Nummer 19. Zondag- 6 Maart 1904. 27e Jaargang. Toegewijd aan Handel, industrie en Gemeentebelangen. Eerste Blad. A E TOON T IEL EN, Dit nummer bestaat uit TWEE BLADEN. BEKEN DMAIRNG FE UI L L E TO .V. IN EER HERSTELD DE GEHEIMZINNIGE BAKBIET. drie veil uit het Noorden. inmi—iwi until1! 'i i <aStaatBSS?SitSSeSSaS U 1 T E V E 11 WAALWIJK. Inrichtingen welke Gevaar, Schade of Hinder kunnen veroorzaken. StierenkeuriDg. Tusschentijdsch8 Stierenkeuiing. XXL te behandelen, mijn weg lag foil mil Dit Blad verschijnt Woensdag— en Zaterdagavond. A b o n n e in e n t s p r ij s per 3 maanden f 0."5. Franco per post door liet geheele rijk f 0.90. Brieveningezonden stukken gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. Advkrtentikn 1 7 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groot.- letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven, worden ^maal berekend. Voor plaatsing van een groet aantal regtls en advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contracten gesloten. Reclames 15 cent per regel Burgemeesters en Weihouders der gemeente Waalwijk brengen ter openbare kennis, dat ter Gemeente-Secretarie ter image ligt een verzoek met bijlagen van d. firm* van leisel, Witlox en Co tc Waalwijk cm vergunning tot liet uitbreiden barer stoomlederfabriek, staande alhier, kadastraal bekend in Sectie B, No. 1568. Op Zaterdag, den 12en Maart 1904, des voor middags te elf uren, zal op het gemeentehuis gelegenheid bestaan om bezwaren tegen dit verzoek in te brengen en deze mondeling en schriftelijk toe te lichten. Zoowel de vczoeker, als zij die bezwaren hebben, kunnen gedurende drie dagen, voor het bovengemelde tijdstip op de Secretarie der Gemeente kennis nemen van de ter zake inge komen schrifturen. Waalwijk den '27 Febr. 1904. Burgemeester en Wethouders voornoemd. De Burgemeester K. de van der Schueren De Secretaris F. W. van Lierapt De Burgemeester der Gemeente Waalwijk, maakt bekend, dat van wege de Provinciale commissie voor de ondersteuning van Rijkswege van de veefokkerij in Noord-Brabant keuring zal plaats hebben ran a. Éénjarige stieren, waaronder zijn te verstaan stieren, die de melktanden nog bezitten en voldoende zijn ontwikkeld. b. Stieren met breede tanden, en c. stieren, behoorendeaan veefokvereenigingen. Dat de keuring voor het district Waalwijk waartoe ook deze gemeente behoort, zal plaats hebbeu op V rij dag 22 April aanstaande op het marktplein te Waalwijk te beginnen des voormiddags om elf uur, terwijl de aangifte van de dieren, waarmede men aan de keuring wenscht deeltenemen, moet plaats hebben op het keurings-terrein, één uur voor den aanvung der keuring. Dat alleen zulke slieren tot de keuringen wor den toegelaten, die volgens het provinciaal reglement van 17 November 1898 (prov. blad van 1899. Nó. 2) gewijzigd bij besluit van 1 Decem ber 1899 (provinciaal blad van 1900, No. 1zijn goedgekeurd en wier eigenaars voorzien zijn van een certificaat, afgegeven door het bestuur der gemeente, waar de stieren gehouden worden, waaruit blijkt, dat de dieren, waai mee aan de keuring zai worden deelgenomen, gedurende een maand in het district aanwezig zijn geweest, op een gezonden stal staan en voor het gebruik als fokstieren bestsrad zijn. 6°. dat voor het district Waalwijk zijn uit geloofd de volgende onderhoudsbijdragen a. Voor eenjarige stieren eeno bijdrage van f 120, en eene van f 100, b. voor tweejarige of andere i-.nrju: OF Bewerkt voor „De Echo van het Zuiden," door J. v. E. 12) De paarden, welke op het gras uitgestrekt lagen spror.geD op en stapten naar de bron. Marc was onder den invloed van hst prachtig, grootsch ontwaken der natuur