Nummer 62. Zondag 7 Augustus 1904. 27e Jaargang. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Eerste Blad. Brieven uit het Noor AS TOON TIELEN, Dit nummer bestaat uit TWEE BLADEN Bekendmaking. Landbouw Uitgever: xxv f/ FEUILLETON. IN EER HERSTELD DE GEHEIMZINNIGE BANDIET. Dit Blad verschijnt W o e n s d a g- en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 3 maanden f0.~5. Franco per post door het geheele rijk f0.90. Brieveningezonden stukken gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. WAAL WIJ K. Advertkntiën 17 regels f 0.60 j daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Voor plaatsiug van een groot aantal regeH en advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige oontraeten gesloten. Reclames 15 cent per regel^ TENTOONSTELLING van teekeningen en Patronen op Musis Sacrum. Plechtige opening Zondag 7 Aug. 's mid dags 12 uur met Volksmatinée der Lieder tafel, voor eenieder toegankelijk. (Zie Binnenland.) Oproeping in militairen dienst. De vijf en twintigste Een klein taijl— paaltje in ons briefschrijvend journalisme. De „Brieven uil het Noorden" mogen dan niet uitgeblonken hebben door groole quan- titeit, als zij inaar voldaanhebben in qua- liteit. Wij van onzen kant hebben altijd gaarne onze „penkrassen" op papier geworpen, om te trachten den lezers van de „Echo van het Zuiden" iets mede te deelen dat hunne belangstelling kon wekken. Of wij hierin altijd voldoende geslaagd zijn, maken de belanghebbenden zeiven uit! Voor lieden meenen wij een schoteltje te hebben, dat, naar we vertrouwen, wel vol doen zal. Het heet „De Alkmaarsche kaasmarkt." In onzen schooltijd leerden we In Noord- en Zuid-Holland wordt veel kaas gemaakt.-Kaasmarkten zijn in Noord-Hol land Ukniaar, Purmerend en Hoorn, van welke Alkmaar de grootste is. Deze lagere school-aardrijkskundige wetenschap is vrij juist, dichter bij de waarheid ten minste dan wat diezelfde wetenschap leert over de. Hondbossche rumeering. Doch.... wij zijn niet aan 't beoordeelen van een schoolboekje, dus met deu looppas terug naar de kaasmarkt. Alkmaar heelt dan de grootste kaasmarkt van Nederland. Er komen daar van die gele ronde bolletjes, ten Uwent Edammerkaasjes genoemd. Ge moet ze maar zien liggen op het waag plein, met 't mooie Alkmaarsche waag gebouw op den achtergrond. Duizenden en nog eens duizenden komen er eiken Vrijdag dat is de kaasmarktdag ter markt. Reeds den avond te voren en veelal heel deu nacht door worden de kazen op stapal gezet. Dat //opzetten" geschiedt met eene bcwonderingswaardige handigheid, welke werkelijk veel oefening moet gekost hebben, 't Is dan ook lang ieders werk niet. De geroutineerde zetter voelt onder het opvan gen van de kazen uit de wagens, welke de beste zijn en deze komeir bovenaan, terwijl de minder zware onderaan gelegd worden. De gemeente Alkmaar heeft „ten eeuwigen dage het recht van wage." De gemeente Alkmaar en.... kaas zijn, als ik het zoo eens uitdrukken mag, historisch aan elkaar verbonden. Immers, in 1491 maakte zij een steunpunt uit der misnoegde landlieden, die hun kaas en brood wilden behouden. Doch de strijd van het „Kaas- en brood volk" liep, zooals onze geschiedkundige lier- inneringeu ons nog wel zullen zeggen, slecht af. Alkmaar moest tenminste met de vernieling van poorten en muren, het verlies van alle voorrechten, overgave van alle wapenen en de opbrengst eener zware belasting boeten. Alkmaar