Nummer 85 Zondag 30 October 1904 Toegewijd Eerste Blad Dit nummer bestaat uit TWEE BLADEN BEKENDMAKING LANDBOUW, INRICHTINGEN, welke gevaar, schade of hinder kunnen veroorzaken iten ïzen stikstofbemesting noodig, integendeel zij verrijken den grond zelf daarmede. Denken we b. v. aan liet gebruik, dat we van de vlinderbloemigen maken, als groenbemesting, denken we ook aan het weelderig groeien van het nagewas op klaversloppel. Ziju do erwteu en boonen verrijkers van de grond wat aangaat de stikstof, op een ander punt verarmen zij den grond. De boonen en de erwten bevatten ca in de stengels èn in de zaden een buitengewoon groote hoeveelheid kali. ij kunnen dit gemakkelijk vrij nauwkeurig berekenen. In het jaar 1903 heeft in Nederland een H.A. gemiddeld 27,2 II.L. boonen opgeleverd. Dat is onge veer eeu gewicht van 244-2 K.G. en daar in 1000 K.G. boonen 12,9 K.G. Kali zit is door de boonen alleen ongeveer 32 KG. Kali uit den grond verdwenen. Door de boonen alleen, zeg ik, want men moet in aanmerking nemen, dat hei boonen stroo nog meer Kali bevat dan de boonen zelf, ii.l. ongeveer 19,5 K.G. per 1000 K.G. Met de erwten is het al eveneens gesteld Het vorige jaar gaf de H.A. gemiddeld 25 mud erwten, wegende ongeveer 2250 KG. waarin, omdat in erwten ruim l°/0 Kali zit, dus 22,5 K.G. Kali was. Met het erwten- stroo erbij, kunnen we geruft aannemen, dat van de Hectare meer dan 30 K.G. Kali ij verwijderd. Dat is zeer veel, als men nagaat, dat in 0000 K.G. gewone versche stalmest, slechts 4.5 K.G. Kali aaowezig is en tr dus 7000 K G. stalmest noodig zou zijn, om dat Kaliverlies te dekken. Ik maak deze berekening, om den lezer eens duide lijk t>j doen zien, hoe èn erwten èn boonen den bodem van zijn Kali voorraad berooven. Een land, dat d;zen zomer een goeden voorraad erwten en boonen heeft gehad, is dau ook op het oogenblik bijna zeker arm aan kali. Al is de grond, waarop de erwten of boonen gegroeid hebben, zware klei, toch moeten we bedenken, dat een verlies van 30 K.G. kali heel wat beteekent. Maar is de grond lichte kleigrond, zavelgrond of zandgrond, dan is een verlies van _20 K.G. kali niets minder dan uitputting. Moeten wij op dien bodera het volgende jaar weer een kaligewas zaaien, dau is het bijna zeker, dat zonder bemesting de oogst ver beneden het gemiddelde zal blijven, misschien totaal zal mislukken. Maar ook d&n, als we een gewas zoeken, dat mindere eisclien stelt aan den Kalivoorraad is het nog Burgemeester en Wethouders der Gemeente Waalwijk., brengen Ier openbare kennis, dat l-ij bun besluit van 22 October 1904 aan V. J. Hoff- mans aldaar en zijne rechtverkrijgenden, ver gunning is verleend tot bet in werking brengen van een gasmotor van 3 paardekrnebt, in zijne zeeppoederfabriek staande aldoar op liet perceel kadastraal bekend sectie C No. 2231. Waalwijk, den 22 October 1904. De Burgemeester, K. DE VAN DER SCHUEREN. De Secretaris,. F. VV. VAN LIEMPT. Zooals de lezers in onze artikelen: „De Socialistische Heilstaat" hebben kunnen lezen, droomen de he?ren socialisten van eene maatschappelijke inrichting, Waarin de heerschappij van het recht van zelf zou bi staan. Dat dit niet anders dsn een zeer naïef droombeeld is, moge den lezer toen duidelijk gebleken zijn. De menschelijke hartstochten zullen immers altijd blijven en daarmede de bron van ongerechtigheid. „Het ideaal van rechtvaardi beid," warr- mede de socialistische partij zoo gaarne pronkt, zal dus ook in hun toekomststaat niet gevonden worden. Doch men kon er naar streven, en