Nummer 25.
Woensdag 25 Maart 1903.
26 J aargang.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
\'M U1LDMIGIM
Hooger onderwijs
ANTOON TIELEN,
Uitgever:
IIN DUSTRIËELEN.
Bekendmaking.
FEUILLETON.
B
UITEN LAND.
WAALWIJK.
TrTmnmreffwtf.'-iitiTr'y
Zij die zich voor
het volgend kwartaal
abonneeren, ontvan
gen de in deze maand nog ver
schijnende nummers GRATIS.
EERSTE GEDEELTE.
Een welbestede namiddag.
Een aristocratische schurk aan 't
werk.
//Recht en Vrijheid".
ILX:12ZS3GHi
De Echo van het Zuiden,
Waalwtjksehe en Langstraatsche Courant,
Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 3 maanden f0."5.
Franco per post door het geheele rijk f 0.90.
Brieveningezonden stukkengelden enz., franco te zenden aan den
Uitgever.
Advertentiën 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groote
letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven,
worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en
advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contracten
gesloten. Reclames 15 cent per regel,
De Kamer van Koophandel en Fabrieken
te Waalwijk houdt zich onledig met het
opmaken van het verslag over 1902.
Heeren Industriëelen worden verzocht
hunne opgaven voor het verslag zoo spoedig
mogelijk aan den Voorzitter in te zenden.
De Kamer van Koophandel en F ah ieken
voornoemd.
Het Gemeentebestuur van Waalwijk maakt
bekend, dat ter secretarie voor belanghebbenden
ter inzage is nedergelegd het besluit van Heeren
Gedepnteerde Staten van Noord-Brabant van 17
Maart j.l. waarbij is bepaald dat alhier op Dins
dag 25 Augustus 1903 eene centrale provinciale
premiekeuring zal worden gehouden tot het toe
kennen van 5 bewaringsprijzen elk van f 300 en
6 bewaringsprijzen elk van t 250, voor merrien
van ten minste 3 en ten hoogste 6 jaar oud.
Belanghebbenden, die hunne raerriën naar de
oedoelde prijzen wenschen te late>» mededingen,
behooren daarvan tijdig, uiterlijk vóór 17 Aug. e.k.
bij den heer L. Max, secretaris der Provinciale
keurings-coramissie te 's-Bosch schriftelijk aan
gifte te doen met opgaaf van le naam en
woonplaats van den eigenaar, 2e naam, kleur,
kenteekenen, ouderdom, hoogte en Ras [toudbloed
der merrie.
Waalwijk, 23 Maart 1903.
Het gemeentebestuur voornoemd
K. DE VAN DER SCHUEREN;
De Secretaris,
F. W. VAN LIEMPT.
Vaststelling der Kiezerslijst.
Het komt herhaaldelijk voor dat Nederlandsche
werklieden door berichten in de nieuwsbladen
of door daartoe uitgezonden agenten, soms met
verstrekking van reisgeld voor de heenreis naar
Duitschland worden gelokt ten behoeve van
industrieëele ondernemingen, terwijl bij aankomst
ter plaatse blijkt, dat zij niet gebruikt kunnen
worden. Het is daarom geraden, dat die werk
lieden, alvorens op zulke berichten af te gaan,
öf zelf óf door tusscheukomst van den Burge
meester hunner woonplaats zich wenden tot den
Nederlandschen consul in de streek waar
die ondernemingen gevestigd zijn, om inlichtingen
omtrent vooruitzichten tot het bekomen van werk,
loonen en huurprijzen der woningen, aldaar.
Op uitnoodiging van den Minister van Binnen-
landsche Zaken wordt de aandacht van belang
hebbenden hierop gevestigd.
Waalwijk, den 23 Maart '1903.
De Burgemeester.
K. DE VAN DER SCHCEREN.
rij naar het Duitsch bewerkt door J. M. S.
(29)
ACHTSTE HOOFDSTUK.
De gravin tracht zijn persoon te definieeren.
