N üïusher 15, Zondag 21 Februari 1904. 27e Jaargang. Toegewijd aan Handel, Industrie en Cerneentebelangen. Eerste Blad. bkkëndmTking7 De Echo van het Zuiden is dooi zijne uitgebreide correspondenties W1ALWUU BRIEVEN uit Waalwijk en Omstreken, het meestgewildebiadderstreek. Dit nummer bestaat uit TWEE EL ADEM. A N T 0 0 n t;i e l e n, Ui oev e n SUIKER-SMOKKELHANDEL, FEUILLETON. IN EER HERSTELD DE GEHEIMZINNIGE BANDIET. WAALwIl K. NAAR AANLEIDING en Courant, Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond. A 1) o n n e in e n t s p r ij s per 3 maanden f ü."5. Franco per post door liet gelieele rijk f 0.90. Brieveningezonden stukken gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. Inr chlingen welke gevaar, schade of li ader kannen veroorzaken. Burgemeester en Wethouders de gemeente Waalwijk brengen ter openbare kennis dut bij hun besluit van lieden aan A. Glondemans aid ui en zijne rechtvei krijgende», vergunning is verleend tot het oprichten eener koperslag'rij iri een perceel staande te Waalwijk kadastraal bekend Sectie B. Mo. IGS6. Waalwijk, den 9 Februari 1904. De Burgemeester, K. DE VAN DER SCHUEREN. De Secretaris, F. W. VAN LIEMPT. booze want zullen alle smokkelarij Adveetentiën 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Adverteutiën Smaal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groet aantal regels en advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contracten gesloten. Reclames 15 cent per regel. Burgemeester en Wethouders vau Waalwijk maken bekend dat de kiezerslijsteu voor de in deze gemeente gevestigde Kamers van arbeid voor het looiers- en schoenmakersbedrijf op lieden door hen zijn vastgesteld, op de secretarie der gemeente voor een ieder ter inzage ncdergelegd en tegen betaling der kosten verkrijgbaar zijn gesteld. Waalwijk 15 Februari 1904. Burgemeester en Wethouders voornoemd, K. DE VAN DER SCHUEREN. De Secretins, F. W. VAN LIEMPT. van den Met verklaarbare belangstelling hebben we de gedachtenwisseliug gevolgd tusschen de „Limburger Koerier" en „Hst Centrum" over de tuikersmokkelarij aan de grenzen van Limburg en van onze provincie. En al hoewel we het betreuren, dat de minister van financiën vooralsnog van geen andere „suikerpolitiek" wil weten dan zijn tegen woordige, zoo moeten we toch ronduit be kennen, dat in deze gewraakte politiek geen reehl vaardiging, geen verontschuldiging kan gevonden worden voor den suiker-smokkel handel. Indien deze logica opging, dan is feitelijk elk beschermend recht uit den OF Bewirkt voor „D« Echo van het Zuiden," dook J. v. E. (9) Door zijne geheimzinnige en zonderlinge gewoonten welke hij had, was het moeilijk te zeggen hoe oud hij was. In den beginne stuk Mr. Eudes mij tegen, doch zoetjes aan gewende ik mij aan hem. De liefde naar wetenschap deed weldra de gevoelens des harten zwijgen. Goelenius keerde terug naur Duit6chlund, Fludd naar Eugelai d. Het doel van ons werken was het magnetisme. Die wetenschap was ternauwernood door Para celse aangeweze Wij wilden die, zoove.l het iu onze macht was, ontwikkelen. Na vele onderzoekingen, waarvan ik u de teleurstellingen nog vreugden beschr even zal, bezat ik eindelijk li at laatste woord dezer kunst, den sleutel van het kunstmatig somnambulisme. Dank daaraan, had het verledens of het tegen woordige voor mij geen geheimen meer. De Indiaan, welke zich zoetjesaan begon op te winden, ging voort: „Gij begrijpt