Nummer 30.
Donderdag 14 April 1904.
27e Jaargang.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
AN TOON TIELEN,
Bekendmaking.
Uitgever:
1NJJ LSIR VEELEIS.
FEUILLETON.
IN EER HERSTELD
DE GEHEIMZINNIGE BANDIET.
BUITENLAND.
Spanje
Duitschland.
Rusland en Japan.
BINNENLAND.
iwiii'i TrrrmininiTiiaiiiiHini nuan np»Hinfcinm
WAALWIJK.
Nog eens Het tiende Congres
der S. D. A. P.
De Echo van het Zniden,
cii liaiigstniatsclie Courant,
Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond,
.abonnementsprijs per 8 maanden f0."5.
Franco per post door het geheele rijk f 0.90.
Brieveningezonden stukken gelden enz., franco te zenden aan den
Uitgever.
De Kamer van Koophandel en fabrieken
Ie Waalwijk houdt zich onledig met het
opmaken van het verslag over 1903.
Heeren Industriëelen worden verzocht
hunne opgaven voor het verslag zoo spoedig
mogelijk aan den voorzitter in te zenden.
De Kamer van Koophandel en Fabrieken
voornoemd.
Burgemeesters en Wethouders van Waalwijk
asken bekend, dat door Jo«, van der Zanden te
leooijen bij hen is ingediend een adres om
lergunning tot verkoop van sterken drank in 't
;|«in in een hais staande alhier in de Putsteeg
wijk A. no 365.
Waalwijk 5 April 1904
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
K. de van der Schueren.
De Secretaris.
F. W. van Liempt.
Het komt herhaaldelijk voor dat Nederlandsche
Werklieden door berichten in de nieuwsoladen
ol door daartoe uitgezonden agenten, soms met
reritrekking van reisgeld voor de heenreis naar
Dnitschland worden gelokt ten behoeve van
industrieele ondernemingen, terwijl bij aankomst
Ier plaatse blijkt, dat zij niet gebruikt kunnen
worden. Het is daarom geraden, dat die werk
lieden, alvorens op zulke berichten af te gaan,
of zelf öf door tusschenkomst van den Burge
meester hunner woonplaats zich wenden tot aen
Merlandschen consul in de streek waar die
oodernemingen gevestigd zijn, om inlichtingen
omtrent vooruitzichten tot het bekomen van
werk, loonen en huurprijzen der woningen, al
daar.
Op uitnoodiging van den Minister van Bin-
oenlandsche Zaken wordt de aandacht van
belanghebbenden hierop gevestigd.
Waalwijk den 12 April 1904
De Bargeraee9ter
van Waalwijk
li. de van der Schueren.
Jacht en Visscherij.
De Burgemeester der gemeente Waalwijk
maakt bekend, dat dagelijks van 4 tot 12 uur
Ier secretarie verkrijgbaar zijn blanco aanvraag
formulieren ter bekomiDg eener jacht en viseh-
ikte en kostelooze vergunning om te vischen.
Waalwijk, 11 April 1904.
De burgemeester voornoemd,
K. DE VAN DRR SCHUEREN
Een tweede driestar zij nog aan dit Con
gres gewijd. En dan moge ten eerste ge
releveerd worden, het cynisme van den heer
hoofdredacteur van *Het Volk„ omtrent
OF
Bewerkt voor „He"Echo van het Zuiden,"
j DOOR J. V. E.
23)
Men zocht overal den intendant, dien men van
medeplichtigheid begon te verdenken.
Doch eindelijk werd hij in bet kamertje ge-
roeden. Het bloed sprong hem uit zijn polsen,
«o voeten, zoo vast waren de koorden gebonden.
Zoodra hij den markies merkte, reikto hij den
brief over, die La Chesnaye hem gegeven had.
M. d'Assigny onderzocht het papier'met aan
Jacht. Zijn schrift, zijn handteeken, zijn zegel
•o dit van den gouverneur van Rouaan waren
'oo goed nagebootst, dat, indien hij het niet te
goed wist, hij geaarzeld zou hebban.
Nu echter verklaarde hij dat het valsch was en
niet door hem geschreven.
