Nummer 24.
Zondag 22 Maart 1903.
26 Jaargang.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Eerste Blad.
HOE IN AJDII LANDEN
ben iiii.iinni.iiii.
AI TOOI TIELEI
Dit nummer bestaat
uit TWEE BLADEN.
LANDBOUW™"
INDUSTRIËELEN.
FEV1LLETOH.
U I T G E V E R
"Wegens den inval
lenden feestdag van
0. L. Yr. Boodschap, zal ons vol
gend nummer DINSDAGAVOND
verschijnen.
Advertentiën en berichten wor
den tot Dinsdagmiddag 12 uur
ingewacht.
Zij die zich voor
het volgend kwartaal
abonneeren, ontvan
gen de in deze maand nog ver
schijnende nummers GRATIS.
EERSTE GEDEELTE.
r■■~f-^-.-ragaHreaKg^^'TgBgg«»*F'^^ gassEasassw-w^3SSSE5^i2^j:-"'^253:- -ss^i^issasKmrzBBESES^^
De Echo van het Zuiden,
Waalwljksclie en
('onrnl.
Dit Blad verschijnt ïïoeiis d a g- en
A b o n n c in e n t s p r ij s per 3 maand;
Franco per post door liet geheele rijk f
Brieveningezonden stukken gelden
Zaterdagavon d.
ju f 0.~5.
0.90.
franco te zenden aan den
enz.,
Uitgever.
De Kamer van Koophandel en Fabrieken
tc Waalwijk houdi zich onledig met het
opmaken van het verslag over 1902.
Heeren Industriëeleu worden verzocht
hunne opgaven voor het verslag zoo spoedig
mogelijk aan den Voorzitter in te zenden.
De Kamer van Koophandel en Fabneken
voornoemd.
Als men de dolle agitatoren, die ons tot
heden zoo vreedzaam landje in de eerste rij
geschoven hebben der revolutionnaire staten
gelooven moet, dan stelt de regeering met
haar aanvulling van 't Strafwetboek iels
ongehoords voor, iets, dat in geen beschaafden
staat of eenig vrij land bestaat, maar alleen
gevonden wordt in Rusland en onder slaven
en koelFs, waar de knoet of de zweep re
geert. Hoe onhoudbaar deze stelling is,
moge den lezers uit het volgende blijken:
De Duitsche, de Fransche en de Italiaan -
sche wetten stellen strafbaar den dwang door
„bedreigingen/' of //ernstige bedreigingen."
In Zwitserland, liet land met zijn in-demo-
cratische regeeringsvorra, is een wetso.itwerp
voorgesteld, dat eveneens allen dwang door
//ernstige bedreigingen" verbiedt. Die be
palingen zijn dus strenger dan de onze tot
rij naar het Duitsch bewerkt door J. M. S.
(28)
ACHTSTE HOOFDSTUK.
Een welbestede namiddag.
En dan ik voelde mij veilig onder uwe
bescherming. Zoo lang u ademde zou geen haar
van mijn hoofd gekrenkt worden dat wist
ik en dat was dat was een zoete weten
schap Ir
.Doorluchtigheid"het mag zijn bekoring
hebben, na doorstane gevaren de waarde van
het leven af te meter., doch wij mogen daarbij
niet vergeten, ons over onze redding en ons
verder .hierzijn en blijven te verheugen".
/,U hebt gelijk I* De vorstin reikt hem onder
een zwaarmoediglachje haar hand. .Laat ons
thans slechts aan het tegenwoordige denken.
Vo r alles —hoe bevalt het u in uw nieuwen
werkkring
Een zucht ontsnapt Willburg's borst en ern9tig
zegt hij
,De voorzienigheid heeft mij op eigenaardige
wijze naar een streek gevoerd, waar hoogstwaar
schijnlijk het laatste tooneel van de tragedie
mijns levens zal afspelen I"
De vorstin wordt bleek van schrik.
«Om Godswil, Gospodin Willburg, wat is er
gebeurd?" roept de vorstin uit, „heb ik dus
goed gezien, dat u iets ernstigs overkomen moe9t
zijn
,Ik heb mijn vrouw hier wederg6vonden
Willburg drukt met een eigenaardi/g accent op
elk dezer woorden.
