Tweede Blad. LANDBOUW Drankbestrijding MEJSGELWKRR. BUITENLAND. België. Rusland. Spanje. Duitschiand. BINNENLAND. van WAALWIJK. Matinee Musicdr, op Zondag 28 Oct. des 's middags ten 12 ure, te geven door de liedertafel „Oefening en Vermaak* in de zaal van Musis Sacrum. De Heidebloem Schellekens Het Lied (met Bariton Solo) Kallenbach. Ons Holland'ch £weers. ■"HIJ! "■B-PMP—y Ingezonden In den loop dezer week is door liet Be stuur der St Paulusvereeniging eene circu laire rondgezonden, met verzoek aau de iuwouers van Waalwijk en Besoijeti, om tot da vereeniging toe te treden. Zal deze schriftelijke uitnoodiging 11a le zing ter zijde worden gelegd, of, naar de snippermand verhuizen, zonder de strook behoorlijk in te vullen en ie onderteekenen, en zich daardoor te verbinden minstens voor 6 maanden Paulist te worden? Wij hopen van niet, wij verwachten integendeel dat in Waalwijk en Besoijen, waar het beginsel der drankbestrijding meer en meer in alle klassen begint door te dringen, zeer velen zullen loetreden. Toch zullen er nog zijn, die de uitnoodiging met een schouderophalen zullen ontvangen en van toetreding niet willen hooren. Vraagt men buu naar de reden der weigering, dan zullen ze hoog opgeven van hun sympathie voor de vereeni- ging en ze zullen ronduit verklaren haar werken en streven toe te juichen. Maar toetreden neen, want zc zien er voor zich persoonlijk geen nut in. Ze maken immers geen gebruik, laat slaan misbruik van ster ken drank. Een derg lijk antwoord op den keper beschouwd, klinkt al zeer egoistisch voor onzen tijd, waar de Paus er met zoo veel nadrukt op wijst, zich te vereenigen, um elkander te steunen, aan te moedigen, op te beuren en te sterken. Juist de matigen, de onthouders uit zich zeiven, ziju noodig in de Paulusvereeniging. Noodig, omdat ze hunue medeleden ten voorbeeld strekken, noodig omdat hun han del en wandel eene doorloopende aanmoe diging is voor de drankbestrijders. Of acht men liet beter leden te hebben, die van daag fraaie, beloften afleggen en morgen in de goot liggen. Zullen dergelijke pracht exemplaren, de vereeniging niet belachelijk maken en haar veel zeer veel afbreuk doen. Laten daarom de meer ontwikkelden, de mannen uit de betere, uit de hoogere «tan den toetreden. Dagbladlezers als zij zijn, zien zij dag op dag de ontzettende ver woestingen door den draukduivel aangericht. Van de noodzakelijkheid om het drankge bruik te bestrijden, zijn zij dan ook zoo iunig overtuigd, dat ze zelf onbewust daartoe medewerken. Voor goed toch hebben ze gebroken met de zoo diep ingewortelde fatale gewoonte, om arbeiders en ambachts lieden in hun dienst ook maar een enkelen borrel te scheuken. Voor goed toch houden 7e ook voor hunue zonen de jenever en cognacflesch achter slot en grendel, om even tueel outkiemende drankzucht te voorkomen. Waarom dan niet in het openbaar daar van getuigenis afgelegd. Het kost noch moeite noch geld. Het is niet meer belache lijk lid te zijn van eene vereeniging, zonder welke eene goede sociale actie een hersen schim is. Wat baat het op Katholiekendagen te verschijneu en sprekers toe te juichen, bon den zelfs financieel te steuneu, wanueer het alcoholisme welig blijft tiereu. Wordt door dien financieelen steun het drankmisbruik zelfs niet bevorderd Laten wij ons doordringen van de zoo eoht praktische woorden, door Monseigneur van de Ven op de Katholieken dagen met zooveel nadruk uitgesprokeu. Z. D. H. ver zocht bij herhaliug tiet niet te laten blijven bij woorden, doch het gesprokene in daden om te zetten. Welnu het is eene eenvoudige daad, eene eervolle daad, eene daad waar door gij U man zult toonen, die van L wordt gevraagd. Wordt dus Paulist. Die daad ont kennen zult en kont U het niet zal de katholieke sociale actie meer bevorderen, dan geldelijken steun aan bonden. Want elke bond is tot verval gedoemd, indien het drankgebruik daarin niet krachtig wordt bestreden. Bovendien de St. Paulusvereeniging van Waalwijk heeft steun, vooral marcelen steuu van de gegoeden ruimschoots verdiend. Zegenrijk heeft zij gewerkt, met schitte rend succes heeft zij den drankduivel be vochten.