Nummer 96.
Zondag 3 November L905,
28e Jaargang,
Toegewijd aan Handel, industrie en Gemeentebelangen.
Eerste Blad.
SOCIALISTISCHE MANIEREN,
TE IIMJME mm.
"landbouw'
ANTOON TIELEN,
Dit nummer bestaat
uit DRIE Bladen.
BEKENDMAKING.
üiïgbvkr:
gjgpr* Zij die zich voor
het volgend kwartaal op
dit blad abonneeren, ont
vangen de tot dien datum
verschii n ende nu mm ers
GRATIS.
fEUJLLETOX.
WAALWIJK.
Al meer dan eens hebben wij te de
zer plaatse de botte manieren gewraakt,
HOOFDSTUK II.
(108)
Het Kaligebruik in den Landbouw.
De Echo van het Zuiden,
Waalwyksche en l.aisslraalsrkr Courant,
Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 3 maanden f 0."5.
Franco per post door het geheele rijk f 0.90.
Brieveningezonden stukkengelden enz., franco te zonden aan den
Uitgever.
Advkrtkntibn 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, grootr
letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven,
worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en
advertenties bij abonnement wordeu speciele zeer voordeelige contracteu
gesloten. Reclames 15 cent per regel.
NATIONALE MILITIE.
De Burgemeester der gemeente Waalwijk maakt
bekend, dat zij die alsnog vrijstelling van de
Militie wentchen te verkrijgen wegens broeder
dienst of eigen militairen dienst zich daartoe
terstond met twee getuigen moeten aanmeldei.
ter Secretarie dezer gemeente, des voormiddugs
vtn 9 tot 12 uur, des namiddags van 2 tot 4 uur.
Waalwijk, 24 Nov. 1905.
De Burgemeester voornoemd,
K. de van der Scnueren.
NATIONALE MILITIE
De Burgemeester der gemeente Waalwijk maakt
bekend, dat zij die wenschen deel te nemen aan
A. het onderzoek, bedoeld bij 19 der Beschik
king van den Minister van Oorlog, d.d. 23 Juli
1902, lie Afd., No. 90, er. bij beschikking van
den Minister van Oorlog d.d. 26 Aug. 1904, Vile
Afd., No. 227, naar de gcoefenheid der lotelinger,
die dingen naar het bewijs, hetzij voor militaire
bekwaamheid, hetzij voor lichamelijke geoefend
heid, dan wel voor beide (Artikel Ï04 der Mili-
tiewet 1901),
B. het onderzoek naar geoefendheid van jonge
lieden, die dingen naar het Militair Getuigschrift,
vereischt tot het aangaan eener verbintenis l>ij
het reservekader, heizij der Infanterie of dei-
Vesting-Artillerie, dan wel der Genie;
zich duartoe van uf heden tot uiterlijk 10 Dec.
1905 raoeter. aanmelden ter Secretarie der ge
meente, alwaar de Algemeene Regeling betret-
fende dit onderzoek ter inzage is nedcrgelegd.
Waalwijk, 24 Nov. 1905.
De Burgemeester van Waalwijk,
K. de van der Schueren.
Heldenroman van HENRYK SIENKIEWICZ.
voor De Echo van het Zuidenvertaald,
door H
VIERDE BOEK.
OndertuBschen brulde de hetman der Zapo-
rogen iu zijn kamp als een wild dier, scheurde
ziju tuniek in stukken, sloeg zich op de borst
en in 't aangezicht. De officieren die :iau de
verdelging ontsnapt waren, omgaven hem in
doodsche stilte
Waar zijn mijne regimenten, waar mijne
dapperen? Wat zal de khan zeggen? Wat
Tuhay-Bey? Lever mij over aan Yaréma.
De officieren zwegen.
Ach, waarom hebben de waarzegsters mij
de overwinning voorspeld 1 Waarom zeiden zij
niet dat ik aan Yaréma zou overgeleverd
worden
Gij zult Yaréma niet meer durven nade
ren, gromde Stepta.