Zoodra de oom vaD Jeanne in staat was, wa3
bij zijn nicht gaan zoeken, want hij was zeer
ongerust geweest over hare afwezigheid tijdens
Je plundering.
De kamer van haar was ledig.
Doch op het bed van het meisje lag de laatste
ief van André, waarin hij het kasteel met
overrompeling bedreigde.
De hovenier kon echter niet lezen en gaf
J»aiom dien bewuste brief aan den markies,
"elke na het lezen daarvan heftig te keer ging
'D zweerde dat hij zijn recht zou doen gelden.
Een uur later kwam een houthakker vertellen
J&t hij Jeanne gezien had, die door een schutter
te paard werd ontvoerd.
Er kon niet langer getwijfeld worden. Men
Jacht dat de verloofde van des hoveniers nicht
'ijne bedreigingen ten uitvoer had gebracht, en
Jat zijn collega's hem geholpen hadden en toen
tevens tot de plundering waren overgegaan.
De markies zond onmiddelijk een klacht naar
gouverneur t au Rouaan, waar men tevens
Adveetentibn 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groote
letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven,
worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en
advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contraeten
gesloten. Reclames 15 cent per regel.
den eerbied voor de godsdienstige overtui
gingen zijner medeburgers.
Wel verklaarde deze heer nooit moedwillig
iemands godsdienstige gevoelens te willen
krenken, maar toch moet men, zoo merkte
hij in één adem op, niet vergeten, dat
„spot* ook een machtig wapen is. „Moppen*
tegen den godsdienst en zijn bedienaars vond
hij, die niemands godsdienstige overtuiging
moedwillig wilde krenken, zeer zeker geoor
loofd en 't speet hem daarom, dat de h. h.
Schaper en Redelé, in Eindhoven over zoo'n
mop aangevallen, ongelijk hadden bekend.
Zij hadden die „mop* moeten uiteenzetten,
dat ware beter dan ongelijk te bekennen
Fraai, niet waar
Ook waren de heeren tegen 'i tarief-
ontwerp. Natuurlijk, al wa9 het alleen
maar, omdat het van deze regeering komt.
M»rx en Engels mogen dan nog zoo tegen
den vrijhandel zijn geweest, de wraakneming
op deze „christelijke beulen* doet die heeren
hunne beginselen eenvoudig over boord
werpen.
Ook «1e Noordbrabantsche industriëelen
moesten een veer laten. Deze waren, vol
gens Mr. Troelstra, de grootste uitzuigers.
Het is toch maar jammer, dat er in Waal
wijk geen zaal voor dien heer disponibel is,
dan kou hij het die Noordbrabantsche uit
zuigers eens van aangezicht tot aangezicht
zeggen, 't Is waarlijk spijtig. Zoo'n beetje
„rumor in casa* is wel eens aardig en
frischt op.
Over de algemeene werkstaking waren het
de heeren ook niet eens. De eene noemde
ze wel een strijdmiddel voor het proletari
aat, de andere niet. En de motie van het
Partijbestuur liet de zaak schemerachtig.
Ja, dat anarchistisch avontuur zit de
heeren nog in de maag. Er zijn te veel
slachtoffers gemaakt en nu moet er een
middenweg gevonden worden en de moge
lijkheid, om er aan mee te kunnen doen,
als het weer eens zoover zou komen, toch
nog openstaan. Anders gingen de anarchis
ten alleen met den buit strijken. En dat
kan toch niet. Daarom mag een politieke
algemeene werkstaking nog wel, maar de
volstrekt algemeene werkstaking niet, want
die zou ook de arbeiders dooddrukken, zie
je, en de middenstof naar de tegenpartij
doen overloopen. De tactiek veroorlooft het
dus niet en die is bij die heeren alles.
Over het immoreele spreken ze niet, dat
ligt buiten hun sfeer. Dt dubbelzinnige
motie van het P. Bestuur werd toch aange
nomen en wel met een meerderheid van 135
constateerde dat André met eenige zijner collega's
dienselfden nacht dt stad verlaten hadden, doch
slechts voor een nacht. Men voegde er nog aan
toe, dat zij dien nacht in het bosch van Marome
hadden doorgebracht.
