Nummer 27.
Zondag 1 April 1906.
29e Jaargang.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
waarin opgenomen DE NOQHDBHABANTSCHE POST.
aktoon tielei,
Eerste Blad.
Dit nummer bestaat
uit DRIE Eladen
LANDBOUW
INDUSTRIËELEN.
FEUILLETON.
U i T B ver:
7)
en Lanplraalsclie Oonrant
Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 3 maanden f U.~5.
Franco per post door het geheele rijk f 0.90.
Brieveningezonden stukken gelden enz., franco te zenden dei»
Uitgever.
W AAL W IJK. Telefoonnummer 38.
Adtkktsntibn 1—7 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, grootr
letters naar plaatsruimte. Adverteutiën Smaal ter plaatsing opgegeven,
worden Smaal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en
advertenties bij abonnement worden specific zeer voordeelige contracten
gesloten. Reclames 15 cent per regel
De Kamer van Koophandel en Fabrieken
te Waalwijk houdt zich onledig met het
opmakeu van het verslag over 1905.
Heeren Industriëtden worden verzocht
hunne opgaven voor het verslag zoo spoedig
mogelijk aan den Voorzitter in te zenden.
De Kamer van Koophandel en Fabrieken
voornoemd-
U
III.
3i.
Een uitvoerig hoofdstuk wordt ge
wijd aan eene belangrijke zaak der volks
gezondheid, nl. aan de drinkwatervoor
ziening.
De toestand te Dussen blijft slecht.
Het drinkwater wordt betrokken uit
het riviertje »De Dusse" waterloopen en
slooten. Van de 135 onderzochte wonin
gen hadden slechts twee een middel tot
drinkwatervoorziening en een daarvan
slechts een regenton. Een uitvoerig
onderzoek wordt door heeren inspecteurs
Dr. Romijn en Joosten ingesteldhet
resultaat is nog niet bekend.
Uitgebreide correspondentie werd ge
voerd eenerzijds door het gemeentebe
stuur en Ged. Staten anderzijds tusschen
den Hoofdinspecteur en Ged. Staten.
Beiderzijds wordt erkend, dat de oor
zaak van de typhusgevallen is te wijten
aan het gebruik van besmet water uit
de Gantel of uit de Dusse, maar over
het remedium staan deze twee geheel
tegenover elkander. B. en W. vragen
met aandrang teruggave van het natuur
lijk, goed oppervlakte- en drinkwater,
hetgeen volgens hun beweren door de
verlegging van den Maasmond aan de
gemeente is ontnomen.
De hoofdinspecteur meent dat juist
het gebruiken van oppervlakte-water als
drinkwater, de eerste oorzaak is van de
vele typhusgevallen en dat men hier
moet hebben onbesmet, rein, diep grond
water b. v. door 't slaan van behoor
lijke nortonpompen. Dit is de hoofdzaak
van hetgeen uitgebreid in 't verslag
wordt medegedeeld en de commissie
hoopt 't volgend jaar definitieve resul
taten te kunnen geven.
Ten slotte ontleenen wij nog aan het
verslag eene interessante beschrijving
van onze waterleiding
De gemeente Waalwijk bezit sedert
een viertal jaren eene waterleiding, die
uitmuntend water levert. Ook de ge
meente Besoijen is hierbij aangesloten.
Deze waterleiding is aangelegd en wordt
geëxploiteerd door de Waterleiding-
Maatschappij >De Langstraat".
Het water wordt door drie pijpwellen
op een diepte van 34 tot 38 Meter uit
den bodem in de nabijheid van het
pompstation getrokken.
Wat aangaat de aardlagen kan het
volgende worden medegedeeld.
De bovenste aardlaag bestaat uit fijn-
of duinzand, gedekt door een laagje
zwarten grond ter dikte van 15 a 20
cM. Deze laag zand is tot op een diepte
van 7 M. fijn, begint dan grover te wor
den, hetgeen toeneemt tot op een diepte
van 21 Meter. Op deze diepte werd een
harde leemplaat gevonden ter dikte van
1 a 1,50 Meter; hieronder volgt weder
zand, dat in grofheid toeneemt, totdat
het op 28 Meter diepte in grove kiezel
overgaat. Deze kiezellaag werd gecon
stateerd tot op een diepte van 45 M.,
toen wederom een laag fijn zand volgde.
Het water, getrokken uit de prise d'eau,
ondergaat de volgende bewerking. Het
wordt acht Meter hoog opgevoerd in
een sproeibak, valt van daaruit door een
geventileerde ruimte op een 2,30 M.
lager gelegen cokesfilter ter dikte van
3 Meter en komt dan op een spatvloer,
die 2,25 M. lager ligt dan de cokesfilter.
