]S timmer 23. Zondag- 20 Maart 1004. 27e Jaargang. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Eerste Blad. BELMSTIIIJD. A STOOM TIELEN, Dit nummer bestaat uit TWEE BLADEN BEKENDMAKING, FEUILLETON. IN EER HERSTELD DE GEHEIMZINNIGE BANDSET. li U I T G E V WAALWIJK. Zij die zich met ingarg van I April abonneeren ontvangen de in deze maand nog verschijnende num mers gratis. Verkiezing van den Gemeenteraad. PA ARDENKEURING. Echo van h IV a a I w ij k r !i r e n Courant, Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond. A b o n n e in e li t s p r ij 9 per 3 maanden f O.'Uó. Franco per post door liet geheele rijk t 0.9Ü. Brieveningezonden stukken gelden Uitgever. EB3ff3g33S3É3BBBSdiHflH^ enz., franco te zenden aan den Burgemeester en Wethouders van Waalwijk gelet op ar». 9 der Gemeentewei, besluiten Te bepalen, dat de verkiezing van één lid van den gemeenteraad zal plaats hebben op Woensdag 23 Maart a s. eD stemming en herstemming, zoo noodig, respectievelijk op 6 en 14 April daaraan volgende. Waalwijk 12 Maart 1904. Burgemeester eu Wethouders voornoemd, K. DE VAN DER SCllUEREN. De Secretaris, F. W. VAN LIEMPT. De Burgemeester der Gemeente Waalwijk brengt hiermede ter openbare kennis dat ingevolge be sluit van Burgemeester en Weihouders dier gemeente op Woensdag, den 23 Maart aanstaande, zul plaais hebben de verkiezing van een lid van den Gemeenteraad, dat op dien dag, van des voormiddags negen tot des namiddags vier uur, bij hem kunnen worden ingeleverd: Opgaven van Candidaten, al» bedoeld in artikel 51 der Kieswet- Deze opgaven moeten inhouden den naam de voorletters en de woonplaats van den candidaat of de candidaten en onderteekend zijn door ten minste 12 kiezers, bevoegd tot deelneming aan deze verkiezing. De inlevering dezer opgaven moet gpschieden persoonlijk door één of meer personen, die de opgave hebben onderieekend. De candidaat kan daarbij tegenwoordig zijn. Van de inlevering wordt een bewijs vjjn ontvangst afgegeven. Formulieren voor de opgaven boven vermeld zijn ter Secretarie dezer Gemeente kosteloos ver krijgbaar, van den 16 dezer af tot en met den dag der verkiezing. De Burgemeester brengt hierbij in herinnering artikel 151 der Kieswet, luidende als volgt: Hij, die eene opgave, als bedoeld in artikel 51 inlevert, wetende dat zij ie voorzien van hand- teekeningen van personen, die niet bevoegd zijn tot deelneming aan dp verkiezing, wnarvcor de inlevering geschiedt, terwijl zonder die hand teekeningen geen voldoend aantal voor eene wettige opgave zoi^ overblijven, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie maanden of eene geldboete van ten hoogste honderd twintig gulden. Met gelijke straf wordt gestraft hij, die wetende OF Bewarkt voor „De Echo van het Zuiden," door J. v. E. 16) „Wat denkt gij nu, m'jnheer de gouverneur.' „Ik denk, mijnheer de graaf, dat de zaak nog duisterder is, dan ik aanvankelijk vei moeden kon.' Toen M. d'Aumout dit had gezegd scheen hij in een diepe mijmering te vervallen. De graaf reed gelijk met den gouverneur en zweeg eveneens. Hoe verder zij reden hoe beter zij het verward gerucht, van het plein Saint-Germain komende, rernaracn. Dit verward gerucht werd eensklaps onderbroken door een ander dat met een buiten gewone snelheid naderde. Na eenige seconden vernam men dit gerucht duidelijker en men kon bemerken dat het veroorzaakt werd door de hoefijzers van een paard dat in woesten draf over den grond holde. Op hetzelfde oogenblik verscheen er .en roodachtige glans aan denhoek der Rue Pavée en der llue Saint-Audvée des Arts. Een ruiter, die een brandende fakkel droeg, sloeg eensklaps rechtsal en kwam aangesneld in de richting van de kleine troep, aan