Rummer 50. Zondag 21 .Juni 1903. 26e Jaareranar. 1 Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Eerste BiBtL EEN UlLDEPKilM Chronologisch Overzicht PI A N T 0 0 N T IE L E N, Dit nummer bestaat uit TWEE BLADEN. Heerschzucht Ir v.' 'm U r o e v e k FEUILLETON. Zij die zich voor het volgend kwartaal abonneeren, ontvan gen de in deze maand nog ver schijnende nummers GRATIS. iiihbéiiii'iiii De ontmaskerde Intrigante. 20 Een Afscheid, dat feitelijk geen afacheid is. &gBS3S8Ê& SBS8BG853E5 e Echo van het Znide fBBti Waalwykscbe en Lufslraitecke Courant, Dit Blad verschijnt W o e n s d a g- en Zaterdagavon d. A b o n n e in e u t s p r ij a per 3 maanden t' 0."5. Franco per post door het geheele rijk f 0.90. Brieveningezonden stukken gelden enz., franco te zenden Uitgever. T~1 i 3"fc 1 1 uitkomst vaak werd betaald. den WAALWIJK. BSOBtaffiaKSBi Advkrtentiën 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groet aantal regels en advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contracten gesloten, Reclames 15 cent per regel, 2 Wij zijn reeds een eind op weg, om er al het goed van te zeggen dat te vinden is. Zeker, de heerschzucht heeft groote din gen gedaan. Aan haar is het toe te schrij ven, dat in den loop der geschiedenis vele duizendtallen vereénigd werden in een ge meenschappelijk doel, dat zij weliicht niet goed zagen, maar Jat wel gezien werd door den man, die zooveel krachten in een punt kon samenbrengen. Het grootste in het menschelijk kunnen komt meer uit, als de aandacht, valt op die forsehc voorgangers, wier niet te weerstreven wil van meer uit werking was dan de meest geëerbiedigde wet. Zij hebben landen ontvolkt en weer be volkt, en dus de beweging der beschaving onderhouden hebben trotsche steden gesticht, werken van verbazenden omvang ondernomen en doen slagen. Een heerschzuchtig koning strekte de hand uit en van alle kanten werden de slaven aangevoerd, die hem een steenen grafberg bouwden als monument van zijn roem. Een heerschzuchtig landvoogd, autocratisch ontwikkeld uit democratisch verledeD, ontwerpt het plan, arbeidskrachten rukken aan, en in weinig jaren ligt daar Daendels postweg als de verkeersader ouzer voornaamste, toen éénige, kolonie. Onopgemerkt mag niet blijven, dat een verdediging van de heerschzucht, niet als ze delijk verschijnsel, maar als drijfkracht in een der groepen van de gemeenschap, zich bepaleu moet tot een lofzang op de resul taten, door haar bereikt, en van welke niet kan bewezen worden, dat zij niet langs an deren weg waren te verkrijgen. Gezwegen wordt van den duren prijs, met welken die Vrij naar het Duitsch bewerkt door J. M. S. TWEEDE GEDEELTE. (50) ZESTIENDE HOOFDSTUK. Thans komt de kamerdienaar binnen en Will burg geeft hem het bevel den lieer Muller in het salon te roepen. Bij het binnentreden van den redacteur doet Nora alle mogelijke moeite, zich een ongedwon gen houding geven. Willburg i.eemt onmiddellijk het woord „Mijnheer Miller, mevrouw de gravin heeft zoo even bekend, het bewuste smaadartikel geïn spireerd te hebben. Is dit niet zoo, mevrouw de gravin Nora knikt toestemmend met het hoofd. «Misschien hebt u de goedheid, dezen neer te vtrklaren welke motiven u hierbij leidde. Willburg spreekt tot Nora op een convention eel hoffelijke toon. De gravin schijnt nog eer. zware zielestrijd te strijden hebben, doch eindelijk gelukt het haar geluid er uit te brengen Mij leidden hierbij wel valscbe maar niette min geen slechte motieven Men kon het aan baar stem hooren hoeveel moeite ze zich geven moest om te spreken. «Gelijk ik u reeds zeide mijnheer Muller, mij dreef de angst voor een „krach' van ons huis. Ik vreesde, dat mijn echtgenoot zich in gewaagde speen'» ie's zou begeven. Ik mistrouwde het plan van den heer Willburg en hield bet voor zwendelonderneming. Ik heb mij echter tot mijn genoegen overtuigd, dat ik met mijn uiteenzettingen mijnheer Will- De niets ont ziende heerschzucht van den veroveraar mo ge dan een stilstaande beschaving in