Rummer 63
Zondag 9 Augustus 1903
26e Jaargang.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Eerste Blad.
1"
i!\ HELIIEPItiUlill.
WMLWIJME BRIEVEN
Al TOON TIELEN,
Dit nummer bestaat
uit TWEE BLADEN.
BEKENDMAKING.
De socialistische heilstaat,
FEUILLETON.
IT G E Y E li
w aalwijk.
^SktiiéÉT
'a<sa
Waalwyksclie en Langstraatiehe Cairail,
Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 3 maanden f 0."5.
Franco per post door het geheele rijk f 0.90.
Brieveningezonden stukken gelden enz., franco te zenden aan den
Uitgever.
Nujaarslceuring van Dekhengsten.
Burgemeester en Wethouders van Waalwijk
maken bekend
lo dat de in dit najaar te houden gewone
Rijkskeuringen van tot dekking bestemde hengs
sten van tenminste 2lfo jaar oud, voorzooveel
deze provincie betrefc, zijn vastgesteld op:
3 November te Eindhoven.
i u s'Hertogenbo8ch.
5 u Bergenupzoom.
6 Zevenbergen.
2e dat de aangifte van de ter keuring aan te
bieden dieren vrachtvrij moet geschieden ten
minsten drie weken voorde keuring bij schrifte
lijke en onderteekende aangifte te zenden aan den
heer L. Max. secretarispenningmeester der Pro-
vinciale Regelingscommissie te 'sHertogenbosch,
met opgaven van
a. naam en woonplaats van den eigenaar en
houder
b. naam, ouderdom, ras, kleur en bijzondere
kenteekenen van den hengst, benevens zoo deze
in een stamboek is ingeschreven stamboek en
stamboek nummer
e.zoo mogelijk afstamming van den hgi t
roowel van vaders als van moeders zijde en naam
en woonplaats van den fokker.
3o. dat inschrijvingsbiljetten voor de keuring
op vrachtvrije, schriftelijke en onderleekende aan
vrage aan eigenaren en houders van hengsten
door den secretarispenningraeeater den Regelings
commissie, hiervoor onder 2o. genoemd, verstrekt
sullen worden.
Waalwijk 3 Augustus 1903
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
K. DE VAN DER SCHUEREN.
De secretaris.
F. W. VAN LIEMPT.
Oproeping in militairen dienst.
De Burgemeester der gemeente Waalwijk roept
bij deze op de na te noemen milicien-verlofgan-
gera der lichting van 1898, voorzien van al de
door lien van het korps medegenomen kleeding
en uitrustingstukken, zakboekje en verlofpas, op
dag en plaats achter hunne namen vermeld, on
der de wapenen te komen als
A. Hensen tc Breda 3 September 1903.
Ch. J. Huibregts te Bergen op Zoom 3 Septem
ber 1903.
Met uitnoodiging om daag6 voor het vertrek
zich ter Secretarie aan te melden tot het teekenen
van den verlofpas, het ontvangen van daggeld en
een vervoerbewijs per spoor voor zoover zij
daarop aanspraak hebben.
Waalwijk, den 3 Aug. 1903.
De Burgemeester voornoemd,
K. DE VAN DER SCHUEREN.
Aan de lezers
Deze schets is een vrije omwerking van
Eugeu Richter's „Sozialdemokratische Zu-
kunftsbilder". Tevens is de plaats van han
deling van Duitsch terrein overgebracht op
Nederlandschen bodem. Dit moge op zich-
zelve al een utopistische voorstelling in 't
kwadraat zijn, daar het Huis van Oranje
met onze geliefde koningin als laatste ver
tegenwoordigster, èn als historisch èn als
aller-sympathie-en-liefde-trekkend middel
punt onzer staatsinstellingen zal blijven
staan, ondanks 't woelen en gisten der re-
volutionnaire partijen, toch meenden wij
dezen vorm te moeten kiezen om voor den
Nederlaudschen lezer dat negatieve
gebouw „De Socialistische Heilstaat/'
zoo positief en aanschouwelijk mogelijk op
te trekken Wij hopen en vertrouwen, «lat
men aan het einde g. komen, zoo intens-
mogelijk zal voelen en inzien, dat dit z g.
redmiddel, ons door die heeren utopisten
voorgespiegeld, juist het contrast is van een
redmiddel, omdat het over de arbeidende
klassen, wien het schijnbaar zooveel beloolt
nameloos lijden moet brengen, ja ten
slotte op dood en verderf moet uitloopen.