welker spits de gouverneur en de graaf de Bernac reden. „Werdal riep de sergeant der wacht plotseling terwijl hij vlug voomit reed.' „Koerier van den gouverneur van Rouaan, ant woordde de ruiter, die in volle vaart kwam aangestormd. „Laat nader komen, Richard, zei de gouverneur van Parij9, die dit antwoord gehoord had.' De sergeant ging op zij en liet den koerier door, die vlug van zijn paard was gesprongeD, toen hij bij M. d'Aumout kwam. ,Een dringende brief van Monseigneur, zei hij eerbiedig, terwijl bij een verzegeld couvert met de wapens der stad Rouaan, aan den gouverneur overhandigde.' dat hij niet bevoegd is tot deelneming aan de verkiezing eene voor de verkiezing ter inlevering bestemde opgave bedoeld bij artikel 51, heeft onderteekend. Waalwijk, den 12 Maart 1904. De Burgemeester voornoemd, K. DE VAN DER SCHÜEREN. De Provinciale Regelings-Commissie voor de Paardenfokkerrij in Noordbrabant; Gezien artikel 12 der Wet op de Paardenfok kerij van 1901 (Staatsblad No. 156), artikel 15 van het Koninklijk besluit van 14 Augustus 1901 (Staatsblad No. 104) en voor de Commissievast- gesteld huishoudelijk reglement; Gelet op het schrijven van Heeren Gedeputeerde Staten in Noordbrabant van 18 Februari 1904 G. No. 143, 1ste Afdeeling, 2e Bureau, HEEFT BESLOTEN: A* uit te loven vijf premiën iedei van f1800. waarvan ééne voor elk der vijf keuringsdistricten Oss, Heusden, Zevenbergen, Birgen op Zoom en Eindhoven uit fe keeren na eiken dektijd, (uitcr- lijk einde December) in de jaren 1904, '1905 en 1906 en wel f 600.per jaar, voor den besten in de provincie Noordbrabant in te voeren dekhengst van tenminste dria en ten hoog3te 6 jaar, zullende de paarden geacht worden den leeftijd te hebben dien zij in den loop van het jaar der keuring zullen bereiken, onder de volgende voorwaarden en bepalingen: lo. dat de hengst telken jare voor het dek 9eizoen moet zijn goedgekeurd en in het tweede en derdejaar blijven voldoen aan de eischen dooi de Provinciale Keurings-Oommissie gesteld. 2o. dat de hengst moet opgenomen zijn in eene afdeeling van het Nederlandsch Paarden stamboek. 3o. dat de hengst, gedurende de jaren 1904 1905 en 1906 ter dekking moet worden gesteld in het district waar de premie is toegekend. 4o. Dat zoowel Koud— als warrabloedhengsten voor deze premie kunnen in aanmerking komen. 5o. dat de hengst gedurende het j«ar, w»arin hem bovenbedoelde bijdrage is toegekend, niet mag mededingen, naar de overige premiën of onderhoudsbijdragen, doorliet rijk of de provincie in dat jaar uitgeloofd. B, uit te loven voor liet jaar 1904, de volgende onderhoudsbijdragen voor dekhengsten van 3 jaar of ouder in de provincie Noordbrabant ter dekking gesteld en wel in elk der vijf districten: lo. voor het Koudbloedige rus. één onderhoudsbijdrage van f 250.— f 150.— f 100.— en 2o. voor bet Warmbloedige ras. één onderhoudsbijdrage van f250. f150.- flOO.- De Commissie is bevoegd, om voor het geval in een of meer districten, de premie sab A ge noemd, niet is kunnen worden toegekend, met de daardoor beschikbaar komende gelden der onder houdsbijdragen bedoeld 6ub B te verhoogen of het aantal te vermeerderen. Hengsten van 71/» jaar en ouder, die ondanks het bestaan van cornage zijn goedgekeurd, komen voor toekening van onderhoudsbijdragen niet in aanmerking. Ik heb Monseigneur niet in het Chatelet ge vonden, voegde hij er bij, maar daar ik wi9t dat die brief van groot gewicht was heb ik Monseig- neur's spoor maar gevolgd „Gij hebt zeer goed gedaan, zei de gouverneur, den brief aannemende.' M d'A1 Mint verbrak den omslag en opende het perkament dat er in stak. „Houdt ae fakkel even arahoog, zei hij tot den koerier en boog zich over den hals van zijn paard, ten einde beter te kunnen zien.' De koerier gehoorzaamde en M.jPAumont doorliep vlug den brief. Op eens maakte hij zulke verrassende bewe gingen dat zijn paard verschrok en zoo vlug op zij sprong dat M. d'Aumont zeker uit den zadel zou gegooid zijn, indien de koeiier niet vlug bet verschrikte paard bij den teugels had gegrepen. „Wat hebt gij toch?' vroeg graaf de Bernac nieuwsgierig. „Een ongelooflijk nieuws, zou ik bijna zeggen I" „Zou ik onbescheiden zijn, wanneer ik u daarvan mededeeling vroeg?