haar roestige rust gestoord hebben, in een ten onder gaand volk een nieuw element van leven gebracht, een staatkundige complicatie tevoorschijn geroepen, die de ontwikkeling der natiën in een volgend tijdperk is ten goede gekomen men moge zel.'s van mee ning zijn, dat sommigen dier veroveraars het volle besef hadden van de belangrijke wijziging, door het gelukken hunner plannen in de huishouding der volken te brengen, wij gelooven niet, dat het laatste regel is geweest. Gewoonlijk werd, bij het onder nemen van veroveringstochten, slechts gelet op het naastliggend doelgebiedsvergrooting en de strijdmacht, die ter beschikking stond was het werktuig om het egoïstisch plan ten uitvoer te. brengen, niets meer. En dan, men behoeft niet door te dringen in al de diepte der wereldhistorie, om te weten, dat verreweg het grootst aantal uaden van heerschzucht niet hebben geleid tot eenig blijvend en weldadig gevolg, maar integendeel de reactie der wedervergelding in het aanzijn liepen. Van al de bloedige worstelingen in de oudheid, die eeuw in eeuw uit slrooineu van ellende brachten over den aardbol, was maqhtsvergrooting van één man gewoonlijk liet motief. De jammerlijke geschiedenis van de meest beschaafde landen van Europa, tot diep in het tijdperk der historie, men biedt duizendtallen van voorbeelden, dat de heerschzucht was de geesel van het men schelijk geslacht, dat zij nog meer dan de begeerte naar stoffelijk bezit in staat is het goede en edele te verstikken, de lij ders aan dezen hoogheidswaanzin tot vei bene den het peil der wilde dieren te verlagen. Indien we ooit zoover mochten komen, dat de hartstocht der heerschzucht ophield zijn noodlottige werking op der menschen handelingen uit te oefenen, zou dan ook niet langer gerekend mogen worden op de vruchten, die er door verkregen zijn, niet zelden onafhankelijk van den wil desgenen, wiens voorgaan ze heeft opgeleverd Voorgangers en leiders zijn onmisbaar zij vormen het middelpunt van hun tijd en van hun volk. Zonder hen zou de bescha ving stilstaan, de vooruitgang plaats maken voor inzinken. Op heu, die wat meer in het hoofd en vooral in het hart hebben dan anderen, is de hoop op een steeds betere burg onrecht aangedaan en hem diep beleedigd heb. Ik zie nu in, dat ik hem een genoegdoe ning verschuldigd ben en dat het bovendien ook in mijn eigen belang is, het geschrevene te herroepen, wijl ook ik (hans de uitvoering der opgezette onderneming als een groot voordeel beschouw. Daarom verzoek ik u, in deze strek king een herroeping in uw blad te plaatsen en de zaak zoo voor te stellen, als ik u zoo even zei. Miiller buigt. „En met opgave der bron, waaruit ik mijn mededeelingen geput heb?" Nora aarzelt een oogenblik. Willburg's oogen zijn met een onverbiddelijke uitdrukking op haar gevestigd. „Mevrouw de gravin staat toe, haar naam te noemen? vraagt Muller nogmaals? «Ja „Mademoiselle, u zijt getuige van dit gesprek/ zegt Willburg tot de gouvernante. „Het zal dus dien heer daar" hij wij*t verachtelijk op Miiller „onmogelijk zijn, een halt leugenachtige herroeping te doen.» En nu wendt hij zich persoonlijk tot den redacteur. En u, mijnheer, raad ik aan, wat kieskeuriger te zijn bij 't opnemen van artikelen in uw blad. Natuurlijk noemt u liet uw plicht, het publiek tegen gevaarlijke ondernemingen te waarschuwen, maar dan kun er slechts van wezenlijke gevaren sp ake ziju, niet van ingebeelde als in dit geval. Als u klukkeloos elk sensationneel artikel in uw blad plaatst, zonder nauwkeurig te onder zoeken, of geschrevene ook de zuivere waarheid bevat, als u gewetenloos, zonder van de waarheid overtuigd te zijn, de eer van andere menschen door het slijk haalt, als u een zaak, welke nog geheim moet blijven, indiscreet publiceert en haar ontwerper met smaad bejegend, dan verdient uw blad niet den naam van een eerlijken beurscouraut het behoort dan tot de perfide organen der z.g. revolverjournalisten. Neemt u dus iu 't vervolg in acht. Niet altijd zoudt u, als nu, met