Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. H, M.'s A N T O O N TIELEI, Vakonderwijs. FEUILLETON. IN EER HERSTELD DE GEHEIMZINNIGE BANDIET. U I T G B V ER: c. Waalwyksclie «n Langstraalsclie Courant <ir>liinit W n a ii a il n I T""^- "--I- n** Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond Abonnementsprijs per 3 maanden f 0."5. Franco per post door het geheele rijk f 0.90. Brieveningezonden stukken gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. WAALWIJE. Aan den den jaardag vooravond van den dag die der Koningin brengt, is geen ander onderweip aan de orde- Wij verwijlen met de gedachten liefst daar, waar ons hart is en de blikken richten zich naar het Vorslelijk verblijf in de Gelderscbe dreven, het middelpunt van Nederlands historie op den laatsten A ugustusda-'. Onze Landsmoeder volbrengt Haar y*w uitblijven, gaat niet verder dan tot aan dèTiï drempel van het Koninklijk Paleis. Hierin ligt wat wij zouden kunnen noe- me;-. de verstandelijke beteekenis van het Koningschap in Nederland Bij de vrije ont-v wikkeling der politieke gedachte zijn par- lijgeschillen onvermijdelijk, en in den strijd der belangen vormen zich groepen welker wegen uiteeuloopen. Maar verder, dan het punt waar het gevaar van scheiding dreigt, gaat deworsteling niet. Daar staat de Wachteres, Die allen binnen de gienzeu Adveeticntiën 1 7 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regol, groot* letters naar plaatsruimte. Adverteutiën Smaal ter plaatsing opgegeven, worden Zmaal berekend. Voor plaatsing van een g oot aantal regels en advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contracten gesloten. Reclames 15 cent per regel schrijden, moge~ wel bede.,ken wat zij doen Maar wie,'van Weike ^richting" hij ook zij, het behoud weuscht der volkseenheid zonder welke ons verder bestaan een treu righeid zou worden, hij houde vast aan de bindende kracht, die uitgaat van den Troon van Konin^n Uje jniin g,T Voor Augustus de nationale feestdag bij uitnemendheid, de dag die te voorschijn brengt het beste wat wij bezitten en wat wij behouden moeten .o-^iBÜgjte ,eveüsjaar. «"réwWhïïl.n""S?." aT °P 8tr°ffe a'S,V°lk. 0nder te Het E.,, moge h.t woord bij meer bedaagde,; bjedigeo, gelijt H», """k" °f Neerlands toekomst veilig. leeftijd passen, een tegenstelling schijnen met stralende jeugd en schoonheid, er gaat te vens een niet te beschrijven bekoorlijkheid van uit. Het teekent de innigheid eener be trekking door geen ander woord weer te geven de reinste liefde en de hoogste vereering. Wat is het, dat het hart van ons volk in gloed zet, overal waar men het voorrecht van Haar persoonlijke verschijn im^lc an ge nieten, wij hebben lJi^-*oc£^)as^nd e r v o n d Wat noopt jongen en ouden vau allen rang post te vatten op elke plaats waar verwacht wordt dat Zij Zich vertooneu zal, ten einde iïaar toe te juichen en iets op te vangen van den vriendelijken groet, die lang daarna nog heft £ehepgem z^^lüvW^ uTweffelijk oegtnaelZ-^ckt H raupwlwit .I koningschap, maakt het onbe weeglijk, het ou wrik baar middelpunt van het staats gezag dat het Hoofd van den Staat verwijderd houdt van het ge woel der partijen en plaatst boven de ver wikkelingen der politiek, het wordt door onze Koningin gehandhaafd met dezelfde trouw, die Haar Vader aan den dag legde te midden der staatkundige golvingen. Dat is een elemeut van nationale kracht, een band ran nationale eenheid. Het schip van Staat moge somwijlen slingereu en stampen het houdt zijn koers. Daarop te kunnen rekenen, is in dagen van woeling een geruststelling. Al vloeit ons volksleveu, vergelijkenderwijs gesproken, vrij rustig daarheen, wij hebben toeh ook nu en dan tijden van zekere spanning.