Numriitr 95. Zondag 4 December 1904. 2T Jaargang Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Eerste Blad. „De Echo van het Zuiden". Zonderling Standpunt. TE Ml ES TE mm. t ASTOOI TIELEN, Dit nummer bestaat uit TWEE BLADEN Alwie een abon nement neemt op tegen 1 Januari 1905, ontvangt van af heden de nog verschijnende num mers GRATIS. FEUILLETON. BBSS v - 55®E5SSaeHSEaSBB®BH3SSeaBS liiimiBiiwminim iiimiiii ii—i U I T G K V E It en Iiifstriilxckr Courant, Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond A. b o n 11 e m èntsprijs per 8 maanden f ü."5. Franco per post door het geheele rijk f 0.90. Brieveningezonden stukken gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. WAALWIJK. Advketkntibn 17 regels f 0.00 daarboven 8 cent per regel, graote letters naar plaatsruimte. Advertentiëu Smaal ter plaatsiag opgegeven, worden 2maal berekend. Voor plaatsiug van eeu groet aantal regeia en advertenties bij abonnement worden specific zeer voordeelige eontraetea gesloten. Reclames 15 cent per regel. Wij hebben in een vorig nummer liet ontwerp-ziekteverzekering dat door de regee ring is ingediend, reeds medegedeeld. In den anti-rev. Rotterdammer nu lazen wij deze week het volgende entrefilet van prof. D. P. D. Fabius De Regeering heeft een wetsontwerp inge diend, om alle vaste werklieden te dzvingcn zich en tot hun gezin behoorende personen te verzekeren tegen de geldelijke gevolgen van ziekte, kraam en overlijden. Gaat dit aan Natuurlijk moet men onderscheiden tusschen de verzekering en den dwang. Iets kan zeer heilzaam zijn, zonder dat toch de Staat het recht heeft dat bij dwang aan de burgers op te leggen. Anders kon geheel het private loven staats curateele komen. Zoo redeneert het verlicht despotisme. Het euvel vau het staatssocialisme, van den omnipotenten Staat is niet, dat alle maatre gelen in die richting naar hunnen inhoud verkeerd zijn, maar dat van staatswege gere geld wordt op een terrein, waar den Staat geen zeggenschap toekomt. Zoo bij den leerdwang. De tegenstanders van den leerdwang achten niet onderwijs onverschillig. Wel werd het van vrijzinnigen kant vaak das voorgesteld. Hetzij, wijl men het geschil niet begreep het zij omdat men zelf het moeielijk verdedigbare Heldenroman van HENRYK SIENKIEWICZ voor Be Echo van het Zuidenvertaald door H. EERSTE BOEK. HOOFDSTUK VI. (16) Reeds weigerden de landlieden gehoorzaam heid aan hun heer zij eischten met groot misbaar, dat men hen zou inlijven om op te trekken tegen den Ongeloovige, en het getal deserteurs, die met hun wapene en hun have naar de Sitch vluchten, steeg met den dag De hertog hield een wakend oog op deze verschijnselen en zond koeriers naar den eersten hetmau en naar de gouverneurs van Krakau, Kiew en Péréïaslaw. Hij ontving geruststellende tijdingen. De eerste hetman deelde hem mede, dat hij op de hoogte was van het doen en laten van Chmielnigkimaar dat diens geschil met den Starost van Tchéring naar zijne meening geen ernstige gevolgen na zich kon slepen. Koniespolski schreef »De Kozakken komen in beweging, als in het voorjaar de bijen om haar korven." Alleen de oude Zawila bezwoer den hertog zich tot alles gereed te houden nChmielnigki heeft de steppen reeds verlaten om in de Kl im de hulp van den Khan te gaan inroepen. En zooals ik hoor van mijn vrienden in de Sitch, verzamelt de ataman al zijn troepen, cavalerie en infanterie, zonder iemand zijne geheime bedoelingen mede te deeleu. Een vreeselijk onwêer drijft ons boven het hoofd. Moge het niet het verlies onzer provinciën ten gevolge hebben De hertog hechte meer waarde aan de waar schuwingen van Zawila dan aan het gerust stellende antwoord der andere. van den dwang gevoelde. Maar het ging toch en gaat nog, dezerzijds tegen den dwang Ja. voor leerdwang is wellicht meer te zeg gen dan voor verzekeringsdwang. Men kan althans moeilijk het laatste(ver dedigen en het eerste bestrijden. Het MinisterieGoeman BorgesiusLely van den leerdwang wilde dan ook op sociaal terrein