gebleven, hoewel hij dat eiken dag zag. Het was voor hem telkens een nieuw rchouwspil. Toen hij zich omkeerde zag hij den Indiaan reeds bezig met zijn rijdier te zadelen. Marc deed zijn g<zei vlug na, waarna de twee mannen zich aan eeu sober maal vereenigden. Daarna wipten zij in hun zadel en reden weg. De jongeling brak liet stilzwijgen dat tot dan toe tusschen hem eu zijn gezel geheerscht had, en vroeg .Moet ik u vergezellen „Ja', antwoordde de andere wij gaan nu naar Tripoli'. De reis welke zij moesten afleggen, duurde ongeveer een week cn was zeer moeilijk. Met uitzondering van ecnige ontmoetingen met wilde dieren, derd Mare gedurende dien tijd niets anders dan zijne herinneringen weder te binnen roepen en den andere a inhoudend ondervragen. Terwijl zij steeds door reden beantwoordde de Indiaan de vragen. Toen zij zoo ongeveer een week hadden gereder, kwamen zij te Tripoli aan en vonden daar een schip, dat hun naar Sicilië zou brengen. Daar aangekomen moesten zij van elkaar scheiden, daai de Indiaan zich rechtstreeks voor Frankrijk inscheepte. Marc was overtuigd geworden, dat zijn gezel niet alleen in het volle bezit van zijn versland was, maar dat hij bovendien met een buitengewoon versli.nd begaafd was. Toen de Indiaan den jongeling verliet zei hij eene bijdrage van f 120; eene van f 100 en eene van f90. Waalwijk, 29 Februari 1904. De Burgemeester voornoemd, K. DE VAN DER SCHUEREN. Het gemeente bestuur van Waalwijk Gea en de aanschrijving van Heeren Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant van 25 Februari j.l. maken bekend, dat ingevolge het besluit van de P ovin- ciale Commissie ter bevordering van de verbetering van het rundvee in jNoord-Brabant, in het district Waalwijk eene Micn nkeuring zal worden gehou den op. Donderdag 17 Maart aanstaande op het marktplein te Waal wijk, des voormiddags te 11 uur dat voor het district waalwijk twee aanmoedigings bij dragen worden uitgeloofd en wel één ie van I 40, eu één 2e van f30, Waalwijk 1 Maart 1904 Het gemeonlebestuur voornoemd, K. DE VAN DER SCHUEREN. De Secretaris, F. W. VAN LIEMPT. Het gemeente Bestuur van Waalwijk; Gelet op de aanschrijving van Heeren Gedeputeerde Staten van Nootd-Brabant van 25 Februaiie 1904, Maken bekend dat in het district Waalwijk tusschcntijdsche sti renkeuringen zullen worden gehouden op 10 Mei, 13 Juli, 14 September en 14 December a. s. dat drie keuringen zullen plaats hebben op net marktplein te Waalwijk des namiddags om 3 uur, eu dat als keuring veilangd wordt, daartoe 14 dagen vóór elke keuririgsdng bij den voorzitter der keuriiigs-cbmmissie aanvraag moet worden gedaan, Waalwijk 1 Maart 1904 Het gemeentebestuur voornoemd, k. DE VAN DER SCHUEREN. De Secretaris, F. W. VAN Liempt. Vele „Brieven uit liet Noorden" stonden in bet teeken der historie. Er werden daarin bier nog bestaande oude gebruiken en ge woonten getoetst aan den historische» gang vun ons volksleven en zoodoende direct oi indirect de herkomst achterhaald van vele dier oude gewoonten, w elke veelal de poësie in onzen volksaard eigenaardig deden uit komen. Ol dit naar tien smaak der lezers was, weet ik niet wel durf ik beweren, dat het voor den briefschrijver zei ven een dankbaar werk was, daar hij door zijn voor studie de première had vau deze toch zeker belangwekkende stof. Afwijkende nu van dezeu regel wensch ik in dit episteltje, dat zijn voorganger onge woon vlug opvolgt, een onderwerp „up to date" ol te wel een onderwerp van den dag hem „Den 6 Maart 1605 moet gij langs de Porie Neuve in Parijs kemen. .Den 6 Maart? goed', antwoordde deze, .Gij weet wat gij gedu.ende dien lijd doen moet». „Ik weet hel*. „Dat