jSnmmtr 38.
Donderdag 11 Mei 1905
28* Jaargang
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
II VUUR _1TE ZWAARD.
NTOON TIELEN,
BEDRIEGERS BEDROGEN
^BEKENDMAKING.
Uitgever:
Winkeliers, die U andere zeepsoorten
INDUSTRIÈELEN.
FEUILLETON.
Vrijhandel of Protectie
WAALWIJK.
IN DE HANDEN STOPPEN, ALS U SuNLIGHT=
|=ZEEP VRAAGT, BEDRIEGEN ZICHZELF, WANT
ZIJ VERLIEZEN HUN DEBIET. U WENSCHT DE
ZOO GUNSTIG BEKENDE SUNLIGHT.
DE EENIGE BESTE ZEEP, GEEN ANDERE.
LET DUS OP HET WOORD „SUNLIGHT"
OP IEDER STUK ZEEP.
voor Be Echo van het Zuidenvertaald
door II
TWEEJE BOEK.
HOOFDSTUK XII
(59)
De prinses gezond als een vischje
Courant.
Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 8 maanden f0."5.
Franco per post door het geheele rijk f 0.90.
Brieveningezonden stukkengelden enz., franco te zenden aan den
Uitgever.
Advertentirn 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groote
letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven,
worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en
advertenties bij abonnement 'Vorden specific zeer voordeelige contracten
gesloten. Reclames 15 cent per regel.
De Kamer van Koophandel en Fabrieken
le Waalwijk houdt zich onledig met het
opm»kcn van het verslag over 190-1.
Heeren Industriëeleu worden verzoolt t
hunne opgaven voor het verslag zoo spoedig
mogelijk aar. den Voorzitter in te zenden.
De Kamer van Koophandel en Fabrieken
voornoemd.
Inspectie Verlofgangers.
Burgemeester en Wethouders der gemeente
Waalwijk brengen ter keunis aan belanghebben
den, dut de Inspectie over de verlofgangers der
militie te land, die zich in deze gemeente be-
findeo, zal gehouden worden op Dinsdag den
13 Juni 1905, de9 n orgens ten 8 ure.
Aan die inspectie moet in het algemeen worden
deelgenomen door alle verlofgange.s der militie
te land die voor 1 Januc.ri 1905, in het genot
zijn gesteld n groot verlof, om het even tot
welke lichting zij behooren, met uitzondering
echter van de verlofgangers, welke in 1905 vóór
het voor onderzoek bepaalde tijdstip uit anderen
hoofde dan krachtens aii. 124 of art. 131 der
Militiewet 1901 onder de wapenen zijn geweest,
ol die bestemd zijn om ir 1905 krachtens art.
108, art. 109 of art. 111 aau voormelde wetor:der
de wapenen of in werkelijken dienst te worden
geroepen en met uilzondering vnn de verlofgan
gers die krachtens de derde zinsnede van art.
123 der wet zijn vrijgesteld van de verplichting
om het onderzoek bij te wonen.
Ingelijfden bij de Militie die krachtens art.
113 der wet van den werkelijken dienst zijn
ontheven of aan wie krachtens art. 114 der wet
uitstel van eerste oefening of van verblijf onder
de wapenen is verleend, zijn gedurende den tijd
dat zij in het genot zijn van de ontheffing of
van bel uitstel mede a i e t aau het ondersoek
onderworpen.
Ingeval ziekte of gebreken de opkomst mochten
verhinderen, moet hiervan blijken, door over
legging van eene door der. Burgemeester ge
legaliseerde verklaring van den geneesheer, die
op gezegeld papier moet zijn gesteld.
Waalwijk, den 4en Mei 1905.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
K. DE VAN DER SCHUEREN.
De Secretaris,
F. W. VAN LIEMPT.
SPRINtiSTIEREN.
Het Gemeentebestuur van Waalwijk
MAAKT BEKEND,
dat de lijst van de in 1905 goed-en afgekeurde
spriug8tieren, vastgesteld bij besluit van Gedo.
puteerde Staten dezer provincie van 22 Apri
1905, op de secretarie voor belanghebbenden
ter lezing is nedergelegd.
Waalwijk, 4 Mei 1905.
Het Gemeentebestuur voornoemd,
K. DE VAN DER SCHUEREN
De Secretaris,
F. W. VAN LIEMPT.
Vervolg.)
V.
„Zeg, drink je wel eens 'u borrel Mot
deze vraag overviel mij meneer Buurman,
toen ik Maandagavond bij hem kwam.