mij niet, jongeling, gij zoudt mij niet kunnen begrijpen eu toch aat gij de ge volger, van die bewonderenswaardige ontdekking, welke gij nog onbewust zijt, leeren kennen. Toen ik dit stuk der wetenschap had ontdekt was ik alleen. Ik besloot er niets van tegen Mr. Eudes te zeggen, zoodat hij mijne uitvinding niet kende. Met niijne pogingen te bekronen beloonde God een liefdadig werk dat ik vroeger- tijd had volbracht. Het was een zwak schepsel, dat door mijn zorgen groot gebracht werd, dat mij buiten zijn weten krachtig geholpen had om het doel te bereiken. Dit schepsel wus eau meisje van vijftien jaar. de wetsontduiking, bande in meerdere of mindere mate invoerrechten aanleiding tot geven, maar daarmede is tocli welke in eiken smokkel- zit, niet goed te pralen „Geeft Gode, wat des Godes en den Keizer, wat des Keizers is," geldt ook nog voor onze lijden. Neen, den smokkelhandel blijlt af gekeurd, ook al is hij een verklaarbaar ge volg van een wellicht te lang vastgehouden en te ver door gedreven beschennings-poli tiek. Ken andere quastie is, naar middelen ic zoeken, welke de regeering veroorloven dezen weg te verlaten en zoodoende de raiddelijke oorzaak van deze ongeoorloofde daad weg te ï.etucn. En wij meenen die gevonden te hebben in een tolverbond met onzen zuidelijken nabuur, met België. Lu verband met de reis van Dr. Kuijper is over deze belangrijke quaestie reeds veel geschreven. Ter nadere preciseering en ook, om de brandende quaestie meer op een zuiver standpunt te brengen wenschen we in een tweetal artikelen zulk een tolverbond eens nader onder de oogen te zien. Wat is eigenlijk een tolverbond tnsschen twee Staten Sluiten twee staten, zeg Nederland en België, zulk een verbond, dan blijven zij twee afzonderlijke, zelfslandige rijken wat betreft hun inrichting van bestuurzij vormen echter als het ware écu Staat, wat aangaat hun douane-tarief. Dit is dan voor beide hetzelfde. Iminers, de gemeenschap pelijke, douanegrens vervalt en langs bun overige grenzen heffen zij invoerrechten, alsof zij één Slaat vormen. De totale opbrengst dezer rechten worden dan gestort in ééu kas, welke verdeeld wordt tnsschen de twee Staten onderling, naar vooraf vastgestelde grondslagen, b.v. naar evenredigheid van hun beider invoer, be volkingscijfer of een andere maatstaf. Al dadelijk springt den aandachtigeu lezer T groote voordeel van zulk een regeling tusschen ons land en België iu 't oog, wat betreft den invoer van ons vee. De douane- grens tusschen ons en België was dan immers vervallen en wij konden dan vrij ons vee in België verkoopen, evenals nu een boer zijn koe ter markt brengt van b v. Waspik naar Waalwijk. Wat een zegen zou dat voor onzen landbouwenden stand zijn De Belgische grens steeds vrij en open Is het niet om te watertanden En onmiddelijk was de veesmokkelarij daar onnoodig ge- g|,wjl!"...lll^'BlülLlaP-,'!l'l11 1 111111 Het was een zeer lief kind en zacht als een engel. Negen jaar te voren had ik haar in Hongarije, toen ik de wereld doorliep Om den zoon van den graaf te zoeken, gevonden. Geheel naakt, van koude en honger stervende vond ik haar op mijn weg. Ik nam het in mijn mantel mede en besloot haar, welke God op die wijze onder mijn be scherming stelde, tot mijne dochter aan te nemen. Naarmate haar lichaam ontwikkelde, beproefd»1 ik den geest en het verstand door de studie en de beredeneering te ontwikkelen. Geertruid», oo heit