De oogen der vorstin openen zich onnatuurlijk
heden toe, waarin alleen „bedreiging met
geweld" wordt verboden. Hier te lande
hebben wij van 1872 tot 1886 een uit
voeriger bepaling dan de tegenwoordige ge
had, om de vrijheid in de uitoefening van
arbeid of nijverheid te verzekeren. Destijds
was op dit terrein verboden alle dwang door
middel van geweld, wegneming, beschadi
ging of onbruikbaarmaking van gereedschap
pen, bedreiging met eenig strafbaar feit,
bedriegelijke handelingen, beleediging en
deelneming aan samenscholing. Toen in
1886 het nieuwe wetboek van strafrecht
werd ingevoerd, verviel deze bepaling. Veel
van hetgeen daarin genoemd, werd op zich
zelf reeds strafbaar, en men meende, dat
overigens de nieuwe, thans bestaande be
paling, voldoende zou zijn. Deze thans
bestaande zegt, dat met gevangenisstraf van
ten hoogste negen maanden of geldboete
van ten hoogste f300 gestraft wordt niet
alleen hij, die een ander door bedreiging
met smaadschrift tot iets dwingt, maar ook
hij, die een ander „door geweld" of „be
dreiging met geweld" wederrechtelijk dwingt
iets te doen, niet ie doen of te dulden.
Men dacht toen, dat dit genoeg was om
ieder tegen onrechtmatigen dwang te be
schermen. De treurige ondervinding in den
laatstcn tijd heeft echter geleerd, dat dit
algemeene voorschrift niet voldoende is.
Ook zonder juist geweld te gebruiken, of
met geweld te dreigen kan men iemand,
die aan een werkstaking niet wil deelnemen,
of zijn vrouw of zijn kinderen het leven zóó
onaangenaam maken, dat hij eindelijk be
sluit, schoon tegen zijn wil, den arbeid ook
maar neer te leggen. En ziet, tegen dezen
onhoudbaren en onduldbare» toestand van
anarchie en gezagsverplaalsing tracht nu de
regeering door haar strafwetbepaling front
te maken. Oordeele nu elke weldenkende,
of hier reactie is of gezonde wetgeving aan
het woord is. Daarbij, wij wijzen nog eens
op die buitenlaudsche wetgeving, waar fei
telijk precies ot nog strenger bepaald is.
En niemand zal toch willen betoogen, dat
Duitschland, Frankrijk en Italië onbeschaaf
de staten zijn
Nog merkwaardiger is in dit opzicht de
Engelsche wet, dus in het land, waar
zoo de heeren socialisten soms gelieven te
beweren de arbeiders het best georga
niseerd zijn en daardoor het best in staat
zijn voor liun rechten te waken. Daar is,
hoe ruim ook de vrijheid van vereeniging
erkennend, doch juist om die vrijheid te
waarborgen, strafbaar gesteld iemand te
WAALWIJK.
—II— IIIWIHII mil I II I'IITIHT
dwingen iets te doen of te laten, wat hij
gerechtigd is naar eigen verkiezing al of
niet te doen, niet alleen door geweld, be
dreiging of zaakbeschadiging, maar ook door
hem voortdurend te achtervolgen, van de
eene plaats naar de andere, door verberging
of wegneming van gereedschap, kleederen
of andere goederen, door liet bezetten of
het belemmeren van het gebruik van zijne
woning ot werkplaats, door wacht te houden
bij den ingang, of door hem in groepen van
twee of meer personen op straat ot op den
den weg te achtervolgen.
Nu, waarde lezer, gaat Dr. Kuijperte ver
in velband met bovengenoemde vooibeelden
en met den huidigen, ongelukkigen toestand
in ons land
En nu wat het tweede voorstel betreft,
strafbaarstelling van dienstweigering, zoolang
liet dienstcontract loopt, bij openbare amb
tenaren en bij beambten en bedienden bij
het spoorwegverkeer. Bij deze malerie kan
er gewezen worden op het Zwitsersche wets
ontwerp op Engeland, waar sinds 1885 een
wet bestaat, die strafbaar stelt opzettelijke
en wederrechtelijke contractbreuk bij werk
lieden bij gasfabrieken of waterleidingen,
wanneer ze weten of redelijker wijze kuunen
verwachten, dat de ingezetenen daardoor van
licht of water verstoken zullen zijn. Ook
kan hierbij aangehaald worden, een straf-
bt3paling, bestaande in den staat New -York
in de Noord-Aiuerikaansche Republiek,
waarin strafbaar worden gesteld spoorweg
beambten of bedienden, die hun dienstplicht
opzettelijk schenden of verzuimen en iedere
beambte, door wiens dienstweigering de alge
meene veiligheid bedreigd wordt.
