[Nummer 80. Zondag 8 October Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. ntoon tielen, Eerste Blad. DE En. TE VUUR 1 TE mm. Dit nummer bestaat uit TWEE BLADEN. Uitgever FEUILLETON. li UITEN LAND. Spanje. Duitschland. Rusland. Japan. 4? X.. Courant Waalviikscfii' on ii«iiihmiu» m c a AA H n apKf\ct>n R P#nt 1W*T Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 8 maanden f0."5. Franco per pont door het geheele rijk f 0.90. Brieveningezonden stukkengelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. WAALWIJK. AdvkrtentiSn 1—7 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en advertenties bij abonnement worden specific zeer voordeelige contracten gesloten. Reclames 15 cent per regel. I. „Wat zijn toch eigenlijk die Kinderwet ten' waarvan in den laatsten tijd zooveel sprake is?" zullen velen zich afvragen. «Zijn dat wetten alleen voor kinderen of ook voor anderen?» Hebben' wij er in 't dagelijksche leven mee te maken r Of liggen ze buiten 't gewone levens terrein We zullen trachten in eenige artikelen op al die vragen een antwoord te geven. Als Kinderwetten zijn bekend een drietal wetten, welke bedoelen te zijn eene poging tot bescherming van kin deren. Zij werden reeds den 13 Mei 1898 bij de Staten-Generaal ingediend en na daar verdedigd te zijn door den toenmaligen minister van Justitie Cort. van der Linden, verschenen ze in Fe bruari 1901 in het «Staatsblad». En nu schrijven we October 1905 en nóg zijn ze niet tot uitvoering gekomen. Oorzaak van deze langzaamheid is, dat er gebouwen en instellingen voor noodig zijn, welke veel tijd vereischen. Wel hoopte de vorige minister van Justitie, onze hooggeachte afgevaardigde ter Tweede Kamer, dat zij Septembei 1905 in werking zouden treden en kwamen onder dezen zeer werkzamen bewinds man dan ook de gewichtige uitvoerings besluiten tot stand, doch door verande ring van Ministerie werd ook deze ver wachting als zoovele, verijdeld. Door de eerste dezer Kinderwetten, welke den 6en Februari 1901 in het «Staatsblad» verscheen, worden in het Burgerlijk Wetboek aanvullingen gemaakt omtrent de vaderlijke macht en voogdij. Bij de tweede van den 12en Februari 1901 worden in de Wetboeken van Strafrecht en Strafverordening bepalingen gebracht, die het straffen en de strat- rechtspleging van jeus-Hige personen betreffen. En de derde Kinderwet eveneens van den I2en Februari 1901, bevat bepalingen en voorschriften omtrent de maatregelen die uit de beide vorige wetten voort vloeien. Nu liggen, gelijk we boven reeds op merkten, aan alle drie de idee «Kinder bescherming» ten grondslag. En nu moge het in onzen hoog be schaafden tijd al heel laagpeils klinken, dat kinderen zelfs nog beschermd dienen te worden tegen anderen, een feit is het helaas. Reeds was onze wet geving dan ook in die richting werkzaam, men denke slechts aan de wet op den Kinderarbeid. Nog beschamender klinkt het echter, dat kinderen somtijds moeten beschermd worden tegen 'hunne eigen ouders. Hoe dikwijls lezen we toch niet van ontaarde ouders, die hunne kinderen totaal verwaarloozen, ja onbe schermd achterlaten Ook hierin trachten deze wetten te voorzien. Echter, ook vóór het tot stand komen dezer belangrijke wetten werd in ons land wel iets in deze richting gedaan, sluimerde ten onzent de zorg voor andermans kinderen niet. Immers, ver- eenigingen, als de St. Vincentiusver- eeniging; «Mirjam», Christelijke vereeni- ging tot verpleging van onbekende kin deren in het huisgezin Pro Juventute enz., hielpen bij hulpeloosheid kerkge nootschappen en burgers bewaarden tegen verwaarloozing, keerden den ver keerden aanleg en trachtten het vooruit zicht van eene droevige toekomst te verblijden. Denk ook aan de talrijke weeshuizen voor halfverweesden, voor haveloozen, doorgangshuizen, toevluchts