zij, scheen voor mij een ware kinderliefde te gevoelen. Dikwijls was ik verwonderd geweest als ik haar, in diepe gedachten verzonken zittende, voor mij zag. Zij scheen dan inleen onverklaar bare zi. Is verheffing ve-slonden te zijn. Zij scheen bijna altijd mijne gedachten teraden en iu mijnen geest te lezen. Had de kennis van het magnetisme a ij zulks niet verklaard, dan had ik liet niet bcgrepm. Geertruida leende z ch tot al mijn wc 6chen De proefneming welke ik on die zwakke natuur niet durfde, nemen, vroeg zij zelfs. Eindelijk maakte ik van mijn hart een steep en overwon mijn aarzelingen. Verschrikt over mijn werk, bekwam ik ee si stuiptrekkingen, ltdenvcrslijving en verrukking, dc uitwendige ongevoeligheid, de afzondering en ten laatste het helder somnambulisme. Den nacht toen ik die proefnemingen had ge daan, meende ik krankzinnig ie worden. Doch toen ik Geertruida wakker gemaakt had, voelde zij niet het minste ongemak. Mijn doel was dus bereikt. Mr. Eudes had Geertruida nog nooit gezien en hij zou haar ook nooit zien ook, want ik vreesde dat hij er dar. in slagen mocht het geheim der wetenschap te ontdekken. Ik zei hem niets. Hoewel de vreugde der overwinning uit mijn oogen straalde, kon ik mij toch wel inhnndeó. Um hem niets var. mijne ontdekking te laten vermoeden, bleef ik met hem doorwerken. Hij zocht dua nog altijd voort en ik deed alsof ik zocht. Mr. Eudes 9loeg den bal mis. Hij geloofde aan zwarte kunst en juist die meening bracht ht,m van zijn doel. worden Uit bovenstande is echter nog een les te trekken. Zooals de lezers neten, is er wel eens sprake geweest van een tolverbond tusschen Duilsch land en ons land. Welnu, doordat ons land op economisch gebied dan als 't ware één geheel werd inct dat groote rijk, zou het groot gevaar loopen, op den duur ook staatsrechtelijk bij Duitschland in gelijfd te worden, wat een goed geaard Ne derlander toch allerminst zou wenschen. Daarom is een tolverbond met onzen grooten oostelijken nabuur zeer zeker niet aan te bevelen. Doch niet alleen 'iet directe voor deel legt hier gewicht in de schaal, ook bel indirecte, meer verwijderde belang- spreekt hier. Wat toch is het geval Binnenlandsche douaneliniën, zooals onze minister ex nu feitelijk een in Limburg wil scheppen, zijn in de voornaamste Staten van West-Europa verdwenen. En in de toekomst zullen ze wel geheel verdwijnen, daar het versnelde en meer eu meer versnellende verkeer geen oponthoud meer duldt. Een douanelinie toch beteekent voor de spoor- wegwaggons een dag vertraging, voor sein.pen een of meer ligdagen, voor de reizigers uitstappen, voor de schatkist duizenden guldens voor bewaking der grenzenvoor de grensbevolking liet immoreele der smok kelarij en daarmee samengaande verwildering door dagelijksclie gevechten met de beambten en, ten slotte, interna'ionale conflicten luet alles, wal daaruit kan voortvloeien. Nu Ie ver td it alles en^juural het laatste voor een grobten staat niet zooveel gevaar op, daar deze toch steunt op zijn overmacht, doch voor kleine Staten is het een voort durend dreigend gevaar en op economisch gebied en wat betreft hun zelfstandigheid, België en Nederland b.v. zullen steeds moeilijkheden ondervinden met hun uitvoeren daar deze belemmerd worden door de hooge douanetarieven van Duitschland, Frankrijk, de Vereenigde Staten en de landen van Zuid-Europa, Zuid-Amerika. Voor iudustrieelen in groote Staten is deze