jV li mm er 26.
Zondag 28 Maart 1903.
26 Jaargang.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
IF,! Eerste Blad.
Clltj IIËLDDMUIIU.
TELEFONISCHE AMSLUITING
vijk
AH TOON TIELEI,
Dit nummer bestaat
uit TWEE BLADEN.
ONDERMIJNING
Bekendmaking
FEUILLETON.
U I T G E V E li
WAALWIJK.
EERSTE GEDEELTE.
Een aristocratische schurk aan 't
werk.
Waalvijksdif eu Liigslnitxrkt Courant,
lingskai
worden
tenlanil
Dit Blad verschijnt W o e n s d a g- en
A b o n n e in e n t s j) r ij s per 3 maand:
Franco per post door het geheele rijk t'
Brieven ingezonden stukken gelden
Uitgever.
Zaterdagavond,
en f 0.~5.
U.9Ü.
enz., franco te zenden aan den
Hét Gemeentebestuur van Waalwijk maakt
bekend, dat ter secretarie voor belanghebbenden
ler inzage is nedergelegd liet besluit van Heeren
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant von 17
Maart j.l. waarbij is bepaald dat alhier op Dins
dag 25 Augustus 19U3 eene centrale provinciale
premiekeuring zal worden gehouden tot het toe
kennen van 5 bewaringsprijzen elk van f 300 en
6 bewaringsprijzen elk van 1 250, voor merrien
ran ten minste 3 en ten hoogste 6 jaar oud.
Belanghebbenden, die hunne merriën naar de
oedoelde prijzen wenschen te laten mededingen,
behooren daarvan tijdig, uiterlijk vóór 17 Aug. e.k.
bij den heer L. Max, secretaris der Provinciale
keurings-commissie te 's-Bosch schriftelijk aan
gifte te doen met opgaaf van le naam en
woonplaats van den eigenaar, 2e naam, kleur,
ken teekenen, ouderdom, hoogte en Ras [^udbjoed*
der merrie.
Waalwijk, 23 Maart 1903.
Het gemeentebestuur voornoemd.
K. DE VAN DER SCHDEREN,
De Secretaris,
F. W. VAN LIE.MPT.
Het komt herhaaldelijk voor dat Nederlandsche
werklieden door berichten in de nieuwsbladen
of door daartoe uitgezonden agenten, soms met
verstrekking van reisgeld voor de heenreis naar
Duitschlaud worden gelokt ten behoeve van
industrieëele ondernemingen, terwijl bij aankomst
ter plaatse blijkt, dat zij niet gebruikt kunnen
worden. Het is daarom geraden, dat die werk
lieden, alvorens op zulke berichten af le gaan,
Öf zelf öf door tusschenkomst van den Burge
meester hunner woonplauts zich wenden tot den
Nederlandschen consul in de streek waar
die ondernemingen gevestigd zijn, om inlichtingen
omtrent vooruitzichten tot het bekomen van werk,
loonen en huurprijzen der woningen, aldaar.
Op uitnoodiging von den Minister van Binnen-
lsndsche Zaken wordt de aandacht van belang
hebbenden hierop gevestigd.
Waalwijk, den 23 Maart "1903.
De Burgemeester.
K. DE VAN DER SCHUEREN
Vaststelling der Kiezerslijst.
Burgemeester en Wethouders der Gemeente
Waalwijk maken bekend (lat de op heden door
hen vastgestelde kiezerslijst voor het dienstjaar
1903/1904, benevens de alphabetische lijsten der
namen en voornamen van hen, die van de kie
zerslijst zijn afgevoerd en r»n hen, die daarop
zijn gebracht, van af heden tot en metden21sten
April a.8. op de Secretarie der Gemeente voor
Vrij naar het Duitsch bewerkt door J. M. S.
(30)
NEGENDE HOOFDSTÜK.
rHaltKeer nu om Frederik, en rijdt Jean
langzaam tegemoet, hij weet wel verder, wat te
doen.
De koetsier slaat op militaire wijze aan en
keert langzaam om.
„En nu naar de zigeuners 1 mompelt de presi
dent en stijgt rusting bergopwaarts.
Boveu in het woud staal een bouwvallige hut.
Hior woont een oude zigeuner, die als ketellap
per en wonderdokter door de dorpen trekt.