oorden en kweekscholen. Ook de ge meenten deden het hunne: bestedelingen- huizen, weesinrichtingen, scholen. «Doch, zoo zegt Mr. v. Hamel in zijn Handleiding bij de praktijk der Kinderwetten de landswetten zagen te veel van dat alles voorbij. Straffen kenden zijook wel goed bedoelde opvoedingsmaatregelen. Overmatigen arbeid, onzedelijke invloeden werden ge weerd onderwijs, bevorderd. Doch verbeteren deden de strafinrichtingen, ook zelfs de opvoedingsgestichten niet althans niet genoeg. Het onderwijs woog niet op tegen gebrek en slechte begeerten. Overma tige vermoeienis en onzedelijke invloe den bleven, der bescherming ten spijt. Moesten de kinderen tegen de ouders zelve verdedigd worden, de rechters verklaarden er zich niet bevoegd toe. Behoefden de instellingen der burgers voor hun plegelingen geld, uit de lands kas kwam het slechts noode, bij stukken en brokken. De drang naar ommekeer was groot.» En ziet, toen zijn na vele voorberei dingen (de vergadering der Ned. Juris tenvereniging van 1894 mag zich hier van wel het leeuwendeel toerekenen,) na verslagen, redevoeringen in bijeen komsten na voorarbeid van staatscom missie (staatscommissie tot herziening van het Burg. Wetb. van 1880) en wets- ontwerpers (ontwerp van der Kaay 21 Mei 1897) gekomen deze kinderwetten, welke wel niet in alle opzichten van kinderbescherming, zooeven genoemd, voorzien, maar wier veld toch uitgebreid genoeg is, om de verlangens naar om mekeer in vele opzichten te bevredigen. Wij kunnen, om dit U te bewijzen, na tuurlijk niet alle bepalingen dezer wetten hier opnoemen, doch het voornaamste zal zeker al voldoende zijn, om te doen uitkomen, dat deze wetten in vele op zichten de kinderbescherming verge makkelijken en, daar waar ze vroeger onmogelijk was nu mogelijk maken. Zoo b. v. daar waar voorheen de rechter zich onbevoegd moest verklaren tot verdediging van kinderen tegen de ou ders. Nu kan er ontheffing en ontzetting van de vaderlijke macht plaats hebben. Wij stuiten hier eigenlijk wel op iets, wat door velen onzer, vooral onder de katholieken en rechtgeloovige protestan ten, met weerzin vernomen zal worden. »Is 't niet een natuurrecht, ja een god delijk recht, dat de ouders op hunne kinderen hebben zullen dezen vragen. En is 't geen inbreuk maken op eene goddelijke ordening, als de staat aan de ouders de vrije beschikking over hunne kinderen ontneemt Als we ons niet vergissen, werden deze vragen ook bij de behandeling der Leerplichtwet ge steld. En toch stemde hiervoor niet minder dan Dr. Schaepman z. g. Maar bovendien, hij die eenige ervaring heeft van de verhoudingen tusschen vele ouders en kinderen hij, die geregeld zijn dag blad bijhoudt en daaruit bijna dagelijks verneemt, hoe monsterachtig sommige ouders hunne kinderen behandelen, zal, deze bezwaren voor dergelijke «beest- menschen» niet opperen. En hij zal bekennen, dat het een zegen is, dat in ons land zulk een stel wetten bestaat met verlangen uitzien naar de uit en voering dezer wetten. Alsde lezer hierbij nog verneemt, dat deze wetten heel wat bevatten, wat ieder burger moet weten omtrent wat de ouderlijke macht medebrengt, de voogdij, de toestemming tot een huwe lijk enz. dan meenen we in dit inleidend woord genoeg aangevoerd te hebben, om bij den lezer voor de volgende artikelen, die meer in bizonderheden de Kinderwetten zullen behandelen, zoo veel belangstelling te wekken, dat hij met aandacht het verder aangevoerde leest. den middag van den 14e te sluiten. Er zijn nu al 40000 wcrkloozen. Hoe Bebel aan 't deelen is, vertelt de Vorwarts- Dezer dagen hebben wij al ge meld dat de socialistische leider tot overeenstemming was gekomen met de erfgenamen van luitenant Kollmann, door wien hij tot universeel erfgenaam was benoemd. Na aftrek der proceskosten wordt het vermogen in drie gelijke deelen van 400,000 mark verdeeld, waai van Bebel er één krijgt. Maar daarvan zal hij afstaan 60,000 mark aan zijn familie 132,000 mark aan de broers en zusters van Kollmann, 21,000 mark voor succes sie rechten en 45,000 mark voor de soc.