Nummtr 15. Zondag 19 Februari 1905 28e Jaargang. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Eerste Blad. TK Vllii Ei\ TE /AUlilll. AITÖOI TIELEN, Dit nummer bestaat uit TWEE BLADEN. BEDRIEGERS BEDROGEN LET DnUJ °,Ê"EI woord „SUNLIGHT" Sedwoagan winkelnering en aroeidseentraei. FEUILLETON. Uitgever: Winkeliers, die U andere zeepsoorten OP IEDER STUK ZEEP. IN DE HANDEN STOPPEN, ALS U SuNLIGHT= =ZEEP VRAAGT, BEDRIEGEN ZICHZELF, WANT ZIJ VERLIEZEN HUN DEBIET, U WENSCHT DE ZOO GUNSTIG BEKENDE SUNLIGHT. DE EENIGE BESTE ZEEP, GEEN ANDERE. pataHHBBW De Echo van het Zuiden, Waaltpsiie en Langstraatsclie Courant, Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond A. b o n n e m e n t s p r ij s per 3 maanden f 0."5. Franco per post door liet geheele rijk f 0.90. Brieveningezonden stukken gelden enz., l'rancu te zenden aan den Uitgever. W4ALVIJK. xAdvkrtentiën 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en advertenties bij abonnement worden specific zeer voordeelige contracten gesloten. Reclames 15 cent per regel Wij lezen in 't K. S. W. Het vraagstuk der «gedwongen win kelnering! zal bij de behandeling van het nieuwe wetsontwerp op het arbeids contract eerstdaags aan de orde zijn, en, zoo vertrouwen wij, alsdan tot een goede oplossing worden gebracht Van de middelen tot bestrijding der gedwongen winkelnering, welke de Minister van jus titie opnam in zijn wetsontwerp, namen wij met belangstelling kennis. Over het vraagstuk en de wijze, waarop zijné oplossing in 't vooruitzicht gesteld wordt, enkele opmerkgen. Enkele opmerkingen, die wij groepee- ren om de oude, vaak en vaag gestelde vraag Is gedwongen winkelnering ge oorloofd Vóór de beantwoording moeten we ons de zaak in kwestie voor stellen, gelijk ze zich feitelijk voordoet. Een patroon verplicht zijn werklieden, rechtstreeks of zijdelings bij hem in den winkel te komen of in een bepaal den winkel te gaan. Daar moeten zij zich voorzien, niet slechts van benoo- digdheden voor de uitoefening van het bedrijf noodzakelijk, maar ook b.v. van koloniale waren, manufacturen enz. "-11ja_n!!-je™ wil Heldenroman van HENRYK SIENKIEWICZ voor Be Echo van het Zuidenvertaald door H. TWEEDE BOEK. 38) HOOFDSTUK II. De Kozakken vonden het zeer natuurlijk, dat Zagloba het bevel op zich genomen had gedurende de afwezigheid van Bohun Dit was reeds meermalen voorgekomen, tot groote tevredenheid der manschappen, die dan steeds vrij in hun doen en laten waren. De schildwachten zetten zich dus onbezorgd aan het drinken, en middelerwijl begaf Zagloba zich naar de pachters, die op eenigen afstand stonden. Zeg eens, vriend, vroeg hij aan een hunner, is Lubnié ver hier vandaan O, Ja, mijnheer Kunnen wij er morgen vroeg zijn Neen, mijnheer. En morgen middag? Misschien. Welken weg moeten wij volgen Den grooten weg, recht vooruit. Zijn de wegen hier nog al goed Hertog Yaréma wilde, dat wij goede wegen haddenen zij zijn goed Zagloba sprak luide, zdbdat de meest Ko zakken hem konden verstaan, ondanks het rumoer. Geef hun brandewijn, zeide hij tot de soldaten, op de pachters wijzendmaar scheuk mij eerst een goed glas hydrommel in, want het is koud. Een der Kozakken vulde aanstonds een grooten beker en reikte hem Zagloba over. De oude edelman nam hem voorzichtig, bracht hem aan zijn lippen, hief het hoofd achterover en begon te drinken. Hy dronk Een gedeelte van het loon wordt niet in geld, maar in «waren» uitgekeerd. Die «waren» zijn wel eens van infé rieure kwaliteit. De prijzen, waarvoor zij worden ver kocht, zijn hooger dan in «vrije» winkels. Gedwongen of gedrongen besteedt de werkman méér van zijn (loon dan tot aankoop zijner «benoodigheden» wordt vereischt. En, wat ook kan voorkomen, het ge wicht is niet altijd in overeenstemming met dat, hetwelk gevraagd, verwacht en betaald wordt door den werkman- Ziedaar de gedwongen winkelnering met haar gevolg van misbruiken, gelijk zij werkelijk heerscht, tegen welke men den strijd aanbindt. Want te ontkennen is het niet, dat de gedwongen winkel nering zich, b.v, in de Langstraat staande houdt, al valt het steeds moeilijk in bepaalde gevallen het bestaan der mis bruiken te bewijzen. Wij nemen enkele cijfers uit het be langrijk Rapport door de «Kamer van Arbeid voor het Schoenmakersbedrijf te W a a 1 w ij k» uitgebracht na haar laatste onderzoek omtrent de gedwongen win kelnering. Bezocht werden W a a 1 w ijk - B e s o y e n 147 werkl. van langzaam, met regelmatige teugen en zonder den beker van zijn mond te brengende Kozakken bewonderden hem, als kenner. Eindelijk verwijderde Zagloba den ledigen beker van ziju gelaat, dat vuurrood was ge worden. Niet slechten oud dat laat zich proeven. Jammer dat zulk een drank door schurken als gij wordt gedronken. Hij gaf de Kozakken een t.eeken, dat zij konden doorgaan met drinken en wendde zich langzaam van hen af. Hij doorsnuffelde vervolgens alle hoeken, stapte over de ophaalbrug, liep langs de om heining, om zich te vergewissen van de waak zaamheid der schildwachten. De eerste sliep de tweede sliep de derde, de vierde sliep. Daarna keerde hij terug, naar de woning, schreed d#or het vreeselijko voor portaal, dat vol bloed en lijken lag, wierp een blik op Bohun, welke geeu teekeu vau leven gaf en sloop zachtjes naar de deur der kamer, waarin hij Hélèue had zieu ver dwijnen. Hij opende deze voorzichtig en hoorde het prevelen van gebeden. Ilélèue had zich bij Wassil verscholen. De blinde lag geknield voor een beeld der Maagd en bad. üp 't zien van Zagloba slaakte de jonge prinses een angstkreet. Hij legde den vinger op zijn lippen. Prinses, fluisterde hij, ik ben een vriend van Jan. Red mij antwoordde Hélène zacht. Juist daarom ben ik hier. Vertrouw op mij. Wat moet ik doen? Wij moeten vluchten, terwijl die helsche duivel buiten keunis ligt. Trek mannenkleede ren aan en als ik op de deur klop, kom dan naar buiten. Hélène scheen te aarzelen een straal van wantrouwen flikkerde in haar oogon. Kan ik u gelooven Hebt gij op 't oogenblik iemand, waarop gij beter vertrouwen kunt Dat is waar Maar zweer dat gij mij niet verraden zult. Ik zweer het Hier zijt gij reddeloos verloren Er is slechts heil te vinden in de vlucht. Goed ik zal gehoorzamen. 38 patroons Kaatsheuvel 585 werkl. van 70 pat. LoonopZand 93 27 Baard w ij k en Drunen 200 werkl. van 40 patroons Sprang - V r ij hoeven, Waspik 275 werkl. van 35 patroons. En uit dit onderzoek bleek, dat res pectievelijk winkelnering verplichtend was rechtstreeks in 12—8 11 25 33 gevallen en zijdelings 134 528 80 136 - 224 gevallen De prijzen waren concurreerend respectievelijk in 13 - 56 - 5 - 30 - 58 gevallen 10 a 25 pCt boven winkelprijs 55 - 321 - 56 - 61 - 169 gevallen 25 a 50 pCt boven winkelprijs 22 - 36- 18 - 70 - 30 gevallen Bij de beantwoording der vraagIs gedwongen winkelnering geoorloofd moeten wij aanvangen met bovenge noemde misbruiken, die met de ge dwongen winkelnering gepaard gaan, als ongeoorloofd af te wijzen. Geen slechter waar worde gegeven, geen hooger prijs gevraagd, geen minder ge wicht geleverd. Geen dwang worde uit geoefend, opdat de werkman méér neme, dan hij noodig acht De vraag is dan deze Mag de werkgever dwang uitoefenen op zijn arbeiders, opdat dezen bij hem of in een aangewezen winkel hun benocd?