De ongelukkige schutter die naar niets anders
dan naar zijn liefde luisterde, was er inderdaad
in geslaagd eenige zijner coll ga's mede naar het
kasteel te krijgen, doch zij kwamen te laat.
Hij, wien hij vervloekt, was hem voor geweest.
De zaak werd spoedig onderzoent. Alle
bewijzen spraken echter tegen hem en zijn
eollega's.
De vreeselijkste folteringen der pijnbank
werden op hen toegepast en die vreeselijke
pijnen onrukte aan eemgen de bekentenis eener
daad, die zij niet bedreven hadden,
ndré weerstond de vreeselijkste pijnen en
hende hardnekkig, doch het gerecht was
rtuigd van hun schuld en veroordeelde hem,
nals zijn collega's tot de galg.
'en paar uur voor dat hij zijn straf zou
dergaan, kwam de gouverneur bij hem in de
cel en deelde hem mede, dat de koning hem
genade verleende, voor zijne vele diensten aan
het gouvernement bewezen, doch dat zijn collega's
de doodstraf moesten ondergaan en dat hij deze
zou moeten bijwonen.
Zonder dat de gouverneur naar hem wilde
luisteren, deed hij Audré buiten de cel zetten.
Hij wooade de s rafuitvoering zijner vrienden
bij en zwoer, op hunne lijken, ejn vreeselijke
wraak te nemen.
Bij het verlaten der stad ontmoette hij een
houthakker, die hem mededeslde, dat hij Jeanue
den dag na den diefstal in het bosch had gezien
eu haar eenige oogenblikken had kunnen spreken.
Zij had hem medegedeeld hoe zij in handen van
La Chesnaye was gevallen.
Helaas, het was te laat om het gerecht hiervan
in te lichten; zijn collega's hadden de doodstraf
reeds ondergaanzij waren onschuldig veroor
deeld.
Audié keerde niet naar Rouaan terug maar
begon naar Jeanne en hare ontvoerders te zoeken.
Gedurende zes weken had hij de geheele
provincie doorzocht, doch hij had niet het
minste spoor kunnen vinden.
»Uw vriend André, zei Babin, msg dengene die
hem uit de klauwen van den beul heeft gered, wel
tegen 39 stemmen. Doch „lieb Valer-
tand, kann's ruhig sein* de heeren dach
ten, dat het nog wel 25 jaren zou duren,
eer het weer tot eene algemeene werkstaking
zou komen.
Ook de a. s. Statenverkiezing kwam ter
sprake, doch dit schoteltje viel tegen. In
elk geval tegen de regeeriug. Natuurlijk
Wat de propaganda in liet Zuiden betreft,
de afgevaardigde van Tilburg meende, dat
er in Brabant best proselieten te maken
waren, mits daar een geschoolde propagan
dist gezeteld is, die de tegenpartijders ook
op wetenschappelijk gebied kan staan.
Een niet onaardig compliment voor het
donkere Zuiden I Ook op wetenschappelijk
gebied I De heeren moeten er dus beslagen
ten ijs komen, anders....? Nu, als ze komen,
zullen we trachten hen te slaan.
Aan het slot van dit Congres, waarvoor
90, zegge 90 voorstellen op de agenda
stonden, waarvan er 53 zijn behandeld (het
lijkt iets op da gewone taktiek veel be
loven, maar niet volbrengen) vertelde de
welbekende Oudegeest, dat het Congres stond
in 't teeken van den steen. „Er was*, zeide
bij, „met steenen gesmeien.* Nu, dat hoort
er zoo bij, waar de heeren bij elkander komen.
Ook werd er nog over geklaagd, dat de
christelijke kleine pers met modderen beer
gooit. Ba, hoe vies Indien het waar is,
we willen de heeren nu eens gelooven, van
wie zou ze het dan geleerd hebben Alles
te zarnen genomen, dit 10e Congres heeft
wederom aangetoond, dat er groote werk
kracht in de S. D. A. P. zit en dat er
groote tegen-activitsit moet ontwikkeld wor
den, om vooral in 't Zuiden deze anti
godsdienstige partij geen vaste basis te doen
krijgen. Opgepast dus 1
TeDgevclge van den dood van ex-konin
gin Isabella, zijn alle feesten ie Barcelona
opgeheven, met uitzondering van het bezoek
aan de abdij van Montserrat, dat meer een
religieus karakter draagt. De reis. van den
koning zal slechts een geringe wijziging on
dergaan.
