Nummer 97.
Donderdag 10 December 1903.
26e Jaargang.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
De Écho van het Zuiden
P
is door zijne uitgebreide
correspondenties
uit Waalwijk en Omstreken,
Chronologisch Overzicht
hetmeestgowilde bladderstreek,
ANTOON TIELE
BEKENDMAKING.
Het Arbeidscontract.
Uitgever
FEUILLETON.
v
Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zat e r dagavond.
A b o n n m e n t s p r ij s per 3 maanden f O.^h.
Franco per post door het geheele rijk f0.90.
Brieveningezonden stukken gelden enz., franco te zenden aan den
Uitgever.
WAALWIJK.
Onderzoek naar de geoefendheid van
lotelingen en adspiranten-vrijwilligcr voor
het Reservekader.
Iarlchtingcn, welke gevaar schade of hinder
kunnen veroorzaken.
V.
De tweede afdeeling behandelt de ver
plichting tot voldoening van het loon.
Het loon kan volgens dit ontwerp be
paald worden r.aar tijdruimte, d. i. dus
tijdloon en naar de uitkomsten van den te
verrichten arbeid, m. a. w. stukloon, dus
zoowel de stukwerker als de arbeider naar
tijdruimte, wiens loon dus per uur, per dag
of per week berekend wordt, valt onder
deze regeling.
Als loon der dag wordt vastgesteld 1(D
maal 't loon per uur of 't zesde gedeelte van
't loon per week.
En waarin kan nu liet loon volgens dit
ontwerp bestaan Iu art. 15 wordt o. m.
bepaald, dat het loon op geen andere wijze
mag worden vastgesteld dan
le in Nederlandeche munt, behoudens
wettelijk toegestane uitzonderingen voor
grensplaatsen, waar 't geoorloofd zal zijn,
met munt van den aangrenzenden staat te
betalen.
2e in, wat als gebruikelijk beding reeds
bestaat, den kost en vrij vuur en licht.
3e in kleeding, door den arbeider bij de
waarneming der dienstbetrekking te dragen,
dus vrije dienstkleeding (deze kan natuur
lijk alleen een deel van 'l loon vertegen
woordigen).
4e. in voortbrengselen van het bedrijf
(voor een schoenmaker b.v, dus vrij schoeisel
voor hem of 't geheele huisgezin) of in
grondstoffen, in dat bedrijf gebruikt) wat
voor een schoenmaker alweer beteekent vrij
leder - boven- of zoolleder - om thuis te
lappenof nieuwe schoenen te maken)
sterken draük is hiervan buiten gesloten.
(Het spreekt van zelf, dat 't niet de be
doeling van den ontwerper is, dat dit alles
boven 't weekloon moet worden gegeven maar
van 't weekloon afgaat. Doch deze vorm
van loon of een gedeelte van het loon be
hoort tot de eerste levensbehoeften beperkt
te blijven en de door den arbeider ontvangen
artikelen mogen door den werkgever niet
hoogerin rekening gebracht worden dan de kos
tende prijs- wat natuurlijkwoekerwinst,zooals
die bij gedwongen winkelnering soms ge
noten wordt, buitensluit).
5. kan het loon of een gedeelte van 't
loon bestaan in het gebruik van een aan
gewezen woning of lokaal, van een bepaald
stuk grond of van weide of stalling voor
een bepaald aantal naar de soort aangeduide
dieren.
6. in bepaalde werkzaamheden, door
of voor rekening van den werkgever voor
den arbeider te verrichten (b.v. een boer
ploegt voor zijn arbeider diens stukje land
om) en
7. in onderricht door of van wege den
TWEEDE GEDEELTE.
drie en twintigste hoofdstuk.
De Verloving Verbroken.
werkgever aan den arbeider te verstrekken.
Geen andere vormen van loon dan boven
genoemde mag bedongen worden, of de
arbeider heeft aanspraak op een loon, ver
hoogd met een derde gedeelte van het loon
voor zoover het bestaat iu geld. Mocht
b.v. een fabrikant bedongen hebben, dat
zijn arbeiders bij hem ook confectie-klecderen
of meubels moeten koopen, dan hebben dezen,
als hun loon in geld b.v. 10 g. bedraagt,
te eischen geen 10, maar ruim 13 gulden.