Gij zijt verloren, en wij met u, zeide
Mronowicki.
De hetman vloog naar hem toe ali een
tijger.
En wie heeft aan het gele meer, bij
Kor8un, bij Pilawiec overwonnen?
Gij, hernam Worontchenko woest, maar
daar was ook Yaréma niet.
Chmielnicki trok zich de haren uit.
Eu ik heb den Khan beloofd, dat hij
hedenavond op het kasteel zou slapen huilde
hij wanhopig.
Waarop Kubak antwoordde
Wat gij aan den khan beloofd hebt, d. i.
uw hoofd Zorgt daar maar voor, dat dit niet
spoedig van uwe schouders rolt.... en voer
waarvan de socialisten zich bedienen in
hun deelneming aan het openbaar maat
schappelijke en het politieke leven.
Hun brutaliteit is ongeëvenaard en de
felheid, waarmee zij de kapitalistische4
samenleving aanvallen, is in overeenstem
ming met hun eenzijdige en bekrompen
opvattingen.
Terwijl zij het voorstellen alsof de
gansche maatschappij met ondeugden is
behept, die haar spoedige opruiming of
hervorming eischen, pronken zij zeiven
als de deugdzaamste, meest waarheids-
lievende, volmaakste lieden ter wereld.
Maar de werkelijkheid geeft hun van
tijd tot tijd een ruwen slag in 't gezicht
Wij herinneren maar aan de beruchte
vergaderingen, die na de groote, mis
lukte spoorwegstaking werden gehouden,
en waarin de socialistische leiders el
kander zoo ongegêneerd de waarheid
zeiden, dat Oudegeest verklaarde, nog
liever een dag in de hel door te bren
gen dan in zulk een scheid-vergadering
van zijn vriendjes.
Nu is in Duitschland weer op opzien
barende wijze aan het licht gekomen,
welke manieren de heeren sociaal-demo
craten er op nahouden. Het geschiedde
ter gelegenheid eener ruzie tusschen de
redactie van de Vonvarts, het hoofdor
gaan der Duitsche socialisten, en het
partijbestuur. Wat daarbij gebeurd is,
aldus schreef terecht de St. Crnt., geeft
ons een heerlijken voorsmaak van den
blijden staat, waarin wij ons zullen be
vinden, als de tijd van den socialistisschen
toekomststaat eenmaal daar is.
Sommige Berlijnsche socialisten had
den den laatsten tijd herhaaldelijk hun
ontevredenheid geuit over sommige ar
tikelen en entrefilets, door de Vorwarts
gepubliceerd. Het blad was h. i. niet
rood genoeg. Zoo dacht ook de onlangs
te Jena gehouden partijdag erover.
Buiten de redacteuren om belegde het
partijbestuur nu bijeenkomsten met som
mige aanzienlijke socialisten, teneinde
tegen eerstgenoemden samen te zweren.
Zonder de redactie gelegenheid te
geven tot verweer of verantwoording,
dus op de meest geniepige wijze, werd
tot ontslag van enkele harer leden be
sloten. De partijbestuurders dachten op
die manier de andere leden te dwingen,
zóó te schrijven als het partijbestuur
beliefde.
Maar het partijbestuur vergat, dat het
met geestverwanten te doen had, die
niet tevergeefs het beginsel van solida
riteit jarenlang hadden gepredikt. Zij
vernamen wat er boven hun hoofden
broeide en verklaarden toen kortweg,
óf gezamenlijk te willen blijven, óf ge
zamenlijk te willen heengaan.
Nu liet het partijbestuur het gansche
gewicht van haar wraak op hen neer
komen Alle zes kregen ontslag terwijl
een nieuwe redactie werd benoemd, die
wel zorgde in den geest van het partij
bestuur te schrijven.