-Ook ifls het thans ten einde spoedend levensjaar onzer Koningin heeft Zij gestaan voor ee» beslissing van het hoogste gewicht voor d< naaste toekomst, een keus moeten doen, waarvan Haar raadslieden de verantwoor delijkheid dragen. Maar welke wenschen en v^rwacluiDgeu ook ten aanzien dier keuze zijn uitgesproken, elk ouzer is overtuigd van de volkomen onpartijdigheid, waarmede zij is geschied, en de critiek, die niet zah Bij de feestviering van dringen geen staatsrechtelijke theoriën op den voor grond en het is geenszins onwaarschijnlijk dat de groote meerderheid van ons volk over deze dingen maar zelden nadenkt. Iets geheel anders klinkt in het vreugdelied, dat thans wordt aangeheven en heeft de harten vervuld van de zeer velen, die zich weken lang bezighielden met de voorbereidi g eem r feestviering. De Koninginnedag wordt bij toeneming in eere gehouden elk jaar vermeerdert het aantal gemeenten, waar men er een feest van maakt. Die uit zichzelf opgroeiende instelling vertoont alweer iets eigens. Ei is hier geen sprake van feestviering op hoog bevel en niemand heeft er zelfs aan ge dacht er iets officieels van te maken bui ten de kringen waar het nu eenmaal niet anders kan. Geen wet noch Koninklijk Besluit drukt op de feestviering den stempel eener verplichting. Des te mooier is ook de algemeenheid dtr deelneming, des te sterker spreekt zij van ons aller ingenomen heid. Wij krijgen zoo het besef van iets ge meenschappelijks, van iets waarop wij allen aanspraak hebben. En als het er op aan komt, getuigenis te geven van liefde voor de Koningin, zich moeite te getroosten om een gepaste uiting dier liefde bij het volk te bevorderen, dan herinneren wij ons de booze gezichten niet meer van vroeger, dan zijn voor 't oogenblik oude veeten vergeten OP Bemerkt voor „De Echo van het Zuiden," boor J. v. E. (57) „Ja, mijn geliefde Theresia en Mej. Geertruida, het uur is thaos gekomen, ik zal u alles wel meer in den breede uitleggen, als ik u eenmaal gered heb en uw beiden bij uw papa heb terugge bracht. Doet daarom hetgeen ik u zeg en laat alles maar aan mij over. Maar alvorens ik u nu hier vandaan breng, moet ik mij weer verkleeden en wel in bet kleed van dien ellendigen misdadiger, maar dat moet nu, daar is niets aan te doen, andera *ou ik de hier nog aanwezige schurken niet om den tuin leiden. De man verwijderde zich en kwam na eenige minuten weer terug, gekleed als La Chesnaye. De meisjes werden bang, doch hij wist ze door xijn mooi praten wel gerust te stellen. 'Laat ons vertrekken, zei hij en trok de beide meisjes met zich mede. In de groote grot waren de argortiers gereed om de bevelen, door den kapitein gegeven, uit tc voeren. Caweleon, aan wien niemand meer dacht, lag nog altijd gebonden tusschen de drie lijken. La Chesnaye trad binnen en ging de meisjes voor. Allo, argortiers, near boven, vooruit, daar wachten ons nieuwe zegepralen. Allen klommen den ons bekenden weg langs. Toen allen boven waren nam Reynold eenige •jerpen en wilde daarmede de armen van de meisjes vastbinden opdat hij hun zou kunnen dragen, want hij wilde niet een van beide aan een der mannen toevertrouwen. Juist dat hij ook langs het touw naar boven wilde klimmen, waren er nog ongeveer vijftien man aan, waarvan een bijna bover, doch alvorens De hooge waarde, wij kunnen wel zeggen de onmisbaarheid van dergelijke gelegen heden tot verzoening behoeft niet te wor de» betoogd. Tot welke uitersten de politieke otieenigkeid en de sociale strijd kunnen voeren, leert de geschiedenis van alle dagen, en zij, die er werk van maken de kloven zoo diep uit te graven dat het steeds moeilijker wordt ze te over -I» hij de aldaar aangebrachte paal kon vastgrijpen brak bet touw en de zich daaraan bevindende personen vielen in den afgrond. Was de koord doorgesneden, of was zij door het gewicht der argortiers, welke er zich aan bevonden, gebroken Reynold, die nog altijd beneden was blijven staan, stond als van den donder getroffen. Vlug had hij de meisjes weer terug gezet en nam nu de touw, welke, doordat zij met stevig ijzerdraad was doorvlochten, bijna onbreekbaar was in zijn handen en onderzocht deze. „Vervloekt, wie zou mij verradon I sprak hij luid op in zich zelf, die touw is niet versleten, waut dat is onmogelijk, want die is doorgehakt.' Wat moet ik gelooven P Wat moet meester Eudes denken, als hij mij niet ziet komen? Als hij nu eens denkt dut ik hem bedrieg. Bij Satan als Humbert of Mereurius eens ont snapt zijn eQ nu