* Haar succes kunt gij nu volko men doen zijn. De vijand wijkt reeds, uwe hulp door het leenen van uw naam, door uw voorb( eld kan hel alcoholisme voor goed den kop indrukken. De b< j.tarde President, die inet steeds jeugdigen ijver de Vereeniging in goede banen heeft geleid kan met voldoening op zijn werk terugzien. Bieden wij hem dan ook de bebulpzune hand. De geestelijke adviseur, z 1 met blijdschap de ingevulde en door U ondertcekende. strooken in ontvangst nemen. Mojje het aantal nieuwe Paulisten groot zijn, dan, maar dan ook alleen, kan op sociaal gebied veel goeds worden tot stand gebracht. Z. Vertelling van E. van Wald -Zedtwitz. Sedert het bestaan dor Paulusvereeni ging, is in Waalwijk alleen volgens officieele cijfers ruim f 135.00U minder aan sterken drank uitgegeven. Waaiom hebt gij nog geen kainiet voor uwe weiden gekocht? Twee pendanten. 1° Bij Scholtebuur. Scholte Stuggink, is wat men noemt, een ouderwttsche boerhij heeft altijd een rreosel'ken afkeer gehad van alles, wat nieuw heette. Het is eeu hoer met een kop wat hij eons gezegd heeft daar blijft het bij. Hij zal dan ook wel nooit afwijken van dat, wat hij zijq vader en grootvader heett zien doeu. Kunstmest Geen. korrel. De weide bemesten Wie heeft er ooit vau gehoord Met een kleine variatie zei hij, als zijn he kenden naamgenoot bij Staring Ziedaar! Al werd uw mest van goud. Toch laat zc Stuggink taamhjk koud I Wie eere geeft, krijgt eer weerom. Ooze ouders waren ook niet dom 1 Die mest heeft vroeger ook bestaan Onze oaders hebben 't nooit gedaan Zij deden, wat du Stuggink doet, Eu 't ging hun niettemin toch goed. Eu blind was hij voor de gevolgen zijner dwaze hoofdigheid. Naar het bedrijt van zijn buurlui keek hij nooit en het achteruitgaan van het zijne schreef hij toe aan ongeluk, aan tegenspoed En toch was het niets an ders dan eigen schuld. Zijn afkeer van alles wat nieuw was, was de oorzaak, dut hij niet alleen niet kon coucurreereu met de andere boeren uit den omtrek, maar dat hii lang zamerhand arm, dood arm werd. Zie zijn weiden I Wanneer in het najaar zijne bees ten naar den stal gaan, laat hij de wei, de wei, dat wil zeggen, hij doet er den heelen winter en het najaar niets, hoegenaamd niets aan. Maar, ge moet ze dan ook eens zien Het gras staat er spierig en schraal; asge naar beneden kijkt, tusscheu de sprieten door, ziet ge den naakteu grond, er is geen oudergras op de wei, geen klaver, Slechts hier en daar wat overgewaaid roode klaver misschien, doch de malsche, witte klaver die zoo goed staat in de wei, deze zoo dicht maakt, dat we geen zandkorrelje kunnen zien, hou maar, die is er niet te vinden Daarenboven zijn de weiden vergeven van Roobol, ook wel Akker- Paardestaart, Her moes of Unjer genaamd. Op sommige plaat sen noemt men het ook wel Akkerpestwat een juiste naam is, want het is de pest voor den akker. Het is een, bijna niet uit te roeien onkruid, dat met een diep groeien den wortelstok overal heenkruipt. Men treft het aan op alle verwaarloosde weiden en is zeer schadelijk voor het vee. Wanneer uieu in het najaar de weiden met Kaïniet bemest verdwijnt het onkruid langzamerhand. Kaï niet is een zeker raiddel tegen Roodbol oi Hermoes. Dat wist b. v. Stugginks buurmai Wolter zeer goed, die het niet langer kon aauzien, dat de weide van Scholte er zoo ellendig voor lagen. Waarom ook hebt gij nog geen Kaïuiet voor uwe weideu gekocht 1" Yoegde hij hem dezer dagen toe, de Kaïuiet is op het oogeublik zoo goedkoop als zij nog nooit geweest is. Voor bet geld hoefi ge het dus niet te laten. En ge moogt er gerust goed wat opgooien, ze hebben het wel noodig je weiden. Ik zou beginnen mei minstens acht zak Kaïuiet op eeu H. Are uit te zaaien, en hoe vroeger ge. het nu in het najaar doet, hoe heter. Koop dan ook wat