Ziedaar een nuchtere vergelijking, die
zeker niet ten nadeele onzer regeering uit
valt. Daarom laten toch alle weidenkenden,
van welke politieke richting ook, zich nauw
aaneensluiten, om den toestand te bezwe
ren. Waarlijk, waar ook, hier komt geen
politiek bij te pas. Het is, naar goed in
gelichte kringen, nu voor ons land „to be
or not to be," te zijn of niet te zijn.
Hooge belangen staan op 't spel, het oog
der geheele beschaafde wereld is op ons,
ontwricht kiein landje gevestigd. Denkt
er op, dat er ook Argusoogen onder zijn
Werpt dus, wie ge ook zijt, geen stof meer
op; dit is, wij zeggen het t Centrum na,
reeds genoeg opgeworpen.
Een warm kloppend vaderlandsch hart,
een onbenevelden blik en een kalm oor-
deelendeu geest, ziedaar, wat de echte, ware
Nederlander op 't oogenblik dient te be-
Advkrtentiën 1 7 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groote
letters naar plaatsruimte. Advertentiën 8maal ter plaatsing opgegeven,
worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en
advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contracten
gesloten. Reclames 15 cent per regel,
wijdzij wordt zoo bleek als een doode
Uw vrouw?" vraagt zij zacht.
„Ja, doorluchtigheid Mijn vrouw speelt hier
met veel entrain de rol van Rijksgravin van
Mansfeld-Herchestorf I*.
„Hoe? Ik versta begrijp u in 't geheel
niet! U erkende in de rijksgravin v. Mansfeld-
Herchestorf uw vroegere eclitgenoote
„Niet mijne vroegere eclitgenoote mijn
eigen vrouw altijd nog, want ons huwelijk is
nooit ontbonden."
„Maar hoe is het dan mogelijk, dat zij een
andere echtverbintenis heeft kunnen aangaan
.Waarschijnlijk heeft ze mij voor dood of voor
goed verdwenen gehouden I"
En a denkt er over, de gravin tot terugkeer
te brengen?' De vorstin vraagt dit op gespannen
toon, terwijl ze haar echoonc oogen vol zenuw
achtige verwachting op Willburg richt.
Deze zwijgt een poo9je. Wederom valt het de
dame als zooveel malen te voren op, hoe precies
Willburg gelijkt op den ongelukkigen Keizer
Frederik 111: dat hooge voorhoofd, die goedige
blik en dat edele, door den schoonen, blonden
volbaard omlijste gelaat. Alles herinnert haar
aan dat ideale uiterlijk van den groofen en ge-
duldigen lijder, die eenmaal de woorden sprak:
„Leer lijden zonder te klagen 1"
„Terugkeeren tot mij U zegt dat, vorstin, als
iets, dat van zelf spreekt. Mijn God, bedenk eens,
wat er ligt tusschen mij en die vrouw I Tien
jaren van smaad en schande I Immers, het leven
van bedrog, dal die vrouw als rijksgravin door
bracht, is toch werkelijk niets ar.ders dan schan
deGeloof mij, als niet het geluk van een mij
boven allen en alles dierbaar wezen op 't spel
stond, ik dulde dit bedrog geen seconde meer.
Maar waar is mijn kind? Ik heb een aanvallig,
engelrein kind, naar wiens bezit ik els 't ware
versmacht. Ik zoek het sedert ruim tien lange
jaren, als een verdoemde zijn verloren geluk.
Het nog eens aan mijn hart te kunnen drukken
met geheel de liefde, die in mij woont, dat
eenige wezen, dat mij in die groote wereld nog
na bestaat, daarin ligt voor mij mijn grootste
geluk dat is mijn levenszaligheid!"