Ook wordt in dit ontwerp den werkgever
verplicht, het loon uit te betalen van den
dag van 't begin tot dien van het einde der
dienstbetrekking, terwijl in de art 20 en 21
ook zeer len gunste van den arbeider is
geregeld hoe in geval van ziekte of iets
dergelijks met het loon dient gehandeld te
worden. Daar wordt .toch voorgeschreven
dat de arbeider zijn aanspraak op het over
een gekomen loon niet verliest, als hij ter-
gevolge van een niet door zijn grove schuld
veroorzaakte ziekte, van vervulling door wet
of overheid opgelegde verplichting of van
andere buiten zijn schuld liggende redenen
gedurende betrekkelijk korten tijd ver
hinderd is geweest, den bedongen arbeid te
verrichten. Wel kan hem dan van zijn
loon gekort worden, wat hij aan uitkeeriug
van een fonds zooals, een ziekenfonds ont
vangen heeft, doch dit laatste mag alleen
dan plaats hebben, als de werkgever in dat
fonds de helft der verschuldigde stortingen
heeft bijgedragen. Ook verliest de arbeider
zijn aanspraak op zijn loon niet als hij be
reid was den bij de overeenkomst bedongen
arbeid te verrichten, doch de werkgever
daarvan geen gebruik heeft gemaakt.
Hier hebben we dus een geval, voorziende
in de ongelukkige toestanden, welke zich te
Borne voordeden. Daar konden immers de
spoelsteis wegens gebrek aan materiaal niet
doorwerken en wenschte de fabrikant voor
deze door zijn schuld werkeloos doorge
brachte uren niet te betalen. Is eenmaal
dit of een dergelijk ontwerp wet geworden,
doch kunnen deze praktijken niet meer
voorkomen. Dan zal het niet meer kunnen
voorkomen, dat voor elk uur verzuims, door
ziekto of andere niet te voorkomen oorzaak
gekort wordt, ja, dat boerenarbeiders, die
dan even goed onder dit contract vallen,
voor het schuilen voor den regen op hun
karig loon worden beknibbeld en gekort.
De omstandigheden, met ziekte op één
lijn te stellen, zijn in dit bestek niet alle
Adveetentibn 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groote
letters naar plaatsruimte. Advertentiën 3maal ter plaatsing opgegeven,
worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regel» en
advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contracten
gesloten. Reclames 15 cent per regel.
te noemen, doeh eenige mogen hier een
plaats vinden als militaire dienst (d. w. z.
oproeping tot korte oefening) verschijning
voor den rechter als getuige of bloedver
want, uitoefening van kiesbevoegdheid, ver
plichting tot aangifte bij den burgerlijken
stand, ernstige familieomstandigheden enz.
Ten slotte zij in deze ufdeeling nog ge
wezen op art. 29, dat den werkgever het
recht geeft, bij de overeenkomst te bedingen,
dat hij bij de eerste loonuitbetalingen tegen
schriftelijk bewijs een zeker bedrag zal in
houden, ten einde daaruit de verschuldigde
schadevergoeding te verhalen, indien de
arbeider de dienstbetrekking onrechtmatig
verbreekt.
Wat hiervan te zeggen
Als wij ons niet vergissen, gebeurt dit
reeds op sommige fabrieken, ook Waalwijk-
sche. En dit „staangeld" of ook wel „pen-
dag" werkt soms wel uitstekend, toch zit
er o. i. iets onbillijks in, al moet dan ook
volgens dit ontwerp de werkgever na langere
inhouding dan drie maanden rente er voor
betalen. Dit punt zij, inmiddels met allen
aandrang aan de organisatie's aanbevolen,
indien deze de gelegenheid hebben coFectieve
arbeidscontracten te sluiten.
En hiermede kunnen we gevoeglijk van
de 2e afdeeling afstappen, om over te gaan
tot de derde, die over de overige verplich
tingen der partijen spreekt. Daar deze
afdeeling in 't ontwerp slechts 9 artikels
bevat, kunnen ook wij kort zijn.
De voornaamste bepalingen in deze af
deeling ziju wel de art. 33 en 36.