allen tegelijk tegen mij weikcn'. De bei'le meisjes leunden tegen den muur in den gang; zij durfden dengene dien zij voor graaf de Bernac beschouwden, niet ondervragen. Reynold wendde zich tot hen en zei: 'Bet scheelde weinig of wij kwamen om, maar God heeft ons op een wonderbare wijze gered. Terwijl het vreeselijk tooneel onder de oogen van Reynold en de beide meisjes afspeelde, viel er op eenigen afstand een ander tooneel voor. Daar toch liepen Girand, Vau Jielmont en de zich Doemende de Barones Catharine. Maar nu zou men het bevallig schepsel niet hebben her kend aan haren stap, die anders zoo trotsch en vlug was. Integendeel ze liep du als een buigend riet Van Helmont ging achter Catharira. Hij volgde haar stap voor stap. Naast hem liep Giraud, kalm en vastberaden in zijn rechterhand hield' hij zijn breed en scherp mes, den linkerhand leunde op den kolf van een pistool dat in zijn gordel stak. Eensklaps bleef Citharina staan. ,Ia het hier' vroeg de geleerde op den krach- tigsten bevelenden toon. „Neen antwoordde zij met doffe stem, maar ik kan niet meer vooruit. Mijn voeten doen zoo vurigheid waarmede iemand leest viert met juistheid de gevoelens uitdrukt door welke hij is bezield het moge niet zijn tegen te spreken, dat -de juichkreten, door de massa heden aangeheven, niets bewijzen omtrent haar gezindheid van mor gen, toch leert de ondervinding dat het verwaarloozeu van gedenkdagen de geestdrift doet verflauwen en aan de sym pathie het noodige? oedsel onthoudt. Ver eering moet worden aangekweekt, ook door uitwendig en stoffelijke middelen en hoe meer vlaggen er wapperen, hoe meer mu ziek weerklinkt op deu dag van de Ko ningin, des te dieper en blijvender zal de indruk zijn. Dien indruk teweegbrengen op het ge moed van het opkomend geslacht, is een voornaam doel van de feestviering en terecht hebben de onderscheiden feestcommissies begrepen dat den kiemen een groot aandeel toekomt^^^n dath^^ok Waalwijken volgend Och ja, brengt ze samen, die binnetfeen betrekkelijk klein aantal jaren plaats zullen nemen ouder de mannen en vrouwen van Nederland. die het werk, waaraan gij thans uw krachten .vijdt, van u zullen moe ten overnemen brengt ze samen, niet in afgesloten hokjes, verdeeld naar rang of fortuin of gezindte, maar allen zonder scheiding en in bonte dooreenmengeling I Dat is niet een kunsmatige aankweeking van Oranjeliefde, die zonder zulk een mid del achterwege zou blijven. Die liefde zit ons jonge volk in het bloed gelijk zij een element is vau ons volksleven. En ook daarom is het een heerlijke dag, dien wij tegemoet gaan, is het ons een behoefte des harten, de betuiging onzer eerbiedige hulde te brengen aan Haar, Die wij hopen, dat nog een lange reeks van jaren lief en leed met bet Nederlandache volk zal deeleu. Een gelukwensch aan het Koninklijk Huis, welke Ledeu zoo nauw vereend en in onze gedachten zoo moeilijk pijn, zij zijn geheel stuk. Dat doet er niet toe, zei Giraud, je gaat toch maar vooruit net zoolang tot we er zijn, of ont breek de wil je soms. »U weet wel dat ik geen wil heb, maar de pijn dringt mij te blijven staan. l'ast op, mooie dame, denkt aan mijne vrienden wier dood gij veroorzaakt hebt zei Giraud barsch herinner u de dood dezer onschuldigeD, waurvan gij en de uwe de oorzaak zijt dan zal je de pijn die ge nu lijdt wel vergeten. „Ja, Ga voort gij moet, spiak van Helmont. Catharine's voeten zagen er werkelijk erbarme lijk uit. De braamtskken en scherpe steenen hadden hare satijnen schoenen opeDgescheuid, zoodat haar voeten waren gekwetst. Het bloed dat^ er uit vloeide verfde haai zijden kousen rood. Giraud hief ziju dolk omhoog en w'lde haar hiermede treffen, doch Van Helmont hield hem hiervan terug. Hij haalde een fleschje uit zijn zak en liet eenige druppeltjes op zijn hand loopen en wreef daar haar voet mede in. Aanstonds werd de pijn minder. Dat vocht werkte veizachtend. e scheiden zijn aan de Moeder, levende, voor Haar Kind, en steeds voortgaande dc ïatie, onder welke Zij Zich zoo gemakkelijk jeweegt, te overladen met bewijzen van sympathie; aan den Echtgenoot, Wiens