God u dan behoede, graaf de Bernac. Vergeet uwen eed nooit I* Mare gaf zijn gezel de hand waarop deze.zich voor Frankrijk inscheepte. De laatste stak de zeeengte over en zette den voet op Italië. Zijn eerste zorg was zijn Oostersche kleeding tegen die van eeu sie lijken Europeerchen edel man te verwisselen. Wanneer de elegenheid zich aanbood zijn naam en titels op te geven, verklaarde hij baron Mare de Grandair te heeten, Fianschman en van Bietonscheu oorsprong te zijn en voor zijn plezier te reizen. Door zoo te antwoorden volbracht hij het eerste gedeelte vau het plan, dut de Indiaan had opgevat. Mare bracht zeven maanden in Italië door in welke tijd hij de Italiaausche taal, de zeden en gebruiken leerde kennen. Toen Marc in Frankrijk kwam was hij liet kind der woestijn dan ook niet meer. De be schaving had ziju persoon en zijn begrippen een heele verandering doen ondergaan. Hj bezocht gedurende een jaar het Zuiden en het Wes en van Frankrijk, bizonder Bretanje en Normandië. Gedureude dien tijd deed hij al het mogelijke om een volmaakt edelman te worden. Iiumcia daarin volbracht hij den uitdrukkelijke» wensch van den Indiaan. Deze beweerde dat Mare goed het teirein kennen moest, wa«r hij zou strijden, en dut hij in staat zijn moest deu nuam zijner edele vooi ouders waardig te dragen. Gedureude den tijd, dat Mare Italië cn Frank rijk had doorloopen, had hij niets meer van den Indiaan vernomen. Mare voelde dat de koorts der onrust hem verteerde, naarmate hij den lijd zag korten, het oogeobltk zag aanbreken, dat hij Parijs zou gaan binnentreden, waar hij leefde, tegenover wien hij oo vurig verlangde te staan. Ik meende n.l. dat het op om de leze is van de „Echo van het Zuiden" iets naders m«-de te deelen, omtrent den grooten strijd dien op 't oogen- blik wederom in Amsterdam wordt gestreden, n.l. den strijd tusschen de diamantbewerker bond en de Juweliersvereeniging. En wel waarom Om twee redenen. Ten eerste zal een nijvere streek als de Lang straat wel belangstellen in dezen strijd op economifch terrein en ten tweede, omdat de diamantbewerkers economisch tot de krach tigste fractie onzer arbeiders hrhooren, die steeds in den strijd van be,langen aan de spits hebben gestaan. Nu weet ik wel, d«t de leden van dezen boud voor 't grootste gedeelte socialistisch zijn, maar dat raakt in dit geschil slechts de oppsrvlakle. Immers, we zien in deze aan de zijde van den bond staan ook de christelijke organi satie'* van diamantbewerkers, wel een bewijs dus, dat het hier niet is een specifiek socia lbtische quaestie, maar een werkelijk vakb:- lang. Wat is toch het geval? Ter juiste ondervanging der quaestie eerst een stukje, diamantsvak-geschiedenis. Voor 1870 waren er slechts e'nigc honderdtallen diamant be werkers tc Amsterdam, die een matig loon verdienden en met veel werkeloosheid te kampen hadden, daar er destijds groote schaarschte heerschle van grondstoffen. On verwachts kwam er nu een verandering in deze industrie, een verandering, welke wel een omwenteling mag heeten. Door de ont dekking van nieuwe diamantmijnen stegen n.l. de loonen na 1870 zoo sterk, dat in de z. g. Kaapsche jaren, 1871, 72 en 73 hetgeen zeldzaamheid was, dat werklieden f 4 h f 500 's weeks verdienden. Deze enorme, verdiensten waren oorzaak, dat buiten het vakstaande personen groote sommen gaven, oin het vak te leeren en de werklieden over vloedig leerlingen aannamen, waardoor een overvloed van werkkrachten ontstond en eet: ontzettende crisis tiet kon uitblijven. De werkgevers gingen nu, noodig of or.