<$dheden koopen, terwijl die in kwaliteit, prijs o gewicht overeenko men met de «waar» dei - vrije winkels» Aldus theoretisch gesteld wordt die vraag gaarne bevestigend beantwoord. Terwijl men bij het antwoord nog even opmerkt, dat het niet meer dan billijk is, zoo een werkman te winkel gaat bij zijn patroon en door klandizie dezen wederkeerig bevoordeelt. Praktisch echter valt er tegei deze gedwongen winkelnering z e e r v e e 1 te zeggen. De ondervinding toch leert (wij ver wijzen naar genoemd Rapport) dat zij wel niet met mathematische zekerheid, maar toch allergemakkelijkst, ja natuur lijkerwijze, groote misbruiken na zich sleept. Zwijgend over het feit, dat de patroon voor de Kozakken. Eu voor een profeet hou Verkleed u als man, zouder dralen en wacht op mij. En Wassil Een gek is heilig zij zullen prins Wassil den. Daarna keerde Zagloba terug bij Bohun. De watacha was nog steeds buiten kennis, maar lag met open oogen- Gevoelt gij u beter vroeg de oude edelman. De Kozak deed eeue poging om te antwoor den, maar kou niet. Hij schudde met het hoofd om zijn onmacht te toonen, zijn trekken had den een pijnlijke uitdrukking bij de minste beweging verdubbelden de smarten zijner wonden. Dus gij zijt niet in staat te roepen Bohun bewoog slechts even de oogleden heen en weer Opstaan Hetzelfde teekeu. Des te beter Blijf maar rustig liggen en houd je stil ik zal van die gelegenheid gebruik maken, om mij met de jonge prinses naar Lubnié te begeven. A1b ik je het meisje niet afhandig maak, mogen de oude wijnen meel maken van mijn gebeente Jawel, vriend dacht gij dan, dat ik nog niet genoeg had van je gezelschap, dat ik mijn goeden naam op 't spel zou zetten door voortdurenden omgang met een schurk als gij Dacht ge, dat ik, om je wijn te drinken, je moordlust zou deelen en gemeene zaak maken met de opstandelingen? Neen, volstrekt niet, beste vriend I Naarmate de oude edelman sprak, sperden de donkere oogen van den watacha zich wijder open. Droomde Bohun, of was dit wêer een nieuwe grap van Zagloba Maar deze laatste ging verder Denkt gij, dat ik 't niet meen? Wien moet ik te Lubnié je groeten doen Misschien is het wel raadzaam, je een heelmeester te zenden, of nog beter den lijfarts van den hertog Het bleake gelaat van den Kozak kreeg een vreeselijko uitdrukking. Eindelijk scheen hij te begrijpen een gloed van woede en wanhoop straalde in zij oogen. Hij deed een boven- niet zelden missen zal de noodzakelijke kennis tot uitoefening van zijn winkelbe drijf, vragen wijZal de patroon al niet licht geneigd zijn, den werkman die bij hem in den winkel moet komen, dien hij niet door goede waar en concurreerende prijzen behoeft te lokken, met minder waar enz. weg te zenden En zal aldus de menschelijke gewinzucht in aanmer king genomen, gedwongen winkelnering niet vaak leiden tot misbruiken. Daarbij komt ditDoor de gedwongen winkelnering kan gaan dalen het peil eener industrie. Wij schreven in het K. S W Jaarg. 