Nu is dat in den tegenwoordigen lijd,
waarin men zoo sterk optreedt niet alleen
togen het mMbrmk maar tegen het ge-
brnik van sterken drank, eene onaangename
vraag.
Ik draaide op en neer op m'n stoel en
probeerde pao in den spiegel te kijken, of
ik soms in den kouden wind, die bij het
lente(?)weer van tegenwoordig door do straten
giert, een rooden neus had opgedaan, maar
het gelukte mij ni.it.
„Hoe bedoelt u dat?* was mijne weer
vraag, die er vrij benepen uitkwam.
„Nu", zei meneer Buurman lachende,
„de vraag is toch duidelijk genoeg. Ik be
doel niet, of je wat te veel „pruuft", vooal»
ze in Brabant zeggeo, ik kan zoo wel zien,
dat dot niet het geval is, maar of je wel
eens, als de gelegenheid zich voordoet, een
bittertje hebt gedronken."
„Nu ja", antwoordde ik, „als het zoo
eens te pas kwam, dan wel, maar geregeld
maak ik cr toch geen gebruik van.*
„En als je dan een borrel kocht",-.ging
meneer Buurman voort, wat heb je er dan
voor betaald
„Wel", antwoordde ik, „in den regel vijf
centen."
„En hoeveel belasting denk je, dat je dan
betaald hebt vroeg meneer Buurman.
„Belasting?' antwoordde ik lachend, //die
betaal ik niet in de herberg, maar bij den
ontvanger aan z'u kantoor
„Zou je denken vervolgde de heer
Buurman, „neen, onder die vijf centen is
omstreeks drie centen aan belasting begrepen.
Van eiken liter jenever, cognac, rum, bran
dewijn, of in het algemeen van eiken liter
sterken drank, die hier te lande verbruikt
wordt, is betaald pl.m. 63 cent aan eene
belasting op gedistilleerd, accijns genaamd."
„Zoo, zoo", zei ik, //ik heb er wel eens
va« gehoord, maar ik wist niet, dat het zoo
reel was."
„En", ging meneer Buurman voort, „als
je vrouw een pond suiker koopt, hoeveel
belasting denk je, dat zij dan betaalt
„M'n vrouw antwoordde ik, //dat weet
ik nietals 't eenigszins kan heelemaal
niets, want zij heeft een hekel aan belasting
betalen."
„Voor elk pond suiker", vervolgde meneer
Buuimau, „betaalt zij 13% cent belasting,
want op suiker drukt eeu accijns van 27
cent per kilogram. Zoo is het ook met bier,
wijn, zout, azijn en versch vleesch.
„Zoo, zoo 1" zei ik maar weer, terwijl ik
nadenkend voor mij keek, „maar, neem mij
niet kwalijk, wat heeft dat nu eigenlijk te
maken met de goedkoope invordering
van invoerrechten Als u zich herinnert,
Heldenroman van HENRYK SIENKIEWICZ
Maakt zij het goed? vroeg hij.
De hemel zij gedankt Wordt zij te Bar
goed verzorgd
Als in het paradijs De zusters, de overste,
allen zijn dol op haar, en eon heele zwerm
vlasbaarden en bleekmuilen Badderen om kaar
heen maar zij bekommert er zich evenveel
om, als ik om uw ledige veldflesch zij denkt
alleen aan u
Dus zij spreekt dikwijls over mij
Of zij over u spreekt? zij kende geen
rust, vóórdat ik, op gevaar van mijn leven
af, haar beloofde, naar u te gaan zoeken, zij
heeft wel honderd menschen willen uitsturen,
maar allen schrikken terug voor net gevaar.
Toen kreeg ik medelijden met haar en ik ging
op pad, om te trachten u in het kamp te
vinden. Zonder mijne vermomming zou ik
onderweg tienmaal mijn hoofd verloren hebben.
J)e boeren hielden mij voor een straatzanger
zij onthaalden mij goed en luisterden naar
mijne liederen, want ik heb een heel aardige
stem.
Dus zij leeft en is welvarend
Zij leeft en is welvarend, herhaalde de
oude edelman als een echo.
Eu zij heeft u naar mij toegestuurd?
- Hebt gij een brief, een enkel woordje l
Een brief
- O, geef hier geef hier
Ik heb hem in de voering van mijn jas
zouden wij het vandaag daarove* hebben."
„Juist", zei mijnheer Buurman, „luister
maar goed, dan zult ge h*t nauw verband
tusschen die invordering en de accijnsen
spoedig begrijpen."
„'t Is me nog .too klaar als koffiedik",
merkte ik op, „maar ik ben er benieuwd
naar, hoe u dat varkentje wilt wasschen",
eu ik zette mij tot aandachtig luisteren neer.
