jNummer 15
Zondag 19 Februari 1905
28e Jaargang
Tweede Blad.
T
!4,
UITVOERINGEN.
3>
it.
b
Onze Lederindustrie.
Rusland en Japan.
BUITENLAND.
Duitschland.
Italië.
BINNENLANi).
es.
M.
vel.
t-
en.
WAALWIJK.
Uitvoering te geven r!o-»r de Liedertafel
„Oefening en Vermaxk', op Zondag 19 Fe
bruari, des middags ten 12 ure in de zaal
„Musis Sacrum" te Waalwijk.
PROGRAMMA AD LIBITUM.
BESOIJEN.
Tweede Winterconcert te geven door de
Liedertafel „Oefening baart Kunst", Di
recteur de heer L. Kooien, in hare zaal in
't Hotel Brokken, op Zondag 19 Februari
1905. Aanvang 7l/9 uur.
(Zie programma's.)
LOONOPZAND.
Groote Win teruitvoering te geven door
het Fanfaregezelschap „Sophia's-Vereeniging"
op Zondag 19 en 26 Februari 1905, in de
zaal der Vereeniging bij den lieer E. J. van
Hoorn. Aanvang te 6 ure precies.
(Zie programma's.)
NIEUWKUIK.
Concert ten voordeele van behoeftige
huisgezinnen te gevtn door de Harmonie
„De Eendracht," van Ouzenoort eu Nieuw-
kuik onder directie van den Heer F. Hor
man, op Woensdag 22 Februari 1905, in
het café van den Heer A. Merkx. Aan
vang 6 uur precies.
(Zie programma's.)
oek-
ïeek,
irder
Men schrijft uit Dongen aan het D.
v. N.
Onder de vele takken van nijverheid
die de laatste jaren een zware kamp
te voeren hebben om het bestaan, kan
voorzeker gerekend worden de speciaal
I eigene nijverheid onzer streken >De
Schoen- en Leder-industrie.*
Wanneer aan het begin van het vorige
jaar allerwege in deze omvangrijke
branche, de wensch en het vertrouwen
werd uitgesproken dat voorspoediger
dagen zouden aanbreken, zoo is deze
hoop eene ijdele gebleken. Slechts een
blik in het oude jaar heeft de belangheb
benden overtuigd, dat niet alleen de
tijden zijn verslechterd, maar bovendien
j de huidige toestand eene zoodanige is
geworden, dat men ze vrij eene onhoud
bare kan noemen. Die eens zoo bloei
ende, die eens zoo krachtige, die eens
zoo rijke winst afwerpende industrie
gevoelt dat zij staat aan den vooravond
van den dag van eene door nood gedwon-
j gen beweging die zal beslissen over een
j al of niet zijn van eene der machtigste
j slagaders onzer vaderlandsche meer spe
ciaal onzer provinciale en gemeentelijke
i nijverheid.
Welke zijn dan wel de oorzaken van
dezen kritieken toestand
We kunnen zeggen er zijne eene me
nigte, maar de voornaamste zijn voor
zeker Dure grondstof, concurrentie in
t hare verschillende vormen, gebrek aan
I samenwerking, daarbij speciaal voor de
I schoenen-industrie de arbeidsduurte en
voor de lederindustrie hoogst waarschijn-
i lijk een gebrek aan beschermende rech-
j ten. Vooreerst dan »dure grondstof*,
dit is zoowel waar voor de leder- als
voorjde schoenen industrie. Beide branches
j gaan gedrukt onder hetzelfde euvel.
Het artikel huiden, voor de leerlooierij
de voornaamste grondstof, heeft zich
de laatste jaren dusdanig door zijn ab
normale duurte doen gevoelen dat het
ten eenen malen onmogelijk is geworden
eenige verhouding te vinden tusschen
ruwe en afgewerkte waar.
Sinds jaar en dag worden op de pro
ductie-plaatsen prijzen betaald, die spotten
met alle vroeger opgedane bevindingen.
