]S timmer 23.
Zondag- 20 Maart 1004.
27e Jaargang.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Eerste Blad.
BELMSTIIIJD.
A
STOOM TIELEN,
Dit nummer bestaat
uit TWEE BLADEN
BEKENDMAKING,
FEUILLETON.
IN EER HERSTELD
DE GEHEIMZINNIGE BANDSET.
li
U I T G E V
WAALWIJK.
Zij die zich met ingarg van
I April abonneeren ontvangen de in
deze maand nog verschijnende num
mers gratis.
Verkiezing van den Gemeenteraad.
PA ARDENKEURING.
Echo van h
IV a a I w ij k r !i r e n
Courant,
Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
A b o n n e in e li t s p r ij 9 per 3 maanden f O.'Uó.
Franco per post door liet geheele rijk t 0.9Ü.
Brieveningezonden stukken gelden
Uitgever.
EB3ff3g33S3É3BBBSdiHflH^
enz., franco te zenden aan den
Burgemeester en Wethouders van Waalwijk
gelet op ar». 9 der Gemeentewei,
besluiten
Te bepalen, dat de verkiezing van één lid van
den gemeenteraad zal plaats hebben op Woensdag
23 Maart a s. eD stemming en herstemming, zoo
noodig, respectievelijk op 6 en 14 April daaraan
volgende.
Waalwijk 12 Maart 1904.
Burgemeester eu Wethouders voornoemd,
K. DE VAN DER SCllUEREN.
De Secretaris,
F. W. VAN LIEMPT.
De Burgemeester der Gemeente Waalwijk brengt
hiermede ter openbare kennis dat ingevolge be
sluit van Burgemeester en Weihouders dier
gemeente op Woensdag, den 23 Maart aanstaande,
zul plaais hebben de verkiezing van een lid van
den Gemeenteraad, dat op dien dag, van des
voormiddags negen tot des namiddags vier uur,
bij hem kunnen worden ingeleverd:
Opgaven van Candidaten,
al» bedoeld in artikel 51 der Kieswet-
Deze opgaven moeten inhouden den naam de
voorletters en de woonplaats van den candidaat
of de candidaten en onderteekend zijn door ten
minste 12 kiezers, bevoegd tot deelneming aan
deze verkiezing.
De inlevering dezer opgaven moet gpschieden
persoonlijk door één of meer personen, die de
opgave hebben onderieekend. De candidaat kan
daarbij tegenwoordig zijn. Van de inlevering wordt
een bewijs vjjn ontvangst afgegeven.
Formulieren voor de opgaven boven vermeld
zijn ter Secretarie dezer Gemeente kosteloos ver
krijgbaar, van den 16 dezer af tot en met den
dag der verkiezing.
De Burgemeester brengt hierbij in herinnering
artikel 151 der Kieswet, luidende als volgt:
Hij, die eene opgave, als bedoeld in artikel 51
inlevert, wetende dat zij ie voorzien van hand-
teekeningen van personen, die niet bevoegd zijn
tot deelneming aan dp verkiezing, wnarvcor de
inlevering geschiedt, terwijl zonder die hand
teekeningen geen voldoend aantal voor eene
wettige opgave zoi^ overblijven, wordt gestraft
met gevangenisstraf van ten hoogste drie maanden
of eene geldboete van ten hoogste honderd twintig
gulden.
Met gelijke straf wordt gestraft hij, die wetende
OF
Bewarkt voor „De Echo van het Zuiden,"
door J. v. E.
16)
„Wat denkt gij nu, m'jnheer de gouverneur.'
„Ik denk, mijnheer de graaf, dat de zaak nog
duisterder is, dan ik aanvankelijk vei moeden kon.'
Toen M. d'Aumout dit had gezegd scheen hij in
een diepe mijmering te vervallen.
De graaf reed gelijk met den gouverneur en
zweeg eveneens.
Hoe verder zij reden hoe beter zij het verward
gerucht, van het plein Saint-Germain komende,
rernaracn. Dit verward gerucht werd eensklaps
onderbroken door een ander dat met een buiten
gewone snelheid naderde. Na eenige seconden
vernam men dit gerucht duidelijker en men kon
bemerken dat het veroorzaakt werd door de
hoefijzers van een paard dat in woesten draf
over den grond holde. Op hetzelfde oogenblik
verscheen er .en roodachtige glans aan denhoek
der Rue Pavée en der llue Saint-Audvée des Arts.