-dem. partij. De rest is voor hem. Als er op zijn raad eens algemeene werkstaking komt, op 't congres te Jena was hij, zoo men weet, er voor heeft hij nog een lief duitje over om te maken dat hij geen honger lijdt. Volgens een statistiek in de bladen zijn in September meer dan 50,000 men- schen naar Zuid-Amerika getrokken. En de eerste drie dagen van October gingen er 3000. Een bewijs hoe groot de ellende in Spanje is. Aan de Polen is een belangrijke te gemoetkoming bewezen. Het Russische minister-comité heeft vergunning ver leend, dat alle vakken, behalve Russische geschiedenis en aardrijkskunde, aan de bijzondere scholen in het Poolsch worden onderwezen. Er zal nu een einde komen aan de schoolstaking die sedert Januari in Polen aan den'gang was. Witte heeft het millioen dat de Czaar hem als honorarium wilde geven, geweigerd aan te nemen, wegens den toestand der Rijkskas. De Berlijnsche uitsluiting duurt voort de arbritage van den eersten burgemees ter kwam nog niet tot een resultaat, maar de gevolgen voor het publiek zijn goed deels overwonnen. De electrische trams rijden weder geheel volgens de dienstregeling. De uitbetaling van het achterstallige loon aan de gestaakt hebbende arbeiders der electrische maatschappijen had gister morgen zonder stoornis plaats. De bond van Berlijnsche Metaalfabri kanten besloot zich solidair te verkla- met de door staking getroflen ren electriciteitsfirma's en zijn fabrieken in De Daily Telegraph, meldt uit Tokio dat Togo vermoedelijk dadelijk na de bekrachtiging van het vredestractaat bij den Mikado ontvangen zal worden en hem een volledig verhaal van den oorlog ter zee zal doen. Er zal bevel gegeven worden dat dan de geheele vloot, wel ke met de hulpkruisers mee een kleine 200 schepen omvat, in de baai van To kio voor anker komt. Men weet nog niet of de Mikado een vlootschouw zal hou den of dat er enkel manoeuvres zullen zijn. In elk geval zal deze betoo ging het karakter dragen van een hul. Heldenroman van HENRYK SIENKIEWICZ voor De Echo van het Zuidenvertaald door H. DERDE BOEK. HOOFDSTUK XVII. (93) De nieuwe hetman moest daar tegenover zijne dankbaarheid toonen door het bloedbad te doen ophouden, de opstandige menigte tot rede brengen en in onderhandeling treden met de commissarissen, die daartoe met geheele volmacht door den koning en de staten waren voorzien. In stilte ontving Chmielnigki de comman- dout88taf en liet den standaard ontplooien, toen brulde de menigte van vreugde. De hetman wachtte tot de kalmte was weer gekeerd en zeide Ik dank Zijne Majesteit nederig voorde gunsten, die hij mij door uwe tusschenkomst heeft willen toestaan. Ik dank hem, dat hij mijne macht over 't leger erkend en verder dat hij mij heeft willen vergeven den inbreuk die ik op de bekrompen discipline heb durven maken. Ik heb altijd volgehouden, dat de koning met mij was tegen u, arglistige en slechte heeren ik spreek vrijwant kunt gy mij uitleggen waarom ik vandaag zulke on dubbelzinnige blijken van zijne voldoening Krijg, anders dan omdat ik een groot aantal van dergelijke heeren den voornamen kop heb omgedraaid V Chmielnigki «prak deze laatste woorden met een van woede bevende stem uit. Rij dezen on- verwachten uitval, trachtte Kisiel hem tot do zaak in kwestie tqrug te brengen. Mijnheer de', hetman, de koning, onze meester, beveelt U het bloedbad te doen houden en besprekingen te voeren over het sluiten van den vrede. Ik doe geen bloed vloeien, hernam Chmiel met stoutmoedigheid, maar het ia het Li- thausche