Art. 33 schrijft voor, dat de werkgever
zoodanige maatregelen te treffen heeft, dat
de arbeider tegen gevaar voor lijf en eer
baarheid zoover beschermd is, als de aard
van den arbeid toelaat, vooral is hij ver
plicht tot bijzondere voorzorg voor minder
jarige arbeiders.
Hierin komt dus glashelder uit, dat de
werkgever niet alleen gehouden is tot uit
betaling van het loon, maar dat op hem
nog tal van andere verplichtingen rusten en
wel op de eerste plaats de zorg, dat de
arbeid plaats heeft met zoo gering mogelijk
gevaar voor den arbeider.
Art. 36 spreekt over het getuigschriften
bepaalt, dat de werkgever verplicht is, bij
het regelmatig eindigen der dienstbetrek
king aan den arbeider een waarachtig ge
tuigschrift uit te reiken omtrent den aard
en den duur der dienstbetrekking en ook
op verlangen van den arbeider omtrent
de wijze aan zijn verplichtingen heeft voldaan.
De werkgever, die weigert het gevraagde
getuigschrift af te geven of tegen beter
weten in onjuiste mededeelingen opneemt,
is zoowel jegens den arbeider als jegens
derden, b. v. den nieuwen werkgever, aan
sprakelijk voor de hun veroorzaakte schade.
Hier is zeker verder commentaar over
bodig. Dit hoogst belangrijke artikel spreekt
genoeg voor en door zich zelf.
Een aaak is ons in deze overigt verplich
tingen opgevallen, n.l. dat er met geen
enkel woord gesproken is over de verplichting
van den werkgever, om zijn arbeiders zonder
verlies van loon, gelegenheid te geven hun
godsdienstplichten, vallende in den werktijd
waar te nemen. Dit had er o.i. wel uit
drukkelijk bij moeten staan. Wel kan deze
verplichting gebracht worden onder art. 37
dat in 't algemeen bepaald, dat de werk
gever verder verplicht is al datgene te doen
en na te laten, wat een behoorlijken werk
gever in gelijke omstaudighaden betaamt,
doch dit voorschrift is van zoo'n algemeenen
aard en, daar in geval van geschil de
rechter moet besliisen, welke laatste wel
licht altijd niet zoo overtuigd zal zijn van
het noodige voor nit verlof, zou de mogelijk»
heid tot weigeren open staan. Ons Chris
telijk ministerie zal hierin echter wel behoor
lijk voorzien als het deze materie ter hand
neemt.
Ook vinden we den leeftijd van 18 jaar
te jong, om dan al zelfstandig een contract
te kunnen sluiten. Onze jongelui wandelen
dan al niet graag meer „alleen", en al» ze
dan leeds te beschikken hebben over hun
geheele arbeidsloon, nu, de rest is wel te
vermoeden, maar ook hierin zal ook wel
wijziging komen.
En hiermede zijn we aan onze laatste
afdeeling toe, doch deze in een slotartikel.
van de voornaamste gebeurtenissen in
onze en omliggende gemeenten, gedurende
de 25 Jaren dat ons blad bestaat.
26 Maart 1901 Aanbesteding voor het R.
K. Kerkbestuur van den bouw van
nieuwe eohoollokalen bij de Eerw. Zus
ters alhier. Ingeleverd 21 billetteil
Hoogste inschrijver, P. Wijtte, Spier-
Wulwjjkscke fii Laasstriilsrhr Courant,
De Burgemeester van Waalwijk maakt bekend
dat het ondersoek naar
lo. de geoefendheid van lotelingen der lich
tingen 1903 en 1904, die dingen naar het bewijs
hetzij voor militaire bekwaamheid, hetzij voor
lichamelijke geoefendheid dan wel voor beide
2o. de geoefendheid van jongelieden, die dingen
naar het militair getuigschrift vereischt tot het
aangaan eener verbintenis bij het reservekader,
hetzij der infanterie of Vesting Artillerie, daD
wel der Genie, zal worden gehoudan te 's-Herto-
genbosch van 4 tot en met 16 Januari 1904.
Het ouderzoek zal tooi eiken deelnemer in een
dag afloopen.