Een ruiter, die een brandende fakkel droeg,
sloeg eensklaps rechtsal en kwam aangesneld in
de richting van de kleine troep, aan welker spits
de gouverneur en de graaf de Bernac reden.
„Werdal riep de sergeant der wacht plotseling
terwijl hij vlug voomit reed.'
„Koerier van den gouverneur van Rouaan, ant
woordde de ruiter, die in volle vaart kwam
aangestormd.
„Laat nader komen, Richard, zei de gouverneur
van Parij9, die dit antwoord gehoord had.'
De sergeant ging op zij en liet den koerier door,
die vlug van zijn paard was gesprongeD, toen hij
bij M. d'Aumout kwam.
,Een dringende brief van Monseigneur, zei hij
eerbiedig, terwijl bij een verzegeld couvert met
de wapens der stad Rouaan, aan den gouverneur
overhandigde.'
dat hij niet bevoegd is tot deelneming aan de
verkiezing eene voor de verkiezing ter inlevering
bestemde opgave bedoeld bij artikel 51, heeft
onderteekend.
Waalwijk, den 12 Maart 1904.
De Burgemeester voornoemd,
K. DE VAN DER SCHÜEREN.
De Provinciale Regelings-Commissie voor de
Paardenfokkerrij in Noordbrabant;
Gezien artikel 12 der Wet op de Paardenfok
kerij van 1901 (Staatsblad No. 156), artikel 15 van
het Koninklijk besluit van 14 Augustus 1901
(Staatsblad No. 104) en voor de Commissievast-
gesteld huishoudelijk reglement;
Gelet op het schrijven van Heeren Gedeputeerde
Staten in Noordbrabant van 18 Februari 1904 G.
No. 143, 1ste Afdeeling, 2e Bureau,
HEEFT BESLOTEN:
A* uit te loven vijf premiën iedei van f1800.
waarvan ééne voor elk der vijf keuringsdistricten
Oss, Heusden, Zevenbergen, Birgen op Zoom en
Eindhoven uit fe keeren na eiken dektijd, (uitcr-
lijk einde December) in de jaren 1904, '1905 en
1906 en wel f 600.per jaar, voor den besten in
de provincie Noordbrabant in te voeren dekhengst
van tenminste dria en ten hoog3te 6 jaar, zullende
de paarden geacht worden den leeftijd te hebben
dien zij in den loop van het jaar der keuring
zullen bereiken, onder de volgende voorwaarden
en bepalingen:
lo. dat de hengst telken jare voor het dek
9eizoen moet zijn goedgekeurd en in het tweede
en derdejaar blijven voldoen aan de eischen dooi
de Provinciale Keurings-Oommissie gesteld.
2o. dat de hengst moet opgenomen zijn in
eene afdeeling van het Nederlandsch Paarden
stamboek.
3o. dat de hengst, gedurende de jaren 1904
1905 en 1906 ter dekking moet worden gesteld
in het district waar de premie is toegekend.
4o. Dat zoowel Koud— als warrabloedhengsten
voor deze premie kunnen in aanmerking komen.
5o. dat de hengst gedurende het j«ar, w»arin
hem bovenbedoelde bijdrage is toegekend, niet
mag mededingen, naar de overige premiën of
onderhoudsbijdragen, doorliet rijk of de provincie
in dat jaar uitgeloofd.
B, uit te loven voor liet jaar 1904, de volgende
onderhoudsbijdragen voor dekhengsten van 3 jaar
of ouder in de provincie Noordbrabant ter dekking
gesteld en wel in elk der vijf districten:
lo. voor het Koudbloedige rus.
één onderhoudsbijdrage van f 250.—
f 150.—
f 100.—
en
2o. voor bet Warmbloedige ras.
één onderhoudsbijdrage van f250.
f150.-
flOO.-
De Commissie is bevoegd, om voor het geval
in een of meer districten, de premie sab A ge
noemd, niet is kunnen worden toegekend, met de
daardoor beschikbaar komende gelden der onder
houdsbijdragen bedoeld 6ub B te verhoogen of
het aantal te vermeerderen.
Hengsten van 71/» jaar en ouder, die ondanks
het bestaan van cornage zijn goedgekeurd, komen
voor toekening van onderhoudsbijdragen niet in
aanmerking.
Ik heb Monseigneur niet in het Chatelet ge
vonden, voegde hij er bij, maar daar ik wi9t dat
die brief van groot gewicht was heb ik Monseig-
neur's spoor maar gevolgd
„Gij hebt zeer goed gedaan, zei de gouverneur,
den brief aannemende.'