„Wanneer", aldu» ving de heer Buurman
aan, „een brander hier in Nederland, b.v.
in Schiedam, Delft of Zevenbergen, uit graan,
aardappelen of melasse gedistilleerd stookt,
en die ia consumptie brengt, d. i. aflevert
aan den herbergier of slijter om die aan de
menschen te verkoopen, dan moet daarvan
worden betaald f 63.per Hectoliter. Daar
enboven heeft aoo'n brander zich aan allerlei
controlemaatregelen, aan toezicht van belas
tingambtenaren enz. te onderwerpen, dat nem
natuurlijk veel last eu moeite en dik vijls
oponthoud veroorzaakt. Wanneer nu een
brander in België of in Duitschland van
dddr z'n product naar Nederland verzend',
dan is het loch niet meer dan billijk, dat
hij tenminste niet bevoordeeld wordt
boven den NederUndschen brander, eu het
zelfde betaalt als d(ze, en daarenboven,
anders heeft hij nog wat boven hem voor,
eenig bedrag, dat in geld uitdrukt den last
en de moeite, die de Nederlandsche brander
van de ambtenaren ondervindt.
Daarom moet bij invoer van gedistil
leerd, evenals bij fabricage hier te lande,
betaald wordeu f63.per Hectoliter, en
voor den last en de moeite, die bij binnen-
land«che fabricage wordt opgelegd, daaren
boven een invoerrecht, surtax geheeten, van
f 3.50 per Hectoliter.
Dit alles is berekend voor gedistilleerd
ad 50 o/0.
Wij laten de bepaling van sterkte, het
onderzoek daarvan enz. maar rusten, omdat
ons dat te ver van ons onderwerp zou doen
afdwalen. Het zij u, voor ons doel, genoeg
te weten, dat bij invoer van een Hectoliter
gedistilleerd verschuldigd is f 66.50, terwijl
de waarde daaivan bedraagt hoogstens f 12
en dus aan belasting wordtbetaald
meer dan 500 pCt. der waarde.
„Wel, wel", zei ik, „dal is interessant,
dat moet ik zien te onthouden."
„Doe dat", antwoordde meneer Buurman
en vervolgde toen „wanneer een fabrikant
hier te lande suiker maakt, eu die aan de
genaaid. Bovendien is het donker Matig
daarom uw verlangen, jongmensch
- Maar dat kan ik niet, dat ziet ge im
mers
Ja, dat zie ik.
De antwQorden van Zagloba werden hoe
langer hoe korter en onduidelijker zijn hoold
stond te schudden op de schouders hij
was in slaap gevallen. Toen gaf Jan zich weêr
geheel aan zijne zoete herinneringen over- De
nadering van een troep ruiters wekte hem uit
zijn droom. Het was Poniatowski met zijne
garde. Kozakken de hertog had hem uitge
stuurd, vreezende, dat zijn gunsteling een
ongeluk overkomen was.
HOOFDSTUK XIII.
Toen Krétuski hem de weigering der twee
kolonels mededeelde, stond Wisuiowiegki ver
slagen.
Dus, vroeg hij, heeft prins Domiuicus
hen verboden, zich bij mijne troepen aan te
sluiten
Ja, Hoogheidzij toonden mij bet schrif
telijk hevel.
Waarlijk, dat gaat de krachten van een
mensch te boven, hernam de hertog op bitteren
toon. Ben ik dan de eeuige, die strijden moet,
om als aanmoediging alleen dei-gelijke beleedi-
gingen te ontvangen
De hertog sprak kalmmaar in zijne stem
trilde zulk eene smart, dat alle officiereu, die
bij de audiëntie tegenwoordig waren, zich be
drukt gevoelden De oud-strijders van Poutiwl,
van Starca, van Koumeïki, de jongere helden
van den laatsten oorlog, sloegen hem angstig
gade, want zij raadden den vreeselijken strijd,
welke in de ziel van dien man omging. Hij,
„bij de genade Gods", palatijn der Ukraine,
Senator der Republiek, zich vernederen voor
Chmielui^ki en Krywonos
Welaan, de teerling zij gpworpen
Toonen wij aan datoudankbarevaderland.dat
wij niet alleen kunnen overwinnen, maar ook
sterven
Hoogheid, viel de palatijn van kiew hem
in de rede, de dood is in Gods hand misschien
is hij nog niet zoo nabij, als gij schijnt te
gelooven. Ik bewonder uw krijgskunde, uw
genie, uw riddermoedmaar ik kan de hoof
den der tusscheu-regeering, noch den groot
kanselier van het Rijk hun verlangen verwijten
om dezen burgeroorlog te beëindigen Het.
bloed onzer broeders vloeit bij Btroomen
Alleen de vreemdeling zal voordeel trekken
uit deze inwendige verdeeldheid.