het staatssocialisme doorzetten, en maakte gedwongen zorg voor den ouden dag gereed- Niet vreemd. Op vrijzinnig standpunt. Wil de Regeering de verzekering bevorderen, dan is daarvoor wellicht veel te zeggen. Maar voor den dwang is geen rechtsgrond te vinden. Die dient uit het wetsontwerp te worden gelicht, zal het ook voor antirevolutionairen aannemelijk zijn. Niet aan uitbreiding van staat8curateele hebben wij behoefte. Duitschiand is in dit opzicht een baken in zee. Met klimmende verbazing hebben wij dit stukje gelezen en wij vergissen ons zeker niet door te uieenen, dat ook geestverwanten van den heer Pabius zich over deze ont boezeming zullen verwonderen. Dat het wetsontwerp v or de anti-revolutionnairen onaannemelijk zou zijn, zoolang daarin de „dwang'' geha dhaafd wordt, is moeilijk aan te nemen. Immers, dit ontwerp gaat uit van een kabinet, Wiarin verschillende anti-revo lutionnairen zi'ting hebben, anti-revolution nairen, die, wat beginselvastheid betreft, niet voor den Amsterdamschen hoogleeraar be hoeven onder te doen. En dat deze bewinds mannen ertoe zouden hebben medegewerkt, een voor hun partijgenooteu onaannemelijk wets-ontwerp bij de Kamers aanhangig te maken, is toch bezwaarlijk aan te nemen. Evenwel, ook de afgescheiden hiervan lijkt ons het betoog van den heer Pabius al zeer ongelukkig. Met opzet wordt bet woord „dwang" gekojen, waar eigenlijk slechts sprake behoort te zijn van verplichtingHet zelfde geldt ten aanzien van den //leerdwang" Het is een plicht der ouders, dat zij hunne kinderen behoorlijk onderwijs doen genieten, en het is evenzeer een plicht der werklieden, dat zij zich verzekeren tegen de gevolgen vau ziekte, enz. Dat de regeering, waar deze verplichting nog zoo veelvuldig ver waarloosd wordt, maatregelen neemt, m haar door middel der wetgeving te sanc- tionneeren, is niet anders dan redelijk Het woord //staats-socialisrae", waarmede de heer Het kwam hem voor, dat een onderzoek naar den toestand noodzakelijk was. Daarom riep hij Bychowiec bij zich, den kapitein van het Walachijsche regiment, en gaf hem de volgende bevelen Begeeft u naar de Sitch. Daar stelt gij dezen brief, voorzien van mijn zegel, ter hand aan den ataman. Die brief is maar een voor wendsel. Gij moet U ten taak stellen, alles na te gaan, alles te doorvorschen en to weten zien te komen, hoeveel troepen er reeds verzameld zijn en hoeveel er nog opgeroepen worden. Ik raad u aan," alles wat Chmieluigki betreft, na te sporen waar is hij Is het waar, dat hij naar de Krim geweest is, om zich de hulp der Tartaren te verzekeren zult gij mijn bevelen onthouden Alsof ze in de palm vau mijn hand ge- grifd stonden, Hoogheid Gij brengt één nacht te Tchériue door, ging de hertog verder daar zult gij den ouden kapitein Zawila vindenHij zal u bri ven meegeven voor zijne vrienden in de Sitch, en ij zult hun deze voorzichtig ter hand stellen an Tchériue gaat gij over water naar Kou dak De commandant van Koudak zal u vertrouwde loodsen meegeven, die bekend zijn met de klippen en de watervallen van den stroom. Besteed uw tijd goed in de Sitch Kijk rond, geef uw ooreu deu kost en keer terug als gij nog in leven zijt. Hoogheid, mijn leven behoort u toe Hoeveel soldaten moet. ik meenemen Veertig. Begeef u nog van avond op weg maar kom voor dien tijd nog even bij mij, dan zal ik u het wachtwoord geven. Bychowiec verwijderde zich met vreugde iu het hart. Jan Ivrétuski en eenige artillerie officieren kwamen hein tegen. Welk nieuws? vroegen zij. Ik vertrek vandaag nog met een belang rijke opdracht. Waarheen? Waarheen? Naar Tchériue en zelfs verder Luister eens even zei Jan En toen zij alleeu waren, ging hij verder In naam onzer vriendschap, laat mij in uw plaats gaau. Als gij wist Miju ziel wordt naar die strekeen getrokken Gij zult er geen roem mede inoogsten, want als Pabius het verzekerings-ontwerp tracht te brandmerken, kan hier dan ook niet den minsten indruk maken. Het is een ijdele //dooddoener". Zoowel bij den leerplicht, als