Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Tl MR 1 TE mm. Uil' DE TWEEDE KAMER, IS urmiiti 99, Zondag 18 December 1904. 2Te Jaargang ASTOOI T IE L E N, Dit nummer bestaat uit TWEE BLADEN Eerste Blad. „De Echo van het Zuiden", BEKENDMAKING. Uitgever: Alwie een abon nement neemt op tegen 1 Januari 1905, ontvangt van af heden de nog verschijnende num mers GRATIS. FEUILLETON. Aangifte ter inschrijving voor de Militie Drankwet. I S35SSSHZÏÏC3T Waahvpsfle en Laixslraatsrke Courant, Dit Blad verschijnt W o e 11 s d a g- en Zaterdagavond. A b o n n e ra e n t s p r ij s per S maanden f 0.~5. Franco per post door het geheele rijk f 0.90. Brieveningezonden stukken gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. W 4ALWIJÏ. Advkrtentibn 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groot© letters naar plaatsruimte. Advertentiën 8maal ter plaatsing opg«g«v»n, worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groot, aantal regeis en advertenties bij abonnement worden specirle zeer voordeelige contracten gesloten. Reclames 15 cent per regel Burgemeester en Wethouders van Waalwijk brengen ter openbare kennis, dat gedurende da maand Januari 1905 dagelijks behalve op Zon en feestdagen de Secretarie dezer gemeente gele genheid bestaat om zich voor de Nationale Militie te doen inschrijven. Waalwijk 11 December 1904. M. DE VAN DER SCHUEREN. De Secretaris. F. W. VAN LIE MPT. Burgemeester en Wethouders van Waal wijk, maken bekend, dat bij hen is inge komen, eene aanvraag om vergunning tot vérkoop van sterken drank in 't klein van P, van Daelen voor het perceel Wijk B. no. 86 Binnen twee weken na dagteekeuing dezer kunnen tegen het verleenen van deze vergunuing bij ons schriftelijk bezwaren worden ingebracht, Waalwijk 15 December 1904. Burgemeester en Wethouders voornoemd K. de van der Schueren, De Secretaris. E. W, van Liempt. Heldenroman van HENRYK SIENKIEWICZ voor De Echo van het Zuidenvertaald door H. EERSTE BOEK. HOOFDSTUK IX. (20) Luister, zei Jan bewogen. Ik zal mij niet laten wurgen als een lam. Uw arm zou mij buitendien van geen groot nut zijn. Eu ik moet u een brief toevertrouwen, waaraan ik meer hecht, dan aan het leven gij zult dien naar Rozloghi brengen... Gij zult aan de prinses en de jonge prinsen zeggeu, dat zij de jonge priuses naar Lubnié brengen... want de opstand is dreigender dan ooit... Sluit u bij hen aan... Het moet zoo De op dracht, die ik u geef is ernstig, en eerder een vertrouwd vriend dan een dienaar waardig. Ik zie in, zuchtte Rendiane, dat ik moet gaan. Maar het spijt mij zóó, datik ontroostbaar zijn zou, al gaaft gij mijn ook dien gordel, met goud bewerkt. Gij zult hem hebben. De commandant zend booten naar Thérine. Morgen aan den dag vaart gij de rivier weer op Vandaar gaat gij zonder een uur verlet naar Rozloghi. Zeg aan de prinses geen woord van het gevaar, dat mij dreigt. Tracht htt zoover te brengen, dat zij aanstonds op reis gaat, al was het te paard, zonder bagage. Het moet.... Ziehier een beurs met geld... over een uur zijn de brieven klaar. Rendiane viel zijn meester aan de voeten. O edele heer zal ik U dan waarlijk nooit meer terugzien Wij allen zijn in Gods hand... Zijn wil geschiede... Maar vergeet niet dat gij te Rozloghi een opgeruimd gezicht zet... Ga nu slapen. »Reden tot gerustheid voor de toe komst wordt aan het tegenwoordige Kabinet ook gegeven door 't ontbreken van een imponeerende oppositie.» Deze woorden werden door den Mi nister van Binnenlandsche Zaken j.l Zaterdagmiddag in de Tweede Kamer aan het slot zijner rede gesproken ter verdediging van het Regeeringsbeleid Het zijn teekenende woorden. Woor den, die een gedachte