De hertog sloeg de oogen op, hield zijn blik
op dien van den palatijn gevestigd en sprak
Door barmhartigheid jegens de overwon
nenen te toonen, kan men zich hun dankbaar
heid verwerven maar door zwakheid aan den
dag te leggen jegens de overwinnaars, haalt
men zich hun verachting op den hals, en mot
recht 1 De steeds groeiende opstand moet
in het bloed worden gesmoord; anders gaan
wij onzen eigen ondergang tegemoet
Onze ondergang zou zeker zijn, wanneer
ieder onzer op eigen gelegenheid den oorlog
voortzette, antwoordde de palatijn.
Beteekent dit, dat Uwe Hoogheid mij in
het vervolg hnar medewerking weigert?
Ik neem God tot getuige, dat ik geen
slechte bedoelingen jegens u heb maar ik mag
mijne soldaten niet aan een wissen dood bloot
stellen
De hertog bewaarde eenige oogeublikken het
zwijgendaarna wendde hij zich tot zijne
officieren
Gij, mijne oude kameraden, gij zult mij
niet in den steek laten nietwaar
Allen drongen op hun bevelhebber aan.
Met U, altijd, tot onzen laatsten adem
tocht
Wees onze leider, onze aanvoerder 1 Wij
zullen dionen zonder soldij, zonder hoop op
belooning.
En ik ook, ik wil sterven onder uw
bevelen, Hoogheid, riep de jonge Aksak uit.
Deze toewijding ontroerde zelfs den paltijn
van Kiew.
Met U leven of met U sterven 1 zei de
hertog.
Wij zullen overwinnen! riepen de officie
ren Dood aan Krywonos Zij, die af
val.'ig willen worden, zijn vrij wij zullen het
buiten hen stellen
Mijneheeren, hernam de hertog, mijn
voornemen is, eenige dagen te rusten, voor
dat wij ons met Krywonos meten. Wij zitten
nu bijna drie maanden onafgebroken in bet
zadel. Laat onB naar Zbaiaz gaan misschien
zullen daar nieuwe troepen onzi geduude
rangen aanvullen i dan zal ik u opnieuw ten
strijde en ter overwinning voeren.
Wanneer beveelt Uwe Hoogheid, dat wij
op weg gaan vroeg Zawila.
Aanstonds, oude kameraad.
En zich tot de palatijn van Kiew wendend,
zei Wisuiowi^ki
-— Waar denkt U heen te gaan?
Naar Gliniany. Het schijnt, dat de
hetmannen daar hun troepen samentrekken.
Wij zullen Uwe Hoogheid escorteeren,
opdat haar geen leed geschiede.
De palatijn zweeg. Moest hij in deze be
zorgdheid «ene bittere ironie zien? Hij liet
den hertog in den steek en deze laatste bood
hem zijn diensten aan om een wakend oog te
honden op zijn aftocht.... Hij besloot zijn
vertrek te verhaasten, daar hij om zich heen
de vijandelijke geziudheid van officieren en
soldaten gevoelde. Hij groette en verwijderde
zichook de kolonels gingen uiteen, ieder
naar zijn eigen regiment liet vertrek moest
geregeld worden. De hertog bleef alleen met
Krétuski.
Zijne gedachten keerden telkens terug naar
de twee regimenten, die door de ijverzucht
.f
van hun chef verhinderd werden, onder zijne
vaandels te komen strijden.
Zijn het goede soldaten? vroeg hij.
Men zou moeilijk betere kunnen vinden.
En hun aantal
Twee regimenten, de dragonders er
onder begrepen drie duizend soldaten samen.
Wat was er met znlke sterke troepen
niet te doen 1
De gelaatstrekken van den hertog kregen
een uitdrukking van droefheid. Na verloop
van eenige oogeublikken hernam hij, als sprak
hij tot zich zelf:
O I waarom moesten die drie mannen
tot heiman gekozen worden Ostrorog zou
uitstekend zijn, wanneer de oorlog kou
bezworen worden met een stroom van latijn-
eche welsprekendheidKonie^kpolski heeft
krijgsmausüloed in zijne aderen, maar hij is
te jong eu zonder ondervinding wat Zaslawski
aangaat, ik ken hem sinds langeen man
winkeliers verkoopt, is hij voor elke 100
kilogram verschuldigd f 27.Evenals de
brander heeft ook hij veel te stellen met de
belastingambtenaren, die in en om zijne
fabriek nasnuffelen, of hij niet wat uitslaat
zonder dat behoorlijk aan te geven. Het is
dus duidelijk, dat wanneer van het buiten
land suiker wordt ingevoerd, minstens die
zelfde belasting van f27.per 100 K.G.
moet worden gevorderd."