M d'A1 Mint verbrak den omslag en opende
het perkament dat er in stak.
„Houdt ae fakkel even arahoog, zei hij tot den
koerier en boog zich over den hals van zijn paard,
ten einde beter te kunnen zien.'
De koerier gehoorzaamde en M.jPAumont
doorliep vlug den brief.
Op eens maakte hij zulke verrassende bewe
gingen dat zijn paard verschrok en zoo vlug op
zij sprong dat M. d'Aumont zeker uit den zadel
zou gegooid zijn, indien de koeiier niet vlug bet
verschrikte paard bij den teugels had gegrepen.
„Wat hebt gij toch?' vroeg graaf de Bernac
nieuwsgierig.
„Een ongelooflijk nieuws, zou ik bijna zeggen I"
„Zou ik onbescheiden zijn, wanneer ik u daarvan
mededeeling vroeg?*
De gouverneur gaf aan den koerier een teekeu
dat hij zich kon verwijderen en boog zich naar
den graaf zeggendel
„Daa: is weer van die La Chesnaye sprake en
die zaak Deemt waarlijk een fantastieke uitbrei
ding. Men zou op den duur aan hekserij gaan
gtlooven.'
„Hoe dat vroeg graaf de Bernac.'
„Ik ga u iets in vertrouwen mededeelen. Ik
moet u zeggen d.»t de bende, welke door den
duivelscheu La Chesnaye is aangeworven, zich
niet alleen vergenoegen met hun stroop tochten
in de hoofdstad, doch die benden strekt zich nog
uit over de provinciën Normandië, Aujou en
Bretanje en omvatten die zelfs in een breedeu
kring. Ze moorden en rooven dat het meer dan
erg is, zoodat elke gouverneur der provinciën,
welke ik daareven opgenoemd heb zich onledig
houdt met die benden te bestrijden.
Welnu, die brief is van den gouverneur van
„Rouaan, wals gij hebt vernomeD. Hij meldt
mij dat in den nacht tusschen den 7 en den 8
ilunrt vijftig zijner soldaten met de troepen van
La Che6naye, door den bandiet in persoon aan
gevoerd, in het boech van Morsemont handgemeen
zijn gewordeD, en dat de soldaten van het gou
vernement, na een verwoed gevecht, verplicht
aMjMUMWMBBHiBga
De keuringen zullen worden gehouden:
te Oss, op Zaterdag 26 Maart
te Eindhoven, op Dinsdag 29 Maart
te Heusden, op Donderdag 31 Maart
le Zevenbergen, op Vrijdag 8 April
te Bergen op Zoom, op Zaterdag 9 April
Zij die hunne hengsten naar de hiiryoorom
schreven premiën en bijdragen wenschen te doen
mededingen, moeten daarvan, uiterlijk voor 20
Maart e. k. bij den secretaris der Commissie den
heer C. J. J. Daniëis, van Tuldcnstra t M. 39 te
s Hertogenbosch schriftelijk aangifte doen in
onderstaanden vorm
lo. Naam van den hengst.
2o- Ras. Tuig— of Koetspaardenslag, Zwaar
werkpaardenslag.
3o. Kleur.
4o. Kenteekenen.
5o. Ouderdom.
6o. Hoogte.
7o. Woonplaats en naamteekeriing van den
eigenaar.
'8Hertogenbosch. 29 Februari 1904.
De Provinciale RegelingsCommis.-ie voornoemd,
L. J. C. BOGAERTS, Voorzitter.
DANIËLS, Secretaris-Penningmeester.
Advkrtisntikn 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groot*
letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven,
worden Smaal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en
advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contracten
gesloten. Reclames 15 cent per regel.
KK2
Er is zeer zeker geen ingewikkelder pro
bleem dan het economisch o"er- en doorzien
van het complex van belangen eener producee-
rende en consumeerende maatschappij
Een bewindsman, die zich tot dat moeilijke
en omvangrijke werk neerzet, begint aan
een reuzentaak, welke zijn volle intellect in
beslag ueemt. En meent hij eenmaal aan
liet einde dier taak gekomen te zijn en de
resultaten tr van in een wetsontwerp te
hebben neergelegd, dat ten do-1 heeft be
vordering dier belangen tenerzijds en ver
sterking der staatsinkomsten anderzijds, dan
is het waarlijk niet te verwonderen, dat er
wel wat op dat eindresultaat valt af te
dingen. Niet alleen toch, dat die verschillende
belangen zoodanig in elkaar grijpen, dat
et-u bevoordeeling van het eene soms een
benadeeling van het andere met zich kan
brengen, maar ook en hierop dient vooral
de nadruk gelegd te worden staan
deze twee principieele zienswijzen als zuivere
antipoden tegenover elkander. De eene toch
ziet een rationeele bescherming der econo
mische belangen der massa in een vo'komen
vrij handelsverkeer, terwijl de andere die
volkomen vrijheid niet wenschelijk acht.