* De gouverneur gaf aan den koerier een teekeu dat hij zich kon verwijderen en boog zich naar den graaf zeggendel „Daa: is weer van die La Chesnaye sprake en die zaak Deemt waarlijk een fantastieke uitbrei ding. Men zou op den duur aan hekserij gaan gtlooven.' „Hoe dat vroeg graaf de Bernac.' „Ik ga u iets in vertrouwen mededeelen. Ik moet u zeggen d.»t de bende, welke door den duivelscheu La Chesnaye is aangeworven, zich niet alleen vergenoegen met hun stroop tochten in de hoofdstad, doch die benden strekt zich nog uit over de provinciën Normandië, Aujou en Bretanje en omvatten die zelfs in een breedeu kring. Ze moorden en rooven dat het meer dan erg is, zoodat elke gouverneur der provinciën, welke ik daareven opgenoemd heb zich onledig houdt met die benden te bestrijden. Welnu, die brief is van den gouverneur van „Rouaan, wals gij hebt vernomeD. Hij meldt mij dat in den nacht tusschen den 7 en den 8 ilunrt vijftig zijner soldaten met de troepen van La Che6naye, door den bandiet in persoon aan gevoerd, in het boech van Morsemont handgemeen zijn gewordeD, en dat de soldaten van het gou vernement, na een verwoed gevecht, verplicht aMjMUMWMBBHiBga De keuringen zullen worden gehouden: te Oss, op Zaterdag 26 Maart te Eindhoven, op Dinsdag 29 Maart te Heusden, op Donderdag 31 Maart le Zevenbergen, op Vrijdag 8 April te Bergen op Zoom, op Zaterdag 9 April Zij die hunne hengsten naar de hiiryoorom schreven premiën en bijdragen wenschen te doen mededingen, moeten daarvan, uiterlijk voor 20 Maart e. k. bij den secretaris der Commissie den heer C. J. J. Daniëis, van Tuldcnstra t M. 39 te s Hertogenbosch schriftelijk aangifte doen in onderstaanden vorm lo. Naam van den hengst. 2o- Ras. Tuig— of Koetspaardenslag, Zwaar werkpaardenslag. 3o. Kleur. 4o. Kenteekenen. 5o. Ouderdom. 6o. Hoogte. 7o. Woonplaats en naamteekeriing van den eigenaar. '8Hertogenbosch. 29 Februari 1904. De Provinciale RegelingsCommis.-ie voornoemd, L. J. C. BOGAERTS, Voorzitter. DANIËLS, Secretaris-Penningmeester. Advkrtisntikn 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groot* letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven, worden Smaal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contracten gesloten. Reclames 15 cent per regel. KK2 Er is zeer zeker geen ingewikkelder pro bleem dan het economisch o"er- en doorzien van het complex van belangen eener producee- rende en consumeerende maatschappij Een bewindsman, die zich tot dat moeilijke en omvangrijke werk neerzet, begint aan een reuzentaak, welke zijn volle intellect in beslag ueemt. En meent hij eenmaal aan liet einde dier taak gekomen te zijn en de resultaten tr van in een wetsontwerp te hebben neergelegd, dat ten do-1 heeft be vordering dier belangen tenerzijds en ver sterking der staatsinkomsten anderzijds, dan is het waarlijk niet te verwonderen, dat er wel wat op dat eindresultaat valt af te dingen. Niet alleen toch, dat die verschillende belangen zoodanig in elkaar grijpen, dat et-u bevoordeeling van het eene soms een benadeeling van het andere met zich kan brengen, maar ook en hierop dient vooral de nadruk gelegd te worden staan deze twee