I.
De Victorie
Hoog in de lucht, uitdagend en wild
fladderend, prijkt van liet koninklijk slot
eens Je oude ridderhofstede Brandwijk, door
Prins Willem III herbouwd en Koning
Willem I aanmerkelijk uitgebreid de
koninklijke pardon de r o o d e vaan
van de internationale sociaal-dsmocratie
Doch niet alleen is het gewezen vorstelijk
paleis met dezen standaard der wederge
boorte der menschheid versierd, alle opénbare
gebouwen van 's-Gravenhage, als het stad
huis, de verschillende departementen der
ministerie's, het provinciaal-gouvernements
gebouw, het stedelijk museum, enz. enz.
dragen ds vlag van het nieuwe rijk van
broederlijkheid en algemeene menschenliefde.
Och, had onze groote Marx, de stichter
der internationale,dit toch tnogeu beleven!
Wat zou hij nu den godsdienst, door hem
het opium van het volk genoemd, met één
slag hebben doen verdwijnen En hoe zou
Bebel gejubeld hebben Alle vrouwen zouden
hem op de handen hebben gedragen Ge-
lukkig, dat wij onzen eminenten Jellis
Frisia nog bezitten. Deze is de man, waarop
aller oogen gevestigd zijn, want hij is het
hoofd der sociaal-democratische leiders, die
op 't oogenblik op 't koninklijk slot bijeen
zijn.
Eindelijk is dan de zware strijd van zoo
vele jaren voor de verheffing en sociaalisee-
ring van volk en arbeid gewonnen. De
oude, bedorven en individualistische maat
schappij is ineengestort en de uitzuiging
van den mensch, door den xeusch heeft
voor goed opgehouden. De wedergeboorte
van het menschdora in de geneeskrachtige
wateren van het socialisme is een „fait ac
compli" en alle partij ge nooten vieren dezen
geboortedag in den gezeliigen jkrin8 der
familie. Ook de mijnen, mijn vrouw en
mijn twee kinderen Bernard en Roosje,
met mijn schoonvader in kluis, voelen ons
feestelijk gestemd, want allen waaronder mijn
persoon als leeraar der jeugd vooral, hebben
inede aandeel aan dien gelukkigen staat van
zaken. Immers al mijn tijd, dien ik ua
mijn dagtaak aan mijn familie onttrekken
kon en ook de geldelijke kleinigheden aan
de behoeften van mijn gezin ontwoekerd,
heb ik aan de goede zaak ten offer gebracht.
Ik mag mij dus mede als een der bouw
meesters, zij 't dau als opperman, beschou
wen van het op dezen dag vereerd gebouw
der nieuwe maatschappij.
Het is dan ook daarom, dat ik van vanaf
heden een dagboek wil aanleggen, om mijn
kleinkinderen zoo nauwkeurig mogelijk in
te lichten van de groote gebeurtenissen
welke nu gaan plaats grijpen.
Heel 's-Graveuhage is op de been. De
meeste menschen hebben zich verzameld
om het koninklijk slot. Wat een gewoel
van menschen, wat een eindelooze jubel
En 't merkwaardigste van alles is, dat geen
enkele wanklank gehoord wordt. Op voor
beeldige wijze weet het volk zelf overal de
orde te houden politie is niet te zien
trouwens dat kan ook niet, want alle
agenten zijn ontslagen.
Telkens, als e n der sociaal-democratisch
gezinde raadsleden, die voorloopig de teugels
van het bewind in handen hebben genomen,
zich aan een der vensters of op het balcon
vertoonen, barst een jubelgeroep los, hoeden
en zakdoeken worden gezwaaid en 't socialis
tische volkslied der arbeiders wordt geest
driftig aangeheven.
Adveetentiën 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regël, groote
letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven,
worden SJmaal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en
advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contracten
gesloten. Reclames 15 cent per regel,
Vrij naar het Duitsch bewerkt door J. M. S.
TWEEDE GEDEELTE.