Niemand begrijpt waarom men dezen van vele
misdrijven verdachten ouden man vrij rond lual
loopen. De hut ligt juist op de grensscheiding
der adelijke bezittingen en, daar het wellicht
moeilijk uit te maken is, wie hier recht van
spreken heeft, liet men dien ouden man maar
wonen, ofschoon zijn verblijfplaats het vereeni-
gingspunt schijnt te zijn van alle landloopers
uit den omtrek.
Eena had de politie uit het dorp den ouden
Esenko, zoo heette de zigeuner, willen
verdrijven, doch toen beriep hij zich op de ge
nadige gravin van Mansfeld, wie hij, toen deze
nog gouvernante was, haar huwelijk met den
graaf voorspeld had.
Men deelde dit den graaf mede en deze beval,
deu ouden Esenko in zijn hut te laten wonen.
Nu ging men bij den baron van Wollingen
een ieder ter inzage worden nedergelegd en,
tegen betaling der kosten, in afschrift of afdruk
verkrijgbaar worden gesteld.
Tot en met den loden April a.s. is een ieder
bevoegd bij het Gemeentebestuur verbetering van
de bovengenoemde kiezerslijst te vragen, op
grond dat hij zelf of een ander, in strijd met de
wet, daarop voorkomt, niet voorkomt of niet
behoorlijk voorkomt.
Het verzoekschrift kan op ongezegeld papier
worden gesteld.
Waalwijk, den 23n. Maait 1903.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester.
K. DE VAN DER SCHUEREN.
De Secretaris,
F. W. VAN LIEMPT.
Het behoeft voor hen die niet alleen
christenen zijn in het private, maar ook in
het openbare leven, ceker geen betcog, dat
een Staatsgebouw, wil het hecht en onwrik
baar vast staan, dient te rusten op christe
lijke grondslagen. Worden deze ondermijnd
dan moet die colossus onvooivvaardelijk in
eenstorten. Wij hebben het gezien bijdegroote
revolutie in de laatste helft der 18e eeuw, waar
de anarehie in plaats van vrijheid tirannie,
in stede van geluk de guillotine bracht.
Die christelijke grondslagen zijn o. i.
saam te vatten onder deze hoeksteenen van
het staatsgebouw gezag, recht, zedelijkheid,
en sociale rechtvaardigheid.
Wanneer we nu met een goed onder
scheidend oog het woelen en gisten in de
tegenwoordige wereld nagaan wanneer we
de verschillende stroomingen onderzoeken
en peilen welke er in de tegenwoordige
maatschappij zijn, dan merken we daaronder
die of met donderend geweld tegen boven
genoemde hoeksteenen aanvallen of als la
winen van haar onheil brakei.de hoogten
er op neerploffen als wilden zij de eeuwen
oude steunpilaren met geweld ondermijnen,
of onder haar overstelpend stof begraven.
Te verwonderen is het dan ook niet, dat
ook ten ontzeilt het staatsgebouw
hier en daar scheuren vertoont, tengevolge
dezer ondermijning, want evenals door de
werking der natuurkrachten soheuren in
gebouwen en paleizpn ontstaan, zoo worden
ook door die krachten en machten in het
leven der volkeren de fundamenten onder
mijnd.
Vestigen wij ter verdere ontleding dezer
waarheid het eerst onze aandacht op het
gezag. Behoeft het in deze dagen van ge-
zagsverplaatsing nog aangetoond te worden,
hoe dit ondermijnd wordt. Velen van de
klagen, doch thans beriep zich de oude zigeuner
op den president en ook deze liet hem onge
moeid, waar hij was. 't Gevolg hiervan was dat
van nu af de ketellapper een zekere soort vrees
achtige achting genoot, hij had immers machtige
beschermers, waarop hij zich ten allen tijde be
roepen kon.
De president gaat rustig bergopwaarts. Reeds
meermalen moet hij dezen weg bewandeld heb-
beD, want zonder eenige aarzeling betreedt hij
in dit dichte woud zijn pad.
Eindelijk ziet hij zijn doel, de hut van den
ouden ketellapper, voor zich liggen.
Het is stil hier boven tusschen de boomen en
de bergen; 't minste geritsel is hoorbaar.