principieele zienswijzen als zuivere antipoden tegenover elkander. De eene toch ziet een rationeele bescherming der econo mische belangen der massa in een vo'komen vrij handelsverkeer, terwijl de andere die volkomen vrijheid niet wenschelijk acht. Dat en 't is zeker geen nieuws, wat hier gezegd wordt is de kern van den sirijd, die in de naaste toekomst zal moeten worden uitgestreden, tenminste en wij voegen er dit dadelijk bij als we dagbladen als de N. R., het Hbld. en de N. Aruh. Crt. gelooveu moeten. Deze toch beweren op waren terug te trekken. „Wat, riep de graaf uit, La Che8naye bevond zich dienzeifden nacht nog in Rouaan.» „Het schijnt dat hij niet eigen hand nog dri. soldaten van het gouvernement gedood heeft, zooals althans het verslag van den bevelvoerenden luitenant luidt. Dienzelfden nacht dus tusschen 7 en 8 Maart, hebben twee soldaten van den wachtpost La Chesnaye ondanks zijn vermomming herkend op de Pont Neuf, eenige oogeublikken na het plegeu van den misdaad, waarvan ik u heb gesproken; hel verslag van den gouverneur van Rouaan beweert dat die elfde La Chesnaye op datzelfde uur ïd het bosch van Morsemont was, en de man, die wij ondervraagd hebben, zegt dat hij den kapitein in zijn huis gezien heeft op hei oogenblik dat de moord te Parijs en het gevecht in Rouaan plaats haddeD. Wal deukt gij daarvan, mijnheer de graaf de Bernac? „Ik denk dat die bandiet overal te gelijk kan zijn.' „Scherts niet, de zaak is veel te ernstig, mijnheer de graat.' „Welnu, mijnheer de gouverneur, mijn ge dachte is, dat de vijand van den edelman die op de Pont Neul gedood werd, een lafaard is die lage individuen bezoldigd heeft, en die de moord bedreven hebben om hun geld te winnen en dat die moord ten onrechte op rekening van den kapiieiu La Chesnaye aangeieekend wordt, wiens naam te veel gekend is eu tot dekmantel schijnt te dienen voorul de gewelddaden welke ia de hoofdstad bedreven woiden. Ik denk, ten laatste, dat uwe soldaten der wacht zich bedrogen hebben of door den moordenaar zelveu omgekocht werden om al de schande van de misdaad op een ander te werpen." Indien ik u iets mag aanraden, doe dan den laffen edelman, den waren pleger van den moord, zoo gauw mogelijk in de gevangenis werpen en laat hem nel zoo laDg pijnigen, tot hij heeft bekend. „Zwijg, graaf de Bernac, zei de gouverneur wrevelig, dit middel is niet mogelijk.' „Ila, de edelman in kwestie behoort zeker tot een groote en machtige familie.' „Ja, zijn iamilie is zeer machtig.' „Hoe is zijn uamn „Ondanks al de vriendschap die ik voor u ge- hoogeu en beslisten toon, dat met het tarief- ontwerp van Mr. Harte gebroken wordt met onze beste traditie op het punt van handels politiek, n.l. de politiek dor handelsvrijheid. En nu moge de regeering nog zoo uitdruk kelijk beweren, dat dit ontwerp slechts een fiscaal karakter heeft en in geen geval be doelt noch kon zijn, een algeheele omver werping van ons vrij handelsverkeer, die heeren redacteuren, welke een „blauwe Maandag" dat stuk werk van jaren onder de oogen hebben, overzien met één oogopslag de strekking en gevolgen van dit veelom vattende ontwerp en werpen den stoeren werker van jaren, die alles gewikt en gewogen heeft, hun vernietigende critiek van een dag fOverlezens", plompweg voor do voeten. Wij kunnen er niets aan doen, maar op ons maakt dit journalistiek bedrijf den indruk van een oppervlakkig afmiaksysteem, niet geïnspireerd door een op goede gronden gevestigde overtuiging, maar door be vooroordeelde partij-politiek. En toch, als er sprake kon zijn vau een onderwerp, dat buiten en boven de politiek kon staan, dan is het wel de materie, in het ontwerp van Mr. Harte bewerkt. Het ministerie Pierson- Borgesius, waarvan de eerste wel de vaan deldrager kan genoemd worden van 't heir der vrijhandelaars, meende toch ook in een dergelijke hervorming het met hun vrijhan delsprinciep niet strijdende middel gevonden te hebben ter versterking der inkomsten. Hoe kan men dus ï.u beweren, dat onze aloude t r.