De slachtingen beloopen zooveel dan
bijna ooit te voren, slechts de jaren vóór
1895 wijzen op een surplus op de tegen
woordige.
De behoefte is intusschen misschien
wel verdubbeld en ziedaar waarschijnlijk
wel de reden van de buitengewone
hooge prijzen der laatste jaren. Ook
dit jaar wijst weer eene aanzienlijke
stijging aan op het voorgaande en het
is te voorzien dat de onbekende hoogere
prijzen van heden nog gevolgd zullen
worden door eene reeks hoogere.
Een opmerkelijk verschijnsel toonen
deze prijzen in de verhouding der quali-
teiten en der gewichten.
De mindere soorten gaan steeds in
ongeevenredigde mate meer opwaarts,
dan de betere, terwijl voor lichtere tot
zwaardere eene zelfde verhouding plaats
grijpt.
Over 't algemeen kan dit wel geweten
worden aan de dringende behoefte die
weinig meer rekening schijnt te houden
met kwaliteit en gewicht, maar het meer
voorzien heeft op de goedkoopste no
teeringen. Een treurig verschijnsel voor
waar en een zeker teeken voor een
slechten gang van zaken.
Maar het is niet aheen waar, dat voor
de leerlooierij de grondstof duur is ook
de schoenmakerij heeft met eenzelfde
kwaal te kampen.
Niet zoozeer het zoolleder dat door
de inlandsche en buitenlandsche fabrie
ken zoo concureerend mogelijk wordt van
de hand gezet, maar het zijn voornamelijk
de buitenlandsche bovenleerproducten die
eene buitengewone verhooging hebben
ondergaan, waarvan vele zelfs tot 10 pCt
in een jaar. Wanneer men dan eens nagaat
dat de van de zijde der schoenfabrikanten
dit Jaar ondernomene beweging om te
komen tot een 5 pCt. verhooging voor
het schoenwerk, jammerlijk gefaald kan
heeten. dan kan een ieder gereedelijk
begrijpen dat de nood zeer hoog is ge
stegen.
Wat verder te zeggen van de enorme
concurrentie op allerlei gebied, zoowel
de reëele als oneerlijke. Wat is te zeggen
van de ontzaggelijke invoeren van het
buitenlandsche, systematisch verzwaarde
onderleder. Het Amerikaansche Hemlok,
de Belgische croupons, de Noord- en
Zuid-Duitsche zoolleders, het zijn als
zoovele belagers van de inlandsche
onverzwaarde, duurzame producten die
door goedkoope prijzen de schoenfabri
kanten verlokken deel te nemen aan de
productie van het minwaardige buiten
landsche artikel en trachten de vader
landsche lederindustrie ten verderve te
storten.
Laat ons verder nog noemen of laat
ons niet noemen dat leger vooral van
concurenten, die oneerlijke trachten, door
prijzen ver beneden de productie-kosten
door oneerlijken handel en geweten, zich
zelve en met hen vele anderen ten
gronde te sleepen. De oneerlijke con-
curentie, zij is op den huidigen dag een
der grootste en sluwste belagers van de
ledei- en schoenindustrie-
Wanneer we hierboven spraken van
gemis aan samenwerking, dan bedoelden
we hiermee, eene vereeniging ten goede.
Het is voorzeker een jammerlijk ver
schijnsel dat in deze dagen nu het
de geheele meer genoemde nijverheid
niet voor den wind gaat er een zoo
groot gebrek heerscht aan samenwer
king-
De onlangs voorgestelde 5% verhooging
voor schoenwerk is niet geslaagd bij
gebrek aan medewerking, de voorge
nomen verhooging van lederwerken
zijn gedeeltelijk mislukt bij gemis aan
samenwerking, zelfs de meeste voor
stellen worden tegengewerkt door een
zelfde verschijnsel
Het is te meer betreurenswaardig wan
neer men vast overtuigd is dat van die
zijde en van die zijde alleen eene betere
toekomst te wachten is, en het is te
hopen en we gelooven reeds goede voor
teekens hiervan te aanschouwen, dat
het leder en schoenenbedrijf dit jaar
toonen zal, \vat door volhardende en
onverdeelde samenwerking kan worden
verkregen.