Als het huisje van de oude heks uit het
sprookje, zoo ligt daar de hut van Esenko. Zij
schijnt geen levend wezen te bevatten, want geen
geluid hoort men er in noch om.
De president blijft een oogenblik staan.
Pas op, oude, ge zult nog hier vandaan moeien,
als ge je hut tot vcreeuigingspunt maakt van
allerlei gespuisI
De oude komt in onderdanige houding nader.
„Vergeef mij 't hoogedele heer, het zijn bloed
verwanten van me, die een tijdje onder mijn
gastvrij dak uitrusten, eer ze zuidelijker trekken.
Daar is b.v. mijn neef, een flinke borst, voor
vele zaken bruikbaar. He, „Farkas!' roept hij
een krachtig jongmensch toe, „kom hier en be
groet mijnheer den president!'
De geroepene nadert langzaam en maakt voor
den bezoeker eene linksche buiging.
„En wie is dat?' De president wijst op een
ouderen mau meteeu donkeren baai d en zoo goed
als in lompen gehuld.
„Mijn broeder, mijnheer! Farkas' vader'.
„En dat vrouwmensch daar? Hij doelt op een
vrouwelijk wezen, dat, trots de sporen van een
veelbewogen leven, tocli nog altijd de schoonheid
doet vermoeden' welke in jonger dagen haar
deel was.
Donkere oogen zien onverschillig de kleine
ruimte in, zonder eenige notitie van den vreem
deling te nemen.
„Dat is mij dochter, mijnheer, die meer dan
achttien jaren van mij is weg geweest. Zij is
ziek en oud ik beu tachtig, zij zestig jaren
staat haar toe, een poosje bij mij te blijven.
De president kijkt het vuile wijf scherp aan
uiterste linkerzijde kennen geen ander ge
zag dan^dat derdwingende organisations.
Het hoogste gezag in den staat is hun niet
ineer heilig. Trouwens, hoe kan het anders
Waar een van Houten de^kroon noemde een
ornament een Cort van der Linden een
vliegwiel en prof. Krabbe de Koningin
niets anders dan een eenvoudige staatsdiena-
res, daar kan het niet uitblijven, of de min
dere en volgzame goden en daarachter het
ongeloovige deel der natie ziet in het hoogste
gezag niets anders dan een eenvoudig,
menschelijk initituut, dat her- eu derwaarts
kan gevoerd datzoo noodig eenvoudig
op zijde kan geschoven worden.
Ook het ouderlijk gezag komt door deze
heillooze theorie iu gedraug. Immers nu
reeds beweert de sociaal dem. onder wijzers-
vereeniging, dat het kind niet uitsluitend
is het eigendom der ouders, maar dat het
mede behoort aan den staat.
Wij als christenen] staan hier lijnrecht
tegenoverde bron van het gezag ligt in
God en als zoodanig berust het dus in
geenen deele bij de gratie des volks. En
zie daar een der punten van den Nieuw en
Koers", het gezag hoog te houden, als ko
mende van den hoogsten Wetgever, in Wien
alle gezag is.
Ook het recht reeds eerder werd op
deze plaats hierop gewezen wordt onder
mijnd. Of moeten misdadigers niet beschouwd
worden als krankzinnigen, als zieken De
maatschappij, niet het individu, is immers
de schuldige. Men heeft deze theorie nog
niet zoo heel lang geleden kunnen hooren
verkondigen op het anthropologisch congres
te Amsterdam, waar Lombraso en Eerri in
hoogdravende redevoeringen trachtten aan te
loonen, dat de mensch aansprakelijk is voor
3t geen hij doet, maar.... onderworpen is
aan 't noodlot. In al zijn consequenties
toegepast, is moord, in koelen bloede begaan,
geen misdaad meer, doch een ziekelijke
afwijking. Aldus doorredeneerende zou men
met een der politieke redenaars, iu den
laatsten tijd hier opgetreden, kunnen spreken,
dat ook de Transvaaloorlog een ziekelijk
verschijnsel is geweest.
Ziedaar een tweede intrigeerend deel van
den
den
houden.
En nu de zedelijkheid. Een opmerkzaam
beschouwer van zijn tijd heeft reeds lang
de scheuren iu het zedelijk leven waarge
nomen. Of is niet het neo-malthusianisme
een geweldige ondermijning der zedelijkheid.