- nootlig, dat laat ik hier nu in 't midden, de loonen drukken, zoodat in 1894 de lootten van zekere categorie werklieden 10 f 12 's weeks bedroegen. Onder deze omstandigheden werd nu de A N. 1). B. opgericht en nu was een reeks van conflicten tusschen werkgevers en werk nemers aan de orde. In den regel trad de Bond zegevierend uit den strijd, juist door zijn aan innerlijke kracht voortdurend-win- nende organisatie. Op het internationaal congres van diamant bewerkers te Antwerpen in 1897 werd de Parijs was ten jure 1605 niet wat het heden ten dnjje is. Kas'ecle:. en gekantelde muren zijn opgeruimd om plaats te maken voor grootsche, modern gebouwde huizen. Er was echte; toen tertijd ai leven gei-oeg in de straten, maar des nachts waren zij een droevig evenbeeld van eenzaamheid en duisternis. In 1605, toen de feiten voorvielen, liet de vei lichting der stad Parijs in alle opzichten veel te wenschen over, Zoomin al9 er voor de verlichting der straten gezorgd werd, nam men maatregelen in het belang der openbvre zindelijk- en gezondheid. De straten en openbare plaatsen waren in de duisternis bijnn niet begaanbaar. Het meerendeel der straten waren maar aan een zijne geplaveid, de openbare plaatsen in 't geheel niet, zoodat men bij eiken 9tHp die men deel iu slinkende poelen of vuilnishopen terecht kon komen, althans wanneer men niet de voor zorg nam om een lantaarn mede te nemen. Doch die lantaarn leverde een bezwaar op doordat hij de dieven, welke toen zeer talrijk wuren, aantrok. De dieven waren toen in zoo groote getallen, dat geen enkele Parijzenaar zich na zonsonder gang op straat dorst te begeven. Den avond van 6 Maart 1605 reden twee ru'ters op de Pont. Neuf. Deze werden op zekeren afstand vergezeld door een twaalftul ruiters, welke naast elkaar reden. A n hun manieren kon men goed zien, dat zij aan den militairen tocht gewoon waren. Het was ongeveer 8 nur toen de.ru.ters daar reden. De brug was van het eene einde tot het andere verlaten, stil. Men hooide niets anders dan den stap van de rijdieren. De nachtroovers, gewone bewoners der plaats, hadden zeker goed geoordeeld het voorzichtigste to handelen hunne aanwezigheid te verbergen op het zicht der ontzaginboczemende maeht van den kleinen troep die daar langzaam voortging De eerste der twee ruiters, die aan den rechter zijde reed, scheen in de vijftig te zijn en had blijk baar de kracht van minder gevorderden ouder dom behouden. Te oordeelen naar zijn manier van opzitten, zag men al spoedig dat hij ccn geoefend ruiter was. De tweede was veel joDger en droeg eene leerlingen quaestie behandeld. .En nu werd oogenschijnlijk een onsociaal besluit genomen, n.l. den toevloed van leerlingen voorloopig af te sluiten. Een dergelijk besluit is feitelijk voor elk vak geheel iu strijd met de richting der banen, waarlangs in dezen tijd bet arbeidersvraagstuk loopt. Immers, de leer lingbeperking is in strijd met de vrijheid van bedrijf. Doch voor het diamantvak was dit toch eenigszius anders. Waar toch de ondervinding den Bond geleerd had, dat voor beperking der enorme werkeloosheid in het vak noodig was beteugeling der arbeids krachten, daar lag het tctiigszitis voor de hand, dat de organisatie een dergelijk besluit nam. De diamantbewerker toch bewerkt een artikel, dat niet voor de consumptie geschikt is en daardoor heeft hij, bij gebrek aan grondstoffen of overvloed van afgewerkte stof te kampen met tijdperken van lange werkeloosheid. Werd nu de toevloed van arbeiders beperkt, dan was er kans, dat de overigen aan diet werk kondei; blijven. [Dit wil natuurlijk niet zeggen, dat de bepaling op zich zelve wel wat draconisch was en te eeniger tijd tot een conflict moest aanleiding geven.] Welnu, dat conflict is er. In het eind van 