Inderdaad, deze oefent een onweerstaanbare aan
trekkelijkheid uit. Er is iets jongelingsachtigs
in hem iets onnoembaar milds, zachts en
goedigs. Daarnaast echter een zoo diepe ernst,
oen zoo krachtige, edele mannennatuur, dat haar
onwillekeurig de woorden eens dichters invallen,
die zoo juist op Willburg van toepassing zijn
Waar het strenge en zachte zich paren
Waar het sterke zich door 't milde doet klaren
Daar beheerscht harmonisch 't hart de harten 1
Ja, waarlijk, zoo i9 het bij dezen man zijn
verschijning is daardoor zoo veroverendzijn
mannelijk wezen zoo krachtig, dat het onmogelijk
is, zich aan deze macht te Onttrekken. En om
dat de gravin dit voelt, omdat haar trots zich
tegen dezen hoogeren zedelijkeu invloed wil ver
zetten, daarom wil zij dezen man haten. Zij
wilde niet gelijk zijn aan Hilda en aan andere
gewone menschenkinderen, die zich allen zonder
strijd overgaven aan den invloed, dia uitging
van dezen genialen man. Haar moest dit koud
lateD, zij is. te trotsch, hem te huldigen.
Men rijdt terug.
De graaf en Willburg begeven zich naar de
Norahutten, waar de laatste aau zijn superieur
zijn verschrikkelijk avontuur met Athanasia me-
Burgemeester en Wethouders der Gemeente
Waalwijk maken bekend: dat de op heden door
hen vastgestelde kiezerslijst voor het dienstjaar
1903/1904, benevens de alphabetische lijsten der
namen en voornamen van hen, die van de kie
zerslijst zijn afgevoerd en van hen, die daarop
zijn gebracht, van af heden tot en metden2lsten
April a.s. op de Secretarie der Gemeente voor
een ieder ter inzage worden nedergelegd en,
tegen betaling der kosten, in afschrift of afdruk
verkrijgbaar worden gesteld.
Tot en met den l5den April a.s. is een ieder
bevoegd bij het Gemeentebestuur verbetering vau
de bovengenoemde kiezerslijst te vragen, op
grond dat hij zelf of een ander, in strijd met de
wet, daarop voorkomt, niet voorkomt of niet
behoorlijk voorkomt.
Het verzoekschrift kan op ongezegeld papier
worden gesteld.
Waalwijk, den 23n. Maart 1903.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester.
K. DE VAN DER SCHUEREN.
De Secretaris,
F. W. VAN LIEMPT.
Thans is, zooals wij reeds mededeelden,
door de Regeering bij de Tweede Kamer
ingediend het toegezegd wetsontwerp tot
wijziging er. aanvulling van de wet van
1876 op het Hooger Onderwijs.
Hoofddoel is bet toekennen van ruimere
bevoegdheden aan het bijzonder hooger on
derwijs, o. a. gelijkstelling van bijzondere
gymnasia met openbare en het verleenen
van het //jus promovendihet rechtsgevol
gen aan bijzondere universiteiten, onder
wettelijke waarborgen.
Het ontwerp brengt tevens wijzigingen in
de bestaande regeling. De voornaamste vat
ten wij kort samen.
Art. 4-, dat onder openbaar hooger onder
wijs brengt//Gymnasia, het Athenaeum
Illustre te Amsterdam, Universiteiten",
wordt aldus veranderd gymnasia, hooge-
scholen, universiteiten*.
Het Athenaeum vervalt, nu het sedert
1878 is veranderd in een openbare univer
siteit. Het woord /yhoogesoholen* wordt in
gevoegd, omdat een nieuw hoofdstuk II
(thans handelende over het opgeheven
Athenaeum) in de wet wordt gebracht met
den titel: //Van de Hoogescholeu*. Het
schrijft allereerst voor:
Art. 32. Er kunnen van Rijkswege diie
hoogescholen worden gevestigd, een tech
nische hoogeschool, een landbouwhoogeschool,
een haiidelshoogeschool.