't Is, of hij zich een zeker voorval van jaren
herwaarts herinnert.
„Zij is een zwerfvogel/ zoo gaat deoudcvooit
„een echte dochter vau ons volk. Tot haar zes
tiende jaar bleef zij bij mij toen ik mij hier
echter neerzette, trok zij de wijde wereld in. Zij
bleef loen twintig jaren weg en niemand van
onzen stam hoorde wat van haar. Dan kwam
zij voor korten tijd boven water, doch verdween
even plotseling als ze verschenen was; dat is
nu weer ruim achttien jaren geleden, onrustig
bloed, mijnheer 1*
„Het is goed/ zegt de president, en zich dan
nader tot den ouden voorover buigende, fluistert
hij dezen toe: „Ik heb iets met je te bespreken,
Esenko' hij werpt een achterdochtigeo blik
op het andere gezelschap kan ik hen, je
bloedverwanten, vertrouwen
„Als mij», beweert de oudo. „Mijne dochter
lelt niet mee, zij neemt geen deel uan onze zaken,
zij is ziek en praat er van, hier te willen sterven,
doch daar komt niets van, zij moet weer naar
het zuiden; hier heeft ze altijd last van de koude
zie maar hoe zij huivert.'
En werkelijk, de oude zigeunerin beeft als
een essenblad en wikkelt zich vaster in een ouden,
verschoten shawl.
„Wat Farkas en zijn vader betreft', zoo gaat
de oude voort, mijnheer de president kan op hen
rekenen/
Dezu knikt in gedachten van ja; dan ziet hij
den ouden plotseling scherp aan.
„Het is een gewaagde onderneming, die ik je
kom voorstellen wilt gij lieden uitvoeren, wat
ik verlang! zonder naar het waarom te vragen?
Wilt ge voor een aanzienlijk loon alles doen,
wat ik wensch en dan voor altijd uit deze om
geving verdwijnen? Wit ge mij ook belooven,
nooit of nimmer mijn naam te noemen ook
als ge soms op heeterdaad betrapt wordt?Bedenk
je goed Als mijn naam niet genoemd wordt
in betrekking tot u lieden, dan is geen kerker
zoo vast gesloten, of ik kan je laten ontvluchten,
zelfs al waart ge reeds veroordeeld. Kortom, wilt
ge mij stipte opvolging vau mijn bevelen eu
eeuwig stilzwijgen beloven
De mannen leggen op een beteekenisvolle wijze
de handen op de borst, terwijl de oude Esenko
daarbij nog de duurste eden zweert, dat geen
mensch op de aarde hem de geheimen van d :n
„Nieuwen Koers", nl. om het recht in
rechtstoestand in de zuivere baan te
Advkrtkntikn 17 regels f 0.30 daarboven 8 cent per regel, groote
letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven,
worden ümatil berekend. Voor plaatsing van een g oot aantal regels en
advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contracten
gesloten. Reclames 15 cent per regel,
zwakke te helpen, maar dan den zwakke,
En dan de losheid van het huwelijk van
de hedendaagsche maatschappij. Beschouwen
velen het huwelijk niet als een eenvoudig
contract, een overeenkomst, die men
zoo men wenscht kan opzeggen. Her
inneren zich de lezers, die met aandacht
ons politieke leven medeleven, nog niet de
wijze, waarop het vorige kabinet de rechten
der onwettige kinderen meende vast te
stellen
Bovendien wat doet „De Dageraad?"
Dringt deze er niet op aan de verbreking
van het huwelijk zoo gemakkelijk mogelijk
te maken, door geheel en al met den ouden
sleur in dezen te breken. Van die zijde
wordt schaamteloos de vrije liefde gepredikt.
Ten slotte, denk eens aan het boek van
Ellen Key, zoo mooi //De eeuw van liet
kind" genoemd. Wordt hierin niet de
wenschelijkheid betoogt, dat een pijnloos
einde mag worden gemaakt aan de onge
lukkige en zwakke kinderen.
Waarachtig, wij schijnen wel teiug te
keeren tot de eeuw van Lycurgus, waarin
dc SSpartaansche mismaakte kinderen een
voudig verdronken werden. En over zulk
ècne theorie roepen de sociaal—democraten
„Hosanna7 Waarlijk, het is te loven dat
in ons regeeringspaleis zuiverend rondzweeft
de christelijke moraal van den „Nieuwen
Koers", want op dit gebied vallen er heel
wat scheuren en scheurtjes te stoppen.