Tot het onderzoek zullen uitsluitend worden
toegelaten
a. Zij, die hebben deelgenomen aan de loting
voor de lichting van 1904;
b. de lotolingen der lichting 1903, die moeten
worden ingelijfd ter vervulÏDg van de plaatsen
van hen, die op den 15en October van dat jaar
aan het aandeel van elke gemeente ontbraken
c. Jongelieden Adspiranten-vrijwilligcr voor
het reservekader dor Infanterie, Vesting-Artillerie
of Genie.
Zij, die aan bovengenoemd onderzoek wen-
■chen deel te nemen moeten zich vóór of uiterlijk
op 10 December a.s. ter secretarie aanmelden.
Waalwijk, 2 December 1903.
De Burgemeester voornoemd,
K. DE VAN DER SCHUEREN.
Burgemeester en Wethouders der gemcento
Waalwijk brengen ter openbare kennis, dat bij
hun besluit van heden aan Jac. Sars aldaar en
zijne rechtverkrijgenden vergunning i9 verleend
tot het oprichten eeDer broodbakzerij op het per
ceel gelegen te Waalwijk aan de Groote straat
kadastraal bekend Sectie C no. 2191.
Waalwijk den 5 December 1903.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
K. DE VAN DER SCHUEREN.
De Secretaris.
F. W. VAN L1EMPT.
lfie333i
3 It!
Vrij naar het Duitsch bewerkt door J. M. S.
(83)
En toch, genadige vrouw, is mademoiselle
Blanche voor ecu kwartier met al haar bagage
weer hier aangekomen. Zij ziet er zeer neer
slachtig uil. Zij hebber, haar, zoo ze zegt, al
haar geld ontstolen. Zij droeg in papier haar
spaarpenningen bj zich en de portefeuille, waarin
hot geborgen was, hoeft een zakkenroller haar
behendig outrold. Zij is dus van alle middelen
ontbloot."
Nora aiet ter zijde, om de kamenier dan triomf
in haar oogen niet te laten bemerken. Thans ie
dus dat gehate schepsel in haar macht. De rol
len zijn- nu omgedraaid, nu zijl gij in mijn
mocht, je goeft je nu op genade of ongenade
over, waarde juffrouw Blanche.
Na eenigs oogenblikken zegt de gravin op
zachtea toon:
In da; geval moet men natuurlijk Denise s
gouvernante een onderkomen bezorgen. Het zuil
al te hard zijn, haar onder de gegeven omstan
digheden de deur to wijzen. Zeg haar, dat ik
haa>- toesta, weder hier in huis te blijven en als
voorheen haar betrekking wederom waar te
nemen.
Hot meisje gaat heen en ua een halt uurtje
treedt Blanche uitgeput en zeer terneergeslagen
Nora's kamer binnen.
„U hadt gisteren om dezen tijd wel niet ge
dacht, mevrouw mij heden weer voor u te zien.
Het verlies van mijn kapitaaltje heeft mij plotse-
ling van al mijn toekomst-droomen beroofd. Ik
ben gedwongen, deemoedig als sracekende voor
u te verschijnen."
Na een pijnlijke pauze gaat ze verder
„Wees zoo goed, mevrouw de gravin, mij zoo
lang een onderkomen te verschaffen. Mij is
alles ontstolen, terwijl ik in een coupé sliep,
behalve de bewuste documenten.*
Bij dit laatste gezegde kan Nora toch een
ironisch lachje niet onderdrukken. Zij ziet den
coup der sluwe gouvernante zeer goed iu, deze.
toch wil het laten voorkomen, dat zij nog altijd
in 't bezit is der gevreesde papieren, doch Nora
geloof dit niet. Toch laat ze dit niet blijken.
„Ik beklaag u, mademoiselle. U isontkend
kan het niet worden de overwonnene en den
verslagen vijanden zal men gouden bruggen
bouwen, zegt een spreekwoord. Welnu, ook ik
wil zoo handelen. Wel kan ik nu in ruil voor
uw opname die documenten opvragen, doch be
houdt u ze, Ik heb van u niets meer te vree-
zen. Eu daarom blijf hier in uw oude betrek
king en ziet verder van alle hatelijkheid af.
Ik vergeef u, wat geschied is, mademoiselle.
Deze is sprekeloos van verwondering. Zij had
gedacht met spot eu hoon afgewezen te worden
cu nu deze ontvangst I Daar steekt wat achter,
en ze neemt zich voor dit raadsel op te lossen.