(60)
NEGENTIENDE HOOFDSTUK.
Verklaringen.
En op den achtergrond van dit tableau staat
het tuchthuis, wegens fraudeleus bankroet. Daar
om heeft hij mijn voorstel goedgekeurd, dat u
een and «re betrekking moet zoeken en daar
leeren werken".
Egons gezicht is Mauw van woedezijn ge
balde vuisten maken een beweging, alsof ze zich
op Willburg willen werpen. Plotseling stort hij
toch een kuchende ademhaling uit en richt zicht
hoog op. Zijn gelaat komt in een effen plooi en
de roodheid van zijn aangezicht maakt plaats
voor een opvallende bleekheid. Het is hem ge
lukt zijn wóede te bedwingen.
lult mij hiervoor genoegdoening geven', zegt
hij koud. Waarvoor? Dut ik u de waarheid
gezegd heb en lang nog niet alle9 t U weet nog
niet, dat ik u met mijn geheele ziel veracht. U,
"lie schaamteloos uw weldoener bedriegt, terwijl
ge daarbij nog nachtelijke samenkomsten houdt
met zijn gemalin. Zoo beloont u liefde en goed
heid 1 Dat is uw dank voor zijn eerlijk en trouw
hart. U is in mijn oogen een dief, een bedrieger,
een ecrlooze knaap.'
Willburg neemt het journaal en werpt het met
kracht up zijn lessenaar.
„U wilt dus niet met mij duelleerenP U hebt
er dus niet het minste begrip van, hoe men
eulke beleedigingen onder mijns gelijken wreekt I"
Egon zegt dit volkomen kalm.
,Of ik die z.g. eerberechtiging kenEu wilt u
hieromtrent mijn volledige zienswijze weten P
Luister dan. Ik noem het duel een kinderachtig
poppenspel. Duelhelden zijn in mijn oog hoogst-
schuldige en dwaze menschen. Ik zal wel oppas
sen, mijn leven terwille van zulk een nietswaar
dige als u zijt, op 't spel te zetten mijn hier-
zijn kan nog nuttig wezen b.v. voor mijnheer
uw oom. De duelzaakjes, welke ik hier zoo nu
en dan door de bladen verneem, maken mij
telkenmale woedend. Als ik daar b.v. lees, dat
de eene vriend den anderen eccvoadig dood
schiet, om op die wijze in 't bezit vbu zijn
vrouw te komen en als ik dan verder vermeld
vind, dat de moordenaar vrij rondloopt, of
hoogstens met een korte vestingstraf of eenige
maanden gevangenisstraf er af komt, omdat hij
zijn tegenpartij in een eerlijk i!) duel gedood
heeft terwijl een andere moordenaar onthoofd
wordt, zie, dau gruw ik var. dergelijke opvatting
van eer. Dit zijn niets anders dan middelecuw-
sche toestanden, welker handhaving ik niet
begrijp. Bij mij hebt u met uw uildaging geen
geluk. Klaag mij aan bij de justitie, als gij u
beleedigd acht. Ik zal geen woord terugnemen
of heeten liegen van al, wat ik u gezegd heb. En
als ik dan gestraft word, omdat men een ploert
niet onbewimpeld de waarheid raag zeggen, zoo
zal ik deze straf kalm ondergaan. .Doch uw
uitdaging neem ik niet aan, ik dueleer niet I
Egon treedt thans dicht op Willburg toe eu
ziet hem verachtelijk aan.
«Lafaard I'
Koud en rustig slingert hij deze beleediging
onzen held naar 't hoofd.
Doch deze blijft even kalm. Met een voornaam
lachje stroopt hij den mouw van zijn jas omhoog
en toont Egon een met naden bedekten arm.