een terechtwijzing vrij komen. Eigenlijk moest men u de deur wijzen, doch daar heb ik hier geen recht toe. Trouwens, ik vermoed, dat u hier voldoende aan hebt». „Mijnheer ik begrijp u niet! U is te opge wonden" stottert Müller in doodclijke verlegen- 31 toekomst gevestigd. En dat dezulken, om hun idealen verwezen lijkt te zien, ook de leiding begeeren, zonder welke het niet mogenlijk is eenig doel te hereiken, is zeer natuurlijk. Overleg met anderen is daarbij niet altijd mogelijk, dikwijls beslist uitgesloten. Als Columbus nu en dan scheepsraad zou gehouden hebben, ware de Nieuwe Wereld niet door hem bereikt. Zelfs, indien ons de keus werd gelaten tusschen de mogelijkheid van een stilstaande (^9 ontwikkeling en de heftige beroeringen, met'" tal van ongerechtigheden gepaard, die het drijven van heerschzuchtigen vaak vergezellen of tengevo'ge hebben, doch met de kans dat de beweging, door hen in het aanzijn geroepen, tot heilzame uitkomsten zal lijden we zouden zeer stellig ons vdér de laatste moeten verklaren. Of de noodzakelijkheid van zufk een keus bestaat Er is een hoogere orde van dingen denk baar, dan die waarin de persoonlijke begeer te den prikkel tot handelen geeft, en een verhouding tusschen leiders en volgelingen, die het goed recht der heerschappij doet erkenden. Het is niet onvermijdelijk, dat een geboren heerscher een hcerschzucbtige zij. in die richting ligt de oplossing der hier gestelde vraag. Het gezag der geestelijke meerderheid behoort meer en meer tot zijn recht te komen naarmate dit geschiedt zal het ook minder stoffelijke middelen behoeven, zich te doen gelden. Voorts moet die van (lc voornaamste gebeurtenissen in onze en omliggende gemeenten, gedurende de '25 jaren dat ons blad bestaat. om meerderheid door den gelukkige, die er mede is begiftigd, niet worden aangemerkt als iets dat hij nu maar, ten eigen bate, liet gebruik kan maken dat hem goeddunkt. Het is de schat, die hem ten algeraeenen nutte is toevertrouwd hij is er de bewaar der en beheerder van. Bij leiders worde de zelfzucht tot het kleinst mogelijk minimum teruggebracht. Er is geen schooner heerschappij dan die be staat in dienen zij alleen schenkt volko men bevrediging. Alles voor allen moet de leus worden op het veld van den zedelijken vooruitgang wordt deze in het oog gehou den, immer in toepassing gebracht, dan zullen op alle vragen, die de ontwikkeling van het economisch en sociaal leven doel rijzen, antwoorden verkregen worden. En dan zullen ook geweldadige oplossin gen die een knoop niet ontwarren maar door hakken, niet meer voorkomen. heid hij is doodsbleek en ziet angstig naar de deur. „Mevrouw de gravin dacht toch uit edele motieven'. Willburg draait hem den rug toe. „Ons gesprek is ten einde, mijnheer! De gravin wenkt daarbij afwerend met de hand. De redacteur verlaat van woede bever.d het slot. De gouvernante ziet Willburg vol bewondering aan zijn optreden vervult haar met eerbied voor hem. „Gij onbeschaamd schepsel, dat hier met onge hoorde brutaliteit uw tijd met spionnage door brengt, gij zult onmiddelijk ons huis verlaten 1* De toorn overmeestert bij deze woorde de gravin. Haar oogen zijn vol doodelijken haat op da gouvernante gevestigd. Deze beanlwoordt dien boosnardigen blik vol minachting, wat de gravin tot het uiterste voert. Zij schiet op Blanche toe en bijt haar in 't gelaat: Wat gij waagt mij nog hoonend uan te zien, gij vuil schepselOp je knieën voor me en om vergeving gesmeekt 1' Doch de gouvernante wordt niet in 't minst door deze drift getroffen. Integendeel, zij nadert nog dichter de gravin en zegt: „Ik moet u nog een mededeeling doen, mevrouw! Ik loog daar straks, toen ik u zei, dat ik in 't bezit van die p-.pieren was; ik bezit ze nietI* Een giller de schreeuw dringt over Nora's lippen, dan barst zij in een verschrikkelijk snikken L 03. „Ik heb u slechts terugbetaald, mevrouw, wat mijn hart dagelijks voelt. U liet u door vrees en schrik zoo volledig beheerschen, dat vooreen oogenblik uw helder