Zaterdagavond vergaderde de ministerraad
om besprekingen te houden betreffende het
overbrengen van het stoffelijk overschot van
koningin Isabella- De lijkdienst zal gelijk
tijdig te Madrid en te Barcelona gehouden
worden.
Gisteren bezocht een talrijke menigte het
dankbaar zijn. Het zal ongetwijfeld wel een
zeer invloedrijk persoon geweest zijn?
„Dat kan wel. Nu weet hij echter nog niet
wie hem heeft gered.
„Dat is aardig.
„Weineen, André is tonder de minste nadere
verklaring uit de gevangenis ontslagen en hij is
na de ophanging van zijn collega's niet meer in
Rouaan geweest. Maar hij zal het wel ooit te
weten komen wie of z'n redder is, want toen
hij zwoer dat hij zich op La Chesnaye zou
wrekeD, zweerde hij ook dat hij eenmaal zijn
redder zou leeren kennen.
„Dus hij weet nu nog niet wie zijn redder is.
„Dat weet ik niet.
Mijnheer Babin maakte een ongeduldig on
teleurstellend gebaar.
„Ik heb het u wel gezegd, dat wij niets zouden
weteD, zei een der gezellen van Babin heel stil.
«Maar Ik vind dat wij reeds eene nogal be
langrijke zaak weten, antwoordde Babin.
„Wat dan P
„Dat Giraud bestaat.
Dan wendde hij zich tot den schutter die in
gedachten verzonken zat.
„En wat is er nu van die'armen André ge
worden, vroeg hij.
Vandaag, hernam de schutter bijna schreeuwend
draagt schutter André den naam van Giraud en
hij is naar Parijs gekomen, om zijn eed te vol
brengen, want hij heeft vernomen, dat La
Chesnaye zich in de hoofdstad bevindt.
„Nu, Giraud dan, uw geschiedenis is inderdaad
zeer belangwekkend en zij heeft een diepen
indruk op mij gemaakt en zoo gij ooit mijn
diensten noodig hebt, dan kunt gij over inij
beschikken.
„Dank u, antwoordde Giraud.
Ik heb u mijn levensgeschiedenis verteld, doch
het overige gaat mij alleen aan. Ik heb mijn
plan vastgesteld
God alleen weet wat ik geleden heb en God
alleen en ik zullen weten wat degenen zullen
lijden, die mij de vrouw ontnomen hebben die
ik beminde, die mij aan de pijnbank overge
leverd en die mijn onschuldige collega's hebben
doen dooden.
„Die man is te vreezen, mompelde een der
bandieten mijnheer Babin in het oor.
„Welnu, wij zullen hem in 'toog houden,
paleis van Castilië te Parijs, waar in den
grooten salon het stoffelijk overschot van de
overledene was tentoongesteld.
Gouverneur Leutwein meldt uit Okahandja
dat hij op 9 dezer, vereenigd met de hoofd
afdeeling onder overste Dürr en de westelij
ke afdeeling onder le luitenant Von Estoiff
de hoofdmacht der Herero's ter sterkte
van ongeveer 3000 geweren bij Ougauhira
heeft aangegrepen. Na een gevecht, dat acht
uur duurde, werd de sterke vijandelijke stel
'ing doorbroken en werden de teger. standers
aan alle zijden teruggeworpen. Gesneuveld
zijn luitenant Von Estorff, luitenant Erffa en
twee cavaleristeo, zwaargewond luitenant
Rosenberg eu vijf cavaleristen lichtgewond
vijf cavaleristen. De verliezen van den vijand
ziju zwaar. Van de afdeeling Glasenapp is
geen nieuws.
Oorlogskansen.
Kapitein Loffler geeft in het driemaande-
lijksch orgaan voor krijgskunde, dat door den
Duitschen generalen staf word uitgegeven, een
overzicht van de krachten van beide oorlog
voerende mogendheden.
De kern van de Russische macht ligt niet
in Oost-Azie maar in Europeesch Rusland.