Een laatste maar waarschijnlijk niet
de meest dringende oorzaak van de
crisis, is voor de schoenmakerij de
arbeidsduurte
We dienen hier te zeggen dat schoen-
fabricage in hare bewerking een geheel
andere hoeveelheid arbeid vordert voor
haar product dan de leerlooierij
Bedraagt van het Taatste vak het ar
beidsloon nauwelijks 5% van haren
omzet, zoo heeft de eerste een loon uit te
keeren van ruim 25°/0-
Voorzeker een enorm verschil, waar
door dan ook uiteraard de schoenmakerij
meer getroffen wordt door arbeidsduurte,
dan hare zusterindustrie. Nu kan wel niet
gezegd worden datin het bedoelde
bedrijf de loonen zooveel zijn verhoogd,
maar het percentageloon is door allerlei
omstandigheden vermeerderd; waarbij
nog komt eene ongevallenwet en meer
andere. Van minder belang maar eene
oorzaak die de looierij in deze omstan
digheden vooral niet uit het oog mag
verliezen zijn de aan de regeering
voorgestelde beschermende rechten, want
het mag vrij gezegd worden dat het
lederbedrijf aan een beschermend stelsel,
volgens veler meening eene dringende
behoefte heeft
Betreurenswaardig is het naar ons oor
deel tenminste, dat in eene gemeente
als de onze, waar de lederindustrie zich
de laatste jaren vooral sterk ontwikkeld
heeft, moet gezien worden, dat jaarlijks
massa's leder van buitenlandsch origine
worden ingevoerd, ten spijt van het
betere gemeentelijk» product, waarmede
de schoenfabrikant zeker zoo goed
werken kan.
Wat valt er dan te doen voor de
schoen- en lederindustrie Welke plan
nen worden er beraamd
Vraag het aan het nijvere Waalwijk
waar men reeds begonnen is eene bewe
ging op touw te zetten om een einde
te maken aan den toestand van heden.
Samenwerking en eensgezindheid wordt
geëischt. Allerwege in dit vak moet
worden saamgespannen om te komen
tot eene weldadige reactie.
De beide zusterindustrieën zullen over
leg plegen met elkander, ze moeten
trachten elkander te verheffen, elkander
terzijde staan in gemeenschappelijke
aangelegenheden, geen vijandschap too
nen, daar waar hunne respectieve wegen
ineenloopen.
De pasbegonnen beweging in het
schoenenbedrijf moet krachtig worden
en leiden tot eene algemeene prijsver-
hooging. De lederindustrie zal volgen
in het achtergelaten spoor, steunende
op hare voorgangster en samen zullen
ze toonen hoe met noesten vlijt, door
krachtdadige samenwerking twee zuster
industrieën kunnen ijveren voor weder-
zijdsch belang.
Deze wensch begeleide onze gemeente
lijke nijverheid in het thans begonnen jaar.
>Een wensch waarbij de redactie van
dit blad zich gaarne en volkomen aansluit."
Luitenant-generaal Trepof, het hoofd van
den gezondheidsdienst van het Russische
leger in Mantsjoerije heeft aan de Roeski
Inwa'lid eeu overzicht verschaft van de ver
liezen, tot dusver door de Russen geleden.
De opgaven zijn den llen dezer verzonden.