„En een surtax voor den last en de
moeite, die de Nelerlandsche fabrikant van
de ambtenaren voor de controle ondervindt",
viel ik meneer Buurman in de rede, en
dacht den spijker buitengewoon goed op den
kop te hebben geslagen.
Meneer Buurman glimlachte even, streek
eens met de hand door de haren en ver
volgde
„Ja, dat zou ongetwijfeld logisch zijn.
Maar, ofschoon wij tot het heffen van dien
surtax sedert de laatste suikerconventie in
Brussel volkomen bevoegd zijnen andere
landen dien wel heffen, doen wij dat toch
niet., en laten xoj dsn buitenlander, die hier
suiker invoertgeen cent meer betalen dan de
Kederlandsche fabrikant, dié suiker voor
concumplie uitslaat
„Dat lijkt me onbillijk toe," kon ik niet
nalaten op te merken.
„Laat het zijn, zoo het wil," antwoordde
de heer Buurman, „die kwestie kunnen wij
nu niet behandelen. Waar het op aankomt,
is dus dit, dat bij invoer van suiker eene
belasting wordt geheven van f 27,per
100 kilogram, d. w. z. een belasting van
ruim 60% waarde
Ik zou nu nog kunnen spreken over wijn,
bier enz., maar duidelijkshalve bepaal ik
mij tot deze beide heffingen.
Afgescheiden van ons tarief van invoer
rechten, zijn wij, in verband met de
bepalingen omtrent deinlandsche
fabricatie, verplicht bij invoer van
gedistileerd en suiker eene belas
ting te heffen van resp. 500% en
60% der waarde.
Wonneer nu alle menschen eerlijke men
schen waren, zou de zaak heel eenvou
dig zijn. Ieder, die suiker of jenever in
voerde, ging dan naar het kantoor van den
ontvanger, en betaalde de belasting, bij dien
invoer verschuldigd. Ik behoef echter wel niet
te zeggen, dat de toestanden geheel anders
zijn.
van bekrompen geest en kleinzielig karakter.
Ik voorzie vreeselijke rampen. In waarheid
mijn zoon, ik gevoel me terueêrgeslagen.
Uwe Hoogheid, antwoordde Jan, moest
hare gezondheid ontzien. Het heil der Repu
bliek haugt er vanaf.
Neen, de Republiek laat mij links liggen
zy heeft mij niet noodig de degen wordt mij
nit de handen gerukt.
Buiten klonk het sein tot vertrek.
Geen ongevallen, onderweg? hervatte de
hertog.
Ik heb in het bosch een troep boeren
ontmoettweehonderd ongeveer ik heb ze
gekastijd.
Goed. Gij moet gevangenen hebben
die dienen ondervraagd te worden.
Ik heb er gehad.... maar....
Zij zijn reeds opgehangen....
Neen, Hoogheid, ik heb ze de vrijheid
gegeven.
Yaréma wierp den officier een verwonderen
den blik toe.
Wat beduidt dat? Behoort gij ook tot
hen, die tegen iederm prijs den vrede willen
Ik heb voldoende inlichtingen ontvangen,
Hoogheid. Ouder de boereu bevond zich een
edelmnu, vermomd als bedelaar. Ik heb hem
meegebracht. Wat de anderen aangaat, ik
heb hun genade geschonken, omdat de Voor
zienigheid mij een groote vertroosting heeft
bereid. Die vermomde edelman is niemand dan
Zaglobahij bracht mij tijding van Hélène.
Leeft zij is zij in veiligheid
Ja, Hoogheid, God zij gedankt.
Waar heeft zij een toevlucht gevonden
Te Bar.
Een onneembare vesting. Gelukwenscht,
mijn jongen en de hertog drukte Jan
aan zijne borst en omhelsde hem.
ik deel in uwe vreugde, ging hij verder,
want gij zijt mij dierbaar, als waart gij mijn
eigen zoon- Nu verwondert het mij niet
meer, dat gij die boeren de vrijheid gegeven
hebt, Maar, maar, dat is een sluwe gast,
die edelman Midden iu den oorlog, een
jong meisje van de oevers van den Duiepr
Bar te brengen 1.... Ha zoo'n oude
naar
schavuit 1 Gij moest
Zagloba.
hem mij geven, dien
(Wordt vervolgd.)