-. dit ie in deze wordt prijsgegeven Vloet ook bij deze oppositie gedacht worden aau het spel, waarvan de Staudaard laatst gewaagde Men zou het haast gaan gelooven. Inmiddels, dit nieuwe ontwerp onzer werk zame regeering zal een gereede aanleiding zijn, om de verschillende belangen van onderscheidene categoriën, onzer nijvere en landbouwende bevolking op den voorgrond te brengen. En zeer zeker zal daarbij te aanschouwen :ïijn, een vreedzame, papieren- strijd dier belangen onderling, die zoo hij objectief gevoerd wordt tot klaarheid en helderheid moet leiden. Wordt hij echter gevoerd met te stijt den belangen eu belangetjes bril op den neus, zoodat men wel de boomen, maar niet bet bosch ziet, dan is het te vreezen, dat die strijd onvruchtbaar en onverkwikkelijk zal worden Hierover nog een enkel woord in 't middei te brengen, ook en vooral in verband met onze eigen industrie, zij na deze eenigs zins lange, doch o. i. niet ovetbodige in leiding het doel van een tweetal artikeleu. voel, kan ik ze u niet toevertrouwen.» De graat begon eens te lachen. „Wil ik u dien naam eens zeggen welke gij mij niet durf toevertrouwen? vroeg hij terwijl hij zich over zijn zadel heen boog, om dichter bij de gouverneur te zijn.' „Hoe, zou gij die naam kennen, vroeg de gouverneur.' „Ja, hoe Het is hertog Mercoer, zeer bekend om zijna lafheid.» De gouverneur werd zoo bleek als een doek. „Hoe hebt gij dat geheim doorgrond? Ik dacht dat ik zulks alleen wist.» „Wat geeft dat I als ik maar geen misbruik maak van dat geheim.' Maar, ging de graaf voort terwijl hij vau toon veranderde, wij zijn aan de poort van tie fair aangekomen. Graaf de Bernac liet zijn paaid weer stilstaan, en zei Waarde gouverneur, nu is het uur gekomen dat wij moeten scheiden. Ik geloof dat gij uwe politiebezigheden moet gaan verrichten en ik ga naar Jonas, waar Saint Luc, Brissac, La Guiche, d'Hubau, d'Ocqueire en eenige anderen met mij hebben afgesproken om een partij biljart te spelen. Ik moet dus licks, terwijl u rechtsaf moet slaan. Wij zullen elkaar waarschijnlijk niet meer ontmoeten, veroorloof mij daarom een vraag, welke ik in uw belang doe, te 6tellen. „Gaat u gang, mijnheer de graaf, autwoordde de gouverneur.» Welnu, nog juist zei u, dat ge nsar de fair Saint—Germain g at met het doel om daar kapi tein La Chesnaye aan le houden. „Dat is zoo.' „Eu blijft gij bij uw plan.» „Zeker, graaf, eu nu meer dan ooit.' „Zelfs na hetgeen gij gehuord hebt? Zelfs na het ven lag van den gouverneur van Rouaan dat gij ontvangen hebt .Zeker, er is iets geheimzinnigs in die zaak en het is mijn plicht dit te ontcijferen.' „Gij zijt dus zeker, dat La Chesnaye op het oogenblik op de fair ls „Daarvan ben ik vast overtuigd.' „Dus niets kan u vau plan doen veranderen.' Wij willen dan ten deze beginnen opte merken, dat men goed moet onderscheiden, waarom het direct en indirect gaat. Direct gaat het om een hervorming, welke in de lijn van het regeeringsbeleid dezer regeering ligt. Niet, omdat ze christelijk is, want reeds boven stipten we het aan ook een libe raal ministerie had een dusdanig ontwerp gereed, maar, omdat deze regeering andere, sociale hervormingen in uitzicht heeft ge steld, waarvoor bet meerdere, door dit ont werp als wet werkende, verkregen, zal aan gewend worden. Nu rijst de vraag ls bet middel voor dit doel goed gekozen of niet Is de prijs daarvoor niet te hoog