belichamen, welke zich willens of niet willens opdringt bij allen, die onze binnenlandsche staat kunde der laatste jaren ook maar met eenige aandacht hebben gevolgd. Want dit is bet telkens terugkeerende kenteeken van den tegenstand, door de geheele linkerzijde onder afwisselende vormen gevoerd tijdens het aanzijn van dit Ministerie men werkte met allerlei kleine middelen, men riep dan deze dan gene klasse van kiezers ten banvloek tegen het Kabinet-Kuyper op, men sprak kwaad van de averechtsche samenwer king, die er op ministerieele bureaux zou heerschen, men belasterde de Re- geeringsonpartijdigheid, men wilde in het doen en laten van den Minister-President, in zijn reizen, in zijn thuisblijven, in duizend onbeduidendheden van het dagelijksche leven allerlei intrigues zien. Ook in het jongste begrootingsdebat heeft de oppositie weer haar weinig verheffende tactiek gevolgd. Verwijten over beuzelingen vormden in de rede voeringen van partijleiders als mr. Troelstra en mr. Goeman Boigesius schering en inslag. Vooral over de partijdige benoemingen, die onder deze Regeering zouden geschieden, werden weer allerlei hatelijke maar onverdiende opmerkingen gemaakt. Maar het is wel de moeite waard, te lezen, wat dr. Kuyper op die onvriendelijkheden ant woordde «Wat de quaestie der benoemingen betreft zeide hij ik heb mij daar omtrent reeds het vorig jaar bij de burgemeestersbenoemingen duidelijk uit gesproken in dien zin, dat een goed burgervader in geestessympathie moet zijn met de bevolking. En nu waren bij vil 1 I..J Het overige gedeelte van den nacht bracht hij door met schrijven on bidden. De dageraad verlichte het kleine naar het Oosten gekeerde venster. Spoedig daarop brak den dag aan een roze schijn speelde op de muren der kamer. Op de toren bliezen de trompetten «Sta op Eenige oogenblikken later ver scheen commandant Grodek op den drempel. Luitenant de jonken zijn gereed Ik ook antwoordde Jan. HOOFDSTUK X. De lichte booten vlogen over het water en voerden den jonge officier en zijn geluksdroomen mee. De liooge waterstand maakt.) de klippen minder gevaarlijk. Zij schoten over de rotsen van den Surski... Een gunstige golfslag wierp hen over de zandbank van Woronow drei gend schuurden de kielen over 't harde zand en voor hen lag de verschrikkelijke Niewasyter, een witschuimend monster. Zij moesten aan wal Btappen de jonken op 't drooge trekken, en langs den oever slepen, een zwaar werk, dat een heeleu dog in beslag nam Zoover" het oog reikte, niefs dan wildernisgeen levend wezeD in de steppen geen boot op 't water. Terwijl zijne mannen met behulp van balken en palen de vaartuigen voortsleepten, sloeg Jan dit grootsc'ne schouwspel gade. Over de geheele breedte van den stroom strekten zeven rotsen, als monsterachtige slangen hun donkere rnggen uit. De Dniepr wierp er met alle kracht zijn wateren tegen aan en joeg zijn golven door de openingen. De mannen bij de booten sloegen een kruis teeken. Zij smeekten hun aanvoerder, de kanten van den stroom niet te dicht te na deren. De legende verhaalde, dat de onvoor- zichtigen die zich over den afgrond heen boog, gek werd dat donkere reuzenhanden uit de maling te voorschijn kwamen om hem te grijpen en dat een akelig gelach door de spelonken rolde zoo zongen tenminste de blinde grijsaards op hunne luiten maar zij werden niet geloofd. Eindelijk kwamen do reizigers in het kalme water van de beneden rivier De dag liep reeds ten eindevoor hen strekte zich het groote eiland Khoityce uit langer dan twee mijn optreden in Zuid-Holland 152 bur gemeesters van liberale, 7 van antirevo- lutionnaire, 3 van katholieke en 3 van christelijk-historische richting. Onder de vraag