verstand beneveld was. U liept in de val en gelooldet dus werkelijk, dat ik dc bewuste papieren had." De gouvernante lacht hel en hatelijk op. „U kunt niet gelooven, hoe ik jubelde, toen ik zag, dat u plotseling toegaaft, dat u aan den heer Willburg het adres van zijn kind gaaft, en ook den redacteur als een gedwongen kind uw onrecht bekendet. Dat was een triumi voor mij, die mij voor elke hondsche behandeling genoegdoening verschafte. Het gelaat van Willburg drukt afschuw en veruchting uit. Als de Franpaise naar hem toe komt, treedt hij afwerend terug. Tot onze spijt zijn een paar jaar tallen abusief gedrukt. H ij zullen (leze drukfout later herstellen. Jan. 1890. Bij Koninklijk besluit is benoemd tot burgemeester der gemeente Bezooien de heer C. G. Vervviel. Jan. De Minister van Waterstaat ver klaart in de Eerste Kamer zich bereid de verbinding van Waalwijk met den nieuwen Maasmond als zelfstandig werk te bevorderen, zoo belanghebbenden hunnerzijds medewerken. In de zelfde zitting zegt de Minister in antwoord aan den heer Verheijn Wat de haven van Waalwijk aangaat, hierin bestaat geen verband met de werken voor den nieuwen Maasmond en het werk moet dus later afzonderlijk wo; den behandeld en kan zelfs zeer nuttig zijn. De belangstellenden moeten dan mijne pogingen steunen.* 6 Eebr. Installatie van den heer C. G. j Verwiel als burgemeester vau Besoijen. Van alle huizen wapperde de driekleur Drie fraaie eerebogeti, een in het wes telijk gedeelte der gemeente en een in de Steeg waren opgericht. Het Raad huis, de wouiug van den burgemeester en sommige andere huizen waren met groen, lampions en toepasselijke op schriften of gedichten netjes versierd. Te 12 uur was de eerewacht te paard onder bevel van den heer G. Brokken uitgereden naar den Nieuwen weg, waar Z. E. A. door den commandant gecom plimenteerd werd. Tegen half twee kwam de landauer met den burgemeester, om geven door de eerewacht aan de spoor lijn in de Besoijensche Steeg, alwaar de gezelschappen uit de gemeente, benevens de Liedertafel //Oefening en Vermaak" Cecilia" „Ons Genoegen," de harmo nieën St. Crispijn en L'Espérance en een overgroote volksmenigte hadden postgevat. Nadat de president der feestcommissie de heer G. Rubbens, den burgemeester toegesproken en de Zanggezelschappen den welkomstgroet gezongen hadden, trok de stoet bestaande uit 19 corpo- „Mejuffrouw," zegt hij, „opnieuw zie ik hier in den afgrond eener slechte vrouwenziel. U handeldet dus niet uit edelmoedigheid, gelijk ik dacht, niet, om mij mijn kind terug te geven. U riaamt eenvoudig een laffe wraak! Aan een zoo onedel motief dank ik dus het wederzien van mijn kind! Dat doet mij pijn, mademoiselle Ik had liever, wanneer ik Duitschland binnen kort verlaat, een vriendelijker aandenken aan U in mijn hart medegenomen. Het gevoel van dankbaarheid voor u is thans vol bitter heid Vaarwel, mademoiselle Trolsch ziet hij op beide vrouwen neer, een nieuwe schakel is ingevlecbt iu zijn hart, die hem nog meer tot vrouwenhater muakt. Hij buigt licht voor Blanche, daarna verlaav hij met een edele houding het salon. Verward en beschaamd staat de gouvernante en ziet vol weemoed naar de deur, waardoor hij verdween. Hoe edel en groot komt haar zijn karakter voor, hoe verachtelijk en klein vindt zij zich aelve. „De vruchten van uw zegepraal schijnen u bitter te smaken," zegt de gravin op honendea toon. Uw houding, mademoiselle, doet mij be twijfelen of uw triemf wel zoo groot isl' De gouvernaute werpt een blik volvan gloei- enden haat op de gravin.' Deze biedt een beeld, aan de grootste vertwij feling ten prooi. De anders zoo heerlijk stra len !e en raadselachtige Nixenoogen staren met een doffen blik star op een punt; het schoone gelaat schijnt wel tien jaar ouder en om den mond ligt een aiep-smartelijke trek. Moede leunt zij met het hoold tegen de leu- nii g van haar fauteuil en, immer haar blik star voor zich uit gevestigd, fluistert zij zacht: ,lk ben te oud om nog eens een nieuw leven te beginnen. Ik heb geen tijd meer om tc ver geten. Daarom, maar dol en zonder nadenken weer terug in de branding des levens en slaan mij de golven over mijn hoofd, welnu, dan is het gedaan.' Met loome, wankelende schreden verlaat zij het talon, zonder verder notitie te nemon van haar doodsvijandin, de sluwe en verachtelijke gouvernante. 