Het middel is n, o. b. in. goed. Immers, de directe belastingen verhoogen, ging niet meer en onze nijverheid bad wel wat meer dere fiscale bescherming noodig, terwijl liet boog tijd werd, dat wij represaille maat regelen konden nemen legen te lastige en maar grenzensluitende naburen. En ook de prijs is niet te hoog te noemen, De eerste levensbehoeften, als graan meel en koffie worden toch niet belast eu het reeds zoolang aangekondigde» „dure brood* zal dus den kleinen man niet verontrusten. Dit direct. Indirect gaat het om hot behoud dezer regeering of niet. Wordt de opgewekte belangenstrijd zoo gevoerd, dat er van onderling overleg sprake kan ziju, dan zal, ook Minister Harte voor grondige en gemotiveerde critiek niet doof wezen. Trouwens dat heeft hij reeds be wezen, wat betreft de wijziging omtrent het in 't voor-ontwerp voorgestelde voor tabak. Bovendien is er een ontwerp van wet, waarbij aan onderling overleg tusschen Kamer en regeering en kundige vakmannen behoefte bestaat dan is het dit wel. Zoo schijnt het ons toe, dat de opmerking van het Huisge zin omtrent hot petroleum-recht geen stem als die van een roepende in de woestijn zal zijn, ja, dat zij zeker zal weerklinken aan de regeeringstafel en door ampele overdeuking waardig gekeurd zal worden. Maargaat men, ook van christelijke en speciaal kat holieke zijde agiteereu op een wijze, welke gelijkt op die van de oppositie, dan kan er geen sprake zijn van samenwerking en wordt noodwendig het staatkundige leven van dezen Minister van Financiën en daarmede hoogst waarschijnlijk van de geheele regeering af gesneden. En dat zou men aan onze, d. i. de christelijke zijde toch allerminst wenschen Die prijs ware toch te hoog. Te meer klemt dit, wijl er aan de overzijde een politieke chaos is, die wel een kabinet d'affaire zou kunnen opleveren, maar zeker geen regeering „Niets, inderdaad niets, mijnbeer de graaf mur veroorloof mij u op mijn beurt te zeggeidat ik niet begrijp waarom gij mij zoo kunt onder vragen over dien bandiet, en nog veel minder begrijp ik bet groote belang, dat gij zijne zaak schijnt toe te dragen.' De graaf antwoordde niet en beet met zichtbaar ongeduld op zijn knevel, hij scheen met dit ant woord teleurgesteld te zijn. Na eenige oogeublikken zei hij weer: „Mijn waarde gouverneur, de belangetelling dien ik jegens dien bandiet aan den dag leg, zooals gij dit noemt, en het overgroote belang, dat ik hem schijn toe te dragen, worden heel goed uitgelegd, door hetgeen voorgevallen is tijdens het getuigen-verhoor van het gerechtshof van Parijs toen ik pogingen aanwendde om in het bezit terug gesteld te worden van den naam, de titels eu de goederen mijner voorvaderen. Denk eens na dat ik vijftien jaar bij een ellen deling doorgebracht heb, en dat kapitein La Chesnaye gedurende al dien tijd doorgegaan heeft als de moordenaar van mijn ouders en dc pleger van de afschuwelijke misdaad waarvan ik het slachtoffer was: Doch La Chesnaye is geheel onschuldig. De debatten en pleidooien hebben dit genoegzaam bewezen en het gerecht heeft die onschuld erkend. Ik beschouw mij dus alsof ik iets verschuldigd ben aan dien armen drommel, die zoolang als misdadiger heeft te boek gestaan. Gij kunt het mij dus niet kwalijk nemen, dat ik voor die man wat toegevend beu. Ik neem goed aan da', hij voor u en voor iedereen een booswicht van het ergste soort ip maar voor mij is het een onschuldige, die bijna gestraft werd voor een aanslag dien hij niet bedreven had, en, wie weet, of die valsche be schuldiging er niet toe bijgedragen" heeft hem op den slechten weg te brengen De gouverneur antwoordde niet. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1904 | | pagina 1