leger van prins Badziwill, die mijn wacht te Mony eu te Turow heeft vermoord 'Wat het verdrag betreft, daar heb ik geen zin in voor 't oogenblik. Daarenboven is het oogenblik om buiten te onderhandelen, slecht gekozen het is koud Wat gij mij hadt aan te bieden, dat hebt Ge gedaan. Vcortaan ben ik hetman en plaatsbekleeder van den koning. Kom ik vraag u te dineeren ik heb honger. Op deze woorden stond hij op, keerde zijn rug naar de commissarissen eu gevolgd door zijn hofstoet, ging hij naar zijn woDiDg. De koninklijke gezanten namen de uitnoo- diging aan, ondanks de vrijpostige manier van optreden. Chmieluigki plaatste Kisiel aan zijn rechter zijde eu links Bzozowski, en met zijn vinger naar den brandwijn wijzende, zeido hij Men zegt in Warchau, dat ik het bloed der LakuB drink, maar ik drink slechts hun brandewijn hun bloed, dat laat ik over aan de houden. Dat was het hors d'oeuvre dat de betman den commi sarissen opdiende zij slikten het maar zonder te morren. Het diner begon- Men at eerst rustig, want iedereen dacht aan niets dan aun 't stillen van zijn honger. Ten slotte maakte een toevallig woord het gesprek gaande- Chmieluigki Wie is die officier, die uw escorte com mandeerde - De trekken van den palatijn drukten on rust uit. Krétuski, een flink officier, zeide hij. Ik ken hem- Waarom wou hij niet tegen- woordig zijn bij de uitreiking der koninklijke gaven V Omdat hij bevel had zich alleen bezig te honden met ons een veiligen weg te verzekeren. En wie heeft dat bevel dan gegeven Ik. Ik meende dat het grfen pas gaf om ringd te zijn van een detachement dragonders bij dit werk des vredes en der koninklijke dheid. j veronderstelde iets anderB. Ik weet ing, onze uoedheic doen op-1 dat die soldaat zich niet goed kan buigen. Een der kolonels mengde zich in het gesprek. Wij zijn niet bang van dragonders, zeide hij, wij hebben bij Pilawiec wel gezien dat het ras der oude Lakks, de schrik der Turken, Tartaren en Duitschers uitgestorven is. Dat is waar, stemde Chmielnigki in; zij vielen dood neer nit angst, toen zij ons zageu. De ouderhandelaars bewaarden het stilzwij gen, maar het eten en drinken van Chmiel werd hen hoe langer hoe bitterder. Eet en drink, mijneheeren, als ik U ver zoeken mag, zeide do betman spottendof niet, misschien kan onze eenvoudige kozakken- kost moeicltjk door uwe aristocratische magen. Als de slokdarm soms wat te eng ia, kon men hem wel wat ruimer maken, riep Dié- detala nit 1 Een oogenblik stilte. Zijn wij hier gekomen om beleedigd te worden, riep Bzozowski uit. Waarop Chmielnigki, die reeds dronken was. hernams Gij zijt met mij komen onderhandelen en oudertusscheu verbranden uwe lithausche leger benden mijne goede steden en vermoorden zij de inwoners- Als dit feit bevestigd wordt, zal ik onder uwe oogen 400 gevangenen het hoold laten afslaan. Bzozowski bedwong zijn toorn Ja, het leven van de gevangenen hing van het humeur van den hetman af, van een oogopslag Men moest dus alles maar verdragen en alles in 't werk stellen om hem zoo goed mogelijk te Btemmen. De aalmoezenier van 't gezantschap waagde het met angstige stem te zeggen Moge het God behagen dat deze slechte tijdingen uit Lithauën veranderen in vredes boodschappen Hij had nog niet uitgesproken, oi Iidor Wiesniak, kolonel van het regiment van TcherkaBS, hief den arm omhoog om hem met zijn wapenstok te slaan en begon te schelden Houw je mond, oude pope wilt Go ons beliegen. Kom eens even naar buiten, dan zal ik u leeren kozakken-koloDels te eerbiedigen. Zijne kameraden, de kolonels, konden ei niet in slagen hem te doen zwijgen en zetten hem eenvoudig aan de deur. Mijnheer de hetman wanneer wenscht ge dat de commissie vergadert Morgen zullen we onderhandelen op t oogenblik ben ik dronken Wat spreekt ge me toch van