Dat en 't is zeker geen nieuws, wat hier
gezegd wordt is de kern van den sirijd,
die in de naaste toekomst zal moeten worden
uitgestreden, tenminste en wij voegen er
dit dadelijk bij als we dagbladen als de
N. R., het Hbld. en de N. Aruh. Crt.
gelooveu moeten. Deze toch beweren op
waren terug te trekken.
„Wat, riep de graaf uit, La Che8naye bevond
zich dienzeifden nacht nog in Rouaan.»
„Het schijnt dat hij niet eigen hand nog dri.
soldaten van het gouvernement gedood heeft,
zooals althans het verslag van den bevelvoerenden
luitenant luidt. Dienzelfden nacht dus tusschen
7 en 8 Maart, hebben twee soldaten van den
wachtpost La Chesnaye ondanks zijn vermomming
herkend op de Pont Neuf, eenige oogeublikken
na het plegeu van den misdaad, waarvan ik u
heb gesproken; hel verslag van den gouverneur
van Rouaan beweert dat die elfde La Chesnaye
op datzelfde uur ïd het bosch van Morsemont
was, en de man, die wij ondervraagd hebben,
zegt dat hij den kapitein in zijn huis gezien
heeft op hei oogenblik dat de moord te Parijs
en het gevecht in Rouaan plaats haddeD.
Wal deukt gij daarvan, mijnheer de graaf
de Bernac?
„Ik denk dat die bandiet overal te gelijk
kan zijn.'
„Scherts niet, de zaak is veel te ernstig, mijnheer
de graat.'
„Welnu, mijnheer de gouverneur, mijn ge
dachte is, dat de vijand van den edelman die op
de Pont Neul gedood werd, een lafaard is die
lage individuen bezoldigd heeft, en die de moord
bedreven hebben om hun geld te winnen en dat
die moord ten onrechte op rekening van den
kapiieiu La Chesnaye aangeieekend wordt, wiens
naam te veel gekend is eu tot dekmantel schijnt
te dienen voorul de gewelddaden welke ia de
hoofdstad bedreven woiden. Ik denk, ten laatste,
dat uwe soldaten der wacht zich bedrogen hebben
of door den moordenaar zelveu omgekocht werden
om al de schande van de misdaad op een ander te
werpen."
Indien ik u iets mag aanraden, doe dan den
laffen edelman, den waren pleger van den moord,
zoo gauw mogelijk in de gevangenis werpen en
laat hem nel zoo laDg pijnigen, tot hij heeft
bekend.
„Zwijg, graaf de Bernac, zei de gouverneur
wrevelig, dit middel is niet mogelijk.'
„Ila, de edelman in kwestie behoort zeker tot
een groote en machtige familie.'
„Ja, zijn iamilie is zeer machtig.'
„Hoe is zijn uamn
„Ondanks al de vriendschap die ik voor u ge-
hoogeu en beslisten toon, dat met het tarief-
ontwerp van Mr. Harte gebroken wordt met
onze beste traditie op het punt van handels
politiek, n.l. de politiek dor handelsvrijheid.
En nu moge de regeering nog zoo uitdruk
kelijk beweren, dat dit ontwerp slechts een
fiscaal karakter heeft en in geen geval be
doelt noch kon zijn, een algeheele omver
werping van ons vrij handelsverkeer, die
heeren redacteuren, welke een „blauwe
Maandag" dat stuk werk van jaren onder
de oogen hebben, overzien met één oogopslag
de strekking en gevolgen van dit veelom
vattende ontwerp en werpen den stoeren
werker van jaren, die alles gewikt en gewogen
heeft, hun vernietigende critiek van een
dag fOverlezens", plompweg voor do voeten.