Ruslauds kracht ligt in het verbazend groo
te grondbezit en Japan kan zijn vijand in
deze kern niet treffen. Zelfs een volmaakte
vernietiging vaD Rusland verkeer ter zee, een
beslissende overwinning op de Russische vloot
beteekent geen merkbare verzwakking van
Ruslands kracht.
Ook een belangrijk verlies van land in
het Verre Oosten zou Rusland niet treffen.
En aan een aanval van de Japausche vloot
op Europeesch Rusland valt wegens het al
te avontuurlijk» van een dergelijke onderne
ming Diet te denken Zelfs al waagden de
Japanners in zoo'n onderneming, dan heeft
Rusland nog troepen genoeg om eiken aanval
met kracht af te slaan.
Bij gevolg kan Japan Rusland nooit een
beslissende nederlaag toebrengen. Rusland
blijft wanneer men mag veronderstellen,
dat de overige Europeesche mogendheden
haar neutraliteit zullen bewaren altijd in
staat, nieuwe krachten naar het oorlogstooneel
te zenden.
De schrijver is echter van oordeel, dat
Rusland evenmin in staat is, Japan een be
slissende nederlaag toe te breDgen. Hg ver
klaart dit op de volgende wijze.
Om Japan te vernietigen moet men de
Japansche vloot onschadelijk maken. Nu is
de Russische vloot niet juist Ruslands grootste
kracht. Daarom zal het de groote vraag ziju
of die vloot ooit in staat zal zijn, een volstrekt
overwicht ter zee te bevechten. En zelfs
wanneer zij hierin slaagt is de kans niet
uitgesloten dat een of meer mogendheden er
zich tegen verzetten, dat de Japansche sche
pen van de open zee verdwijnen.
Gebeurt dit niet, dan wordt Japan on
getwijfeld gevoelig getroffen. Als eilandenrijk
kan het moeilijk buiten een groote vloot. Doch
weerloos is het rijk daardoor niet geworden.
Wie Japan kent, zal moeten toegeven, dat
het voor den vijand uiterst moeielijk zal zijn
daarin binnen te dringen. Men mag daarom
de kans op een inval van Rusland in Japan
uiterst gering noemen.
Maar waarschijnlijk is het Rusland ge
noeg, waaneer de vijand van het vasteland
verjaagd is en dus gaat het slechts om eeu—
strijd tusschen een mogendheid, die den
vijand naar eigen gewesten wil terugdrijven
en een andere, die met alle geweld haar
grondgebied op het vasteland wil uit
breiden.
Uit Nioetchwang.
De berichten over het oprukken der Ja-
panne *5 in Korea en de aankomst van Ja
pansche transportschepen op de Yaloe doen
btj het garnizoen vrees ontstaan voor een
mogelijken aanval der Japanners.
Zondagavond ontstond min of meer een pa
niek door een verkeerde opvatting van signalen
de forten begrepen bet stelsel van seinlich
ten, waardoor aan den mond van de rivier
den schepen die naar zee gaan, wordt ge
wezen, waar het diepe vaarwater is verkeerd
en losten 24 schoten op loodsvaartuigen en een
koopvaardijschip die naar buiten gingen.
Door het vuren werden de inwoners be
angstzij meenden dat de stad werd aan
gevallen. Onder het garnizoen ontstond groote
opgewondenheid en twee Chineesche matrozen
door het schieten bevreesd geworden trachten
de rivier over te zwemmen, bij welke poging
zij door schildwachten die er ook niets van
begrepen, maar gevaar zagen, werden dood
geschoten.
antwoordde deze koelweg. Gij kent hem nu
belast er u dus mede.
Op dat oogenblik kwam een personage de
winkel binnen, gekleed als een werkman, die
niemand van het gezelschap scheen te kennen,
althans hij groette of sprak tegen niemand. Maar
toen hij voorbij La Chesnaye en zijn handlangers
kwam, begon hij vreeselijk en erg opmerkend te
niezen.
Babin stond daarop oogenblikkelijk op, be
taalde zijn gemaakte vorteering en verliet met zijn
handlangers den winkel.
„Vaarwel, waarde Giraud, wij gaan naar huis
want het wordt zoo zoetjes aan laat.