commissies, laat me toch eten en drinken! Ik heb er genoeg van 1 lhaus is het oorlog (en hij sloeg met den vuist op tafel). Gij allen gezantschap en escorte, ik zal u als het uw beurt is aan den galg laten op- knoopen, met de beenen in de hoogte, het hoold naar beneden. De koning zal koning blijven, om hertogen, prinsen en edellieden de nek af te slaan. En als de Zweden u soms te hulp komen, dan moeten zij dat zelf we ten mijn broeder Tubay-Bey is vlak bij, en hij is bereid oni te doen alle® wat ik wil. En Chmielnigki's woede ging in aandoenipg over Zijne stem beefde van emotie bij de gedachte aan Tuhay—Bey. Gij zoudt me graag in strijd zien met de Turken en Tartareu Neen, beste vrien den U zal ik verslaan met de hulp van die trouwe bondgenooten. Mijne paarden zijn wat op verhaal. Wij zullen weldra klaar zijn om ons op weg te begeven, zonder wagens... zonder kanonnen, die zal ik genoegzaam bij U vinden. Ik zal zoo aan de oevers van den Weichsel komen, en uwe regeering zal ge vlucht zijn, gelasterd en vervloekt worden, om dat zij slechts door ongerechtigheden bestond. Opnieuw woedend geworden, stond hij eens- klaps op; hij stampvoette. De oorlog de oorlog, riep hij uit, peen commissies, g*eu commissarissen meer Zelfs geen wapenstilstand meer Maar zijn aangeboren sluwneio knlmeeide zijn drift hij dacht erover na, dat de commis sarissen beleedigd zonden vertrekken, verder dat zoo de oorlog in den winter zou beginnen de kozakken geen loopgraven kunnende maken in open veld moesten vechten en terrein zouden verliezen Hij werd kalm, hernam zijn plaats aan tafelen zijn glas ophellend nep hij: Op de gezondheid van Zijne Majesteit. Op de gezondheid, op den roem van Zijne Majesteit, herhaalde de kolonels. Toe Kisiel pruil zoo niet, ging de het man verder. Ge moet mijne woorden zoo nauw niet nemen, dat is altijd als ik dronken ben. Ik zal de lente afwachten en dan met Wordt vervolgd u onderhandelen ik zal uwe gevangenen in vrijheid laten. Men heeft mij verteld dat ge ziek zijt Kisielik drink op uwe gezond- Dank u, gezondheid, hetman der Zapo- rogen. Gij zijt mijn gast, dat wil ik niet ver geten. Chmielnigki werd steeds vriendelijker, nam den arm van den palatijn en kwam met zijn gezicht dichtbij de vermagerde en bleeke wangen van den patriciër. Op zijn voorbeeld werden de kolonels meer familiair, zij namen de handen der commiesa- rissen en klopten hen op de schouders. Tus schen deze uitingen van vriendschap mengden zich natuurlijk bedreigingen. Wij willen alle Lakbs villen maar gij zijt onze man, Kisiel zeide zij tot den palatijn, anderen riepen nit «Welnu heeren vroeger hebt ge ons verslagen en nu komt ge ons vergillenis vragen Omlaag de handen Ataman Woch, een oud molenaar uit Nes- tewar riep met een stentorstem «Ik, ik heb mijn oude meester, prins 'Ichetwertynski af- emaakt Lever ons slechts Yarema over an zullen we u vrij laten leven In de zaal heerschte een dufle lucht van den brandewijn en de eetwaren weldra kwa men de toovenaressen binnende hetman bracht de nachten door drinkende, en luiste rende naar hare voorspellingen vreemde figuren waren het, eeuigen oud, ineengekrom pen, leelijk, anderen weer schitterend in jeug dige schoonheid; de ontstoken waskaars, het crondsop uit flesscheu, zelfs menschenvet zeiden hun de toekomst. De slerapartij begon. Mijnheer de helman, ik dank l voor uwe ontvangst. Sta mij toe dat ik nu heenga. Ik Zal u morgen weer te dineeren vra- cen, Kisiel, antwoordde. Chmielnigki. Gaat Doniec zal u met zijne wachters wel naai uw logifs brengen, om u ieder slecht avontuur te teruggekeerd in zijn verblijf, ging Kisiel, naar bed. Den volgenden dag wilde hij a voormiddags niemand ontvangen, loen liet hy Jan roepen.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1905 | | pagina 1