang van stoere werkkracht, van de mannen, die op bescheiden schaal ontworpen, de levensverzekering-Mij. Noord-Braband hebben opgevoerd, tot een der eerste in ons land en in België, dit gebouw is een blijk van de energie, een waardige vrucht van eeu 60 jarig streven. In 1813 door den heer Willem Timmer mans opgericht, is zij door zijne werkkracht opgebloeid en voortdurend opgegroeid en in omvang en aanzien toegenomen met rasschc schreden, opgevolgd door de tegen woordige directie de heeren J. Timmermans Wz. en J. B. Timmermans Wz. onder wier bekwame leiding, energie, werk- en wilskracht, de maatschappij is opgevoerd tot wat zij op den huidigen dag, op haar 60 jarig bestaan is, „Voor alles, mijnheer Willbnrg, welke voor uitzichten kunt u mij openen voor de bevrijding van mijn armen vader Zou het mogelijk zijn, mij tot hem te voeren „Ik heb do noodige stappen gedaan, om hel zoover te brengen. Houd moed, mevrouw I Het tijdstip is niet meer zoo ver af dat uw vader in vrijheid gesteld zal worden." Is het mogelijk jubelt zij, en, voordat bet haar bezoeker verhinderen kan, neemt zij Will burg's handen en brengt deze aan haar lippen. „Mevrouw wut doet u!" Een vluchtig rood bedekt haar schoon gelaat. Hij tracht zich aan haar stormachtige dankbaar- heidsuiiing te onttrekken, doch zij wordt boe langer hoe meer door haar gevoel medegesleept. Bijna krampachtig houdt zij zijne handen vast en ziet hem daarbij innig gelukkig en bijnu be wonderend aan. „Neen, neen," zegt ze haastig, „verzet u nu niet tegen mijne dankbetuiging, het is vergcefsch. Ik moet u zeggen, hoe ik u hoogacht I Wie is zoo edel, zoo onbaatzuchtig als u? Zonder op eenige dankbaarheid aanspruak te maken, maakt gij u verdienstelijk voor de roenschheid in 't algemeen en voor mij in 't bi zonder. De wereld is zoo slecht, zoo erbarmelijk slecht, dat het mij soms toeschijnt, als behoorde u rant uw edel hart, met uwe groote menschen- liefde niet tot haar. U wilt miju armen vader wederom in eere herstellen, zijn onschuld bewij zen, zijn machtigen vijand trotseeren o, God dal geluk was te groot! Eu toch, aan u alleen zal ik het te danken hebben, aan u, grootmoe digen man I* „Mevrouwt" Willburg's stem vibreert „ik bid u, hoor mij rustig aan. De bevrijding van uw vader, die onschuldig lijdt, gelijk de mijne onschuldig uit het vaderland vei bannen is, is voorloopig daadwerkelijk niets dan een droom. Echter, dat deze droom werkelijkheid zal worden, daarvoor werk ik voortdurend en ik hoop, de val van den president, is niet verre meer." Willburg's voorname kalmte eo zijn afgemeten toon maakt indruk op de zangeres en zij wordt wat minder opgewonden. Heeft zij zich door haar dankbaarheid niet te ver laten medesleepen? Kan Willburg nog niet wat anders uit haar hartstochtelijke woorden opmaken dat andere, wat zij zoo innig voor hem gevoelt? Zij staat op een onderneming, eene eereplaats innemende onder de zuster-maatschappijen, tot groote voldoening voor de directie niet alleen maar eene grootsche instelling waarop Waalwijk terecht groot kan gaan. Welnu dan dit gebouw van builen reeds beschreven en "oor eenieder te bezichtigen, aan eene inwendige beschrijving te onder werpen, dit wenschen wij thans t.e doen, want ook het inwendige evenaart ja over treft nog het uitwendige en zal iederen lezer zeer zeker belang inboezemen. Met de gewone welwillendheid werd ons gele genheid gegeven het geheel te bezichtigen rondgeleid door de directie zelf. Machtig is de eerste indruk, dien men krijgt als men door de hoofddeur en ver