Trepof schrijft
Sedert het begin van den oorlog tot 14
Januari werden uit het leger te velde naar
het noorden teruggebracht d: w. z. naai
Charbiu, Tsjita, Stretensk, Chabarofsk, Ni-
kolsk en Wladiwostok 1 7i0 gewonde en
23U8 zieke officieren eu 53,890 gewonde
en 72,531 zieke soldaten, tezaam 130,439
man. In dienaelfdeu tijd stierven in de hos
pitalen 45 gekwetste en 62 zieke officieren
en 1232 gewonde en 2668 zieke soldaten,
in 't geheel 4007 ongeschikt geoordeeld
werden 6474 gewonde en 11,248 zieke sol
daten, tezaam 17,722 naar het binnenland
(d. w. z. naar Irkoelsk of verder westelijk)
geëvacueerd werden 559 gewonde en 670
zieke officieren en 4121 gewonde en 4079
zieke soldaten, in 't geheel 9429. Op 14
Januari bevonden zich in de hospitalen van
het leger te velde 152 gewonde en 634 zieke
officieren en 4953 gewonde en 15,815 zieke
soldaten, tezaam 21,554 man. Na aftrek van
het aantal overledenen, invaliden, naar het
binnenland teruggezondenen, en van de be
volking der hospitalen blijven als waarschijn
lijk naar het front teruggekeerden 954- ge
wonde eu 942 zieke officieren en 37,110
gewonde en 38,721 zieke soldaten, tezaam
77,727 man.
In het geheel zijn dus door den dood,
door blijvende ongeschiktheid voor den dienst
en door terugzending uaar Rusland aan het
leger ontvallen 31,558 man; bovendien wa
ren op 14 Januari nog 21,554 man in de
militaire hospitalen, zoodat in 't geheel over
59,712 man niet beschikt kon worden. Aan
dooden heeft het Russische leger volgens de
Russische bladen verloren 9071 man tot 1
Januari. In de gevechten aan de Hoenho
zouden nog 3000 man gesneuveld en 10,000
gewond zijn. Het verlies kan dus tot dusver
begroot worden op 43,000 man. Dat een
zoo aanzienlijk deel van de gekwetsten be
trekkelijk spoedig in staat is, naar het front
terug te keeren, klopt met de berichten over
de gemakkelijke genezing der verwondingen,
door het Japansche infanterie-geweer teweeg
gebracht men moet o. i. echter ook in
aanmerking nemen dat velen die zwaar ziek
of zwaar gewond zijn geweest, ook al keeren
zij naar het leger terug, bezwaarlijk meer
voor inspanner.den dienst te velde gebruikt
kunnen worden.
In de bovenstaande Russische opgaven
zijn, voor zooveel na te gaan is, niet be
grepen de verliezen te Port Arthur geleden
na de insluiting van die vestingde ver
liezen ter zee, de krijgsgevangenen. Voor
den dienst verloren zullen dus zijn, volgens
een zeer ruwe raming, in ren jaar om
streeks 60,000 man aan Russische zijde. In
aanmerking genomen, dat de verliezen der
Japanners voor Port Arthur ongetwijfeld
veel hooger zijn geweest dan die dei Rus
sen, dat zij echter in de groote veldslagen
aanmerkelijk minder verloren hebben, en
slechts weinig gevangenen in Russische han
den hebben achtergelaten, zou de vermin
dering van het Japansche leger in het afge-
loopen jaar misschien op 50,000 man
gesteld mogen worden.
De Pruisische luitenant-generaal van
den grooten staf Lauenstein, die door zijn
regeering naar het Russische leger in
Mantsjoerije gezonden is om studiën te
maken, hoeft aan een Russisch journalist
een en ander verteld over zijn ervaringen.
Hij sprak met grooten lot over de toebe
reidselen en de inrichting, zooals hij die te
Cbarbin en elders gezien had. De organisa
tie der hospitalen was echter vee! te saamge-
steld j de lazaretten bijvoorbeeld waren duur
speelgoed, en de hosp'talen der verschillende
vereenigingen staan te zeer op zichzelf. De
bacteriologische dienst en de dienst voor het
waschgoed waren nieuwigheden waarmede
Lauenstein zeer ingenomen was ze werkten
voortreffelijk. En de intendanoe overtrof zijn
verwachtingen verhet personeel was boven
allen lof verheven, de voorraden zijn over
vloedig en goed. In weerwil van de ont
beringen, onafscheidelijk van het leven in
de ondergrondsche kuilen, is de gezondheids
toestand van het leger zeer goed. Overigeus
zijn de kalmte van de Russen en de veer
kracht waarmede zij zich herstellen na te
leurstellingen en nederlagen, bewonderens
waardig.