1904 pag 127 «In menige plaats hebben niet de slechte toestanden in het schoenmakersbedrijf de gedwongen winkelnering in het léven geroepen, maar heeft deze integendeel groote schuld aan de misstanden in de schoenmakerij. Gedwongen winkelnering wordt dikwijls uitgeoefend door kleine bazen, die vaak onder den prijs werken, en niet op de schoenen maar op de «waar» verdienen (Men sla ook na het genoemd Rapport Ter loops eindelijk maken wij melding van een treurige en niet te onderschatten gevolg der gedwongen winkelnering hoe deze nl het borgen op groote schaal bevordert, en ook den zin van sparen en spaarzaam-huishouden bij den werk man onderdrukt. Raadplegende de ondervinding, en overwegende dit alles, (wat wj slechts in 't kort mededeelden), komt men tot de praktische conclusie dat winkelnering, door den patroon uitgeoefend met recht- at*-,%0,;schen of zijdelingschen dwang op zijn werklieden, afkeuring verdient en dit sociaal euvel tevens wettelij k-c bAoer- king eischt. Deze meening wordt gedeeld door Minister Loeff, die bij art- 1637 m. aanteekent in zijn Mem v. Toel-«dit artikel strekt tot beperking van de veel vuldig voorkomende en tot veel misbruik aanleiding gevende bedingen enz. Het is gericht tegen de gedwongen winkel nering. Wie de verderfelijke werki?ig van dit euvel wil leeren kennen,» enz. Hoe tracht de Minister van Justitie in zijn Wetsontwerp dit euvel te be strijden Het allereerst verdient onze aandacht art. 1637 m. menschelijke poging en richtte zich op. Hulp, makkers 1 Maar hij kon niet voleindigen. Meteen snelle beweging had Zagloba hem het hoofd met een doek omwonden en aanstonds viel de gewonde wêer achterover. Roep niet dat zou je piju kunuen doen zeide hij buiten adem Je hoofd is nog zwak en als vriend moet ik over je gezondheid waken Zie zoo nu zult ge het wel warm hebben gij zult beter slapen en je niet overschreeuwen. En om je den lust te benemen, je verband af te rukken, zal ik je armen vastbinden Uitsluitend uit vriendschap, opdat gij nog lang aan mij zoudt denken Hij nam den gordel van den Kozak, sloeg hem om zijn polsen en logde er een knoop op. Bohun was in zwijm gevallen. Juist, zoo is het goed een zieke moet slapen, ging Zagloba verder; anders begint hij soms te ijlen. En nu vaarwelIk zou je een mes in de keel kunnen steken en daar door een dienst bewijzen aan de menschheid maar ik zou mij schamen voor zoo'n bloedig werk, dat een edelman onwaardig is Vaarwel Na deze woorden verwijderde Zogbola zich bij de deur van Wassil gekomen, klopte hij aan. Een teedere gedaante verscheen op den drempel. Zijt gij het, prinses? vroeg de grijsaard. Ja 1 Kom dan Wij moeten twee goede paarden machtig zien te wouden Zij sla- en allemaal, stomdronken De nacht is onker Pas op trap niet op de lijken uwer bloedverwanten In den naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes fluisterde Hélène. HOOFDSTUK III. Zagloba en de jonge priuseB reden door de begroeide ravijn van Rozloghi. De nacht was zeer donker en ieder oogenblik struikelden de paarden over wortels, die over den grond lagen. Langen tijd waren de twee ruiters genood zaakt, voorzichtig te rijden. Eindelij ke liep de ravijn uit op de onmetelijke steppen. In volle vaart zei Zagloba toen. «Ongeoorloofd en nietig is elk beding tusschen den werkgever of een van diens beambten of zetbazen en eenen onder één hunner gestelden arbeider, waarbij deze zich verbindt, het loon of zijn overige inkomsten of een gedeelte daarvan op een bepaalde wijze