volgens een tochtdeur binnentreedt in de vestibule geheel van marmer, het houtwerk rondom kunstig uitgesneden. In beide ge noemde 'deuren, is in het glas sierlijk ge brand de initialen „N. B. L. M." //Noord-Braband" Levensverzekering-Mij., rechts in de vestibule het bureau der directie, een ruime zaal in zijn geheel flink en prachtig opgevat, geheel r.aar de eischen des tijds ingericht, prachtige vloer, behangsel enz., kortom alles maakt hier als overal deu indruk, van ruim, sierlijk en degelijk. Ter zijde stond thans de buste van den eersten directeur, den heer Willem Timmer mans, met eene passende versiering en aan de wanden de portretten, op den schoor steen de groep, waarvan hierboven is ge sproken. Wederom in de vestibule terugkcerende en verder gaande, treft liet oog de artistieke uitvoering van deuren en lambriseering, het snijwerk is voortreffelijk, boven alle deuren zijn in hout de initialen N. B. uitgesneden. Op de directiekamer volgt een spreek kamer, waarin zich de meterkast der gas verlichting bevindt. Wij gaan door de vestibule naar 't kantoor, waar 't personeel (een twintigtal bedienden) zijne dagelijkache werkzaamheden verricht. Naast de deur een loket voor 't in ontvangst nemen van brieven en dergelijke. Binnentredende maakt deze ruime zaal een grootsche indruk. Boven de deur staan de wapens van Waal wijk en Noord-Braband, vereenigd onder een kroon. De lessenaars vormen een vierkant over de geheele ruimte en geven plaats 25 personen. De gaslampen zijn op aan staanders aangebracht. Het daglicht ralt van bovenin en woidt door het gekleurde glas overdag heerlijk getemperd; het is een dubbel dak van gewoon glas, ijzerdraad en verbergt haar gelaat in haar handen. Als zij ze weer laat vallen, staan haar schoone oogen vol traDen. „Vergeef mij, mijnheer Willburg,' zegt ze,zich tot kalmte dwingend, „ik moet u met mijn op gewonden daukbetuigingen wel wat zonderling vonrgekomeu zijn. Doch u kunt u niet voor stellen,«wat het zeggen wil, een geliefden vader in de gevangenis te weten Onschuldig ver oordeeld! Het slachtoffer van de ellendige intri ges van een schurk!' „Mijn vader was gedurende zijn leven een ver laten vluchteling!» „Hij was toch vrij I Och, ik beef, als ik aan 't weerzien van mijn ongelukkig vadertje donk 1 In het medaillon mijner moeder is hij een fier officier met een sclioonen, zwarten baard en thans! Hoe zal ik hem wedervinden „Kom tot u zelve, lieve mevrouw, ik heb nog een verrasing voor u. U weet, dat u een half zuster hebt, die denzelfdeu voornaum heeft als ii Hilda I Zij zal u heden een bezoek brengen 1" „Mijn zuster! En r.og vanduag zal ik ze zien?' „Misschien reeds over een uur! De gravin van Mansfeld-Hercheslorf, een even edel als schoon eu trotsch meisje heeft op mijn verzoek uw zuster onder hare bescherming genomen, en zal thans freule van Wollingen tot u brengen.» Hilda loopt zenuwachtig den salon op en neder. „Hoe mij deze tijding aangrijpt, kunt u Diet voorstellen, mijnheer Willburg." „Dat kan ik wel, mevrouw. Luister nu echter even. U moet uw zuster bedaard en kalm ont vangen. Zij is wel is waar een jaar ouder dan u, doch u is in ondervinding de oudste. Boven dien is Hilda van Wollingen zeer ongelukkig, natuurlijk wederom door toedoen vau ons beider vijand.' „Zij is dus ook niet gelukkig, die arme," zegt de zangeres. Doch u hebt gelijk, ik moet mijn ontroering trachten te overwinnen, rustig en kalm moet ik mijn bedroefd zustertje ontvangen.* (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1903 | | pagina 1