slakkeninetl en ge zult er het volgende jaar heel wat beter voorstaan. En ook op de weide die ge ginds over den dijk in de klei hebt liggen, kunt ge gerust wat Kaïniet uitzaaien. Het is in den laatsten tijd al vaak gebleken, dat ook op de klei, Kaïuiet zeer goed op de weiden voldoet. Laat je nu eens overtuigen Scholte Kijk toch eens naar je vee. Hoe mager ziet het eruit, wat een slechte kalveren heb je in den laatsten tijd op stal gekregen, als ge eens vergelijkt met je buur lui. Wezenlijk Scholte, de weiden hebben ook hard noodig bemest te worden, vooral met Kaïniet. Wol ter, Wolter, onze ouders waren ook niet dom „Het was den Moriaan geschuurd.' (Slot.) De nood was groot aan den Rijn. De watervloeden goten zich in volle stroo men uit over de genoemde landen en brachten armoede, dood en vernietiging. Door 't gansche land klonk een kreet van verschrikking, in alle harten kwam het medelijden boven en aller handen beproefden, het ongeluk zooveel moge lijk weder goed te maken. Ook in het Harzstadje wilde men niet achterblijven, een weldadigheidsconcert zou georganiseerd en Max Bruck's heer lijke »Opus Odysseus4 ten bate der overstroomden opgevoerd worden. De zangvereeniging belastte zich met het koor, voor de solopartijen waren zangers en zangeressen van naam gewonnen. De deelname was algemeen en zelfs vader Nehrkorn, ofschoon hij nu de muziek haatte, kon er zich niet aan ont trekken en moest er zich in schikken, met zijne vrouw de opvoering bij te wonen. De zaal van 't Elyseum was overvol, de directeur verkeerde evenwel de grootste opgewondenheid, want nog was Adolf Felka de zanger die als Odysseus zou optreden, niet aangekomen. Bij de generale repetitie had hij reeds gemankeerd, doch hij had vooraf geschreven, dat hij de partie ge heel ingestudeerd had. Waaraan hapert het Waarom begint men niet ?4 vroeg het publiek zich af. Een onbehagelijke onrust ontstond. Ein delijk werd den directeur medegedeeld, dat de heer Felka aangekomen was en met de ouverture kon worden begonnen. Eenige oogenblikken later ruischten de tonen machtig en vol door de groote ruimte. Het voorspel was ten einde, het koor der Nymphen begon, terwijl Felka zich in de laatste reien der zangers op hield >Aber dort am hohen Gestade Sitzet Odysseus und weint, hinschauend Ueber das Meer zu den fernen Lieben Heimwehkrank, heimwehkrank l4 De goede mevrouw Nehrkorn had in zoo lang geene muziek gehoord en nu werd zij daardoor dubbel aangegrepen. Zij zongen zoo week en zoo klagend van den omdwalenden Odysseus en dat deed haar zoo aan >Rinnet hin, ihr salzigen Zahren- Rinne hin Da süszes Daseinl4 Doch thans een heerlijke bariton de vertooning van Odysseus, een slank en krachtig jonkman, met een door een vollen baard omringd gelaat, zong de eerste aria overweldigend schoon. De oude vrouw was als betooverd, deze tonen drongen met onweerstaan bare macht in haar hart. »]edem dünkt die traute Heimat, Doch das Lieblichste auf Erden klonk het nu verder. Mevrouw Nehr korn vermocht niet op te zien, hare oogen vloeiden over van tranen. »Wohnt er auch in weiter Ferne In dem köstlichsten Palaste, Ferne von den theuren Eltern.« toen kon zij zich nog ternauwernood inhouden, met geheel haar hart, met al hare gedachten verlangde zij naar haren geliefden zoon. »Seh ich Dich wieder, mein Hei- [matland, Seh ich Dich wieder, mein Heimat- [land !4 Hoe jubelend klonken deze woorden. De zanger legde er al de vreugde, al de zielsverukking in die in een menschen- hart kan sluimeren. Hij eindigde een diepe stilte heerschte. Eindelijk brak de jubel los, doch met den jubel een eigenaardige beweging men zag van den zanger naar de oude Nehrkorn's en van dezen weer op den zanger doch deze was reeds achter de coulissen verdwenen. »Dich, meine Mutter rufe ich Dich l4 zong nu Odysseus weder. Nu wist mevrouw Nehrkorn wie daar stond, nu wist zij de kloppingen te ver klaren, die haar moederhart bewogen, toen zij den eersten toon dezer stem