Weet gij waar ik woon Rue de la Vannevie
in de Gouden zon. Ik zal gelukkig zijn wanneer
ik u van dienst kan zijn
De bandiet met het bleuwe vest aan was het
laatste in den winkel gebleven en terwijl Babin
Giraud vaarwel zei, was hij tot een groep per
sonen genaderd, die het avondmaal zaten te
gebruiken.
Voorbij de tafel gaande waar zij rond zate®,
deed hii het mes van een hunner vallen.
„Pardon, zei
Hofberichten.
Naar Reuter ons meldt, hebben de Ko
ningin, Prins Hendrik en de hertogin van
Mecklenburg gisteren een bezoek gebracht
aan Pompeji. Gisteren avond zijn zij in
Sorrento teruggekeerd. In de steden en
dorpen waar zij doorkwamen groette hen de
menigte eerbiedig.
Aan de Magdeb. Ztg. wordt uit Napels
geseind
Koningin Wilhelmina en prins Hendrik
der Nederlanden blijven tot den 2Üsteu in
evallen,
uisteren
hij, eu bukte zich om het mes
op te rapen.
„Dengene waar het mes van was
bukte zich eveneens, zoodat tij konden
zonder dat dit werd opgemerkt.
Tot weerziens, meester Jacques, goeden nacht
mijnheer Thomas, zei Babin, die aan zijn vrienden
walke even als hij in het midden der straat
stonden, de hand gaf.
„Gaat gij met ons mee naar huis? vroeg een
hunner.
„Neen,
Marteau,
spreken.
„Salut dan.
De twee bandieten liepen nu de richting der
markt heen.
Babin deed wat hij gezegd had, hij trad den
winkel van den goudsmid binnen. Het was
diezelfde winkel waar Mattheas en Jacqueline
hadden voorgestaan.
Giiaud stond toen nog altijd op den drempel
van de deur.
Indien hij Diet te zeer in gedachten verdiept
was, kon hij dus Babin den winkel van Marteau
zien binnen gaan.
ik ga nog even naar mijn vriend
den goudsmid binnen, ik moet hem
Er waren nog geen vijf minuten verloopen
of en kleine troep, uit een 12 tal soldaten
bestaande, verscheel aan den ingang der straat.
Op hetzelfde oogenblik kwam er uit een der
strateü, die op de plaats uitliep, een tweede
troep die ongeveer even sterk was als de eerste
en die den ingang der straat afsloot waarin de
winkel van den brader gelegen was.
Die beweging lokte aanstonds de nieuws
gierigheid der voorbijgangers en die der lieden
welke in de kramen en winkels nog vertoefden.
„De politie, de politie, riep men langs alle
kanten.
De daders waren zeker dezen, die zich in den
braadwinkel bevonden, want deze werden geheel
omsingeld.
Eenigen wilden er uitgaan, doch ds sergeant
belette hen zulks.
„Wat gebeurt er toch vroeg de waard met
dio ontroering, welke aan eiken koopman die
zich in den verkoop zijner waren bedreigt ziet,
eigen is.
De luitenant zal het je dadelijk komen vertellen
wat of er gebeurd, antwoordde de sergeant.
Een oogenblikje geduld dus.
De luitenant, die het commando over den
tweeden troep voerde, kwam daar juist aan en
had Roodborst, den spion, welke tusschen twee
soldaten liep, bij hem.
De luitenant deed zijn troep stilstaan eu de
straat afzetten op ongeveer tweehonderd stappen
van de plaats waar de eerste troep had plaats
genomen.
Ouder de winkels dio aldus werden bewaakt
behoorde ook die van den goudsmid waar Babin
was binnen gegaan.
De luitenant trad met den spion en zijn
geleider vooruit.
Juist toen de luitenant voorbij den goudwinkel
ging kwam een joDge edelman er schaterlachend
uit.
„Wel zijt gij het, mijnheer de Villiers, riep
de jonker op luchfigen toon uit.
„Verduiveld, wat komt gij op de markt deen?
„Mijn plicht, mijnheer de graaf de Bernac,
antwoordde de luitenant, diep buigende.
(Wordt vervolgd.)