13 ratienen twee praalwagens onder de lustige tonen der beide harmonieën uaar liet Raadhuis, waar Z. E. A. door den oudsten wethouder tl heer J. Schal ken werd gefeleciteer i. Na hel bij zulk een gelegenheid gebiuikelijke ceremo nieel werd de tocht voortgezet naar de Oostelijke grens der gemeente. Op dezen weg, vlak voor de openbare school hield de heer G. v. Oudenhoven een sierlijke redevocringlot den burgemeester die minzaam dankte en beloofde zijne beste zorgen aan liet onderwijs te-zullen wijden. Vervolgens Vierd een bezoek gebracht aan het Westelijk deel. Op verschillende punten werden nog toe spraken gehouden en bouquetteu over handigd. Des avonds waren de bogen en vele woonhuizen prachtig versierd en brachten de Zang en muziek g< zeischappen nog serenades aan het nieuwe Gemeentehoofd en andere personen der feestcommissie. in den avond duurde de stemming der opgetogen liet volksconcert door de Liedertafel //Oefening en Vermaak" bij Mej. de Wed. Dekkers was mede zeer druk bezocht. Maart. De Minister van W. II. en N. geeft te kennen, dat hij bereid is om den bouw eener schutsluis, als een op zich zelf staand werk, te zijner tijd te ondersteunen, door het voordragen van een rijkssubsidie, indien de betrokken besturen en belanghebbenden genegen mochten worden bevonden om de uit voering, het onderhoud en de bediening van de sluiswerken op zich le nemen. "(Deze verklaring is al zoo veel minder gunstig dan die van 30 Jan. Toen vroeg de Minister slechts medewerking van besturen en belanghebbenden, thans moeten zij alles op zich nemen met het vooruitzicht op e<jnc rijkssubsidie). Tot laat vroolijke menigte. 14 Maart gekozen tot lid vau den gemeente raad te Besoijen met bijna algemeene stemmen de heer G. G. Verwiel, bur gemeester. Aptil. Volgens den uitslag der 7e tienjarige volkstelling 'n eft onze ge meente een bevolking van 2144 M. en 2278 V. te zaïnen 4 22. Tijdelijk aanwezig 42 Mannen en 31 Vrouwen. 11 uni. De gemeenteraad, voorzitter, de Wethouder Timmermans besluit een ZEVENTIENDE HOOFDSTUK. Nadat Willburg liet slot verlaten heeft, blijft hij besluiteloos op het terras staan. Hij weet, dat hij na deze laatste afwikkeling met Nora en nadat hij feitelijk zijn doel bereikt heelt, deze woning niet meer betreden zal. En toch ondanks dit bereikte resultaat, overvalt hem ecu eigenaardig gevoel van wee moed. Lang behoeft hij naar de oorzaak hier van niet te zoeken Zoo gaarne nam hij afscheid van de schoone Ottilia, die hem in haar strijdlust en strijdenemoed oneindig veel schooner voor kwam dan alle anderen en wie hij ondanks haar zelve achting voor hem had afgedwongen. Het baat hem niets, dut hij ten slotte in en tot zich zeiven roept: „Voort, voort! Zij is een meisje als alle anderen Zelfzuchtig en berekenend!' Daar naast klinkt toch een andere tem in zijn hart: „Doet g'.j haai echter met deze vei onder, telling geen onrecht aan? Is het f psychi ch onmo gelijk dat een egoïste me' zulk een lijuvoelende liefde de nagedachtenis van haar moeder hoog en heilig houdt, zoodat zij er voor waakt, dat zelfs niet de minste schaduwvlek op de familicn valt? Zou een meisje, dat II i uit hebzucht een rijken man zoekt te trouwen, zoó tot zulk een rijkaard als gij zijt g< sproken hebben, als zij gedaan heeft? Roept u elk harer woorden in uw geheugen.... en was er één onder, dat berekenende koketterie verried? Neen! Integendeel, elk gaf uiting aan een ja troUche en hooghartige, maar niettemin edele Daluur! Trots ziju minder gui- stige meeniug over de vrouwen moet hij bij zich zeiven bekennen, dat dit laatste waar is (Worlt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1903 | | pagina 1