toestand niet zoo bezwaarlijk als die in kleine Staten. Wordt voor de eersten de uitvoer bijna onmogelijk gemaakt door hoogt rechten, dan blijft hun toch altijd nog de groote binnenlandsche markt, doch deze is bij de kleine Staten te beperkt. Op den duur moeten dus die kleine Staten tusschen de groote met hooge tol-tarieven te gronde En ik zocht hom tot dat doel niet terug te breDgen. Ik wilde geen mededinger. Dat geheim moest mijn uitsluitend eigendom blijven. Ik heb u gezegd, dat die Mr. Eudes, waarvan ik u spreek, de zonderlingste gewoonten had. Hij bewoonde en bewoont nog een oud huis, dat in het centrum van Parijs gelegen is, op den rechteroever der Seine, dichtbij het hotel Troca- déro en tegen een Augustijnenklooster, dat vroeger verwoest en tijdens den oorlog van de Ligue in puin gelegd weid. Het hoofdgebouw, dat achteraan het plein van het huis gebouwd was en waarvan de volksverhalen een duiveishuis maakten, had ik nooit bezocht. IU was te verstandig om aan die dwaze ge nichten eenig belang lo hechten. Ik had er mij nog nooit uau gestoord. Op zekeren avond echter, dat wij samen ir. zijne kamer welkten, was Mr, Eudes praalzieker da i Daar gewoonte. Om welke reden, w.jst ik niet. De grijsaaid bracht mij in dat geheim zinnige huis en vertelde uxij, dat ik daar ecu man, een zeer geleerden man zou vinden, die in alle wetenschappen goed tehuis was en die gelukkig zou zijn zijne werken bij de mijne te voegen. Ilij vertelde mij er tevens bij, dat die man een groot personage wag, dat hij zeer gegronde redenen had om niet bekend te zijn en dat hij nooit bij hem kwam, dan zorgvuldig vermomd en dat hij nooit zijn masker afdeed. Wat gaf ik om die bijzonderheden I Maar ik begreep wei heel goed, dat de grijs aard mij de waarheid verborg. Door nieuwsgierigheid gedreven, nam ik zijn voorstel aau. Wij stapten dus naar het geheimzinnig huis. Ik vond daar den bedoelden vermomden ge leerde in een prachtig laboratorium. Later werd ik nog door Mr. Eudes in twee verschilleude laboratoriums gebracht, waar ik telkens denzeilden gemaskerden persoon vond. Ik kon mij hierin niet vergissen. Hoewel men gezegd zou hebben, dat in elk der drie laboratoriums een andere geleerde was, was het toch wel degelijk een en dezeltde persoon In het eerste vond ik een geleerde alchimist die onvermoeibaar het welgelukken van het gaan. Het is daarom een quaestie van zelfbehoud dat de kleine Staten zich economisch ver- eenigen, om elkander staande te houden. En het eenige middel daarvoor is, t en tolverbond te sluiten, wat dus op de eerste plaatsin houdt eenzelfde tarief van invoerrechten aan te nemen, oin zoodoende de douanegrens te doen vervallen. Zij geven daardoor aan hun producenten een groote binnenlandsche markt en bovendien met een verbruikersgetal van twaalf millioen, zooals Nederland en België dan zou tellen, kunnen ze hij onderhandelingen met andere Staten voonïeeliger voorwaarden bedingen dan wanneer ieder op zichzelf staat, Neder land en België samen wegen op economisch gebied zeer zeker zwaarder dan elk land afzonderlijk. Het is ook hier weer „Een dracht maakt macht". Of wil men in dezen tijd van oorlog een meer „zeitgemasziges bild Het recht van den sterkste geldt ook op economisch terrein. En wenscht men geheel in 't teeken van de geschiedenis van den dag te komen Zoolang de vrede iu West-Europa aanhoudt, zal nauwere aansluiting der beschaafde Staten geboden zijn