Van den spatvloer vloeit het in horizon
tale richting door een goot van 9 M
Naar het Duitsch
door
0. M. S.
lengte en 60 cM breedte op de filter
bedden. Deze filterbedden bestaan uit
twee cirkelvormige putten van 12 M.
diameter en 2,40 M. diepte. Het filter
materiaal bestaat uit drie lagen lo een
laag fijn rivierzand ter dikte van 50 cM.;
2o. een laag grof rivierzand (grintzand)
ter dikte van 35 cM.: 3o. een laag grint
ter dikte van 30 cM. Na deze filterbed
den gepasseerd te zijn, loopt het water
in de zich onder den watertoren bevin
dende reinwatcrkelder. Hieruit wordt het
omhoog gevoerd naar het voor drukre-
guleering dienend waterreservoir, dat een
hoogte heeft van 6 M en een inhoud
van 200 M*., en welks onderkant 34
Meter boven de Markt te Waalwijk ge
legen is.
De pompwerktuigen zijn vier direct
werkende stoompompen met een ver
mogen of opbrengst van 100 Ms per
uur. Twee dezer pompen zuigen het
water uit de bronnen en pompen het op
de ontijzeringsinrichting, de anderen
brengen het water in het hoog reservoir.
Ofschoon nu Waalwijk een zoo goede
waterleiding heeft, wordt er betrekkelijk
weinig gebiuik van gemaakt. Op 31
December 1905 (het 4e volle exploitatie
jaar) waren er te Waalwijk en Besoijen
te zamen slecht 237 perceelen aange
sloten. In den loop van 1905 zijn er
slechts 18 aansluitingen bijgekomen.
En toch is in deze gemeente de be
hoefte aan goed drinkwater, speciaal
voor de arbeidende klasse, zeer groot.
Om zich hiervan te overtuigen behoeft
men slechts in Hoofdstuk IV* van dit
verslag de resultaten van een gehouden
onderzoek na te gaan. De Commissie
heeft dan ook besloten in het aanstaande
jaar meer in het bijzonder hare aandacht
hieraan te wijden.
In de gemeente Waalwijk zijn in hof
geheel ondersocht 597 woningen, waarvan 44
uit een vertrek. 522 uit twee vertrekken en
31 uit drie vertrekkeu bestonden. 536 woningen
garen aanleiding tot opmerkingen, van die
woningen zijn er 32 zeer slecht te noemen het
drinkwater der inrichtingen tot drinkwater
voorziening in of bij de woningen, moest in
106 gevallen sla ongeschikt genoteerd -worden.
terwijl 11 woningen in het geheel geen drink
water hebben-
Het kwam 3 maleu voor dat één pomp was
voor 6 woningen.
6 malen dat er slechts 1 pomp was voor i won.
8 n 8 I)
5» n»»"» i» 9
2 10
1 naai 16
en 1 maal was er slechts een pomp voor 20
4 woningen hebben geen privaat en in 122
gevallen was die inrichting geheel onvoldoende;
261 woningen ziju vochtig 213 zijn besmet
met waudgedierte 103 ziju slecht onderhouden
en 35 werden zeer onsiudelijk bewoond.
Dat deze onverwachte ontmoeting ook de
mooie Vineta zorgen baarde, is wel te den
ken. Ook zij beminde haren dokter Niel
met al de warme liefde, die een twintigjarig
meisje kan koesteren. Het beleenen van het
horloge maakte echter op haar niet dien
indruk, welke dokter Niel vermoedde. Vi
neta had als de eenige dochter van hare
eenvoudige, doch rechtschapen ouders een
goede, ja schitterende opvoeding genoten.
Zij was mei de ffzaak* slechts weinig in
aanraking geweestmaar toch wist zij er
genoeg van, om iu 't geheel geen afkeer
van armoede te hebben. Met dit beleenen
had dan ook de dokter in haar oog niet in
't minst iets onwaardigs gedaan, doch een
ander gevoel beheerschte haar.