Tot zoover de geschiedenis der feiten,
waaraan wij de volgende beschouwingen
vastknoopen
Meer dan eens heeft de redactie van
het Volk de burgerlijke pers" op de
onhebbelijkste manier den mantel uit
geveegd omdat zij haar bedienaren, de
journalisten, zou doen schrijven wat de
kapitalistische" eigenaars van dag- of
weekbladen willen. Maar is de vrijheid
dan grooter van de socialistische jour
nalisten, die zich te onderwerpen hebben
aan hetgeen een tyranniek partijbestuur
omtrent hen gelieft vast te stellen, op
straffe van anders te worden heenge
zonden.
Ook de redacteurs van het Volk moe
ten schrijven zooals de socialistische
partij-uitspraken hun gebieden en niet
altijd zooals hun overtuiging hen in
spireert.
In het geval der Vorwarts- redactie
heeft men kunnen zien, hoe de socialis
ten op hun eigen partijgenooten de vrij
heid toepassen en hoe zij optreden als
werkgevers. Als een industrieel eenige
werklieden ontslaat, dan roepen de so
cialisten moord en branddan heet het,
dat er kapitalistische geweldenarijen ge
pleegd worden enz. Maar hier zijn nu
door het hoofdbestuur der machtige
Duitsche socialistenpartij, waarin o.a. een
Bebel zitting heeft, tyrannieker daden
gesteld, dan waaraan ooit een »kapita-
list" zich schuldig maakte En toch gaat
dit partijbestuur zonder te letten op het
glazen huis dat het bewoont, voort de
arbeidersmassa op te zweepen tegen de
kapitalistische maatschappij".
De Nederlandsche socialistische pers
zit erg verlegen met het geval, zwijgt
het liefst dood of verkoopt er eenige
uitvluchtjes of laffe praatjes over.
Maar enkele roode Duitsche organen,
die hun vrije woord nog niet hebben
laten smoren, laken ten scherpste de
handelingen van het partijbestuur. Zoo
scheef de Neue Geselschaft»Hoe kun
nen we nog met opgeheven hoofd strij
den voor de openbaarheid en de vrij
heid der democratie, tegenover het wille
keurig absolutisme der monarchie Hoe
kunnen we strijden tegen de heersch-
zuchtige aanmatigingen der fabrikanten,
wanneer zij ons met onze eigene wape
nen kunnen verslaan Hoe kunnen we
aan de eindzegepraal onzer beginselen
gelooven en anderen daarvan overtuigen,
wanneer de meening van enkelen tot
een Credo verheven wordt en zij die
daar niet in gelooven, gewoonweg voor
ketters gescholden worden Hebben we
daartoe de burgerlijke maatschappij den
oorlog verklaard, daartoe de bruggen
achter ons opgebroken, en de moeite-
en offervolle pelgrimsvaart naar het be
loofde land begonnen, om voor de oude
ketenen ons nieuwe te smeden
De socialisten zeiven mogen het ant
woord geven op de hier gestelde vragen.
Voor ons zijn dit geen vragen meer I G.
ons niet meer ten aanval, ons zoudt ge wagen
Tracht de lakhs in te sluiten, en bescherm
uwe kanonnen door aardwallen, zoo niet, wee u.
Wee u herhaalden sombere stemmen.
Wee u hernam Chmielnicki.
Zoo bleven zij spreken, dreigende als het
onweer. Eindelijk wierp Chmielnicki zich in
een hoek van zijn tent op wat tapijt en hniden.
De kolonels stonden voor hem, met het
hoofd omlaag en lang duurde de stilte. Plot
seling hief de hetmaa het hoofd omhoog en
riep met woeste stem
Brandewijn
Gij moogt niet drinken, bromde Wy-
kowski. De khan zal u laten halen
De khan bevond zich op 3 mijlen van het
slagveld, en wist niets van wat er gebeurde.
De nacht was rustig cu heerlijk. Hij was
voor zijne tent gezeten te midden zijuer
mullahs in afwachting van nieuws, hij at
dadels uit een zilveren schotel. Van tijd tot
tijd bekeek hij den met sterren bezaaiden
hemel en sprak
Mohammed Rassout Allah
Plotseling kwam Snbagazi op zijn schuimend
wit paard aangereden, vol stof en bloed
hij maakte zijne eerbetuigingen en wachtte af
tot men een of ander vroeg.