De vorstin voelt een pijnlijken steek in haar
minnend hart.
Hoe wreed die mannen kunnen zijn 1 Het
eenige wezen, dat hem op de wereld na bestaat 1
Dit kind alleen wil hij alle liefde geven, die in
hem isl
Voelt hij niet, hoe gruwzaam wreed zijn woor
den haar moeten treffen Zou hij niet vermoeden
hoe gaarne zij hem slechis een klein deelije dezer
zaligheid zou willen geven?
Zij schrikt plotseling op uit tiaar gedachten.
Hij is immers niet vrij hij is gehuwd!
„Dit kind, vorstin, leeft," guat Willburg yo0rt,
„het bevindt zich misschien in mijne nabijheid
en ik ken zijn verblijfplaats niet. Die hartelooze
vrouw weet wel, waar het is, doch zij wil mij
dit niet zeggen zij bewaart dit geheim in ruil
voor mijn stilzwijgen tegenover haar gemaal.'
„Hoe geraffineerd slecht!» roept de vorstin vol
afschuw uit.
„Heb ik de verblijfplaats van mijn kind ont
dekt, dan is voorzeker de rol dier komediante
op Mansfeld uit. Zij weet dat en daarom
zwijgt dat slechte wijf hardnekkig. O, God, als
het mij gelukte, mijn kind te vinden, zonder de
intriges dier bedriegster te begunstigen, ik weet
niet°wat ik daarvoor wel zou willen geven.»
l)é vorstin richt zich hoog op; haar edel gelaat
straalt van hooge geestdrift.
Gospodin Willburg!' zegt zij met een klank
volle sten. a zull uw kind omhelziu 1 Eu in
korten tijd. of ik heet niet meer Vorstin Feodora
Urbinski l* 4
H meent deze intrigante met eerlijke wapens te
kunnen bestrijden, haar met open vizier tegemoet
te moeten treden. Ik zeg u, dal dit de verkeerde
weg is in dit geval. Hier is hetlist tegen
list 1 Sluwheid tegen sluwheid 1
Laat alles aan mij over en ik zal haar het
geheim, dat zij zoo zorgvuldig bewaart, ontruk
ken. Ja, ja - bier heot u mijn hand - zij
steekt haar slanke en blanke hand naar hem
uit sla toe, wij zijn bondgenooten I Hoe dik
wijls heb ik er tegen u reeds over geklaagd dat
mijn leven zoo leeg is. Nu, van heden at, heeft
mijn leven een doel. Ik zal het u en uw uind
wijden en u beiden te zamen brengen 1»
Willburg kunst dankbaar de hand der vorstin.
Doorluchtigheid, u - een zoo eerlijke, edele
en openhartige natuur - u wilt zulk een rol
spelen, tot list en sluwheid uw toevlucht ne
men -
Zij lacht hem viiendelijk toe.
„Ik doe het voor u, mijn levensredder! U zult
zitten
„Het Volk" en Mr. Troelstra.
Bij het sociaal-democratische blad „Het
tocii ie luwen groote
Volk"
begint
het
bloedbaden hebben afgedaan, er zal dus
niet meer uit de ramen der bovenhuizen
gescholen worden
De staat van beleg behoort reeds lang tot
het verleden en ook voor een algemeene
werkstaking schijnt de redactie bij haar le-
z rs weinig geloof meer te verwachten die
wordt tlns ook vooricopig opgeborgen.
Nu moeien de particele werkstakingen
dienst doen de toestand is thans vin dien
aard, zegt zij, dat zij een menigte kleinere
of grootere werkstakingen voorziet, die ten
slotte, als de beruchte strafbepalingen toch
in de Kamer komen, in een groote werk
staking, voornamelijk in de transportbedrij
ven, zullen uitloopen. Had de tvgeering naar
mr. Troelstra willen luisteren, dun was alles
pais en vree geweest
Natuurlijk, mr. Troclslra stuurt altijd
en overal regelrecht op den vrede aan
Het „Vaderland" en De Tij I" bespreken
het terugtrekken van het sociaal-democratisch
blad „Het Volk".