en.... kaas kennen dus elkaar wel. Of Alkmaarder bewoners in den Franki- schen tijd dikwijls aan een kaas-ordale on derworpen werden, zouden wij niet durven zeggen. Een ordale of ordalia was het oor deel of gericht bij uitnemendheid. Het godsgericht. Nu had men in de eerste eeuwen onzer jaartelling een vuur-ordale, water-o rdale, kamp-ordale, staf-ordale, baar-ordale en ook een kaas-ordale. Deze laatste bestond uit een bezworen bete kaas, die den beschuldigde in den mond werd gelegd. At bij ze rustig op dan was hij onschuldig. Slikte hij daarentegen en bleef ze hein in de keel steken, zoodat ze er weer moest worden uilgehaald, dan werd de ongelukkige, voor schuldig verklaard. Daar nu Alkmaar te midden der zuivel- streek ligt, kon hier deze ordalia wel eens de meer gebruikte zijn geweest. Voor onze Alkmaarsche voorouders zou ik het gewenscht hebben, want deze ordalia was nog de minst pijnlijke. Maar laten we de grijze historie nu ver der rusten. Op de Alkmaarsche kaasmarkt komen dan van die kleine, ronde kaasjes niet van die platte, groote, zooals we ze in Waalwijk op de markt wel eens zien. Deze groote dagteekenen zeker nog van de tijden der kruistochten, toen de Aarts-bisschop ter maaltijd geen andere kazen wenschte dan die zoo groot waren, dat wanneer men den duim in het midden zette, eu dan met den pink een cirkel er op beschreef, de omtrek niet geraakt werd. Maar warempsl al weer geschiedenis Nu dan. De zetters zijn niet in dienst der stad, wel worden zij door deze aange steld, doch niet gesalarieerd. Zij ontvangen hun loon van den boer of de fabriek, voor wie ze de kazen opzettendat loon be draagt op 't oogenblik 20 cent per 100 K.G. Is de stapel klaar, dan wordt hij met een zeil toegedekl, waarop de naam Yan den eigenaar. En wanneer men nu Vrijdag 's morgens op de kaasmarkt komt, ziet men tientallen van die stapels, toegedekt met witte doeken of grauwwitte zeilen, daar liggen. Een eigenaardige aanblik levert dat op. Als men niet beter wist, zou men zich op een zonder lingen doodenakker wanen, waarop talrijke slachtoffers lagen, door een vreeselijke ramp omgekomen en met witte lijkdoeken bedekt. Doch, de druk pratende hoeren bij eiken stapel maken u wel duidelijk, dat hier geen ramp te betreuren ia Voor tien uur mag de kaas niét worden verkocht, ook mag er, naar wij vernamen, niet onderhandeld worden. Daar speelt de klok van den mooien Waagtoren zijn vroolijk deuntje en de laatste slag van tien is nog niet weggestorven, of de handel begint. De zeilen worden half van de kazen ge nomen, de handelaars, die voor dien tijd reeds besprekingen hielden over de te be steden prijzen, komen aan de boren worden in de kazen gezet, of ze goed vet en mooi van kleur zijn. Er wordt geboden zooveel - handslag nog eens een bod weer handslagten slotte is de koop gesloten. De gaten met de boor gemaakt worden zorgvuldig toegestopt. De beëedigde kaas dragers zijn reeds op hun post. Deze zijn wel gemeente-dienaren. Men kan het zien aan den ambtspenning op hun borst. De meeste hebben witte pakjes aan, die er als ze beginnen, helder wit uit zien, doch al spoedig op hun rug vochtige plekken ver- toonen, het aloude woord veraanschouwelij kend „Gij zult in 't zweet uws aauscliijns uw brood verdienen 1 Bij die witte pakjes dragen ze strooien hoeden, verschillend van kleur. Zoo zagen wij bij groene berries groene, bij witte berries witte, hij blauwe