Spreek zeide de khan, zijn mond vol
dadels.
De woorden brandden Subagazi op de lippen,
maar hij durfde niet spreken voor hij al de
gebruikelijke titels had opgezegd. Hij begon
dus, bijna tot den grond gebogen
O, almachtige khan, achter-kleinzoon
van Mohamed, onafhankelijk vorst, wijze heer,
gelukkige heer, meester van het Oosten
Toen gaf de khan een teeken met zijn hand
en viel hem in de rede.
Op 't gezicht van Subagazi zag hij bloed,
in zijn oogeu smart, spijt en wanhoop, hij
spuwde de half geknauwde dadels iu zijn hand
en gaf die aau een der mullahs, die deze aan
nam met bewijzen van den diepsten eerbied,
en ze met graagte opat en hij zeide
Spreek vlug, Subagazi en spreek wijs.
Is het kamp der ongeloovigen genomen?
God heeft het niet gewild.
De Lakhs?
Zegevierend.
Chmielnicki
Overwonnen.
Tuhay-Bey
Gewond.
Er is slechts een God! zeide de khan.
Hoeveel geloovigen hebben het paradijs ver
worven
Subagazi hief de oogen op en wees met zijn
bebloede hand naar den fonkelenden hemel.
Zooveel als er Bterren zijn aan de voeten
van Allah.
De grove figuur van den khan werd vuur-
rood.
Waar is die hond, vroeg hij, die mij
beloofd heeft, dat we hedenavond in 't kasteel
zouden slapen? Wnar is die valsche slang,
dat God hem verdelge Dat hij hier korae en
rekenschap ge\e van zijne bedriegelijke be
loften.
Verschillende dienaren stonden dadelijk op
om Chmielnicki te gaan halen Oudertusscheu
was de khan langzamerhand gekalmeerd. Hij
zeide
Snbagazi, er is bloed op uw aangezicht.
Het is bloed der ongeloovigen.
Zeg ons hoe dat vergoten is, en verblijd
onze ooreD met een verhaal van den moed der
geloovigen.
Subagazi begon den stagjnist te beschrijven
en prees den moed van Tuhay-Bey, Galga en
van Noureddiue hij ging Chmieluicky ook
niet stilzwijgend voorbij hij roemde hem
evennis de anderen, en gaf als oorzaak der
nederlaag alleen den wil Gods en de woede
der ongeloovigen op In zijn verhaal trof
vooral eene bijzonderheid den khan, nl. dat
men in 't begin van den slag in 't geheel
niet op de Tartaren geschoten had en dat de
cavalerie van den prins hen slechts had aan
gevallen. toen zij den weg versperden.
Allah, zij willen den oorlog niet met
mij zeide de khan, maar thans is het te laat...
Het was waar. Prins Yaérma had in 't
begin van den slag verboden op de Tartaren
te schieten, om de soldaten te doen denken dat
net den khan eene overeenkomst was gesloten
en dat zijne horden slechts in sehijn aan de
zijde der kozakken waren. Vervolgens alleen
door den dwang van zaken, had toch eene
ontmoeting met de Tartaren plaats.
Zou er één plaatsje in Nederland zijn,
waar de boeren geen Kali kennen, geen
Kali gebruikc-n. We kunnen gerust zeggen,
dat het Kaligebruik in den Landbouw op
het oogenblik algtmeen is, en een land
bouwer zou zich schamen, als gij durfdet
veronderstellen, dat hij geen Kaïniet, geen
patenT Kali of chloorkali kende. En toch,
wij bt-hoe»eu slechts ongeveer 40 jaren
terug te gaan, toen er van Stassfürter Kali-
zouten nog geen sprake was, toen nog
niemand gehoord had van Kaïniet of iets
dergelijks, toen men hoogstens wist, dat
zeepsop, waschwater, houlascb en dergelijke
goed was voor de planten. Het was in 't
jaar 1861, dat de Kalimijnen te SUssfür'
geopend werden en nu ruim 40 jaren daarne
is de Kali een onmisbare meststof, op d<
klei als op het zand en in 't veen. In 't
jaar 1865 werden 1313900 K. G. Kaïniet
uit alle mijnen te zatnun naar boven gehaald.