vernam. Krampachtig vatte zij de hand haars echtgenoots, de andere reikte zij Ninette; zoo zat zij daar in zalige ver rukking en luisterde naar de stem van den geliefden zoon. »Frits Nehrkorn is er weer, daar staat lij ja, hij is 'tl4 zoo ging het van mond tot mond, de bijvalsbetui gingen wilden geen einde nemen, men wilde den beminden landsman toonen, hoe welkom hij was. Mevrouw Nehrkorn boog het hoofd, zacht bewogen zich hare lippen, met de tonen stegen ge beden ten hemel, zoo warm en innig, als slechts ze een moeder bidden kan. Doch ook Minette's blond kopje zonk dieper en dieper, ze kon de deelnemende blikken der omzittenden niet verdragen, slechts af en toe zag zij door een tra- nensluier tot den geliefde op. Vader Nehrkorn hoestte en kuchte, draaide het grijze hoofd nu eens rechts, dan weer links en veegde zijn brilleglazen af, doch het hielp weinig, ze werden immer weer vochtig. »Bettler und Fremdlinge allzumall Kommen vom Zeus, Schnell sei und herzlich die Gabe l4 »Oude, oude Schnell sei und herz lich die Gabel* fluisterde mevrouw Nehrkorn. Een blik begeleidde die woor den, gelijk God dien slechts aan het moederoog schonk. >Ja, ja.4 mompelde Nehrkorn haastig. >Zie hem niet aan, opdat hij niet in verwarring geraakt 14 Schnell sei und herzlich die Gabe !4 mompelde de oude nog eenmaal. »Du strahlendes Früroth nach dunkier [Nacht, Du sonnigster Lentzang nach Winter- [sturm, O seid uns gegrüszt o seid uns [gegrüszt l4 zong Frits nu vroolijk verder, En het koor viel jubelend in >Triump Triumph 1 Siegreicher - Duider, »Willkomm 1 Willkomm l4 >Welkom 1 Welkom I4 weerklonk het de ziel der ouders. Welkom I Wel- grooten keizer* is te Berlijn onthuld. De keizer too9tte er de? avonds op en betuigde: „Hoe het in d wereld met ons gesteld is, dat hebben de heemn gezien, daarom het kruit droog gehouden, het zwaard geslepen. Luitenant v. L k >w te Lissa, die iu dronkenschap een lus-tig burger overhoop schoot, is door den krijgsraad tot drie we ken en een dag gevamjenisstraf veroordeeld werkelijk weken, niet jaren. De zaak i« van het begin tot het vinde met gesloten deuren behandeld. De aanklacht was het toebrengen van lichamelijk letsel, dat den dood ten gevolge heep. gehad. De eisch was zes dagen zwaarder geweest d:n het vonnis. in koml4 fluisterde Minette. De laatste toon verstierf. Het jubelen echter nog lang niet. Vrienden en be kenden drongen tot den zanger door, doch deze boog alleen naar alle kanten. Wien hij toeknikte wist hij niet, slechts ééne kende hij op dit oogenbiik, slechts ééne, voor wie de menigte eerbiedig den weg vrij liet. Moeder en zoon hielden elkander omvat, doch ook de vader wilde zijn deel van de lang ontbeerde kinderliefde hebben. «Schnell sei und herzlich die Gabel4 riep hij, »kom aan mijn hart!4 Hij behoefde niet te roepen, Frits had reeds de plaats gevonden waar hij be hoorde. Schuchter stond naast hem een blonde maagd. Minette I4 >Frits !4 Handdruk en blik zeiden alles l In de Kamer duren de debatten over de haven- en veatingswerken te Antwerpen voort; de icinisters hielden welsprekende reden, tintelende van liefde voor de veilig heid ran 't vaderland en van handel en scheepvaart, maar de afgevaardigden die allen zich uitstekend in deze zaak van 't allergrootste gewicht hebben ingewerkt, ont- c uwden de meeste stellingen der regeering en ij gelooven, dat deze met hare grootsche plan 1 1 m Antwerpen, groot gevaar lijdt. In 1' Petit-Bleu gaat Eugène Baie steeds voort met artikels over Nederland en Bflgië en werkelijk is daze schrijver onver moeid. Thans weer geeft hij 'l oordeel van verschillende onzer Kamerleden, als de Meester, van der Vlugt, Bos, Lohrnan, Jhr. van Nispens die allen wel ooren hebben voor eene toenadering dezer beide landen, voor eene interparlementaire conferentie, vooral voor eene nauwere aansluiting op econo lisch gebied. Ook andere groote Belgische bladen beginnen voor deze zaak, door ons met groote belangstelling en inge