tegenover de veelal onvriende lijke Amerikanen in hel Westen en tegenover de reusachtige talrijke Azia ten in het Oosten. Het zooge naamde gele gevaar moet. ook in deze onder de oogen gezien worden. En zter zeker mag het geen afdwaling van ons onder werp heeten, als wc in verband met deze economische quaestie even wijzen op groote gebeurtenissen, die in het verre Oosten staan afgespeeld te worden. Wint Japan, dan staat Europa ook en op de eerste plaats op economisch gebied tegenover het dan dreigende gele gevaar. En het zullen dan de kleine Staten zijn, die het eerst den genadeslag toegebracht zullen worden, want de dan nog meer op den voorgrond tredende eenheids beweging in Europa en voornamelijk in West- Europa, zal de thans nog levende kleine Staten onverbiddelijk «pslorpen en zoo ge heel doen verdwijnen Dat Rusland moge winnen, is derhalve ook voor ons "an groot elang. In de laatste vergadering van den Bond van Schoenfabrikanten kwam ter sprake de groot werk voortzette. In het tweede vond ik een werktuigkundige, welke buitengewone begaafdheden bezat. In het derde vond ik eindelijk een mnn met zulk een uitgebreid verstand, dat liet al de ver schillende takken der toen beslaande welen schappen omvatte. Hij scheen zich bij voorkeur loe te leggen op de natuurkunde en studeerde vooral op den electrischen stroom, dien de Grieken ons aan wijzen in hunne proefneming van de wrijving op het amber. De scheiwerktuigen natuurkundige heet Reijnolds. Hij was altijd vermomd, zooals Mr. Eudes mij had gezegd. Zijn gelaat was zoo goed verborgen dat ik onmogelijk zijne trekken kon zien. Ik begreep overigens spoedig om welke reden hij mijne tegenwoordigheid had verlangd. Mijne lange en aanhoudende slu iiën stelden mij in staat hem de noodige wenken te geven. Vanaf dat oogenblik, kwamen wij overeen om elke tweeden Zaterdag van de maand te vergaderen, om dan gezamentlijk te werken. Op het oogenblik, dat een geleerde in de wetenschap vooruitgaat, bekommert hij zich weinig wie of zijn studieinakkers zijn, als hij maar in zijn wetenschap'vooruitgaat. In dien man had ik een zeer groot en buiten gewoon verstand gevonden. Ik verblijdde mij dan ook over het toeval dat mij tot hem gebracht had. Doch ik zocht het geheim waarmede hij zich wilde omgeven, te doordringen. Op zekeren avond echter ondervroeg ik Geer truida, welke ik had doen inslapen, over diens persoon. Ik deed zulks meer uit verstiooiing dun uit nieuwsgierigheid. Het meisje, wat mij gewoonlijk heel spoedig antwoordde, ondervond nu echter de grootste moeilijkheid om mij te antwoorden. Door mijn wil, welke hoe langer hoe gebie dender werd, overwonnen, antwoordde zij: ,Die man is de zoon van Mr. Eudes." „Zijn zoon?' riep ik, door die onverwachte verklaring verschrokken. Vervolgens vroeg ik aan dc gemagnetiseerde waarem hij mot mij had willen weiken. oprichting eener ambachtsschool. Dit is eene zaak van zeer groot belang voor onze ge meente. Wanneer eene ambachtsschool voor de Schoenindustrie ergens op hare plaats is dan is het wel in Waalwijk. Waalwijk toch is het centrum. Dit heeft het bewezen dezen zomer door zijne schitterende tentoonstelling dit 't is geworden door zijn jarenlang streven naar verbetering en vooruitgang in de schoenmakerij. Het komt er nu maar op aan ook de niet Waalwijksche leden van den Bond van Schoenfabrikanten te overtuigen dat nergens heter eene am hu htsschool kan worden opgericht. Reeds