Eindelijk, de sociale rechtvaardigheid
Eu dan kan niet ontkend worden, dat in
deze richting, ook door liberalen al wat
gedaan is. Veel moet er echter nog geschie
den. De vervreemding tusschen patroon en
arbeider is ten top gevoerd. De heeren
socialisten en anarchisten plukken mede
vruchten van hun jarenlange agitatie. En
'de arbeider? Wel, als moeder de vrouw
in tijden van staking geen cent ontvangt,
geen nood, haar man strijdt voor de goede
zaak Als er van de in weinige gevallen
verkregen loonsverhoging geen dubbeltje
ineer in 't huisgezin komt, geen nood, de
man heeft de cafe's leeren bezoeken, om
er vergaderingen en meetings bij te wonen.
Bovendien, al ging het werkelijk den
arbeider door de agitatie der socialisten
naar den vleeze, waar bleef dan toch de
sociale rechtvaardigheid Beslaat er geen
middenstand Maar daarmee houden de
heeren zich niet op, zij vechten alleen voor
de belangen van den vierden standzij
staan op 't standpunt van den klassenstrijd.
Gelukkig, dat de regeeriug er anders
overdenkt. Wel voelt zij de roeping den
president zullen ontlokken.
„Het is goed, oude', zegt de president meteen
afwerende handbeweging »gij lieden zult zoo
lang zwijgen, als ik je betaal. Hier hebt ge al
wat vooruit I» En hij werpt eenige goudstukken
op den vloer. De zigeuners ook de ketellapper
bukken zich bliksemsnel en steken met fon
kelende oogen de opgeraapte goudstukken in hun
zakken,
„Gij kent het logement: De Roode Ster', niet
waar zoo wendt zich de president tot Farkas.
Deze antwoordt bevestigend.
„Weet gij ook dat gisterenmiddag een vreem
deling hier gekomen is, een nieuwe huttendirec-
teur voor den graaf van Mansfeld-Herchestorl
„Ja, mijnheer! Ik zag hem, toen hij door het
woud te voet van 't station af kwam/
„Heeft hij u gezien, kuaap?'
„Neen, mijnheer!'
„Deze vreemdeling logeert hedennacht nog in
hei hotel „de Roode Ster.'
„Aha
„Gewooulijk slapen in 't hoofdgebouw slechte
de waard en xijue vrouw de knecht slaapt,
voor zoo ver Ik weet, in den stal en de meid
in de keuken, welke later bijgebouwd is en een
heel stukje van 't logement af staat."
„Juist, mijnheer!'
„Dus, gij zijt reeds bekend in het logement.'
„Ja, mijnheer!'
„Des te beter. Het is hoogstwaarschijnlijk een
winstgevende onderneming, een nachtelijk bezoek
in de „Roode Ster' af te leggen. De waard is
iemand, die er goed bij zit en altijd veel geld
in huis heeft. En voor alles wou ik wel, dat
ook den vreemdeling eer. gevoelig lesje kreeg.'
Richard van Wollingen lacht duivelachtig.
„Als deze soms door het nachtelijk rumoer
ontwaakt, jullie verrast en erkend, zoo is het
voor je eigen veiligheid noodzakelijk, dat gé
ham stom maakt'.
„Ik heb u begrepen, mijnheer 1 zegt Farkas
vader, u beveelt ons niet, den vreemdeling naar
de eeuwigheid te sturen, doch als hij het ongeluk
heeft, uils bij onzen arbeid te verrassen en wij
hem onschadelijk maken, zullen wij u geeb
ondieust bewijzen.»
De president geeft hierop geen antwoord, maar
vraagt slechts:
„Weet men in het dorp, dat gij je hier bij
waar zij dien ook vindt. Immers, waar één
lid lijdt, lijdt het gansche lichaam. En
daarom heet 't met recht, ondermijning van de
sociale rechtvaardigheid, waar alleen opge
treden en gewerkt wordt voor den arbeider.