Wij kunnen er niets aan doen, maar op ons
maakt dit journalistiek bedrijf den indruk
van een oppervlakkig afmiaksysteem, niet
geïnspireerd door een op goede gronden
gevestigde overtuiging, maar door be
vooroordeelde partij-politiek. En toch, als
er sprake kon zijn vau een onderwerp, dat
buiten en boven de politiek kon staan, dan
is het wel de materie, in het ontwerp van
Mr. Harte bewerkt. Het ministerie Pierson-
Borgesius, waarvan de eerste wel de vaan
deldrager kan genoemd worden van 't heir
der vrijhandelaars, meende toch ook in een
dergelijke hervorming het met hun vrijhan
delsprinciep niet strijdende middel gevonden
te hebben ter versterking der inkomsten.
Hoe kan men dus ï.u beweren, dat onze
aloude t r.-. dit ie in deze wordt prijsgegeven
Vloet ook bij deze oppositie gedacht worden
aau het spel, waarvan de Staudaard laatst
gewaagde Men zou het haast gaan gelooven.
Inmiddels, dit nieuwe ontwerp onzer werk
zame regeering zal een gereede aanleiding
zijn, om de verschillende belangen van
onderscheidene categoriën, onzer nijvere en
landbouwende bevolking op den voorgrond
te brengen. En zeer zeker zal daarbij te
aanschouwen :ïijn, een vreedzame, papieren-
strijd dier belangen onderling, die zoo
hij objectief gevoerd wordt tot klaarheid
en helderheid moet leiden. Wordt hij
echter gevoerd met te stijt den belangen
eu belangetjes bril op den neus, zoodat
men wel de boomen, maar niet bet bosch
ziet, dan is het te vreezen, dat die strijd
onvruchtbaar en onverkwikkelijk zal worden
Hierover nog een enkel woord in 't middei
te brengen, ook en vooral in verband met
onze eigen industrie, zij na deze eenigs
zins lange, doch o. i. niet ovetbodige in
leiding het doel van een tweetal artikeleu.
voel, kan ik ze u niet toevertrouwen.»
De graat begon eens te lachen.
„Wil ik u dien naam eens zeggen welke gij
mij niet durf toevertrouwen? vroeg hij terwijl
hij zich over zijn zadel heen boog, om dichter
bij de gouverneur te zijn.'
„Hoe, zou gij die naam kennen, vroeg de
gouverneur.'
„Ja, hoe Het is hertog Mercoer, zeer bekend
om zijna lafheid.»
De gouverneur werd zoo bleek als een doek.
„Hoe hebt gij dat geheim doorgrond? Ik dacht
dat ik zulks alleen wist.»
„Wat geeft dat I als ik maar geen misbruik
maak van dat geheim.'
Maar, ging de graaf voort terwijl hij vau toon
veranderde, wij zijn aan de poort van tie fair
aangekomen.
Graaf de Bernac liet zijn paaid weer stilstaan,
en zei
Waarde gouverneur, nu is het uur gekomen
dat wij moeten scheiden. Ik geloof dat gij uwe
politiebezigheden moet gaan verrichten en ik
ga naar Jonas, waar Saint Luc, Brissac, La
Guiche, d'Hubau, d'Ocqueire en eenige anderen
met mij hebben afgesproken om een partij biljart
te spelen. Ik moet dus licks, terwijl u rechtsaf
moet slaan.
Wij zullen elkaar waarschijnlijk niet meer
ontmoeten, veroorloof mij daarom een vraag,
welke ik in uw belang doe, te 6tellen.
„Gaat u gang, mijnheer de graaf, autwoordde
de gouverneur.»
Welnu, nog juist zei u, dat ge nsar de fair
Saint—Germain g at met het doel om daar kapi
tein La Chesnaye aan le houden.
„Dat is zoo.'
„Eu blijft gij bij uw plan.»
„Zeker, graaf, eu nu meer dan ooit.'
„Zelfs na hetgeen gij gehuord hebt? Zelfs na
het ven lag van den gouverneur van Rouaan dat
gij ontvangen hebt
.Zeker, er is iets geheimzinnigs in die zaak en
het is mijn plicht dit te ontcijferen.'
„Gij zijt dus zeker, dat La Chesnaye op het
oogenblik op de fair ls
„Daarvan ben ik vast overtuigd.'
„Dus niets kan u vau plan doen veranderen.'
Wij willen dan ten deze beginnen opte merken,
dat men goed moet onderscheiden, waarom
het direct en indirect gaat. Direct gaat het
om een hervorming, welke in de lijn van
het regeeringsbeleid dezer regeering ligt.