naar geschiktheid voor benoe ming als burgemeester moest dus ook de richting der candidaten worden on der het oog gezien. Zoo is vroeger steeds gedaan, b.v. in Noord-Brabant, waar schier alle burgemeesters behooren tot het R. K. kerkgenootschap. De heer Treub heeft twee feiten triomfantelijk aangevoerd waaruit de booze bedoelingen van het kabinet zou den blijken. Ik zou namelijk door een predikant te Schiedam een onderzoek hebben doen instellen naar de richting- van een sollicitant voor het burgemees terschap doch dit is onjuist. Ik deed dit onderzoek slechts instellen, omdat men vreesde dat de sollicitant bij de verandering van ministerie de huik naar den wind had gehangen en «gedraaid» was. Het onderzoek betrof dus slechts het karakter, de betrouwbaarheid van dien persoon. De predikant was de aangewezen persoon voor het onderzoek, omdat de sollicitant dezen de laatste jaren geregeld besproken had. De heer Treub wil zeker wel een professor zulk een onderzoek doen houden, doch een onderzoek door een predikant vindt hij een horreur. (Gelach.) Daaruit blijkt van welk soort het anti-clericalisme van den heer Treub is Ons dunkt, dat de vrijzinnig-demo - cratische heer Treub en de geheele Linkerzijde, tot wier tolk hij zich maak te, het hiermee konden doen. Een andere beschuldiging, die trou wens elk jaar bij de begrootingsdebat- ten herhaald wordt, had betrekking op de verdeeldheid, die de tegenwoordige christelijke Regeering ons volk zou brengen. Ook daarop bleef dr. Kuyper het antwoord niet schuldig. «De heeren moeten nog wel spreken van verdeeldheid, zeide hij. Juist de strijd, die er vroeger heerschte tusschen Katholicisme en Protestantisme is door het politiek verbond der christelijke partijen schier geheel verdwenen. En de drie christelijke groepen die gewoon waren elkaar in de haren te vliegen, mijlen. Jan ging op verkenning hij hoopte er een afdeeling Zaporogen te ontmoeten en met hen te spreken. Maar niets dan wildernis stilte, en donkere nacht. Hij keerde terug naar den oever en liet vuren aanleggen Schildwachten werden uitgezet. Gehuld in zijn mantel, staarde hij onafgebroken in de duister nis, in gedachten verzonken. Soms was het alsof hij voetstappen hoorde ziju zinnen moesten verward zijn. Plotseling stond een donkere gedaante voor hem, een schildwacht. Luitenant, zij komen, fluisterde hij. Wie? De Kozakkeu. Zij ziju ongeveer veertig naan sterk. Goedniet talrijk dus..- Wek de troep en gooi hout op het vuur. De soldaten waren spoedig in het geweer. Het nieuwo voedsel deed een wolk van vonken opstijgen uit de vlammen, welke de booten op den oever verlichtten. Iutusschen wei den de naderende voetstappen duidelijker hoorbaar. Hola Wie daar ginds, op deu oever riep een dreigende stem. Wie zijt gij zelf antwoordde de sergeant. Antwoordt, voordat gij iets vraagt, houd, of ik laat mijn geweer spreken. De gezant van Zijne Hoogheid hertog Yarema Wisnowiegki, belast met brieven voor den ataman, verklaarde de sergeant met na druk. Er heerschte een ©ogenblik stilte.-.. De Kozakken beraadslaagden. Kom naderbij riep de sergeant.... Een afgezant van den hertog wordt niet ongestraft *eweld aangedaan maar de afgezant van den hertog doet van zijn kant ook niemand geweld aan. Weer klonken de voetstappen en de mannen kwamen uit de duisternis te voorschijn. Bruine gelaatskleur, gedrongen gestalte, kleederen van geitenvel Tartaren ter nauwernood waren er tien Kozakken onder. De aauvoerder, een oude Zaporoog, hoog van lichaamsbouw en wreed van uiterlijk trad op het vuur toe. Wie uwer is de gezant van den hertog Zijn adem stonk naar den brandewijn. leven thans in pais en vree. Doch ook aan de linkerzijde