berries blauwe en bij roode berries roode hoeden. Of dit nu louter toeval of regel is, kunnen we niet met zekerheid zeggen. In elk geval, die wit gecostumeerde en bont behoede mannen sjouwen de berries aan, om de karren naar de waag te brengen, om ze, nadat te daar gewogen zijn, naar de kaasschepen, welke in de grachten bij de waag liggen te trans porteeren. Ook dit dragen lijkt ons eene handig heid toe, die zoo maar niet aangeboren is. Men moet tocb die dragers maar zien loopen Met schuifelenden, maar toch vlug gen gang, terwijl de armen de berrie hangt aan een langen, touwen drager, in regelmatige, kort-lieen-en-weer zwaaiende beweging gelijke maat houden met de schuit- pasjes, sjouwen de dragers onvermoeid de volgeladen berrie naar de losplaats, waar de kazen een voor een, door een hellende planken-looper naar 't ruim van 't schip worden gerold. Aan 't eind van dien looper slaat gewoonlijk de schipper, die de kaas-hol in zijn val breekt en hem, doelmatig zijn ruim ladende, naar beneden laat vallen. Deze drukte duurt tot 2, 3, soms 4 uur in den namiddag en wee, als men de kaas dragers ia den weg staat, zij roepen wel op zij op zij doch is men niet vlug genoeg dan loopen ze eenvoudig den sta-in-den- weg omver. En dat is te verklaren ook. Moesten zij voor iedereen ophouden, menige kaas rolde van de berrie af. Het is werkelijk eene fiappant-eigenaardige drukte, die Alkmaarsche kaasmarkt. Voor een vreemdeling eenig om te zien. Schrijver dezes beeft zich verwonderd over de vlug- en onvermoeidheid dier kaasdragers. Ook trok zijn aandacht, dat de kaas, welke werd gemaakt, zoo versch was. Doch dit was, naar men vertelde, geen bezwaar. Vroeger ja, toen moesten de kazen bij de kaashan delaars wat ouder en droger worden, voor ze naar het buitenland gingen. Nu echter is ook de versche kaas gewild en wordt ze direct naar Engeland, Frankrijk, Amerika enz. gezonden. Verschillende kaasschepen liggen dan ook in de grachten bij de markt klaar en ook de H. IJ. M. heeft aparte wagens voor het vervoer van kaas. En nu de conclusie uit dit alles. Die is dezeElke Langstrater, die Alkmaar be zoekt, verzuirae niet de kaasmarkt te gaan zieu. Deze wordt steeds op Vrijdag gehou-» den eu begint te tien uur. Js Alkmaar op zich zelve, met zijn mooie, oude-stadsgedeel- ten, zijn prachtig Alkmaarder hout en zijn buitengewone zindelijke straten reeds een bezoek overwaard, zijne kaasmarkt is een attractie te meer. Zelfs vele Engelschen en Amerikanen, vooral dames, bezoeker, „the Larges Cheese Market in World", zoouls laatst in een Engelscli tijdschrift „The Pictorial Magazine" de Alkmaarsche kaasmarkt genoemd werd „De grootste kaasmarkt ter wereld Voorwaar geen kleinigheid Welnu, wat voor vreemdelingen eene aantrekkelijke bijzonderheid is, „wereld attractie" zelfs, mag dat voor landge— nooten onbekend blijven Vandaar deze brief. Dat hij de lezers .noge opwekken, om eventuëel die grootste kaasmarkt eens te bezoeken, is de verklaarbare wensch van OBSERVATOR. In den Tuin. In de maanden Juli, Augustus eu Sep tember heeft de tninier. niettegenstaande we nog volop in den zomer zijn, het hoofd reeds vol wintergedachten. Late bloemkool wordt uitgeplant, evenaL de spruitkool voor den winter. Herfst-spinazie,knollen en rapen en najaars-peen moeten gezaaid worden. Oo|- de late koolrapen en de andijvie moeten gezaaid en later verplant worden. Doch ook reeds voor den echteu winterkost