Allen dienen beschermd en geholpen te
te worden. Een ïeuzentaak voorwaar
Hopen en vertrouwen we echter, dat de
„Nieuwe Koers" het schip van staat in veilige
haven brengp, dat de mijnen, aangelegd naar
en onder het staatsgebouw, bijtijds onscha
delijk gemaakt kunnen worden, opdat dit
weer hecht en sterk daar sta, rustende op
solide fundamenten, welke gedragen worden
door de hooge idee Handhaving van gezag
en recht, bevordering van zedelijkheid en
sociale, rechtvaardigheid
Men weet dat onze Kamer van Koop
handel alles in 'l werk stelt om voor onze
gemeente eene aansluiting aan het Inter
communale telefoonnet te verkrijgen.
Hoe hoogst gewenscht dit voor onze
gemeente is mag blijken uit 't volgende
adres dat in onze gemeente circuleert ter
onderteekening, om dan aan de Kamer te
worden opgezonden.
Aan de
Kamer van Koophandel, Nijverheid en Fabrieken
te Waalwijk.
Mijne Heeren
Met groote belangstelling hebben onder-
geteekendën, kennis genomen van de door
Uw geacht college gedane stappen, ter ver
krijging eener aansluiting van onze voor
uitstrevende Gemeente aan het intercom-
muniaal Telephoonnet.
Ofschoon overbewust, dat Gij van het
groote belang, dier aansluiting voor den
handel en nijverheid in onze gemeente,
zoomede voor de gansche nijvere streek,
waarvan Waalwijk het centrum is, ten volle
zijt overtuigd en dus al het mogelijke zult
doen om die aansluiting te verkrijgen,
achten wij het toch in het belang der zaak,
U nogmaals op het groote en tegenwoordig
onmisbaar nut daarvan te wijzen.
Wanneer wij nagaan dat, schoen- en
ledcrfabrieken zich in de laatste jaren op
geheel andere wijze hebben ingericht eu
zich meer gaan opwerken tot groot-industrie
zal het toch wel geen nader betoog behoeven,
Esenko ophoudt?"
„Neen, mijnheer I Wij kwamen des nachts hier
aan, toen alles sliep.'
„Dan zorg je, dat ook heden je niemand ziet
en na volbrachte taok verdwijnt ge zonder een
spoor na te laten. Ik zal de verdenking weten
te brengen op „zwarten Hans', den wilddief en
hem als moordenaar laten gevangen nemen.'
De oude zigeuner sti ijkt door zijn haar.
„Er zijn drie personen in het logement, mijn-
),eer Hc vreemdeling, de waard en de waardin!
Zij konden wel eens heel wat alarm maken en
zich verdedigen
De President dei.kt na.
Het is stil in de nut', daar de zigeuners kalm
een al wachtende houding aannemen.
Van buiten dringt zoo nu en dan het geluid
door van vullende dennenkegels, doch niemand
let er op. De zigeuners zijn te nieuwsgierig
naar wat de president zal zeggen en deze is te
druk bezig met zijn duistere plannen, zoo-lat
niemand iets van het zachte geluid, dat een man
buiten maakt, die met het oor, tegen de deur
geleund, afluistert, wat binnen gezegd wordt.
Thans is die YVillburg verloren, zoo fluistert de
luisteraar met een ernstige uitdrukking op ziju
gelaat.
Deze man wua direkt, nadat de president in
de hut verdwenen was. uit zijn schuilplaats te
voorschijn gekomen. Behoedzaam sluop hij loen
nader, totdat hij vlrnj bij de deur was, wuar hij
een luisterende houding aannam.
Binnen zegt de president thans: „De waard
wil ik heden nacht bezigheid geven. Ik zal hem
doen roe pea om met mij en den houtvester ten
tocht legen „zwarten Hans» te ondernemen.»
„Goedmijnheer, goed,* zegt Farkas snel, ,de
houtvester snrveilk-eit zoo dikwijls s nachts
door het woud cn dan zijn wij ook van hem
zeker.'
„Nu, goed, zoo blijf' het dus afgesproken voor
heden nacht. Ik zal zien, watje uitvoert cn
daarna alles met den ouden Esenko in orde
maken. Apropos 1 Mankt soms de waardin wat
te veel leven, maakt dan geen complimenten
met deze snapster. Er is niets aan verloren, als
Ook haar mond voor goed gesloten wordt. En
nu, adieu!'
(Wordt vervolgd).