Over de stellingen aan Shaho en Hoenho
verneemt men van tijd tot tijd berichten, die
toonen dat de tegenstanders daar niet
werkeloos blijven maar er zich steeds meer
versterken. Zoowel de Russische als de
Japansche stellingen worden zoo sterk ge -
noemd dat het ware vestingen zijn. Noch
de Japansche, noch de Russische aanvallen
hebben dan ook veel succes en men verze
kert, dat beider verdedigingswerken zoo goed
zijn, dat degeen, die lot het offensieve zou
willen overgaan, stellig een nederlaag zou
lijden.
Dit verklaait wellicht, dat men in geen
maanden van ernstige frontaanvallen vernam,
of, wanneer er zulk een poging gedaan werd,
dat de aanvaller nimmer succes had. De
operaties beperkten zich dan ook tot de
flanken, vooral de westelijke flank.
Wladiwoslok nadert den dag waarop het
de rol van een nieuw Port Arthur zal moeten
spelen. Met denzellden afloop
Bij keizerlijke ukase van den 7en Febr.
is Wladiwostok verheven tot een vesting
van de eerste klassr, wat zeggen wil, dat
het garnizoen belangrijk is versterk'. Bij
een legerorder van dienzelfden datum is
de luitenant-generaal Kaubeck benoemd tot
commandant van dit gewichtig punt. Deze
generaal, die 65 jareu oud is heeft naam
gemaakt ;n den laatsten Russisch—Turkschen
oorlog. Van 1892 tot 1897 was hij chef van
den staf van de vesting Warschau en later
commandan' van deze stad.
En uit hel Russisch hoofdkwartier wordt
gemeld
De Jap uners bombardeerden gisteren en
heden den Poeülof-heuvel met acht-inch-
kanonueu, die projectielen wierpen van 250
pond. Dit bewijst dat het belegeringsgeschut
van PortArthur gebracht is naar de Ja
pansche linies. De bevelhebbers van het
Russische centrum overwegen thans den nieu
wen toestand.
Ook wot den nog wat van kleinere niet
beslissende, zelfs niet eens besliste gevechten
gemeld.
Ernstig is geweest de poging der Japanners
om den spoorweg in den rug van hel Rus
sisch leger te beschadigen, ernstig ook het
fei», dat er 200 Tsoengoesen bij de Japan
ners waren.
De aangerichte schade werd spoedig her
steld.
Admiraal von Tirpiiz heeft met kracht
in den Rijksdag doen uitkomen, dat eene
groote vloot voor Duitschland noodzakelijk is.
Hij gaf als voornaamste les uit den Russisch
Japanschea oorlog dat eeu vloot uit zware
slagschepen, met zwaar geschut, de meest
nuttige was. Hij zou daarom spoedig met
zijne voorstellen komen. Het opmerkelijke
bij de beraadslaging in de begrotingscom
missie was, dat van geeu kant ernstig ver
zet werd aangeteekend tegen de plannen
van de regeering. Het vroeger gebruikte
woord van „uferlose Flottenpldne" kwam,
althans in de openbare vergadering over
niemands iippen. Er heerschte een ernstige
stemming, toen de minister verklaarde dal
een sterke slagvloot noodig was tot behoud
van vrede. En zelis Bebel toonde belang
te stellen in de slagvaardigheid van de
Duitsche vloot in vergelijking met de En—
gelsche. Dat het woord van den Keizer,
dat Duitschland's toekomst op Kt water
ligt, in de tegenwoordige tijdsomstandighe
den een ernstige beteekenis heeft gekregen
wordt blijkbaar in steeds breedere kringen
van het Puit che *o'k e kend.
De koning ontvangt uit bijna alle landeD,
teekenen van instemming met het door hem
genomen initiatief voor een internationaal
instituut van landbouw.
„Het eerste Oudersnummer" van
„De Katholieke onderwijzer".
De Katholieke onderwijzer ia in een op.
lage van 150.000 exemplaren verschenen.
Het zi°t er net en frisch uit.