Dit kleine aandenken heb ik behouden uit een
gevecht met een tijger. De tanden van het dier
had mijn arm tot op het Deen ontvieeschd. Ik had
mij op hem geworpen ter redding van het kind
eens negers. En het gelukte mij, ondanks den
verwoeden aanval van den tijger. Ik doodde
hem met een kogel, dien ik door zijn oog zijn
hersenpan inzond. Zijn huid ligt hier voor mijn
schrijftafel. Ziet b, in zulk een geval is een
kogel noodig en is het goed, dat men met m.i
vuurwapen kan omgaan. Maar om op een weer-
loozen mensch te schieten, die zich zoo recht als
een kaars voor den loop van een revolver plaatst,
De feestdag wordt besloten met een
schitterende illuminatie. Hoe eigenaardig
ziet er het ruiterstandbeeld van Willem I
uit met de versiering van roode vlaggen
en onder den gloed van het roode ben-
gaalsche licht. Ook het standbeeld van
Prins Willem I op het Plein en dat van
Willem II op het Buitenhof zien er won
derlijk uit onder deze trofeeën der nieuwe
ideeën. Lang zullen zij er echter niet
meer staan, wart liet ruiterstandbeeld zal
vervangen worden door een statue van ons
aller vader, onzen hoogvereerden Marx, ter
wijl zijn tegenstander Lasalle, nu zeker zijn
verwende broeder, op het plein zal ver
rijzen.
Ook nu reeds is besloten enkele straten
en pleinen als Oranjestraat, Willemstraat,
Mauritskade, Koningstraat en Oranjeplein te
herdoopen in Marx-, Lasalle-, Bebel-, Lieb-
kneclit- en Jelles Frisiastraat. Niets immers
mag de nieuwe burgers herinneren aan dat
oude regime van uitzuiging en uitbuiting,
van gezags- en menschen vergoding.
Na onze thuiskomst bleven we nog laat
in den nacht gezellig het feest voortzetten.
Plannen vol geluk en zonneschijn worden
gevormd, vooral door mijn jongen Bernard,
die zich juist dezer dagen met een modiste
Anna Jansen verloofd heeft. Zoodra alles,
wat betreft woning en arbeid, op den nieuwen
voet is ingericht, gaan zij trouwen, d. w. z.
zij slaiten een bijzonder verdrag, zonder
zjch om de tusschenkomst van welken
ambtenaar ook te betreuren, zooals dat
moest in die oude, vermolmde bourgeois-
maatschappij.
Ook wij hopen onze eenvoudige woning
op de vierde verdieping te verlaten voor een
gelijkvloersohe, als maar eenmaal de huizen
door de regeering zijn aangewezen. Mijn
vrouw zal echter nog wel eens aan de
oude woning terugdenken, waar veel kom
mer, maar ook veel vreugde is gepasseerd.
daartoe ben ik niet barbaarsch genoeg. Ook wil
ik me zeiven niet laten dienen tot levende schijf
voor misdadige schietoefeningen.'
«Dan zal ik u daartoe dwingen, door u overal
waar ik u tref, op welke plaats dan ook, in
welk gezelschap oen lafaard te noemen. En ik
tal niet eerder rusten voor u mij voldoening
gegeven hebt. Is het woord «lafaard daarvoor
niet voldoende uw gevoel van eer schijnt niet
fijn ontwikkeld te zijn dan zal ik u dooreen
sla" in 't aangezicht brandmerken. Misschien
rukt u dit uit uw stoïcijnscheonverschilligheid.'
«Mijnheer, ik breek u doormidden als een riet I
Met éën sprong staat Willburg naast Egou en
hem bij de schouders grijpende, schudt hij hem
geweldig doorecu en neemt hem dan op en
slingert hem van zich af tegen de deur.
Zoo doe ik met lieden van uw slag, merkt u
dut? En w.e u, als u het waagt, mij ook slechts
met een vingertop aan te raken, of mij dooreen
ademtocht zelfs te beleedigen. Dat kan u zeer
zwaar te ttaan kamen'.
«II is een vechtersbaas,' zegt Egon, bevend
van woede. «Thans acht ik het beneden mij, om
mij met u te meten. Maar ik beschouw u van
dit oogenblik af als miju doodsvijand, dien ik
op iedere manier in 't verderf zal trachten te
siorten. Wacht u voor mijl»
«Ik vrees u nietl' is alles, wat Willburg hierop
antwoordt.
Egon stormt razend van woede het kantoor
uit. Onze held ziet hem hoofdschuddend na, dan
zet hij kalm zijn bezigheden voort en rekent en
cijfert, zonder zich een oogenblik te vergissen.
TWINTIGSTE HOOFDSTUK.
De Zanger.