Niet, omdat ze christelijk is, want reeds
boven stipten we het aan ook een libe
raal ministerie had een dusdanig ontwerp
gereed, maar, omdat deze regeering andere,
sociale hervormingen in uitzicht heeft ge
steld, waarvoor bet meerdere, door dit ont
werp als wet werkende, verkregen, zal aan
gewend worden. Nu rijst de vraag ls
bet middel voor dit doel goed gekozen of
niet Is de prijs daarvoor niet te hoog
Het middel is n, o. b. in. goed. Immers,
de directe belastingen verhoogen, ging niet
meer en onze nijverheid bad wel wat meer
dere fiscale bescherming noodig, terwijl liet
boog tijd werd, dat wij represaille maat
regelen konden nemen legen te lastige en
maar grenzensluitende naburen. En ook
de prijs is niet te hoog te noemen, De
eerste levensbehoeften, als graan meel en
koffie worden toch niet belast eu het reeds
zoolang aangekondigde» „dure brood* zal
dus den kleinen man niet verontrusten.
Dit direct. Indirect gaat het om hot
behoud dezer regeering of niet. Wordt de
opgewekte belangenstrijd zoo gevoerd, dat
er van onderling overleg sprake kan ziju,
dan zal, ook Minister Harte voor
grondige en gemotiveerde critiek niet doof
wezen. Trouwens dat heeft hij reeds be
wezen, wat betreft de wijziging omtrent het
in 't voor-ontwerp voorgestelde voor tabak.
Bovendien is er een ontwerp van wet, waarbij
aan onderling overleg tusschen Kamer en
regeering en kundige vakmannen behoefte
bestaat dan is het dit wel. Zoo schijnt het
ons toe, dat de opmerking van het Huisge
zin omtrent hot petroleum-recht geen stem
als die van een roepende in de woestijn zal
zijn, ja, dat zij zeker zal weerklinken aan
de regeeringstafel en door ampele overdeuking
waardig gekeurd zal worden. Maargaat
men, ook van christelijke en speciaal kat
holieke zijde agiteereu op een wijze, welke
gelijkt op die van de oppositie, dan kan er
geen sprake zijn van samenwerking en wordt
noodwendig het staatkundige leven van dezen
Minister van Financiën en daarmede hoogst
waarschijnlijk van de geheele regeering af
gesneden. En dat zou men aan onze, d. i.
de christelijke zijde toch allerminst wenschen
Die prijs ware toch te hoog. Te meer klemt
dit, wijl er aan de overzijde een politieke
chaos is, die wel een kabinet d'affaire zou
kunnen opleveren, maar zeker geen regeering
„Niets, inderdaad niets, mijnbeer de graaf mur
veroorloof mij u op mijn beurt te zeggeidat
ik niet begrijp waarom gij mij zoo kunt onder
vragen over dien bandiet, en nog veel minder
begrijp ik bet groote belang, dat gij zijne zaak
schijnt toe te dragen.'
De graaf antwoordde niet en beet met zichtbaar
ongeduld op zijn knevel, hij scheen met dit ant
woord teleurgesteld te zijn.
Na eenige oogeublikken zei hij weer:
„Mijn waarde gouverneur, de belangetelling
dien ik jegens dien bandiet aan den dag leg,
zooals gij dit noemt, en het overgroote belang,
dat ik hem schijn toe te dragen, worden heel
goed uitgelegd, door hetgeen voorgevallen is
tijdens het getuigen-verhoor van het gerechtshof
van Parijs toen ik pogingen aanwendde om in
het bezit terug gesteld te worden van den naam,
de titels eu de goederen mijner voorvaderen.
Denk eens na dat ik vijftien jaar bij een ellen
deling doorgebracht heb, en dat kapitein La
Chesnaye gedurende al dien tijd doorgegaan heeft
als de moordenaar van mijn ouders en dc pleger
van de afschuwelijke misdaad waarvan ik het
slachtoffer was: Doch La Chesnaye is geheel
onschuldig. De debatten en pleidooien hebben
dit genoegzaam bewezen en het gerecht heeft die
onschuld erkend.
Ik beschouw mij dus alsof ik iets verschuldigd
ben aan dien armen drommel, die zoolang als
misdadiger heeft te boek gestaan.
Gij kunt het mij dus niet kwalijk nemen, dat
ik voor die man wat toegevend beu.
Ik neem goed aan da', hij voor u en voor
iedereen een booswicht van het ergste soort ip
maar voor mij is het een onschuldige, die bijna
gestraft werd voor een aanslag dien hij niet
bedreven had, en, wie weet, of die valsche be
schuldiging er niet toe bijgedragen" heeft hem op
den slechten weg te brengen
De gouverneur antwoordde niet.
(Wordt vervolgd.)