„Thans zoo zegt het „Vadcrl."
ontraadt „Het Volk" de algemeene staking
als dom maar cursiveert zijn belofte aan
die domheid mee te doen, zoodra het Comité
van Verweer dom genoeg zal zijn haar te
decreteeren.
„Het Volk" spoort alle arbeiders, die
„economische" grieven hebben, tot srocdige
staking aan en met name de spoorweg
arbeiders om misschien voor liet laatst hun
stakingsrecht tegen hun direction te ge
bruiken.
Ziet men den handigen tactius der Soci
aal-Democratische Arbeiderspartij in zijn te
groote handigheid de teugels ontglippen?
Hij is het niet, die den toestand be -
heerscht die beweging is hem ver boven
het hoofd gegroeidhij waarschuwt zwakjes
nog tegen wat, terecht, liern verderfelijk
dunkt, maar hij ziet het duidelijk in dat al
tc krachtig vermaan hem al zijn invloed
rooven zou, biedt daarom bij voorbaat het
Comité van Verweer zijn onderwerping aan
en raadt al wat arbeider is te staken („eco
nomisch" wel te verstaan), terwijl hij beter
dan iemand anders kan weten, dat de weik-
lieden eenmaal aan het staken geslagen,
het onderscheid tusschen economie en politiek
spoedig uit het oog zullen verliezen, zich
richten zullen zeker ook tegen de voorge-
uw .kind wedervinden ik wil het!„
Zij zegt dit met de koninklijke beslistheid van
een uit vorstelijk geslacht gesproten telg.
„Nu, mijn vriend, ga nu. Ik zie, dat u haast
hebt. Uw oogen dwalen reeds eenige malen
onrustig naar de pendule.' Zij zegt dit eenigs-
zins op droevigen toon.
„Vergeving, mijn vorstin 1 Willburg staat op.
Mijn tijd behoort helaas niet aan mij; ik beb
mijn persoon in dienst van den graaf gesteld.'
„O, uw gansche leven wijdt gij aan uw
plicht!»
Ik wil hier den graaf ontmoeten samen kceren
we naar de Norahutten terug.'
„Ik bewonder u, gospodin Willburg,' zegt de
vorstin warm. Ik heb uw beroemd boek gelezen,
dat zooveel opzien gemaakt heeft hoe geniaal
u zijt, hoe u de wetenschap op elk gebied be-
heerscht! Men voelt zich bij het lezen van zulk
een boek nog een schoolmeisje.'
Als eeu dame als u zich voor natuui welen-
schap interresseert en dergelijke werken leest,
zoo gaat haar kennis toch beduidend liooger
dan die van een schoolmeisjeI*
De vorstin bloost en is verheugd over den lof,
haar uit dien mond gebracht. Doch zij stapt
snel van dit thema af.
„U komt toch spoedig weer, om gezamelijk
een tas thee te drinken. Ik zing u dan ook een
Russisch lied voor.4*
Hoe verlokkend dat klinkt 1' Willburg buigt
„dan moet ik bepaald spoedig terugkomen.
,l)a swidonjal' voegt ze op zijn Russisch toe.
„Tot weerziens', zegt Willburg.
Wanneer hij vertrokken is, luistert de vorstin
nog een wijle droomerig naar zijn wegstervende
schreden.
Ware hij vrij zucht ze, „doch hij zal ge
lukkig worden en daarom, Rijksgravin Nora van
Mansfeld-Herchestorf, bereid u voor op een be
zoek vau mij 1"
Willburg treft in het Kurhuis den graal en
diens familie. Dadelijk deelt hij den ouden man
mede dat Hilda van Wollingen, zijn oupii, in
zijn slot eene toevlucht is komen zoeken te
gen den president en dat zij hoopt, dat de giaaf
haar tegen tegen den president in bescherming
stelde wetsbepalingen, in welk geval de
staking zal moeten mislukken.
De houding van „Het Volk" is jammerlijk
van beginselloozt halfslachtigheid.
Een ongeholpen poging om de verant
woordelijkheid voor de dreigende nationale
ramp van zich af te wentelen,"
De „Tijd" schrijft o. a.
„Zij die zich door den revolutie-stoker
omela Nieuwenhuis heel den tijd op het
sleeptouw lieten nemen, komen nu zeer dee
moedig verklaren, dat met geweld een revo
lutie niets te winnen is.