bij de ver zekeringswetten mug slechts sprake zijn van Staatszorg. En een verstandige regeering zal die zorg uitbreiden op elk terrein, waar zc noodig blijkt. Wannéér men zich op mr. Pabius' standpunt wilde plaatsen, zou feite lijk de geheele sociale wetgeving onmogelijk worden en men het oude liberale stelsel vau onbeperkte vrijheid en non-interventie der Staatsoverheid in eere moeten brengen. Wat de. schrijver een „vrijzinnig stand punt" no int, is juist het tegenoveigestelde van die verouderde Manchester-leer. En nu weten wij wel, dat ook de Staatsinmenging haar schaduwzijde heeft-, en dat Duitschiand onder dit opzicht „een haven in zee* is. Maar hieiuit mag toch geeu andere conclu sie getrokken worden dan deze dat onze wetgevende macht zooveel zij kan, haar voordeel heeft te. doen inet ervaring, elders verkregen, teneinde die schaduwzijde zoo kleiu mogelijk te maken. Dat dit khu, behoeft geen betoog. En eveneens moet het duidelijk zijn, dat voor elk land de wetgeving zich zooveel doenlijk heeft aan te passen aan de bestaande toe standen. Maar van den anderen kant blijft het een onredelijke eisch, aan die wetgeving haar „dwingend" karakter te willen ont zeggen. Er is geen wet, of zij bepaalt hetgeen men heeft te doen, of te laten j geen wet dus, of zij perkt de vrijheid der burgers in, zij „dwingt". Maar dit „dwingen" geschiedt niet om te tyranni- seeren, of noodelooze kwelling aan te doen, maar ter wille van het algemeen xoelzijn. Dit laatste is de rechtsgrond der staats bemoeiing en van haar verplichtend karak ter, dat de heer F a b i u a nu weer met het woord „dwang" in discrediet poogt te bren gen. Want Duitschiand moge een „baken in zee" heeten, om tegen „uitbreiding van staatscurateele" te waarschuwen, de gruwe lijke misbruiken en misstanden in het soci ale leven leveren sinds lang de bewijzen, tot welke, toestanden de Maatschappij ver valt, wauneer het „laat-maar-waaien-stelsel" den vrijen teugel viert. Dat dit alles, onder de tegenwoordige omstandigheden, nog uioet iu herinnering de oorlog uitbarst, zal hier het eerst gevochten worden Ik weet bovendien, wat gij voelt voor Annette Krasienska Bedenk, dat men U tijdens uw afwezigheid haar hart kou ont- rooven. Deze laatste reden trof den kapitein meer dan de andere. Maar nog aarzelde hij. Wat zou de hertog zeggen, als hij toegaf? Was het geen groote eer, met zulk eeu zending belast te worden Nu goed riep Krétuski. Ik zal het den hertog gaan vragen Eenige oogenblikken later liet hij zich aan dienen. Inwendige on« ust kwelde hem. Als een gebiedend nNeeu uit den mond van den hertog ai zijn hoop eens iu duigen sloeg? Wat is er luitenant vroeg de hertog Jan maakte een eerbiedige buiging. Hoogheid, zeide hij, ik kom U onder danig verzoeken, mij te belasten met de voorgenomen zending. Bychowiec zou er misschien in toestemmen, m;j deze eer af te staan, als Uwe Hoogheid daartoe verlof gaf... Eu ik hecht er meer aan ,dan aan het leven. Bij God riep de hertog, ik had geen geschikter persoon kunnen kiezen dan U maar gij zijt pas teruggekeerd vau een lange reis, en ik achtte het billijk, u wat rust te gunnen. Om terug te keeren naar die streken zou ik gaarne iederen dag de reis maken... De hertog zag hem lang en aandachtig aan. Wat trekt u daar zoo aan De jonge officier stond bedremmeld. Ik zie wel, zeide hij eindelijk, dat geen enkel geheim aan Uwe Scherpzinnigheid kan ontsnappen ik zal U alles bekennen. Het hehage uwe Hoogheid, mij gunBtig aan te hooren. Toen vertelde hij onder welke omstaudighe den hij de dochter van prins Wassil had leeren kennen, hoe hij liefde voor haar had opgevat, waaarom hij zoo vurig verlangde haar terug te zien, en haar, na zijn terug keer uit de Sitch, mee te brengen naar Lub- nié. Hij zeide niets van het gedrag der oude prinses aan welke hij beloofd had te zwijgen. Daar gij de belangen nwer liefde zoo verstandig hebt weten te vereenigen met de worden gebracht aan een man als de heer mr. F a b i u s, zou bijna tot ontmoediging