wordt ge zorgd. De groene eu bruine boerekool wordt eveneens uitgeplant. Nog andere werkzaam heden zijn er in deze maanden. Immers moet men de bedden gereed maken voor het zaaien van verschillende koolsoorten, die moeten overwinteren en voor de nieuwe aardbczieplanten die ook nog van de najaars zon moeten profiteeren om voor den wii ter nog een voldoende ontwikkeling te kunnen bereiken. Voer al deze te zaaien of te ver planten tuingewassen moeten de bedden ge reed gemaakt worden. Die bedden moeten om verschillende reden alle rijkelijk bemest zijn. In den korten tijd, die al deze tuinge wassen gegeven is, om hun volkomen ont wikkeling te bereiden of om tenminste zoo groot en krachtig le worden, dat zij den winter kurnen doorkomen, moet hun de gelegenheid gegeven worden zoo veel en zoo alzijdig mogelijk voedsel op te doen. In de eersle plaats is noodig dat al de bedden een rijke hoeveelheid humus bevatten. In liet algemeen kan de tuingroud niet te zwart en niet te warm zijn. Deze eigenschappen krijgt de budem het best door een goede boeveelheid stalmest. Doch, dit is niet ge noeg. Het is eerst in den laatsten tijd, dat in de tuinierderij een voorbeeld genomen wordt aan den landbouw en dat ook daar een meer intensieve eu volledige bemestings- wijze wordt toegepast. Men is tot de over- tüfit «ii liiifslralsrkr Courant, De Burgemeester der gemeente Waalwijk roept bij deze op de na te noemen miiicien-verlofgaugers der lichtingen van 1898, 1899. voorzien van al de door hen vau het korps medegenotueu kle ding— en uitrustingstukken, zakboekje en verlofpas, op de dagen en plaatsen achter ieders naam vermeld, onder de wapenen te komen als: L. J. Oomens, '23 Augustus te Breda. J. F. J.Knepfle idem te idem. A. Ilensen idem te idem. F. ven Helvoirt22 Augustus te Bergenopzoom. J, P. van Delft idem te 's—Bosch. Met uitnoodiging om daags voor het vertrek licli ter Secretarie aan te melden tot het teeke nen van den verlofpas, het ontvangen van daggeld, en eon vcrvoerbewij9 per Bpoorweg voor toover zij daarop aanspraak hebben. Waalwijk, den 26 Juli 1904. De Burgemester voornoemd K. DE VAN DER SCHUEREN. De Burgemeester der gemeente Waalwijk maakt bokend, dat het kohier voor de belasting op de paarden alsmede op de als trekdieren gebezigd wordende muildieren of muilezels, ezels, muderen en honden, gedurende 8 dagen op de eecretarie der gemeente ter iozage der ingezetenen is neder- gelegd. De Burgemeester voornoemd Get.: K. de van der Schueren Burgemeester en Wethouders van Waalwijk maken bekend, dat het primitief kohier van den hoofdelijken omslag voor het dienstjaar 1904, door Heeren Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, bij beschikking van 28 Juli jl. G no. 65 is goed: gekeurd, en gedurende 5 maanden op de Secretarie voor eenieder ter inzage is nedergelegd. Waalwijk den 1 Augustus '1904. Burgemeester en Wet houders Get.K do van der Schueren De Secretaris Get.: F. W. van Liempt OP Bewerkt voor „De Echo van het Zuiden door J. v. E. (51) In het café De La Girouette Eaten Van Helmont, Mare en Giraud te praten. „Mijn plan was nochtans goed overlegd, zei Van Helmont, en al de duivelsche mscht dezer vervloekte roovers was er noodig om het in duigen te doen vallen. Alles is voor hem. Zij trekken uit alles hun voordeel. O, die La ChesDaye en zijn zoon zijn de geniussen des kwaads. „Maar, riep Mare plotseling, waar is hij die een gestolen