Art. 32a bepaalt
dedeelt. De oude man luistert verrast en vol
schrik naar deze vreeselijke gebeurtenis. Hij
weet niet, wat hij er van zeggen moet, doch
Willburg stelt hem gerust en beweert, dat het
wel goed zal afloopen. Na aldus gerust ge
steld te zijn, keert ook de graal huiswaarts en
Willburg gaat naar zijn logement, waar hem het
moordend staal wacht.
Te midden der zijnen brengt de graaf den avond
verder door.
Hilda trekt zich vroeg terng en ook de gravin
Ottilia begeeft zich naar haar slaapvertrek, dat
naast de balkonkamer ligt.
Zij opent de naar het balkon voerende vleugel
deuren, om de verfrisschende avondlucht te ge
nieten. Het hart der jonge gravin, dat tot boden
zoo rustig klopte, 9laat heden onregelmatig wild.
De edele verschijning en het aangenaam klin
kende orgaan van Willburg willen nog maar
niet uit haar herinnering wijken. Eindelijk sluit
zij met een zucht de balkondeur cu begeeft zich
ter ruste.
Nog een andere dame denkt, wanneer zij in
haar boudoir) is gekomen, dat onzen held, doch
met geheel andere gedachten. Het is de rijks
gravin. Nadat deze haar kamermeisje na vol
tooid nachttoilet weggezonden heeft, zet zij
zich in een fauteuil neer en peinzend krijgt haar
gelaat een uitdrukking van pijnlijken angs' en
bezorgdheid. Zij ademt hoe laDger hoe onrus
tiger. Ilier, met zichzelve alleen, heeft deze opper
vlakkige werelddame voor enkele minuten haar
lichtzinnigheid afgelegd. Zoo onbevangen Nora
dezen dag ook gelachen en geschertst, zoo zege-
bewust zij zich ook tegenover Willburg gedra
gen heeft hier in de eenzaamheid verdwijnt
geheel en al die kunstmatige zelfbewustheid. Zij
voelt zich een vertwijfelde speelster. Het gaat om
den vollen inzet haar positie, haar naam en
het geluk van haar kind Denise is haar afgod
terug te winnen, of dit alles te verliezen.
Als een avoniurierster trok zij met huar kind
dat nu bij een ander geliefkoosd wordt, zon
der zijn ouders te kennen naar dit slot op
ennu is zij er reeds zoo lang gebiedster. Doch,
hoe kort zal dit misschien nog zijn I
Vol vertwijfeling werpt zij zich op haar rust
bed en na nog uren peinzens valt ze in eeu on-
rustigen slaap.
,/De Polytechnische School te Delft wordt
de technische hoogeschool*.
De artt. 32a tot 32s regelen dan de in
richtingen dier technische hoogeschool.
Omtrent de landbouw- en handelshooge-
scholen wordt enkel in beginsel besloten.
Zij zullen bij nader ontwerp zijn te rege
len, ook in verband met den staat der rijks
financiën.
Het hoofdstuk III betreffende de Uni
versiteiten (Leiden, Utrecht, Groningen en
Amsterdam) blijft onveranderd.
In het hoofdstuk IV beteffende de //we
tenschappelijke graden*, wordt in den titel
bijgevoegd //getuigschriften en diploma's"
en worden in eenige artikelen de diploma's
enz. der technische hoogeschool geregeld,
ook met instelling van een doctoraat in de
technische wetenschappen, na verdediging
van een proefschrift.
De derde titel der wet (//Van het bijzon
der hooger onderwijs) wordt voorts aange
vuld met een groot getal artikelen en ver
deeld in 6 hoofdstukkeu. Het eerste bevat
de tegenwoordige artt. 99102 met het
opschrift ,/Algemeene bepalingen". Hoofdstuk
II omvat de artt. 103107 met het op
schrift //Van instellingen tot opleiding
van leeraren voor kerkgenootschappen of
kweekelingen voor den geestelijken stand,
die op 1 Jan. 1903 ondersteuning uit's rijks
kas genoten.*
Voorts regelt hoofdstuk III de bijzondere
gymnasia (artt. 107a107e), met toekenning
van rijkssubsidieen dan hoofdst. IV //de
bijzondere leerstoelen", welke op aanwij
zing bij Kon. Besluit, na advies van den
Senaat door instellingen, stichtingen of
vereenigingen aan de rijksuniversiteit kun
nen worden gevestigd, met nader in drie
artikelen omschreven voorwaarden en rechten.