Stilletjes wil men zich nu terugtrekken
van de anarchistische lijn, waarop men te
kwader ure verzeild raakte.
Te laat mr. Troelstra, ge hebt uw cre-
diel verloren.
De ounadenkenden mogen zich door uw
goocheltaal nog laten verschalken hun die
uw ga o en aandachtig bespiedden; zal het
niet ontgaan, dat gij buigt en bukt voorde
onwankelbare standvastigheid der Regeeriug.
Het fiasco van uw politiek is compleet.
Mochten sommigen er in het verleden nog
ooit over gedacht hebben om te zwichten
voor uw bedreigingen, voor de toekomst is
zulk een kleinmoedigheid niet meer denk
baar.
Men weet nu algemeen hoe zwaar gij
weegt."
Aardappelmest.
Het is bij zeer veel landbouwers de ge
woonte, om vooral voor aardappels eeu
mest mengsel te koopen. Men spreekt ge
woonlijk van aardappelmest en verstaat daar
door een mengsel van meststoffen, door den
fabrikant of koopman voor den landbouwer
in gereedheid gebracht. Gewoonlijk bevat
zulk een mengsel een soort minderwaardige
PeruGuano, aangevuld met scheikundige
meststoffen. Soms bestaat het alleen uit
scheikundige meststoffen. Zoo'n mestmengsel
is wel gemakkelijk. En ik geloof, dat het
daarom allleen dan ook gebruikt wordt.
Met andere woorden, ik geloof, dat mest
mengsel door den boer gekocht wordt uit
gemakzucht. Hij behoeft dan zelf niet te
berekenen en niet af te meten, wat hij
noodig heeft. In het algemeen heb
ik legen mestmengsel, dat men te duur
koopt. Er wordt te veel voor het mengen
berekend. Het zijn als medicijnen in den
zal nemen.
Ofschoon het voor den graaf, om met den
alom gevieesden president in conflict te komen,
geen uangenaam vooruitzicht is, zoo is toch het
verschijnen van Hilda in zijn woning zeer wel
kom, te meer, wijl hij nu een reden gevonden
heeft, Willburg te kunnen berichten, dat hij
voorloopig nog niet in het slot kan logeeren.
Hij kon hum toch niet zeggen, dat de gravin dit
niet wenscht. .Maar nu Hilda er is, zijn alle
kamers in den nieuwen vleugel bezet. Men kon
deze toch niet overbrengen in het spookachtige
deel der bezitting, dcu zoogenaamden «Burcht.»
En Willburg is altijd zoo gewillig en offervaar
dig, als liet geldt een liefdedienst te bewijzen
daarom zal hij zeker ter liefde van dit ongeluk
kige meisje nog wel voorloopig in het hotel
„De Roode Ster» willen logeeren. Een rijtuig
zal hem steeds ten dienste staan, ook een bedien
de en een rijpaard en zoo wordt duu ook deze
teere quaestie naar aller genoegen geregeld.
Nu komen gravin Ottilia en Hilda, deze heeft
'haar zuster niet te spreken kunnen krijgen, daar
de laatbte om welke redenen kunnen de lezers
wel vermoeden met zware hoofdpijn te bed
lag. llildu van Steden had hare zuster vriendelijk
verzocht, den volgenden dag te komen-
In droomerig nadenken verzonken beschouwt
gravin Ottilia onopgemerkt steeds onzen held.
Zij kon het zich zelve maar niet verklaren, dat
in tegenwoordigheid van dezen man haar hart
hevig klopt en hartstochtelijke gedachten haar
bestormen.
Als ze hem zoo vriendelijk met Hilda van
Wollingen ziet spreken en hem deze hoort
troosten over 't haar niet ontvangen van liure
zuster, dan voelt zo, dat ze dezen mun diep, zeer
diep zou kunnen haten. Wat beteekent tocli dit
alles Welke onbeschrijfelijke betoovering gaat
cr toch van dezen man uit? Hij is ongetwijfeld
een edele, een mannelijke verschijning, juist eene
als die een veeleischende jonge dame zich zou
wenschen.
Echter, dat is het toch niet alleen, dat alle
harten met magische kracht tot hem trekt.
(Wordt vervolgd).