te besteden, of zijne benoodigdheden op een bepaalde plaats of bij eenen bepaalden persoon aan te schaffen», behoudens drie uitzonderingen. Hoe krachtig hier elk als beding on geoorloofd en nietig (in de toekomst misschien als strafbaar) wordt voorge steld, hoe noodzakelijk dit artikel is tot uitroeiing van het euvel, dat beding wordt veelal niet uitdrukkelijk gemaakt, de pressie op den werkman uitgeoefend is een zedelijke pressie, de overeenkomst een stilzwijgende, de dwang eene zijde- lingsche- Welk middel geeft het wetsontwerp om dien zijdelingschen dwang te ver hinderen Een direct middel geeft het ontwerp niet. Zulk middel is er trouwens slechts eenn.l., dat men den werkgever het uitoefenen van winkelnering ver- b i e d e. Doch niet zonder reden wordt in het Rapport der K. v. A. van W a a 1 w ij k van dit middel slechts gewag gemaakt, als dienende in ovenveging genomen te wor den, mocht het blijken, dat anderemaatrege len o een doel troffen. Die overweging zou niet licht tot het nemen van zulk een maatregel leiden. De moeilijkheid een grens te trekken tusschen neringdoenden en patroons, het ingrijpen in zulk bijzonder recht der burgers, en de twijfelachtigheid van hst resultaat, zouden een eventueele voorsteiiing van deze bepaling geen succes verzekeren. Indirecte middelen echter tot be strijding der gedwongen winkelnering met zijdelingschen dwang, ontmoeten wij meerdere in het wetsontwerp. Wij veroorlooven ons het citeeren van enkele artikelen (eenigszins verkort weer gegeven) Artikel 1633 h. begaaltDe voldoening van het loon voor zoover het in Ned. geld is vastgesteld geschied in zvettig betaalmiddel va?i het Rijk. Lang, zeer lang galoppeerden zij voort, zonder rust of oponthoud Nu sloegen hun paarden de ooren nêer, blijkbaar uitgeput. Er is niets aan te doen onze paarden moeten rusten, sprak de grijsaard. Reeds kwam de dageraad de duisternis over de steppen verdrijven Het hooge gras en de hoornen in de verte stonden in een bleeken lichtschijn. Er is niets aan te doen, herhaalde Zag loba, wij moeten onze dieren laten uitblazen... Gisteren zijn ze in één stuk door van Tchérine naar Rozloghi gekomen Op zoo'n manier zouden ze het niet lang volhouden Wat moesten wij aanvangen, als ze bezweken Hoe gaat het u, prinses Hij wendde zien tot zijn gezellin en hernam, zonder een antwoord af te wachten Laat ik u eens hij net licht bekijken Ho Ho I Gij hebt de kleederen uwer neven aangetrokken Op mijn woord, dat is een aardige Kozak Ik heb nooit zoo'n mooie page in mijn dienst gehad en ik zou mij erg vergissen, als Krétuski hem mij niet spoedig afhandig maakte Maar wat zie ik In Gods naam, prinses, verberg uw haarvlechten die verraden al te duidelijk, wie gij zijt 1 Waar gaan wij heen? vroeg zij, de vlechten ouder haar muis verbergend. Waarheen wij kunnen. Niet naar Lubnié En in den viuchtigeu blik, welken zij op haar reisgenoot wierp, stond een zweem van achterdocht te lezen. Ja, ziet gij, prinses, do oude Zagloba gebruikt ziju verstandhij heeft alles be rekend en zich dezen wijzen stelregel herin nerd «Vlucht nooif den kant uit, waar gij achtervolgd kunt worden". Als wij op 't oogen blik nagezet worden, dan is dat zonder twijfel op den weg, die naar Lubnié voert Gisteren heb ik met luider stem naar den weg gevraagd; ik heb Bohun op de hoogte gebracht van mijn voorgewende plannen. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1905 | | pagina 1