Hoofdstuk V regelt dan //de bijzondere
universiteiten" van stichtingen enz., aan
welke bij Kon. Besluit bevoegdheid kan
worden gegeven, uitdrukkelijk te noemen
doctorale graden te verleenen, met gelijke
rechten als de rijks-universiteiten. Die
bevoegdheid kan te allen tijde worden inge
trokken. In 4 artikelen wordt dit verder
geregeld, o.a. dat zulk een instellirg een
vrij en onbezwaard kapitaal van f 10U.00U
in rentegevend onroerend goed hier te lan
de, of in inschrijvingen in het Grootboek
of in door de regeering te bepalen effecten
moet bezitten. De universiteit moet ten
minste 3 der 5 faculteiten bavatten
en elke faculteit ten miuste drie gewone
hoogleeraren hebben en bij haar worden
NEGENDE HOOFDSTUK.
De president is, na de vernederende scène met
Willburg, naar het dorp teruggekeerd, waar zijn
rijtuig staat.
Hij is niet naar het slot gereden, daar hij
gelijk Willburg vermoedde niet den graaf,
maar de gravin wilde spreken.
Dat deze twee karakters, Richard van Wollin-
gen en Nora, elkander moesten vinden en ver
staan, kwam onzen held onmiddelijk nadat
hij de aanwezigheid van zijn vrouw hier gewaar
werd, zeer logisch voor.
Ook meent hij gerust te mogen veronderstellen,
dat de graaf minder sympathiseert met den pre
sident. Deze is die oprechte en oud-ridderlijke
natuur veel te geslepen en sluw.
Toen de president, ter plaatse waar zijn equi
page gestald is, aankomt, vindt hij zijn kamer
dienaar Jean.
„Al terug, Jean? vraagt hij.
liij had hem naar net slot gezonden, om te
trachten, wat naders over Willburg te hooren.
Nu verwondert hij zich er over, dat Jean zijn
opdracht zoo 9poedig volbracht heeft.
„Ik behoefde in 't geheel niet naar het slot op
te stijgen, mijnheer de president,* bericht de sluw
uitziende vertrouweling van zijn heer; „John, de
rechterhand van den graaf, was toevallig in 't
dorp gekomen. En daar John een oude vriend
van mij is, deelde hij mij alles mede, wat ik
wensehte te weten.'
De president en zijn kamerdienaar staan iets
bezijden hot rijtuig, de knecht onderdanig met
den hoed in de hand. Beiden spreken zoo zacht,
dat het de koetsier niet hooren kan.
„Nu, en wat had John te zeggen?'
„De genadige gravin i9 niet zeer ingenomen
met den nieuwen huttendirecteur. Deze heeft
zich onderweg en aan het dejeuner zeer opval-
lead vreemd en bruusk tegenover de gravin ge
dragen."
De president wordt opmerkzaam. Hij had
immers de gravin en den vreemdeling te samen
ouderwijs gegeven in alle doctoraal examen
vakken.
Aan zulk een universiteit kan uit de
Staatskas subsidie worden verleend, doch
niet meer dan f 100.000 over 25 jaren.
Hoofdstuk VI regelt het toezicht op het
bijzonder universitair ouderwijs, door een
commissie van ten minste 5 leden, door de
Koningin te benoemen.
Voorts wordt in de wet een derde titel
ingevoegd, bepalende, dat gelijke bevoegd
heid als aan de getuigscluiften en {doctorale
graden der rijksuniversiteiten is verbonden,
kan worden verkregen door het slagen bij
een examen voor een Staatscommissie af
gelegd, loopende over dezelfde vakken.
Onder het opschrift //Recht en Vrijheid"
schrijft het U t r e c h t s c h Dag bl., naar
aanleiding van hetgeen de Haagsehe redac
teur van het Handelsblad over de aan
hangige „stakingswetten" in het midden
bracht, onder meer het volgende
Wordt werkstaking verboden
In geenen deele. Bij geen enkel voorge
steld artikel.