In het jaar 19(3 bedroeg dat aantal
1528052300 K.G. dus ongeveer 1200 maal
zooveel. In liet jaar 1861 bedroeg de ge
zamenlijke hoeveelheid kalizouten uit de
Stassfii'ter mijnen aan landbouw en industrie
beschikbaar gesteld 22930002 K.G In 't
jaar 1904 is door die zelfde mijnen ver-
zondeu 3939518700 K. G. dus ongeveer
1800 maal zooveel. Ook in Nederland is
liet Kaligebruik in den landbouw eruoi m
toegenomen. Volgens dezelfde officieele
statistiek, waaruit bovenstaande cijfers zijn
genomen, was het verbruik van Kaïnmt
in 1895 iu Nederlaud 13340500 K. G.
en in 1904 ruim 4 maal zooveel, namelijk
54600200 K.G. Ook het gebruik der ge
concentreerde, gezuiverde zouten neemt toe.
Van chloorkalium b.v. werd in 't jair 1895
in ons land gebruikt 396600 K.G. en in 1904
ongeveer 7 maal zooveel, namelijk 2750600
K. G. Het gezamenlijk bedrag van alle
kalizouten, die in den landbouw gebruikt
worden is van 1895 tol 1904 toegenomen
van 17615300 K. G. tot 70462700 K. G.
Deze cijfers, die officieel zijn, zeggen meer
dan boekdeelen vol. Ieder die bij ei varing
weet, hoe tuoeielijk het is, oude, ingewortelde
gewoonten af te leeren en nieuwe methoden
ingang te doen vinden, moet dan ook ver
stomd staan, bij het zien dezer cijfers. Eu
't kau niet anders of deze kolossale stijging
van het Kaligebruik in den landbouw zal
door ieder toegeschreveu worden aau ue
goede resultaten, die de bemesting met kali
overal heeft. Het meest worden, wel is
waar, de Kalizouten nog gebruikt op de
diluviale gronden, maar de verslagen van
de rijkslandbouw-proefvelden in Zeela..d
Friesland en elders zijn daar, om te bewijzen,
dat kali ook op klei gebruikt kan worden
en er op kleigrond met verschillende Kali
zouten uitstekende resultaten verkregen
zijn en deze meststof dus kan medehulpen
om den laudbou* winstgevender te maken.
Natuurlijk is dit alles niet zonder moeite
verkregen. De bestuurders van de Stassfür
ter Kalimijnen sparen geeu mo-ite om den
landbouwer omtrent het gerbuik en de
samenstelling der Kalizouten op de hoogte
te stellen. In de voornaamste landen van
Europa zijn kantoren of bureau's opgericht,
waar de landbouwers en tuinlieden gratis
De khan schudde het hoofd eu vroeg zich
af of het thans zelfs uog niet beter zou zijn
de wapens tegen Chmieluicky te keeren, toen
Chmieluicky verscheen.
Chmieluicky was bedaard hij naderde met
opgeheven hoofd en keek den prins streng in
de oogen op zijn gelaat stonden sluwheid eu
moed te lezen
Kom nador, verrader, zeide de khan.
Het is de hetman die nadert en niet
eeu verrader, maar een bondgenoot, dien gij
uw hulp hebt belooid en niet alleen in voor
spoed, antwoordde Chmielnicki.
Ga den nacht in het kasteel doorbrengen,
volgens uw mooi plan.