Doch, evenals Nora, verstaat ze de kunst van
coraedie te spelen en, terwijl ze berouw huichelt,
kust ze Nora deemoedig-de hand en bad haar
om vergeving. Beide comedianten doorzien
echter elkaar en desondanks doen beiden, alsof
ze niets morken.
„Nu willen wij Deniso niet langer laten
wachten, mademoiselle."
Nora staat op en gaat met de gouvernante
uaar de welbekende leerkamer.
Denise gelooft te droomen als ze haar mama
mot Blanche ziet binnentreden en den vriend—
6chappeiijken toon hoort, waarop de beide dames
elkander toespreken.
„Beveelt u, dat ik volgens het oude plan de
lessen weer voortzet P Of hebt u zelf een nieuwe
indeeling ontworpen?"
tflk wil u ia geenen deele bemoeilijken dat
is geheel en al uw zaak, mademoiselle, u doet
maar zooals voorheen."
Denise werpt trotsch haar hoofdje achterover
en toont de gehate onderwijzeres wederom haar
onwillig uiterlijk. Doch Blanche doet juist,
alsof ze dit niet merkt en op zacbten toon begint
ze met haar onderricht.
De gravin verlaat de leerkamer.
Ottilia heeft zich in den laatsten tijd niet veel
bemoeid met het drijven en doen barer stief
moeder. Doch het onverwachte vei trek en de
nog onverwachter terugkomst van Blanche is
huur toch opgevallen, zij wil Nora vragen, of
deze die boosaardige en lastige gouvernante in
huis wenscht te houden.
Nora zit aan haar schrijftafel als Ottilia bin
nentreedt.
„Heb je mij eeu mededeeling te doen, Ottiletje.-*
„Ik wilde u slechts iets vragen.'
vNuP'
„Denkt u mademoiselle Blanche in huis te
behouden. Ik was blij, toen ik hoorde dat u
haar ontslagen hadt. Mij komt het n.l. voor,
dat deze persoon de booze geest in ons huis is.
Ik zou zeer gaarne hebben, dat u haar aanzei,
dat zij een andere betrekking moet zoeken.'
„Ottilia, het zou harteloos zijn ze thans het
huis te wijzen. Bedenk, men heeft haar
alles ontstolen wat ze bespaard had. Dat arme
meisje moet dus wederom van voren aan haar
loopbaan beginnen, terwijl ze op 't puntetonder
uit te kunnen scheiden. Dit is verschrikkelijk,
niet waar? Gun haar het bescheiden plaatsje in
ons huis, dat zal je werkelijk niet inkommo-
deeren."
Ottilia ziet haar stiefmoeder scherp aan, maar
geen trekje verraadt haar Nora's ware bedoeling
haar stiefmoeder blijlt haar een raadsel.
Hoofdschuddend verlaat ze Nora. Zij geeft hel
op, dit nieuwe raadsel op te lossen.
„Mijnheer Arthur Huberl*
Een bediende reikt Nora een kaartje over.
„Laat mijn broeder hierheen komen,' zegt ze
met een vriendelijk hoofdknikje.
De bediende en de kamenier zien elkaar even
verbaasd. Tot nu toe wist het personeel niet,
dat de „genadige" een broeder had en dat deze
in Duitschland was.
Arthur blijft een oogenblik verrast staan, hij
durft dit schitterend gemeubeld vertrek haast
niet binnen treden.
Hij komt langzaam nader en vraagt zijn zuster
hoe ze het maakt.
,'t Gaat nog al', antwoord deze. Zeg mij
echter voor alles: „Zie ik er werkelijk zoo naar
uit, dal mijn kind me niet wil kussen P'
„Dat is geen vraag; gij hebt me toch zeker
niet hier besteld, om u te bekijken en vleierijen
te laten zeggen. Het doel van dit bezoek is toch
zeker, om aan de familie te worden voorgesteld?"