is hetzelfde verschijn sel te bemerken. Van het vroegere fel debat tusschen Borgesius en Drucker is het thans gekomen tot een roerende eenstemmigheid over het blanco artikel 80 (Gelach.) en bij de komst van prof. Treub in de Kamer is het twistvuur niet aangewakkerd aan de linkerzijde doch veeleer is de verzoening gekomen. (Gelach). Van al den strijd is niets overgebleven dan de tegenstelling tus schen christelijke en moderne levens beschouwing. M e i n 1 i e b c h e n was w i 11 s t du noch m e h r. Gelach.) «Doch ontkent nu de heer Van der Vlugt of de heer Roessing de tegen stelling tusschen moderne en christelijke levensbeschouwing, tusschen Roessingh en De Visser? Dat ware kinderachtig. Het liberalisme de heer Troelstra heeft het uitnemend gezegd had slechts een beperkten horizont, die niet verder ging dan het intellectueele. De tegenstelling tusschen de christelijke en moderne levensbeschouwing laat de mo derne godgeleerdheid mijlenver achter zich. «Wie heeft nu die tegenstelling gemaakt Niet eenig politiek program. De pro grams zijn slechts de erkenning daarvan- doch de wereldgebeurtenissen hebben haar geschapen. Intusschen heerschten hier oorspronkelijk de christelijke levens beschouwingen en toen zijn uit Frankrijk en Duitschland de nieuwe liberale levens beschouwingen gekomen. De antithese is dus niet ontstaan door ons, maar door de linkerzijde. De godsdienst, zoo wordt beweerd, behoort slechts binnenkamers te blijven. Maar Christus heeft gezegd Wie mij belijden zal voor de menschen. zal ik belijden voor mijn Vader, die in de hemelen is.» Belijden nu voor de menschen doet men niet binnenkamers I» Het doet goed aan het hart, wanneer men aldus in de openbare beraadsla gingen der Tweede Kamer den eersten Minister van staat op luiden toon belij denis hoort afleggen van de Christelijke beginselen, en wanneer men die begin selen mede in de wetgeving verwerkt ziet. Het kan dan ook niet lijden, of ons Wie is deu gezant herhaalde hij met sleepende stem. Ik, zei Jan. Jij Wat is dat Kunt ge mij niet fatsoen lijker aanspreken Let op den vorm en den goeden toon, zei de sergeant. Men zegtEdele en dooi* luchtige heer De duivel hale je, helsch gedierte We zullen je leeren met je Edele en doorluchtige heer l Wat moet gij van deu ataman Dat raakt je niet... Zorg, dat ik zoodra mogelijk bij je bevelhebber komje hoofd staat op 't spel I Op dit oogenblik kwam een andere Kozak naar voren. Wij zijn hier op bevel van den ataraau wij mogen geen enkelen Lakh doorlaten. Alwie toch verder wil, moet gevangen geno men en geboeid worden. Wie vrijwillig hierheen komt, behoort ontzien te worden. Ik heb mijn bevelen. Eu weet gij, schurk, wat de persoon van een gezant beteekent Weet gij, wie ik vertegenwoordig De reus met het woeste gelaat viel hem in de rede. Wij zullen den gezant naar den ataman brengen... maar bij zijn baard... zoo...; en hij stak de hand uit naar 't gelaat van den luitenant. Maar op 't zelfde oogenblik stortte hij neer, als door den bliksem getroffen. De officier had hem met zijn knots den schedel ver pletterd. nKoli 1 Koli Schreeuwde en huilde de troep. De geregelde Kozakkeu schoten toe, om hun aanvoerder te beschermen. Er knal den geweerschoten: woedende kreeten «Koli Koli klonken tusschen het wapengekletter. De vuren werden onder de voeten getreden en giDgeu uit, de vechtenden in de duisternis latend. Het strijdgewoel werd zóó dicht, dat zij hun wapens niet meer kenden gebr uiken en elkaar met vuistslagen neersloegen of met de tanden verscheurden- De troep van Jan stond op 't punt, de overhand te behouden, toen eensklaps vanaf het eiland nieuwe ge- volk, dat in de meerderheid christelijk