hei zoo nauw ;s saamgeweven met dat der Ko ningin en Wiens belangstelling voor de nationale inrichtingen de achting wettigt, die Hij zich verworven heeft. Mogen wij den feestdag met opgewektheic vieren, met de gedachte in liet hart, dat het goed is Nederlander te zijn en met het voornemen om alles te doen wat op onze weg ligt, ten einde den band der broeder schap, die ons ereenigen moet vast te knoopen aan de verbinding, waaraan wij uitdrukking geven iu den jubelkreet LEVE KONINGIN WTLHELMINA (Vervolg.) De materieele indeeling van het vakonderwijs. Materieel is de indeeling van het geheele gebied van menschelijke werkzaamheid, waarvoor het vakonderwijs de opleiding moet geven, in landbouw, nijverheid en handel de meest voor de hand liggende. In den breede worden nu de grenzen aangegeven van hetgeen gerekend kan wor den te behooren tot deu landbouw, er wordt o. a. gezegd De verwerking zelve daarentegen blijft zoowel bij boter- als bij bierbereiding der verwerking van den bodem- en veeproducten, die zich daardoor principiëel van de pro ducten, door nijverheid verwerkt, onderschei den, dat ze organisch van .ard zijn en dat alzoo bij hun verwerking in hoofdzaak met organische factoren te rekenen valt. Vervolgens wordt uiteengezet wat behoor! tot den handel, waaruit liet volgende ont- 1 end wordt Handel ontstaat eerst waar de te verhan delen waar gereed is voor ajleveringen de handel maakt voor gedachtewisseling en vervoer gebruik van de bestaande verkeers middelen. Noch de gereedmaking van de waar, noch de in gereedheidbrengiiig van de onmisbare instrumeuteering behoort tot den Handel als zoodanig. Ten slotte vervolgt de memorie Alles nu wat tusschen deze twee naar links en rechts voor landbouw en handel getrokken grenzen inligt van onder het b niet. Zij stapte maar „Kunt gij nu weer gaan, vroeg Van Helmont. „Ik denk wel dat het nu zal gaan. Werkelijk, het ging weer. Nadut zei weer eenige stappen waren vooruit gegaan, sprak Giraud tot haar: „Luister Jeanne, je weet wat je me hebt doen lijden, je weet ook wel, welke vreeselijke eed van wraak ik op de lijken mijner onschuldige, gefolterde vriei den gezworen heb. Ja Je weet' dat ik je vroeger dolzinnig heb bemind maar vergeet Diet, dat die liefde nu is veranderd in een onverbiddellijken haat. Tracht dus maar niet door een schijnbaar berouw mij om deu «ain te leiden. Gij zijt nu tusschen machtige handen die u zoo sterk omknellen, dat gij nooit behoeft te hopen om daaruit te outsnappen. Ow uwe bedreven misdaden af te koopeD, hebt gij maar een enkel middel en dat is om La Chesnaye iu onze banden te leveren opdat wij de twee ongelukkige meisjes, waar hij zijn slacht offer van maakt, kunnen redden. Ziet, Jeanne, als je dat doet zal ik mijn eed van wraak alleen op hem uitwerken. Maar ik zeg je nog eens, denk er geen oogenblik aan ons te bedriegen wan; dan zou de bliksem je niet sueller kunnen treffen dan het lemmer van dit mes. Catharina antwoordde door. Van Helmont scheen in diepe gedachten ge dompeld. „O, Geertruida, Geertruida, mijn dierbare dochter die ik bemin alsof mijn eigen bloed door mijn aderen vloeit. O ik zal u nu dus weer zien, ik zal u nu gaan verlosten en dan kunt gij weer altijd bij mij zijn..,. Maar al9 die vrouw nu maar niet liegt. O God, 6ta toch toe dat zij uit die verschrik kelijke pijnen wordt verlost. Eindelijk bereikte Catharina de plaats waar wij meester Eudes en Richard hebben verlaten om naar de grotten te naar. Daar was ean spleet in de rots welker opening veel overeenkomt met een put. Daar bleef Catharina staan. «1.6 het hier, vroeg Van Helmont. „Ja.... stamelde de jonge vrouw dof. «Is dat de tweede opening der grotten, hernam Van Helmont, die alleen aan meester Eudes en aan zijn zoons bekend zijn. Zijt gij er nooit langs gekomen of gegaan. „Neen. Maar toen ik op een zekeren avond met Mereurius wandelde, heeft hij mij dat ge heim medegedeeld. Wat het dus is, weet ik niet, ik zeg u alleen maar wat Mereurius mij verleid heeft. Giraud die zich over den put heenboog en deze van alle kanten goed bekeek, zei: „Ik tie niets, wat op eenige