naam draagt, die valeche graaf de Bernac „In de zaal. bij haar, welke Giraud voor zijne oude verloofde blijft aanzien. Welnu zei Mare, indien ik hem doodde? „Dan zou hij onder den Daam van graaf de Bernac worden begraven, en de waarheid zou zooveel te moeilijker aan het licht kunnen worden gebracht. „Maar, riep Giraud» wie is degene die aange houden werd en onder den naam van La Ches naye verlost is. „Ik weet het niet, zei Van Helmont, te dien opzichte heb ik slechts gissingen. „O 1 was Geertruida maar bij mij. Arm kind, Welk lot is haar nu beschoren Dit weet God alleen. Wanneer ik verschillende omstan igheden van het verleóene bijeenbreng, veronderstel ik dat die twee mannen broeders zijn. Doch dat is slechts eene veronderstelling, en hoe wilt gij iemand beschuldigen Alle bewijzen zijn tegen ons. Het vonnis van de rechtbank, dat zoo moeilijk te verbreken is, maakt hen zoo sterk. En zelfs, gesteld dat dit kon.... welk bewijs hebben wij Moeten wij dan aan onze onderneming verza ken, riép Mare. „Neen, neen, dat nooit, antwoordde van Hel mont. Maar wij moeten als een vos, met list te werk gaan. „Laat ons dan mijn ontwerp ten uitvoer bren gen, zei Giraud. „Ik geloof ook, zei Mare, dat 't het beste is wat we kunnen doen. «Maar zoo zult gij een schier gewissen dood te gemoet gaan, zei Van Helmont. «Hebben wij dan geen kans van te slagen «Mare, jongen, zei Van Helmont met ontroerde stem, gij weet dat ik uwen w l nooit heb willen tegenwerken, wat doze zaak betreit. Ik heb baar met mijne raadgevingen geleid, dat is alles. Maar ik zeg u nog eens denk na. Ben vot r waartsche stap in de richting welke gij nemen wilt en de dood hangt boven uw hoofd. «Ja, maa<- aan het einde der baan staat dc wraak, zei Giraud met doffe stem. „Vader, dtnk dat Theiesio en Geertruida aan de genade dezer ellendelingen zijn overgeleverd. Laat ons daarom vertrekken vader, het is noodig. Vandaag..? vroeg Van Helmont «Ja, nog heden zullen wij vertrekken. Van Helmont wendde zich tot Giraud met de vraag of hij die streek goed kende. «Geen kust, geen rots, geen bosch,geen vlakte, geeo dal van Rouaan tot Le Havre eu van Le Havre tot Dieppe, zijn mij onbekend,antwoordde Giraud. „En zult ge Geertruida redden „Wij zullen haar verlossen of in onze onder neming omkomen." „Zweert gij mij, Giraud, dien jongeling niette verlaten, hem overal, waar hij gaan zal, te volgen, alle gevaren, die hem bedreigen zullen, te deelen, in één woord, een trouwe cn ver kleefde gezel voor hem te zijn?' „Ik zweer, antwoordde Giraud, dat ik niet voor u zal erschijnei', of Mare zal met mij in volle gezondheid zijn. Indien hij sterft, zal ik voor hem sterven.' „Goed," zei Van Helmont, on reikte Giraud de hand, welke deze eerbiedig aan zijn lippen braent. „Ik weet, wat ik aan u verschuldigd beD, monsieur/ zei Giraud diep ontroerd. Toen ik onrechtvaardig veroordeeld en opge hangen zou worden, kwam een onverhoopte gunst mij aan den schandelijken dood ontrukken. Een machtige hand had zich tusschcn mij cn de dood gesteld. Ik weet nu ook, dat die hand, welke door mij gezegend werd, doch in weerwil van mijne opsporingen, aan mij onbe kend gebleven was, deze is, welke ik op het oogenblik in mijn handen druk. Mocht ik het aanzien, dat een oud dienaar van den graaf de Bernac zaliger, die ook tijdens hel proces zulke g'iede getuigenis heelt afgelegd en mij zulke kostbare inlichtingen heelt verstrekt, mocht ik dat