19U3 kwam de Amster- damsche juweliersvereeniging met voorstellen, om opnieuw leerlingen toe te laten. Die Amsterdamsche juweliersvereeniging is eeu vereeniging van bezitters vau h-t ruwe diamant. Zij geven dus de grondstof ter bewerking aan de diamantbewerkers (tl. z. kloovers, snijders, slijpers, enz) die van den ruwen steen de zoo begeerde liohtfon- teine" maken. Ter verduidelijking zij hier onmiddellijk bijgevoegd, dat de fabriekseige naren, dat zijn de bezitters der gebouwen, waar gewerkt wordt en van de machineriën, waarmede en waarop gewerkt wordt, feitelijk geen partij zijn. Zij (deze fabreikseigenaren) zijn, om een voorbeeld aan te halen, zooveel als de directeur van een gaslabriek, wien het niet aanga.it of het gas door stakets of niet stakers wordt gebruikt. Nu hebben echter de eigenlijke werkgevers, de leden van de juweliersvereeniging, deze fabrieks eigenaren er ook in betrokken, doordat zij met deze laatste» een contract hebben ge sloten, waai in bepaald is, dat de fabrieks eigenaren de fabriek stop zullen zeiten, zoolang de uitsluiting duurt. Doch 11e fabriekseigenaren sloten zich niet bij dit coutiact aan, vandaar, dat een gedeelte van de diamantbewerkers kunnen doorwerken, ook, omdat de strijd niet van d-: werklieden is uitgegaan. sierlijke kleeding, zooals de joDge edellieden van dien tijd droegen. Zij bestond uit een karmozijn rood lluweelen broek met uitgesneden gouden borduursel afgezet, een dito jas niet eon los hangend mantcüje van dezellde kleur. Een lage vilten hoed u et breede randen bedekte zijn hoofd, De jot ge edelman had een bevallig voorkomen zijn gclaut had krachtige en schooue mannelijke trekken. Hij bereed een prachtig Spaansch paard, dat vol vuur en zoo wit nis sneeuw was. Het paard van zijn gezel wns van Duitsch rus, bruin van kleur en boven de oogen nset een witte ster gespikkeld. De ruiters die hen volgden en hun geleide schenen uit tc maken, droegen de klecding van de wachten van den gouverneur, kleeding die eigen was aan de troepen welke met de veiligheid der stad waren belast. Op het oogenblik dat de twee ruiters op de aaidhoogte der Pout Neuf kwamen, schenen zij in een druk gesprek getaakt tc zijn. De jongste zeide „Zoodat er weer van dien kapitein La Chesnaije sprake is, mijn waarde gouverneur?' „Ja, mijnheel de graaf', antwoordde de tweede ruiter. Jongens, jongens I «eet gij w»-l dat die rclielm die duivel clie kerel, den 6chijn aanneemt alsof hij u en uwe wachten en al de politiedienaars van heel het rijk voor den aap wil houden?' Het is zeker dat die man eene buitengewone schranderheid aan den dag legt I „Hn een onbetwistbare dapperheid.' „Moogt gij dat wel dapperheid noemen, mijnheer de graaf.* •5'aus timide I* zou onze koning zeggen, verduiveld, welk ander woord zuudt gij willen gebiuikeu om de stoutmoedigheid u<t te drukken, waarvun die dnivelsche La Chesnaije gedurig bewijzen geeft.* Zeker en vust is hij zoo dapper als ien und wel kan zijn I „Ik kan uwe mcening niet dc mijne noemen, mijnheer de graaf de Bernac,» antwoordde de oudste. Wat gij dapperheid noemt, noem ik ingeboren moordof roofzucht. „Het verschil van zienswijze komt voort uit het verschil onzer standen', zeide de graaf. Ik ben eerst en vooral oorlogsman en gij, Om nu terug te koineu op den eigenlijken strijd, deze gaat dus tusschen de juweliers vereeniging en de werklieden. Nu wil die juweliersvereeniging e> n aantal leerling n, tiaar ik meen 750, weer doen aam.emeu cn daarbij nog liet recht behouden familieleden en protege's als leerling toe te laten Te begrijpen is, dat hierdoor de strijd moest ontbranden. Voor een onpartijdige beoordeelbar der quaestie