in de ligging van onze gemeente zijn we veel voor; immers uit elke richting kan onze gemeente gemakkelijk en in korten lijd worden bereikt. Daarbij komt nog, dat het grootste aantal leerlingen der op te richten school zal komen uit Waalwijk en do omliggende plaatsen. De voorzitter noemde ook nog Tilburg. Maar dacht hij er wel aan, dat voor Tilburg de schoenindustrie bijzaak is, terwijl zij in Waalwijk en om geving is de industrie. Het zal dus heel wat moeilijker zijn in eene andere streek de noodige bekwame onderwijzers to vinden, terwijl iedereen ervan overtuigd is, dat we er hier verschillende zeer goeue hebben. We danken de heeren van Schijndel en Groenen wel voor hunne woorden, waarmee ze op genoemde vergadering het goed recht van Waalwijk in dezen hebben verdedigd. Jam mer was het, dit dc heer Klijberg niet aanwezig was. We zijn ervan overtuigd, dat alleen zeer ernstige redenen deze onver moeide kampioen voor onze industrie kunnen hebben weerhouden deze vergadering bij te wonen. Hij, die zoo uitstekend op de hoogte is van alles wat de schoenmakerij betreft; hij die tevens zoo'n waarachtige belangstelling koestert voor alles wat het welzijn van z'n geboorteplaats betreft, hoe zou hij zijne te genstanders door overtuigende redenen be wezen hebben, dat Waalwijk en Waalwijk al/een de plaats is voor eene ambachtsschool. Dit is echter zeker, dat zoo iemand nog alles zal doen om zoohi onwillekeurig ver zuim, waarvan niemand meer spijt kan hebben dan hij, te herstellen. Ons gemeente bestuur zil natuurlijk deze zaak zooveel mogelijk steunen. Kan het legaat van Cooth ooit heter gebruikt worden. Jammer, dat we nog geen „Waalwijks Belang" hebben om nu eens een flinke actie voor het ver- Zij antwoordde mij: Mr. Eudes wil een grooten geleerden van zijn zoon maken. Hij weet dat gij alleen hem de juiste inlich kunt geven. Daarop begon het meisje angslig om haar heen te kijken en zei Pas op voor uw leven. Een gevaar dreigt u. Ik kan het gevaur niet ziec, noch zeggen, welk gevaar het i9. Maar het bestaat en het komt van dien ge- maskerden man en van deu grijsaard voort. Ik werd hoe langer hoe nieuwsgieriger en dwong Geertruida dat zij mij zou zeggen, waarom Mr. Eudes mij zijn verwantschap met zijn werkgezel verborg, wie die man eu wie Mr. Eudes zelve was Geertruida kon mij niet antwoorden. Ik overstelpte haar met nog meer vragen. Ja ik folterde haar er zelfs mede. Ik biak hare en mijne krachten. Doch ik kon er niet in gelukken haar te doen spreken. Hijgend, uitgeput van vermoeienis vroeg het meisje met hartverscheurende kreten om genade. Door koortsachtig ongeduld en het verlangen om de waarheid te weten, had ili geen medelijden u.et haar. »Ik wil dat gij antwoordt,' zei ik, terwijl ik dat hoofd, dat zich onder het geweld van mijnen wil boog, inct magnetischen stroom overlaadde. Geertruida kromp ineen en zei: «Ik kan niet.' «Waarom Ik zie niet. Ik kan niet zien.' ,En wat is cr r.oodig om te kunnen zieD, ging ik met meor kracht voort: «Ik moet rechtstreekse!) iu gemeenschap zijn met hem, wier gedachten gij wilt weten. Zij zouden dus hier, bij u, moeten zijn?' »Ja.' «Is er dan geen ander middel om hunne ge dachten te kennen zonder hen te zien?* «Zeker... daar ziju er. «Welke «Geef mij iets dat hu n heeft toebehoord... dat zij gediagen hebben... of Dog beter... «Wat P' «Een haarlok.' (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1904 | | pagina 1