Werkstakers mogen werkstaken zooveel
zij willen.
Maar zij zullen voortaan geen dwang
meer mogen uitoefenen om hen, die arbei
den willen, tot werkstaking te dwingen.
Richt zich dat nu tegen de ontwikkeling
der vak-organisatie
Neen, immers het haalt alleen het lee-
lijke dat er bij haar groei uaanhangt of om
heen zit" er af.
Wil de vakorgauisatie zich verder ontwik
kelen, het geschiede voortaan alleen door
eerlijke er ordelijke middelen.
Daar kan, zou men zoo zeggen, de vak -
organisatie slechts bij wiuiven.
Mocht ze, gelijk de sociaal-democraten
beweren, alleen kunnen groeien door dwang
en terrorisme, dan ware haar groeikracht
niet groot en haar levensbeginsel niet veel
waard.
Dan zou zij verre achterstaan bij de En-
gelsche, die bijna een halve eeuw lang zich
langs legale wegen heeft ontwikkeld.
ffUwe strafbepaling zal slechts preven
tief werken zal alleen werken als zij niet
wordt toegepast", hooren wij onze weder
partij zeggen.
Moet men dat betreuren Heeft niet
iedere strafbepaling preventieve kracht Is
die kracht juist niet wat het heilzaamste in
in een zeer zenuwachtige s'emming op het be
kende plateau gevonden en dat had hem, den
opmerkzamen waarnemer al zeer vreemd toege
schenen. Jean vertelt de eerste ontmoeting van
Willburg en de gravin.
„Wat Wat heeft hij geroepen vraagt vol
verbazing de president: „Laura I zij is het I
mijn trouwelooze vrouw
Een zonderlinge man I' moet de gravin ge
zegd hebben en met de woorden „Ik kan geen
zieke menschen zien', moet zij weggegaloppeerd
zijn.'
„En verschrok de gravin niet erg?'
Naar John's bericht niet in 't minste. John
meent, dat een bedriegelijke gelijkenis den
vreemdeling misleid heeft. Dat dacht ook de
graaf.»
„Was dit alles, wat John vertelde?'
„Neen, mijnheer de president? hij deelde mij
nog mede, dat de graaf' had gezegd, dat de
gravin niet wilde hebben, dat mijnheer Willburg
in 't slot logeerde. Dit speet den graaf wel
doch zoo als altijd, gaf hij toe. Later zou hij
kamers in het directiegebouw der Norahutten
krijgen, maar voor dezen nacht moest de nieuwe
huttendirecteur, nog eens in „de Roode Ster'
logeeren."
Een uitdrukking van triomf verschijnt op des
presidents gelaat.
„Des te beter 1' mompelt hij onhoorbaar.
„Jean', beveelt hij dan, „gaat thans nog eens
den weg naar het slot op, als had ik )e een ge
wichtige opdracht gegeven, wij hebben hier
al zoo lang gestaan en wij kunnen door iemand
gezien zijn. aoo spoedig als onopgemerkt gaat,
buigt ge naar het bosch om. Daar zal het rijtuig
op je wachten. Gij rijdt dan met Frederik stap
voets over den boschweg naar Kroonsbad. Op
het bekende kruispunt- wacht gij mij. Ik wil
eerst nog een kleine wandeling door het woud
maken, daarna wil ik, als het niet te laat is
geworden naar Kroonsbad. De paarden zijn dan
uitgerust.' v
„Tot uw dienst, mijnheer de president Jean
buigt, Richard von WollingCD wendt zich om,
stapt in en na enkele korte bevelen aan den
koetsier, gaat het in gestrekten draf naar den
den boschweg.
(Wordt vervolgd).
haar is
De Regeeriug bedreigt verbreking van
ambtsplicht met straf.
Spreekt dit eigenlijk niet vanzelf
Moet men zich niet verwonderen, dat
zoodanig algemeen voorschrift zoolang ont
brak
De Regeeriug stelt spoorwegmaunen met
ambtenaren gelijk.