In Kroonsbad was een badgast gearriveerd,
die daar algemeen de aandacht tot zich trok
Paul von Hohenstein was huzarenofficier geweest
had echter wegens een duel zijn ontslag moeten
nemen en was, een oude voorliefde volgend,
met enorm succes als zanger in verschillende
schouwburgen en concertzalen opgetreden. Zijn
Nu de verkiezingen achter den rug zijn,
kunnen we weer de noodige aandacht wij
den aan de verschillende behoeften onzer
gemeente. In onze vorige brieven hebben
we getracht voor enkele belangrijke zaken
de belangstelling op te wekken en hoewel
roem als gevierd zanger was hem reeds naar
Kroonsbad vooruit geijld en onder de badgasten
was bij dagelijks het onderwerp van het gesprek
Dat graaf von Mansfeld-Herchestorf den zanger
die een zoon van een oud vriend van den graaf
was, uitgenoodigd had, droeg er zeer veel too
bij, dat men den zanger in alle kringen ontving.
Spoedig was de werkelijk schoone man met
zijn fijne manieren, zijn beminnelijke galanterie
de lieveling der dames.
Het ia op een voormiddag, dat Paul von Ho
henstein een bezoek brengt op het slot.
Het eerst treft hij daar op het terras aan me
vrouw de gravin zelve. Na de gewone, eenigszins
stijve begroetiug noodigt de gravin den zanger
uit naast haar plaats te nemen doch een
oogenblik later verzoekt ze hem haar naar het
salon te vergezellen, daar het wat zonnig is op
hel terras. Zij staat op en terwijl ze hem voor
gaat. volgt de gast, hoog opgericht Nora in het
ons welbekende salon
Terwijl ze dit binnentreden, vertelt de adelijke
kunstenaar, dal hij een villa gekocht heeft.
«Een villaV En ik dacht, dat uw oponthoud
alhier van korten duur zou zijn.
Hohenstein neemt lachend plaats.
„Niettegenstaande dat, mevrouw I Ik houd er
niet van in een hotel te wonen."
De zanger trekt laehend aan zijn snor, wiens
diep-zwarte kleur een st ik, doch aangenaam
contrast vormt met zijn zuiver witte tanden.
„Ik ben toch eigenlijk «en kolossale «pechvogel*
mevtouw, dat ii nog niet de eer had, aan nw
dochter Ottilia voorgesteld te zijn. Nog nimmer
heb ik haar in een gezelschap ontmoet, ook niet
op do enkele visites, welke ik hier reeds maakte.'
«II-denavond, mijnheer von Hohenstein, zult
u in miju salon deze jonge dame ontmoeten. Zij
heeft voor van avond huar komst beslist toegezegd.
,Ah!' De zanger is door deze mededeeling
aangenaam verrast. „Het zal mij een groot ge
noegen zijn, met mejonkvrouw uw dochter ken
nis te maken.'
Nora gaat naar de piano en laat haar vinders
zacht over de toetsen glijden, zij wil dit thema
waarschijnlijk afwijken, zij gunt haar stiefdochter
deze bewondering niet.
«Zoudt u niet wat willen zingen?'
«O, meviouw, met den besten wil nog nietl
Ik kom zoo juist van mijn ontbijt en dan ben
we toen ook de marktkwestie aangeroerd
hebben, willen we daarop toch vandaag bij
zonder de aaudacht vestigen. We behoeven
hier niet meer de vraag te beantwoorden of
de markten in 't belang zijn van de ge
meente. Wanneer we slechts even letten
op de talrijke en groote winkels in Waal
wijk, dan begrijpen we dadelijk dal deze
onmogelijk een bestaan zouden vinden zonder
een grooten toevloed van vreemdelingen. En
wat bevordert meer het bezoek van vreemden
dau geregelde marktdagen. Er zijn nog wel
winkeliers, die beweren, dat de markt hun
schade berokkent, maar bekennen moeten zë
toch tevens, dat de marktdagen hun beste
dagen zijn en dat niemand van hen het in
z'n hoofd zal krijgen om op een dier dagen
op reis te gaan. Hoe de vele herbergiers
rondom de markt erover denken zullen we
allen wel weten. Gaat de Waalwijksche
markt vooruit of achteruit? Over het al
gemeen zijn de markten beter dan vroeger.