Al onze lezers bevelen wij de lezing en
verspreiding van dit propaganda-nuuimer
ton zeerste aan. De degelijke artikelen en
overtuigende argumenten, welke het bevat,
maken het tot een krachtig wapen ter be
strijding van de vele persproducten, die in
de laatste dagen verschenen rijn en de
meest heftige aanvallen bevatten op de bi-
zondere school.
Het „Maakt front voor de Openbare school*
is nu beantwoord met ten krachtig .-„Maakt
front voor de katholieke school".
Dr. Kuypers levenswijze!
De Haagsche chroniqueur der N. Gron.
Ct. schrijft:
De premier is geheel heretHd van zijn
jongste aandoeningen hij werkt weder als
voorheen, onvermoeid, dag en nacht. Ook
's nachts want Dr. Kuyper is, voor een
man van zijn leeftijd, een toonbeeld van
kracht en werklust. Iemand uit zijn omge-
ving verzekerde mij dezer dagen dat de
Minister President zeer dikwijls, na een uur
of drie vier te hebben geslapen, 's nachts
te 2, 3 uur opstaat en zich aan den arbeid
zet tot den vroegen morgen en hij slaapt
dan ook op den dag niet meer, maar blijft
veelal in huis lezend en schrijvend tot na
het dejeuner als regel komt hij, wanneer
zijn tegenwoordigheid in de Kamers niet
wordt vereischt, ook niet aan liet Departe
ment voor 's middags. Dan blijft hij daar
tot 't uur voor het diner. Na het middag
maal leest hij en rust wat, tot 10, half 11
uur en gewoonlijk maakt hij dan een avond
wandeling hij loopt zich warm eu thuis
komende neemt hij een koude afwassching,
om terstond daarna zich te bed te begeven.
In 't algemeen is hij een ijzersterk man,
gevoelig, maar niet nerveus, impressionabel
doch met groote zelfbeheerschiug. Hij volgt
een zeer geregelde bijna onveranderlijke
levenswijze en voedt zich bijzonder sterk.
Zonder een L icullus te zijn, houdt hij van
een degelijk maal «n eenige keeren per dag
doet hij de tafel bijzonder veel eer aan,
zijn spijzen steeds met een flink glas wijn
besproeiend. In zijn sterke voeding vindt
hij de compensatie voor zijn vele geestar
beid.
Rijksmiddelen.
In de maand Januari hebben de middelen
opgebracht f 10.389.943 tegen f9.444,27
in 1904. Voor ongeveer de helf is dez
vermeerdering toe te schrijven aan de hoo
gere opbrengst der successierechten. Voor het
overige varieerde de opbrengst der verdere
onderdeelen, die evenwel gezamelijk ruim 5
ton meer opbrachten.
Kamerverkiezing.
Men schrijft aan het Huisgeziu
Als candidaat voor de Tweede Kamer zal
zicli in het district Houtenisse ook laten
stellen rar. P. van Alphen.
De heer van Alphen is kantonrechter en
gemeenteraadslid te Hulst en in Zeeland
een zeer bekende figuur. Tot welke partij
hij behoort is moeilijk uit te maken. Hij
noemt zich „vrijzinnig-katholiek", een nieuwe
partij, die hier weinig aanhangers telt, daar
bij vorige verkiezingen voor Prov. Staten
enz. slechts een zeer klein aantal stemmen
op hem werden uitgebracht.
Men meldt aan de Nbr.
Van geachte zijde wordt te verstaan ge
geven, dat in de weldra te beleggen verga
dering van de kiesvereeniging in het district
Grave als candidaat voor Tw ede Kamerlid
zal worden voorgedragen mr. P. Loeff,
advocaat te 's Bosch.
Lijn Eindhoven-Weert.
Naar wij vernemen is tusschen den Staat
der Nederlanden eu de Maatschappij tot
Exploitatie van Staaispoorwegen eene over
eenkomst gesloten betreffende den aanleg en
de exploitatie van den aan te leggen spoor
weg van Eindhoven naar Weert.