Wij wenschen, dat ze hen aanstonds tot
ambtenaren maakten.
Maar is immers niet reeds nu de be
diening eener belangrijke openbare functie,
het verkeer van personen en goederen, aan
hen toevertrouwd
Mogen zij reeds nu aan eigen belang of
aan //solidariteitsgevoel" met andere arbeiders
die eigen belang najagen, heel dit openbare
belang ten offer brengen
Wij gelooven, dat, in het algemeen ge
sproken, ieder wiens billijkheidsgevoel nog
niet door revolutionnair rumoer is verbijs
terd, daarop nog steeds zal antwoorden
neen, dat mogen zij niet
Wat de Regeering voorstelt, stemt alzoo
in elk opzicht met recht en billijkheid
overeen.
Eu het laat den groei der vak-organisatie
onaangetast.
Ja, zij bevordert den gezonden groei,
doordien zij ais eerlijk tuinier het onkruid
uitwiedt van dwang en schrikbewind, dat
het groene gras verstikken zou.
Onlusten te Budapest.
De legervoorstellen, volgens welke de Oost-
tenrijksche en de Hougaarsche legers ver—
eenigd zouden worden, hebben gelijk bekend
is, heel wat kwaad bloed onder de Honga
ren gewekt en Zondag schijnt dat bloed zoo
krachtig te zijn gaan werken, dat heftige
oproersbewegingen er het gevolg van waren.
Het was Zondag de herriuneringsdag aan
den dood van Louis Kossuth en met het
oog daarop verzamelden zich in den ochtend
een duizendtal sludenten voor het gebouw
der universiteit, om te eischen, dat de rouw
vlag zou uilgestoken worden. De eisch werd
niet ingewilligd, waarop de studenten zelf
een vlag, met zwart krip overdekt op het
gebouw plaatsten.
Daarna trokken zij door de straten waar
opgewonden troepjes zich bij hen voegden,
naar het Nationale Casino, het Nationale
Théater en andere openbare gebouwen, die
geen rouwvlag hadden geheschen en hielden
daar luidruichtige betoogingen.
De politie trachtte tusschenbeide te komen
maar te vergeefs. Ook op het gebouw der
Polytechnische School werd een rouwvlag
geplaatst en daar, evenals in de universiteit
werden de colleges onmogelijk gemaakt.
Wel slaagde de politie er ten laatste in
de betoogers uiteeu te drijven, maar voor
universiteiten kwamen zij opnieuw bij elk
ander, waarna zij een bombardement van
steeneu en koleu op de agenten richtten,
zoodat velen dezer, als ook een iuspecteur,
gewond werden.
Nauwelijks haddeu eenige^ParlementsIcdeu
van de Kossuth—fractie gehoord, wat er
gaande was, of zij begaven zich naar de uni
versiteit, waar de betoogingen nog steeds
aanhielden. Wat der politie niet gelukt
was, gelukte aan bezadigd optreden der
Kossuthmannen, die de studenten wisten
te bewegen uit elkander te gaan, daar zij
uu toch hadden wat zij verlangden, n.l., de
rouwvlaggen op de gebouwen. Onder het
zingen vau het Kossuihlied ging men naar
huis en 's middags werd een kalin bezoek
gebracht aan het kerkhof waar Kossuth is
begraven. Slechts vijf studenten waren bij
deze eerste betoogiug gearresteerd.
In den namiddag echter herhaalde zich
het rumoer en toen kreeg de bi tooging zelfs
een dreigend aanzien. Toen de studenten
van Kossuths graf terugkwamen werden zij
dOsir de politie aangegrepen. De menigte
wiero met steentn en een beieden agent
werd vau zijn paard gesleurd. Wederom
verzamelde men zich voor de universiteit en
toen de politie op het plein kwam, sleepten
de studenten kolenbakken op het baikon
vanwaar zij opnieuw een bombardement naar
omlaag openden. Een 20—tal personen
werden gewond, drie man van de burger
wacht zwaareen iuspecteur van politie werd
door een tegelsteen getroffen en moest on
middelijk den dienst verlaten.