Er wordt geregeld meer vee aangevoerd dan
enkele jaren terug. Bekennen moeten we
echter, dat enkele groote jaarmarkten, zooals
b.v. de Paaschmarkt, veel geleden hebben.
Maar hier is dan ook eigen schuld de groote
oorzaak.
Toen vroeger Waalwijk nog door eeno
vaste brug met het Overland verbonden was,
hadden we hier op de jaarmarkten steeds de
groote trek uit de #klei."
Tegenwoordig verkeeren we dienaangaande
in een veel ongunstigere conditie. Geen
enkele boer, die met een jong paard moet
rijden, waagt den overtocht met het stoora-
pont. 's Winters komt er nauwelijks een
liondekar over. We willen nu niet onder
zoeken of met een doortastend en beleidvol
optreden deze ongunstige verandering voor
komen had kunnen worden. Deze kwestie
ligt geheel buileu ons onderwerp. Maar
plicht was 't geweest om zooveel mogelijk
de Waalwijksche belangen te beschermen
tegen den verkeerden invloed, die van deze
ongunstige verhouding uitging. En wat
ging men doen Het premiestelsel, dat
zooveel mooi vee naar onze markt bracht
werd nu afgeschaft. Waren er vroeger boeren,
die er steeds op uit waren om op de Paasch
markt met een schoon stuk vee te verschijnen
deze bleven voortaan weg, nu de kans om
bekroond te worden niet meer bestond. De
grootste prikkel, die hen naar Waalwijk
dreef, was verdwenen. We ?ien dus, dat
de markten in steeds ongunstiger conditie
kwamen en we verwonderen ons, dat zij
ondanks dit alles, zich nog zóó goed ge-
ik nooit goel bij stem. Doch als u de goedheid
had, mij een uwer stukken te spelen, welke u
met zoo'n vuur en dictie kunt voordragen.»
«Ik ben niet in do stemming, om te mu9iceeren,
mijnheer von Hohenstein. En muziek moet men
nooit maken als men niet gedisponeerd is.'
«Komt mijn bezoek u ongelegen, mevrouw?'
«Ongelegen Hoe zoo Hoe komt u tot deze
vraag P'
«Omdat u niet in stemming zijtom Ie musi-
ceeren u schijnt dus ontstemd te zijp en daarom
deuk ik, dat ik u een weinig derangeer.'
«Laten wij wat praten, mijnheer von Hohenstein.
Vertel mij wat van Kroonsbad. Weet u niet iets
nieuws uit de „High life" of uit de theater
wereld
De zanger schudt vragend met het hoofd,
„Wel nieuws, mevrouw, doch te veel peperen
zout. Te sterk gekruid voor dames uit de goede
kringen I
Onmiddellijk breekt Nora dit thema af.
„Hoe lang denkt u te Kroonsbad Ie blijven P»
Hoheustein trekt even zijn schoudeis op.
«Ik weet het zelf nog niet. Ik heb zeer voor
deelige aanbiedingen ontvangen om gastrollen te
komen vervullen in Frankrijk, Rusland en En
geland. Nog weet ik niet, welk land ik moet
voortrekken, de aanbiedingen ziju echter alle
dri« schitterend."
Nora ziet hem wederom verwonderd aan.
„Eu uw bezittingen hier dan
„Blijven, aU was ik hier. Ik wil in elk la:d,
waar ik mij thuis gevoel, een woning hebben.'
De giaviu ziet den zanger peinsend uao.
Hohenstein is een verkwister doch hij verstaat
dp kunst, zijn geld op een waarlijk koninklijke
wijze weg te smijten.
En wot de hoofdzaak is, hij weet ook zeer
hooge sommen te verdienen, zijn inkomsten
houden gelijkm tred met zijn ui gaven; hij kon
Diet sparen, maar hij verkwist toch niet eens
anders goed.
Nora is stil en eenzelvig heden en daarom
verkort Hohenstein zijn bezoek. Met een „tot
van avond, mevrouw 1 neemt hij nDcheid.
Tüsschen negen en tien uur zijn verschillende
zalen van het slot met allerlei gasten uit de
hooge standen gevuld. De graaf heeft zijn doch
ter aan den zanger voorgesteld.
(Wordt vervolgd.)