verbinding met de grotten lijkt, sprak hij. „Ja, ik zeg ik u alleen maar wat Mereurius mij heeft verteld, indien hij mij heeft bedrogen, wat ik echter niet veronderstel, dan weetik niet andere, zelf ben ik er nooit door heen geweest. Ik kan toch ook niet voor Mereurius leugens verantwoordelijk zijn. „Jawel, zei Giraud snel. „O, zei Catharina verbleekend, zoudt gij de misdaden van een man laten uitboeten door een arme en zwakke vrouw die tegen haren wil meegetrokken werd. „Gij hebt in die misdaden deelgenomen en er vermaak in gevonden, riep Giraud barsch. Catharinj* verbleekte weder. Hst ellendig Bchepsel was baDg. grip Nijverheid. Dc Nijverheid laat aau den landbouw over niet alleen dc orga nische productie, maar tevens de bewerkiug der organische pnducteif voor zoover deze tot stand komt door de aanwending van in hoofdzaak organische krachten. Aldus de grens naar links. Eu ook, als de waar gereed is voor aflevering, geven èu Land bouw èu Nijverheid, die aau den Handel over. Dit is de grens naar rechts. Tot hst geheel van de Nij/erheid behoort alzoo le. de vinding en bewerking van de orga nische gegevens in de natuur, met inbegrip van den mijnbouwen 2e, de bewerking van organische producten voor zoover hier bij schier uitsluitend mechanische kracht wordt toegepast op als doode materie be schouwde organische stof. d. De andere indeeling van het N ij verheidsonder wij s. Opmerking verdient het hierbij dat ter wijl het onderwijs, dat opleidt voor den landbouw zich steeds aandient onder den naam van Landbouwonderwijs, en het onder wijs dat vormt voor den handel steeds Handelsonderwijs genoemd pleegt te worden, het onderwijs dat de vakopleiding voor de Nijverheid verstrekt, ten onzent bijna nooit Nijverheidsonderwijs noch ook Industrieel onderwijs heet, maar bij voorkeur als Tech nisch onderwijs wordt aangeduid. In de verschillende landen bestaat op dit punt geen eenparigheid. Iu Duitschland is de naam Gewerbe-unterricht algemeen gangbaar, terwijl men in Frankrijk en België veelal spreekt van Enseignement industriel of pro fessionalL Het schijnt dat men ten onzent weer het Engelsche voorbeeld gevolgd is, waar over zee de naam van Technical weer zwaug was. Op de keuze van uitdruk king oefende zonder twijfel ook dc naam van Polytechnische -School invloed, die in 1863 in de wet op net middelbaar onder wijs geijkt werd, gelijk men ook in het buitenland bij scholen van hoogereu aard steeds van Polytechuicum, Technicum of Technische Hoogeschool sprak, in tusschen mag niet worden voorbij gezien, dat tech nisch en industrieel onderwijs niet in elk opzicht gelijkluidende namen zijn. Dit kwam ook ten onzent uit. Toen men vrij algemeen voor de meisjes-vakscholen den naam van industrie-scholen koos, zonder die ook op vakscholen voor jongens toe te passen. Zij het toch al in deu naam van industriescholen voor meisjes eene naboot sing van de Frausche benaming sehool, toch valt kwalijk te ontkennen, dat achter deze Zij begreep dat het uur der gerechtigheid nu geslagen was. Daur zij Mereurius evenmin bemind had als Giraud, bekemmerde zij zich weinig welk het yan den zoon van La Chesnoye zijn zou. Zij was maar voor haar zolven bevreesd en had maar één gedachte en dat was aan de wraak te ontsnappen vau hen die haar bedreigden. Toen zij vroeger de hartstochtelijke liefdes verklaringen van Giraud, toen schutter van het gouvernement Rouaan, had zij de insprakon van haar hart niet gevolgd, doch wel de 8lechte ge voelens van hare natuur, Boerin zijnde, had haar toen den titel van schnttersvrouw verleid. Zij had Giraud dus aangehaald. Deze was een schoone man en door de meisjes der stad zeer geacht, wat de eigenliefde van Jeanne op eene bijzondere wijze streelde. Toen La Chesnaye het kasteel van deu markies d'Assigny had geplunderd en haar daarbij had medegenomen, was zij niets bang geweest, vooral toen zij zag dat La Chohnaye, wiens naam overal schrik en angst inboezemde, uan haar voeijes zag liggen, voelde zij een hoogmoed in haar geest opkomen. (VYordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1904 | | pagina 1