Groote khaB, antwoordde Chmiel met
krachtige stem, gij zijt machtig, en na den
sultan - de machtigste der aarde gij zijt wijs
en sterk maar kunt gij een pijl werpen tot
aan de sterren of de diepte der zee peilen.
De khan keek hem verwonderd aan.
Dat kunt ge niet; hernam Chmielnicki.
evenmin kau ik de trotschheid en vermetel
heid van Yaréma schatten.
Kon ik vermoeden dat hij niet bang was
van u, o, khan, dat hij niet beefde bij uw
aanblik maar dat hij zelfs tegen u zijne dries
te hand zou opheffen, dat hij het bloed uwer
krijgers zou doen stroomen, en dat hij u zou
durven bespotten, o machtige monarch; als ik
zulks had uurven vermoeden, zou ik u belee-
digd hebben, die ik thans vereer en bemin.
Allah
Maar ik zeg u, ging Chmielnicki met
eene klemmende zekerheid verder, ik zeg u:
Gij zijt groot en machtig; van het Oosten tot
het Westen, buigen de vorsten en volkeren
voor u en noemen u, een leeuw. Yaréma
alleen knielt niet voor u welnu, als ge hem
niet vermorzeld of den nek breekt, eu nis gij
niet van zijn rug gebruik maakt, om uw paard
te bnstijgeu, dan is al uwe macht niets, is uw
roem niets, wan dan zal men zeggen, dat een
poolsche hertog den tsaar van de kritn heelt
beleedigd, en niet werd gestraft, en dat hij
grooter en machtiger is dan gij
Er heerschte een doodsche stilte. Mirzas,
agas en mullahs bielden allen hun adem in,
en bekeken het gezicht van den khan, die
met gesloten oogen een xuebt slaakte
Chmielnicki rustte op zijn staf en wachtte.
Welun dan, zeide de khan eindelijk ik
zal Yaréma den nek buigen en ziju rug ge
bruiken om te paard te stijgen, opdat men
niet zal zeggen van het Oosten tot het Westen
dat een ougeloovige het gewaagd heeft mij te
beleedigen.
God is groot riepen de mirza's als uit een
stem.
De vreugde glinsterde in de oogen van
Chmielnicki, met een slag had hij het zwaard
dat boven zijn hoofd biug afgewend en een
onzeker bondgenoot tot den trouwsten vriend
gemaakt.
De beide kampen donderden reeds voorden
nacht, terwijl de krijgers doorstoken door
lauzen, terneergeslagen door sabels, doorboord
door pijlen en kogels op het slagveld lagen
in een diepen slaap, die niet meer zon op
houden. De maan kwam op en ging over het
veld der dooden eu spiegelde zich in het
gestolde bloedonophoudelijk belichtte zij
uieuwo lij keu van t eene lijk ging zij naar
het anderezij b#6cheen de bleeke gelaats
trekken, de overblijfselen der wapens, de lijken
van paarden, dan weer verbluekten hare stra
len alsof zij genoeg had van al die zaken.
Hier en daar zag men geheimzinnige schaduwen,
schurken kwamen de lijken uitschudden, als
leeuwen eu jakhalzen het slagveld bestormen.
Maar ean geheimzinnige angst joe^h en weg.
Van tijd tot tijd ruischte de wind in het hout
gewas, de soldaten die de vestingen'bewaakten
ineendeudat de zielen uit de lichamen vluchtten.
En men vertelde elkander, dat als het twaalt
uur in Zbaraz had geslagen, een aantal
onzekere gedaanten zouden rondfladderen met
langzaam vleugelengeklep- Men had onbegrij
pelijke stemmen iu do lucht hooren weenen
akelig eu doodsch geweeklaag, verschrikke
lijke verzuchtingen. Zij die nog in dezen
óorlog moesten sneuvelen en wier ooren
daarom veel meer geschikt waren om de stem
men vanuit het graf te begrijpen hadden
juist gehoord wat da poolsche zielen verzuch
ten nVoor uwe oogen, o God, belijden wij
onze zonden 1«
(Wordt vervolgd