Nadat Arthur ongenoodigd heeft plaats geno
men zegt hij
Hoe zijt ge in uw expeditie geslaagd P Do
graaf i9 zeker wel gewonnen. En uw stiefdochter
en Willburg
„Op deze beide personen heb ik geen invloed,
Arthur 1'
En toch zou ik denken, dat ge ook deze beide
voor je wint, indien ge maar in je rol blijft
volharden. Ge moet op den duur zóó wel hun
achting winnen. Wees slechts vriendelijk en in
jouw geval betooverend en ge hebt de heele
wereld aan je voeten. Komedie komedie
dat is de leus in 't leven. Slechts hij, die geschikt
een rol, die hem voor zijn doel dienstig schijnt,
kan spelen, komt vooruit. Neem een voorbeeld
aan mij; mij heeft het altijd voordeelen aange
bracht, den oprechte en eerlijke te spelen. Zelfs
tegenover Willburg heeft mij deze houding ge
baat. Ook tegenover je familie zal ik haar laten
doorvoeren Eenvoudigheid, oprechtheid, karak
tervastheid en edelmoedigheid, dat alles moet
men lateu doorschemeren als eigenschappen van
je bescheiden persoontje en men kan gerust
zoo'n groote deugniet zijn als men wil, iedereen
zal u toch voor een goed mcnsch aanzien.'
Nora ziot een wijle peinzend voor zich uit.
„Ik moet bekennen dat ge gelijk hebt, Arthur,
maar het valt mij o zoo zwaar, je raad op te
volgeD. Het gaat bijna boven mijn karakter,
vriendelijk te zijn juist voor menschen, die
ik haat er. 't liefst zou vernietigen.'
Arthur trekt even zijn schouders eens op.
„Men komt niet ver in de wereld, als men
altijd dat doet, waarin men 't meeste lust heeft.
Neigingen en hartstochten onderdrukken, heet
du ware lerens wijsheid bezitten. Tracht je op
een heimelijke manier op je vijanden te wreken,
dal is het eenige, wat ik je kan aanraden
overigens bejegen iedereen met zachtheid. Ge
weet, dat je echtgeuoot Willburg je stief-
dochter bemint; het zal nu toch wel niet zooveel
moeite kosten, deze beiden, hoewel ze schijnbaar
elkander tegenwerken, te zamen te brengen.
Voor alles tracht het huwelijk van het meisje
met dien zanger onmogelijk te maken. Geef
je alle mogelijke moeite, hem in je netton te
vangen, de rest laat dan maar aan mij over.'
„Mevrouw, de tafel is klaar", meldt een
bediende.
Nora legt haar arm in dien haars broeders.
„Kom, mijn familie is op je verschijnen voor
bereid. Ik heb ze in de geschiedenis van ons
aandoenlijk wederzien ingewijd en met eenige
spanning verwacht men je aan tafel.'
En inderdaad spreekt uit aller oogen, ook uit
die van Hohenstein, die mede aanzit, een hoog-
fespannen nieuwsgierigheid, als Nora met haar
roer binnentreed.
De graaf is reeds in zoo verre hersteld, dat hij
aan de familietafel kon mede eten.
En thans volgt kort en vormelijk de voorstelling
van het nieuwe familielid.
De vriendelijke oogen van den graaf zien
aanvankelijk den nieuwen zwager eenigszins
wantrouwend aan. doch het eerlijke en open
hartige uiterlijk maakt direct een goeden indruk
op den ouden man. Al meer eu meer helderen
zijn gelaatstrekken op hier is het doel bereikt
de sympathie van den graaf is gewonnen. Zelfs
Ottilia, die een zeer gereserveerde houding heelt
aangenomen, laat in den loop van het gesprek
Arthur heeft een onderhoudend thema weten
aan te slaan haar reserve meer en meer los.
Eu bij 't dessert beheerscht Arthur reeds
het veldmen is algemeen van gevoelen, dat hij
een aangenaam men6ch is en in zijn optreden en
karakter juist het tegendeel van zijn hoogmoedige
zuster.
De graaf verheugt er zich in, in Arthur een
goeden zaakman gevonden te hebben, die op 'i
gebied van den handel een uitgebreide kennis
bezit. En in zich zeiven maakt hij reeds een
plannende klaar, zijn zwager ajs gevolmachtigd
handelsagent der firma te doen optreden. Hij
hoopt liet hierover met Willburg wel eens te
zullen worden.
(Wordt vervolgd.)
1 I