staat nu m. i dit vast: Het in een sterk gevoe.l van kracht gi nomen besluit van den Bond, om geen leerlingen meer aan te nemen, kan op den duur in al zijn consequentie niet gehandhaafd worden. Te gelegener tijd moest daardoor een ontliet ontstaan. Nu was ha zaak van verstandige tactiek de bakens te verzetten, wanneer een ander getij kwam. De juweliersvereeniging meende, dal die tijd gekomen was, doch neelt te dictatoriaal dal besluit vernietigd willen zien en te veel aan eigen voorstellen vastgehouden. Zij heeft den Bond willen dwingen haar voorstel in zijn vollen omvang aan te nemen. De Bond en ook de christelijke organisatie's wenschten nu in onderhandeling te treden, doch dat hebben de werkgevers niet gewild en hebben nu, nadat hun ulf- matum niet aangenomen is, de uitsluiting geproclameerd. Tot zoover is o. i. 't onge lijk aan de werkgevers, doch de "aauleidendo oorzaak ligt bij de werklieden, die een be paling in 't leven riepen, die noodzakelijk tot quaestie moest leiden. Hoe nu de strijd zal afloopen Ach, hij is weer een mijlpaal, die wel weer gepasseerd zal worden. La-'g kan hij in elk geval duren, w.vt niet alleen, dat de Bond een vrij sterke weeistandskas heeft (170.000 g.) maar ook is de positie der uitgesloienen sterk, doordat een aantal werklieden kunnen doorwetken, op die fabrieken, welke niet zijn aangesloten. Daardoor toch slinkt het ge<al der werke- loozeu en ten tweede, zij, die nog wei ken, kunnen de weerstandskas blijven steunen. En dat doen ze met grooto opoffering Ze moeten nu toch extra, naar ik meen, 10 pet. van hun loon afstaan, terwijl ze anders reeds bijna 20 pet. afstaan. Dat wil voor een'loon van t 30 per week zeggen negen gulden per week Ziet daar, wat er thans te Amsterdam omgaat. Enkelen van u mogen bewcien, dat deze geschiedenis hen nu niet zoo interes seert, ik meende geen onnuttig werk te doen, deze uiisluiiii g met mijn verkregen gege ei.s eens nader uiteen te zetten. De lezers -au dc „Eclivau hel Zuiden" mogen ook wel waarde vriend, gij zijl mijnheer d'Aumont, gou verneur der Stud Parijs en als dusdanig ho: hoofd van het gerecht en van de politie. U burgelijke en kriminecle luitenant hebben u gei'eereud de zaken langs hun slechten kant doen inzien <n lubben u g woon geuaikt niets dun slecht' te zien. Zoo komt h.-t dol ik de» moed eu de dapperheid vUn een soldaat toejuich daar wn r gij niets dan onbeschaamdheden, valschbeid d. n roover eigen aai. treft I* Veilaagt eeu dapper man zich ooit lot den rol van moordenaar, mijnheer de graaf?* „hn wie zegt mij «lat La Chesnaije moorden bedrijft mijnheer de gouverneur „Ik.* „Toch niet'. Hoe dut Als Verschooning', onderbrak den jongeling, gij steunt op de vei slagen uwer luitenants!' „Meent gij dun, dat zij mijn bedriegen?' „In het geheel niet, maar zij zelve kunnen bedrogen worden' ,In de zaak die ons bezighoud heb ik zelf het onderzoek geleid.» „Zoo, zoo, dan is het ongetwijfeld erg? „Zeer erg ook" „Waarvan is er sprake? „Van een afschuwelijke moord welke door La Chesnaije in eigen persoon bedreven werd.* „Donder en bliksem vertel m-j dat eens, mij a waarde gouverneur; dat zul wet intrissant zijn.' Mijnheer d'Aumont knikte bevestigend Op dit oogenblik b reikten zij en hun gevolg liet andere einde d r l rug. Uit uiteinde dat op verre naden uitweg niet had welke de Itue Daupliine haar sedert dien tijd gegjveu hsd, liep om zoo te zeggen uit op eene massa gebouwen, pleinen die op <-cn enkel punt opgehoogd wo ren en het hotel of liet colli go van sint. Denijs, dat aan de klooslciliugen van deze orde toebehoórende, uitmaakten. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1904 | | pagina 1