steramen. Zijne opmerkingcu lijken ons, iu haar algemeenheid, een bedenkelijke uiting van Prinzipiënreiterei. D?ze kwaal onzer dagen veropenbaart zich in allerlei vormenzij zoekt hare slachtoffers onder alle standen, tast iederen leeftijd aan en is een kwelgeest die den inemch voortdurend plAagt eu zijn kort leven met al hare grillen vergalt. Deze vijand moet steeds bestreden en in bedwang gehouden worden en mocht hij veld winnen, met alle kracht moeten we hem terugdringen. Om hierbij meer kans van slagen te hebben, kan het misschien nuttig zijn een en ander mede te deelen uit een voordracht door Prof. Patrick te Chicago gehouden en eeni- gen tijd geleden door Dr. Sicherer in de Volcsgez. behandeld. De Professor begint met de bewering, dat de behandeliug van zenuwachtigheid door de medici wordt verwaarloosd. Een arts zal alle moeite doen om eene organische afwijking te coustateeren, elk bacil hoe klein ook boezi-mt hem belang in, maar hij geeft zich weinig of geen moeite waar het g<ddt zenuwachtigheid te voorkomen of te bestrijden De medici achten het weinig interessant zich in te denken in het lijden van zenuwachtige patiënten en gunnen zich deu tijd niet raad te geven. Zij beschouwen het dikwijls als bijzaken een ernstig woord te spreken tot iemand die beheorscht wordt door de „zenu wen" of iemand te waarschuwen die een verkeerde levenswijze volgt. En toch, elke arts die maar even de pols van zijn patient wil loslaten, of even het mes weg leggen, moet bekennen dat zenuw stoornissen iu staat zijn evenveel ellende in het leven te veroorzaken, als etteringen en gezwellen en de geheele lijst van ziekten. Op deze wijze worden de medici door den Prof. onder handen genomen en met verwijten getroffen. Het middel nu ter voorkoming van zenuwziekteu is het opvolgen van de geheele reeks hygiënische voorschriften. De wet der natuur laat zich in al haar gestrengheid voelen en niet het minst de mi j wimi i< ■iwrÉirnrr i w<n mmnmmuti tt*i i rit— eischen van den plicht, antwoordde de hertog, kan ik Uw verzoek niet afslaan. En hij gaf een zijner schildknapen bevel, Bychowiec te roepen. De luitenant hoog diep voor den hertog, die hem vaderlijk de hand op het voorhoofd lei... Krétuski was den prins zeer dierbaar, en inet vreugde ver nam deze de bekentenis zijner liefde voor de dochter van Wassil, wiens nagedachtenis hem te heiliger was, omdat daaraan smartelijke herinneringen waren verbonden. Gij moet mijne schijnbare onverschillig heid jegens mijn pleegkind niet uan opzet wijten, zeide hij. Ik vertrouwde op haar voogden, die haar van Lubnié verwijderd houden maar nu ik weet, dat gij haar liefhebt, zal ik haar behandelen als mijn eigen dochter. Op dat oogenblik trad Bychowiec binnen. Mijnheer, zeide hem de prins, ik heb U slechts een woord te zeggen gij kunt ver trekken als gij verkiest maar ik wil n ver zoeken, Uw plaats aan uw kameraad af te staan... Hij heeft dringende redeu om deze zending te verlangen. Ik zal trachten, U een andere, even eervolle te geven. Hoogheid antwoordde Bychowiec, Gij hebt het recht te bevelen en Gij laat mij vrij in de keus. Ik zou dit voorrecht ou waardig ziju, als ik mij niet aanstonds en bereidwillig naar Uwe verlaugens voegde. De hertog wendde zich tot Jan. Gij hoort het, bedank uw vriend en maak u gereed voor dc reis, Bij het vallen van den avond liet Jan, in het 'bezit van de brieven van den hertog, door den schatmeester van het paleis voor zien van geld en geëscorteerd voor zijn veertig soldaten Rendiaua inbegrepen de kanteelen en de zware torens van Lubnié achter zich. HOOFDSTUK VII. 