aanzien, dat zoo iemand een schan delijken dood zou ('erven. „Welnu, heer Van Helmont, riep Giraud krachtig uit, ik zal u en Mare tot mijn laatste druppel bloed dienen, en daarom moet gij mij niet den minsten dank wijten, want gij weet dat ik ook mijn eigen zaak dien. Eéne zaak slechts: zweert gij mijnen laatsten wil uit te voeren, indien de dood mij treft. „Zeg ons uwen wil. „La Cheenaye vervolgen totdat men zijn hart uit zijn lichaam gerukt heeft en mij op Jeanne wreken met haar al het lijden te doen onder staan dat zij mij heeft veroorzaakt. „Dit zweer ik u, zei Mare. Van Helmont zei daarop: „Vertrekt nu beide, God zei met u. Giruud boog. Mare pakte de handen van den grijsaard en drukte deze in de zijne, doch Van Helmont trok de jongeling tegen zijne borst en hield hem er lang tegen gedrukt. «En gij, vader, wat gaat gij doen? vroeg Marc, die zich zacht had losgemaakt. «Ik ga den ridder de la Guiche, markies d'Herbaut en den gouverneur spreken en hun alles haarfijn vertellen en ook zal ik ze mede— deelen wat ik veronderstel Ik ben 6edert een uur veranderd. Wij kunnen alle drie sterven en opdat ous werk volbracht worde, moeten wij opvolgers hebben. «Binnen zes dagen dus aan het rotspunt van Etretat, zei Mare. Van Helmont vatte Mare bij de hand en trok hem in een openstaand venster. Door een gevoelen van bescheideuheid, ver wijderde Giraud zich. Van Helmont haakte zijn bovenkleediDg los en haalde eenige voorwerpen, welke wareB geborgen in een band, die hij om zijn middel droeg en gaf deze aan Mare. Het eerste wa9 een zeer kleine dolk, met goud bekleed en met een kort, doch zeer scherp lem mer. Het andere voorwerp was een kostbare diamant. „Die dolk, zei Van Helmont, is door mij uit het diepste van Indië medegebracht en door mijn zorgen werd het lemmer in het geducht venijn der zwarte slang gedoopt. Er bestaat geen ge neesmiddel voor de wonde die het maakt, doch de gevolgen «ijn langzaam, maar onfeilbaar. Neem aeze doos met diamanten, mijn zoon, zij is meer dan een millioen waard, 't Is een ge deelte van mijn lortuin, ik geef ze u. Elke steen, en zoo zijn er twaalf, heeft meer dan honderd duizend gulden waarde. Indien ik 6terf is dit fortuin uw erfdeel. In hen gij hare waarde noodig hebt, moet gij er onbevreesd gebruik van maken, daarmede zult gij aan mijn uitdrukkelijk verlangen vol— Tusschen dien diamant en die emerauden be staat er eene geheime veer, bij middel waarvan men de doos kan opendoen. Een der ateenen moet gij vooruit duwen, en den anderen links. Als een groot gevaar u bedreigt, open dan die doos en gij zult er krach tige weerstandsmiddelen in vinden. Maar wacht u wel haar te opeten, indien de dood u niet aangrijnst, want zij zou uit den schoot van dit koffertje kunnen voortkomen. Dit doosje bevat twee kiistallen bolletje#. Elk dezer bolletjes btvat zulk een snelwerkend vergift, dat het u door aanraking en inademing dooa. Ik heb mij reeds van een dezer bolletjes bediend, er blijven er dus nog negentien over. Zij moeien dienen om u van een heel groot gevaar te bevrijden maar ik zeg het u nogmaals: pas op. Hebt gij mij begrepen? Mare maakte een bevredigend gebaar met het hoofd. Hij nam de doos en liet die in een zij zak glijden. „Nu moogt gij vertrekken, zei Van Helmont, en herinner u dat gij de eenige en ware afstam meling der Bernnc's zijt. Wordt vervolgd.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1904 | | pagina 1