deze zedelijke levens gang moet toch zeker eigen zijn aan eene partij, welke het doet voorkomen, als ware zij de ontdekster van dat „ideaal der sociale rechtvaardigheid." Geen wonder dan ook, dat het socialisme het recht neemt, dat ideaal alleen voor zich zelve op te eischen en in allerlei toonaarden verkondigd, dat met de doorvoering van zijne beginselen aliec-n den algemeen socialen vrede op dit aardrijk gevestigd kan worden. Wij geven," zoo zegt Viviani, een Fransch socialist, begon zij op een toon, die voor Jan zoeter was i dau de muziek eener luit, dat gij de nagedach tenis van mijn vador hebt verdedigd, dat gij u verontwaardigd hebt over de onrechtvaardig heid zijner familieleden. Prinses, antwoordde de luitenant en hij gevoelde, dat zijn hart smolt als sneeuw bij de nadering der lente God is mijn getüige, dat ik bereid ben voor deze woorden uwer lippen, mijn bloed druppel voor druppel te ver-gieten Maar mijn verdienste komt mij zoo gering voor, in vergelijking met het on uitsprekelijk verlangen, dat ik heb, u van dienst te zijn. Helaas zuchtte Ilelène, die bereidwil ligheid kan u slechte onheil brengen. Zij moge mij brengen, wat God behaagt. Maar ik ben bereid, zelfs het grootste onheil met vreugde te aanvaarden, als het om u is Do blik van het juDge meisje rustte op het gelaat van den soldaat en zij sloeg haar mooie oogeu niet meer neer. Met lange teugen smaakte hij daarvan het genot. In wederkee- rigo letooveriug zagen zij elkaar zoo aan en nis twee duiven vlogen hunne zielen naar elkander. Maar de ruwe stem van prinses Gonstantijn kwam hun ontvoering storen. De rijtuigen waren gereed. De knechteu hadden de bagage overgeladen. Een oogenblik later werd de reis voortgezet. Hovane Ureu bad zijn eigen voer tuig aan de dames afgestaan. De dag liep ten einde. De laatste gloed der zon wierp een gouden glans over het water. Jau reed aan een der portiereu, aan den kant waar bij tusschen- poozeu het bekoorlijke gelaat van Ilelène zichtbaar was maar hij sprak niet meer met haar. Vreugde overstroomde zijn hart, het gonsde in zijn hoofd als onder den invloed van zwaren wijn. Heldenroman van HENRYK SIENKIEWICZ voor De Echo van het Zuidenvertaald door H. EERSTE BOEK. HOOFDSTUK II. Hun gesprek werd onderbroken door een luid vleugelgeklapeen zwerm kraanvogels streek over hun hoofden en zoo laag, dat zij bijna met een stok te bereiken waren maar in plaats van neer te dalen in de vlakte, schoten zij met een plotselinge zwenking hoog in de lucht. Zij vluchten als voor een gevaar, merkte Jan op. En Longinus, zijn arm uitstrekkend Ziet gij daar ginds dien witten vogel Hij tracht hun den weg af te snijden. Dat is een valk, riep Jan, een valk die hen verhindert neer te vallen..,. De afgezant van Walachije heeft er verschillende bij zich hij heeft er zeker een losgelaten. Op 't zelfde oogenblik kwam Rovane Ursu in volle vaart aanrennen. Hij bereed een prachtig zwart Anatolisch paard. Zijn hei dijken omringden hem. Heeren, riep hij opgewekt uit, ik noodig u uit tot de jacht. Behoort die valk u toe Ja, is hij niet good afgericht Alle drie renden zij nu naast elkaar voort; achter hen hitste de valkenier met luide kreten den vogel aan, dien hij scherp in het oog hield. De valk had de kraanvogels reeds heel hoog de lucht in gedreven.... Nu had hij ze onder zijn bereik. Het geruisch hunner vleugels geleek een naderend onweer. Met gerokte halzen, de bekken als lansen Wordt vervolgd,

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1904 | | pagina 1