't Is Maart, Het hooge gras golft onder den wind. De stengels der kruiden beginnen te bloeien. Er gaat een zucht van leven dooi de steppen, en de bijde stem der lente juicht iu verschillende geluiden: gekweel, gefluit,gezang, vleugelgeklap. Sperwers zweven onbewegelijk wet der erfelijkheid, die menigeen reeds bij de geboorte eenen last op de schouders legt van onbetrouwbare zenuwen, eene last die als de vloek van het Oude Testament tot iu het derde en vierde geslacht nog wordt vervuld. De erfelijk belasten moeten uiet ah hoor het noodlot ter verderve gedoemd worden beschouwd, maar men moet trachten te redden wat tc redden is eu ten mioste groot lijden verzachten. Bij de bestrijding van zenuwachtigheid vau kinderen is niets zoo nuttig dan harding van lichaam en geest. De meeste lijders aan zenuwachtigheid klagen dan ook, dat ze van kind at aan zwakkelingen zijn geweest. Een kind dat bij zijn ontwikkeling sterke spieren, krachtige longen en een goede spijs vertering heeft verworven dat weer en wind eu pijn heeft leereu verdragen, zal weinig aanleg vertoonen tot zenuwachtigheid er. van nog veel meer gewicht is de harding van het zenuwgestel zelf. Een kind dat tegenspoed heeft leeren verdragen, niet altijd zijn zin heeft gekregen, dat geleerd heeft zich te beheerscheu, bezit reeds een krachtig middel tegen „zenuwen" en als het niet angstig is en goeden moed heeft in inoeielijke om standigheden, krijgt het eeu half dozijn zenuwziekten reeds zeker niet. D.»arom moeten kinderen af en toe worden bloot gesteld aan tegenspoedeu en niet opgroeien als de prinsen en prinsessen uit het sprookje. De wereld is geen tranendal maar toch ook geen paradijs en hij die tegen een stootje kan in zijn kiudsheid, staat later in het leven pal als het noodig is. Waarschijnlijk is het dat er twee fouten gemaakt worden bij de opvoeding vau kinderen wat hunne zenuwen betreft. In de eerste plaats kinderen te laten deelnemen aan genoegens die voor volwassenen zijiv, bestemd en ten tweede zc plichteu op te leggen waarvoor ze te jong zijn. Voor genot en voor arbeid behoort er een lichamelijke ontwikkeling te zijn die er bij past, door nu de kinderen deel te laten nemen iu genoegens van vol wassenen wordt er van het niet volwassen zenuwgestel zooveel gevergd, dat er groote vermoeienis het gevolg van is, wat later in sanatorium en gesticht moet werden geboet. Volgens Patrick kpeft deze opvoeding aan de Vereenigendo Staten meer menschonlevens gekost dan de laatste oorlog. De tweede opvoeding maakt dat zich uit het kind een meusch ontwikkelt, die in zich iu de lucht zij haugen aau het uitspansel ganzen vliegeu iu wigvormige vlucht voorbij, of kraanvogels in lange rijen. Een kudde wilde paarden komt aaugerend een oogenblik vor men zij een halven cirkel rondom de kleine troep van Jan, maar aaustonds verdwijnen ze weer iu duizelingwekkende vaart het gras, dat onder hun hoeve vertreden was, komt weer overeind, de bloemen schommelen nog op en neer, en fonkelen het geruisch van het hoef getrappel is weggestorven men hoort slechts alleen nog de vogels. Op den middag van den tweeden dag, bij het verlaten van een bosch, kwamen de wind molens van Itozloghi in het gezicht. Het hart van den officier klopte hoorbaar. Niemand is verdacht op zijn komst... Wat zal Hélène zeg gen Voor hem liggen de hutten der landlieden omringd door bloeiende kersen hoornen een weinig verder op het dorp en de verspreide woningen der lijfeigenen, eu daarachter het hooge windas vau de put, dat boven de houten omheining uitsteekt. Jan geeft zijn paard de sporen zijn soldaten volg den hem iu galop In vliegende vaart rennen zij door het dorp. Hier en daar staat een boer iu de deur en slaat eenvoudig een kruisteeken,. Wie zijn dat groote God I .Duivels of Tartaren. Maar de paai den doen zooveel modder opspat ten, dat het niet mogelijk is, iets te onder scheiden... Reeds zijn zij genaderd tot voor de woning der Kurcewiczeu zij houden halt voor de gesloten poort. Hola Hola Doe open Het geschreeuw het geblaf der honden, het geklop tegen de poort, trok eindelijk de aan dacht van een paar dienaren. Zij naderden maar deden niet open, uit vrees voor een overval. Wie is daar Doe open De prinsen zijn niet thuis. Doe open honden van heidenen... Wij komen van Lubnié, met een opdracht van den hertog. (Wordt vervolgd.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1904 | | pagina 1