gezind is, zal zulke woorden weten te waardeeren En niet alleen te waardeeren, maar het zal er ook bij de aanstaande stembus een echo op geven, die klinken zal door het gansche land. G. Wij voegen hier nog aan toe, de zelf bewuste woorden, die dr. Kuijper ge bruikte aan het einde van zijne heerlijke slot-peroratie «Wij gaan met gerustheid den ko menden strijd tegemoet, winnen wij dan zullen wij met ijver voortgaan, valt de beslissing uit ten gunste der andere zijde, dan zullen wij met gerustheid de regee ring overgeven; met de vaste overtuiging en gerust geweten voor koningin en vaderland onze plicht gedaan te hebben. Welk een indruk ministers antwoord maakte, blijke uit het volgende overzicht der N. R. Ct. De minister van Binnenlandsche Zaken heeft in eene rede, die nog geen twee uren duurde, wij zullen niet zeggen, heel het potitieke debat der laatste vijf dagen omvat, doch dan toch wel er eenige belangrijke thema's uit opgeno men, om daarover zijne variaties te laten hooren. En wij mogen het verklaren, wij hebben daarnaar, bij alle verschil van gevoelen, met genoegen geluisterd. Hierbij doelen wij natuurlijk niet op den schoonen uiterlijken vorm der rede, de verdeeling van de stof, de fijne woordenkeus en mooie zeggingskracht wie zou het anders van den minister hebben verwacht Doch wat ons boven al zoo aangenaam trof, was de gematig- heid, waarmee van het begin tot het eind gesproken werd. Scherpe uitvallen, effectpassages voor de publieke tribune, waarmede is ministers redevoeringen anders zoo gaarne worden gekruid, ontbraken nagenoeg geheel. Ja, het is waar, enkele van die kleine-demagogi- sche< trekjes, gelijk de heer Treub zc noemde, ontbraken niet zoo brengt de minister met een zekere voorliefde »deti hoogleeraar1 of »den oud-minister> onder de kamerleden naar voren, om dan te zeggen, dat 't geen dezen meenen, kant noch wal raakt doch overigens sprak uit het geheel eene bijzondere soberheid en kalmte, waardoor rechtma- weerschoten, nieuwe kreteu weerklonken. De aanvallers kregen versterking De jonken te water 1 beval de luitenant men donderende stem. De soldaten liepen naar de booten. Maar geruimen tijd verliep, voordat zij ze vlot konden krijgen. Reeds zat hun de vijand op de hielen. Vuur riep Jan. Een knetterend geweersalvo bracht de aan vallers tot staan. In wanorde trokken zij terug, en een twintigtal gewonden bleven liggen, wier lichamen in de schokkende stuiptrekkingen van don doodstrijd op reus achtige visscheu geleken, welke men uit het water getrokken en op den oever geworpen had. De roeiers, bijgestaan door de solduten, zetten hun riemen tegen de rotsen van den oever en slaagden er eindelijk in met ge weldige krachtsinspanning, de vaartuigen in den stroom te krijgen. De Tartaren hervatten den aanval en zon den hun een regen van pijlen na. Het gefluit vau kogels en pijlen mengde zich met het geklotB van 't water en het gekreun der gewonden. uAllah Allah schreeuwden de Tarta ren «Koli Koli I" huilden de Kozakken. Bij tusschenpoozen klouk de stem van Kré tuski boven dit lawaai uit Vuur 1 De eerste stralen van den dageraad ver lichtten het tooneel vau den strijd. Aan don oever do wilde menigte vijandenSommigen met het vuurwapen aan den schouder, ande ren zich krommend om hun bogeu te spaunen. Op 't water, twee rookende jonken,die bij ieder salvo als met een sluier van vuur over dekt werden. Tusschen die hordeu en de booten lagen tallooze lijken. Op een der booten stond Jan, fier, rustig, zijn soldaten beheerschend. Hij Btond daar blootshoofds, daar zijn bolbak door een pijl was afge schoten. Wordt vervolgd.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1904 | | pagina 5