nomenheid gevolgd, veel sympathie te toonen. Htt wordt meer en meer waarschijnlijk, dsl de bloedige gebeurtenissen van Januari verbleeken zullen bij de to«standen van an archie, die de tegenwoordige spoorwegstaking in het leven heeft geroepen, als gevolg al weer van de onvoldoende staatkundige her vormingen. De stilstand van alle verkeer op epoor- wegeu, de staking, die zich tot bijna alle industrieën heeft uitgebreid, en vooral tot de groote werkplaatsen in Moskou en St. P« ersburg, beteekent de stilstand van alle economisch en sociaal leven in het groote keizerrijk en daaruit uioet een slaat van zaken voortvloeien, dia tot allerlei uitbarstingen aanleiding kan geven. De op winding lijkt op zijn hoogtepunt gekomen; studenten en werklieden ruieu in het open baar tot gewelddaden op en hier en daar werd openlijk de moord van alle autori teiten en politie aanbevolen als het eenige middel om van de slavernij verlost te worden, 't I» of men de Jacobijnen weer bezig hoort. De werkstaking zal een gebrek aan levensmiddelen tengevolge, hebben en hongersnood heeft weer tal van andere ram pen in ziju gevolg. Het is te hopen, dat de overheden er in slagen mogen de opgewon den gemoederen tot beda eu te brengen door en verstandige maatregelen, want de beweging heeft zich zoo snel over geheel Rusland verbreid, dat men vrij-uit zou mogen spreken dal in Rusland de omwente ling iu vollen gang is. Zoo schreven we gisteren en de telegram men kwamen steeds uit Pit ersburg, waar alles in volmaakte duisternis is gehu'd, uit Moskou, waar banken worden gepluuderd, de lijnen opgebroken, gcbrandsticht op tal rijk.'» plaatsen; in Warschau de staat van beleg afgekondigd enz. enz Desniettegenstaande te oordeelen naar de berichten van hedennacht zouden we den toestand als volgt moeten schetsen: Tot heden toe hebben de lui, die de tegen woordige spoorwegstaking hebben voorbe reid, eer van hun werk het land kon niet gevoeliger getroffen worden, dan door het verkeer stil te leggen. Maar waarschijnlijk is dj beweging ook hun weer boven het hoofd gewassen, zoodat, wat een krachtproef bedoelde te zijn, een anarchistisch avontuur geworden is, dat weer op moorden en dood slagen zal uitloopen. Trepof, de politiechef, laat er geen gras over groeien en heeft bevel gegeven de onlusten met kracht te keer te gaan. In elk ander land zou het al bij voorbaat een onmogelijkheid schijnen aan een beweging, die over zulk een uit gestrektheid verloopt een einde te maken, al zoo dikwijls is gebleken, dat in de groot heid van het Russische rijk, in zooverre zijn kracht schuilt, dat er nimmer eenheid in een opstand zijn kan, dat de verschil lende deeleo van het land geen voeling met elkander kunnen houden en dat bij het uit strooien van verkeerde berichten de ontmoe diging niet lang op zich kan laten wachten. Wij zullen zien. Loubet is heelhuids na feestmalen, speeches g la-voorstellingen, revues, lintjesregen enz enr. uit Spanje gekomen en naar Lissabon vertrekken, dat keurig versierd is en waar hij do r den koning werd outvangen en zeer toegejuicht. Een standbeeld voor Moltk«, met het op schrift: »den grootsten generaal van den Kinderwetten De invoering der kinderwetten is vast gesteld op 1 December. Van af dien dag zijn dus alle 21-jarigen meerderjarig. Tucbtscholen. Bij Koninklijk besluit zijn tijdelijk be noemd, met ingang van 1 December tot directeur van de tuchtschool voor jongens te Haren, P. J. Fortanier, eerste onderwijzer bij het lager onderwijs, thans leeraar aan de hoogere burgerschool met 3-jarigen cursus en daaraan verbonden handelschool te Utrechttot directeur van de tuchtschool voor jongens te Nij megen, B. Th. G. Tangelder, hoofd van de Sint-Martinusschool te Arnhem tot directrice van de tuchtschool voor meis jes te Zeist, W. Broese van Groenou, thans tijdelijk directrice van het rijks opvoedingsgesticht en bijzondere straf-

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1905 | | pagina 5