In haar pensionaattijd had het natuurlijk
vau de zijde harer vriendinneu(P) niet ont
broken aan bedekte toespelingen op den
stand haars vaders volgeus dezen behoorde
de mooie, elegante Vineta door den aard
van het bedrijf haar9 vaders tot de paria's
van de maatschappij. Dit indachtig had zij
dan ook voor haren geliefde augstig ver
borgen gehouden, het bedrijf, dat hare ou
ders uitoefenden daarom mocht hij haar
nooit tot aan hare woning vergezellen. En
hare vriendin had zij verzocht den dokter
niet te vertellen, dat haar ouders een pand
jeshuis er op nahielden. Van Elise, die haar
dit beloofd had, vernam zij echter ook, dat
dokter Niel eigenlijk een arme tandarts was,
die niets had en niets verdiende. Elize wist
dit van Harten, den ingenieur haars vaders,
die veel in het huis van zijn patroon ver
keerde en die, gelijk uit de vele gesprekken
over hem van Elise bleek, deze niet onver
schillig was.
Nu was dokter Niel door een toeval toch
achter d^t angstig bewaarde geheim geko
men. Hij wist thans dat zij de dochter van
een pandjeshuishouder was.
O God Wat moest hij nu wel van hasr
denken 1 Het kon niet anuers hij
moest haar verachten Zou ongeveer
dacht Vineta, toen zij in de wooukxiner
was teruggekeerd. Zij dacht in 't geheel
niet meer aan deu kanarie en dieus suiker,
integendeel, het zakdoekje kwam voor dei-
dag werd tegen de oogen gedrukt en, uit
het hartstochtelijk snikken en nerveus
schokken van haar lichaam had de kanarie,
indien het lieve diertje er verstand van had
gehad, kunnen opmaken, dat zijne jonge
meesteresse aan geheel iets anders dacht
dan aan een klontje suiker.
De kanarie nam echter in 't geheel geen
notitie van Vineta's zieleleed en zong, zeker
een smeeklied, mei luiden keeleklank Vineta
toe.
Omijn God! zuchte Vinetadatoiok
mijn vader juist pandbeleener moet zijn 1*
ffHu, hu, hu, hu, hu 1" kwinkeleerde de
kanarie.
yPapa wilde reeds vroeger de zaak ver-
koopeuO, waarom heeft hij het al niet
lang gedaan
„Tju, tju, tju, tju, tju orgeltoonde.
Pietje.
fAch, hij zal mij verachten, heeft mij
niet meer liefsnikte Vineta heftiger, en
een nieuwe tranenstroom mondde uit in het
fijne zakdoekje.
De kanarie ging weer naar zijn gelieft
hu, hu, hu, over.
„Ik ben het allerongelukkigste meisje/
snikte Vineta verder, en daar bij deze be
kentenis het medelijden met zicb zelve nog
kwam bij het andere smartelijke gevoel,
schokte het geheelo lichaam bij dezen nieu
wen treurnisaanval.
Als de dokter haar z66 gezien had 1 Ba
deude in haar traueu, de slanke jeugdgestalte
bevende door de eerste, groote liefdessmart
Hoe btkoorlijk stond haar dat De dokter
had beslist ziju tegenwoordigheid van geest
verloren. Hij was voor haar op dc knieën
gezonken, de woorden van het lied „Hoe
schoon sijt gijl" hadden zich gewis met het
lied van den kanarievogel vermengd deze
had den zanger trachten te overstemmen en
ouder dit tweevoudig jubellied was alles
wederom in orde gekomen, De dokter wist
echter van mets hij dacht integendeel aau
het rendez-vous van dezen namiddag. Spoe
dig had hij hieromtrent een besluit geno
men, hij zou niet heengaan 1 Kon hij nu
Vineta onder de oogen komen Immers
neen l Vandaag tenminste niet 1 Misschien
morgen 1 En toch uaet geweld moest
hij zich terughouden. Maar, als hij zich dan
weer voorstelde dat ook Vineta niet komen
zou, of hem misschien met een blik vol
minachting zou aanzien, of slechts koeler
dan anders zou zijn en dan daarbij zijn
eigen verlegenheid neen, dan besloot hij
beslist niet te gaan, te meer omdat zij er
zeker ook niet zou zijn. En bijna was dit
laatste 't geval. Want Vineta schaamde zich
ook evenals de dokter. Zij vreest ook, dat
bij niet komen zou, of minstens koel, ja
zelfs koud tegenover haar zou zijn en ziet,
ook zij bsloot niet te gaan. Maar daar
kwam haar vriendin haar afhalen Zij kon
zich toch voor deze niet compiomiteeren
No rd Holland 18 en Friesland 17 per 100
Hectare.
Ia hel algemeen kan men zeggen, dat de
varkenshouderij op de lichtere gronden vau
grooter beleekenis is da i op de zwaardere
en dit vindt, ten deele althans, een verkla
ring in den aard van h°t bedrijf. De var
kenshouderij wordt toch op de meest in
tensieve wijze gedreven op de middelmatig
groote en de kleine bedrijven, welke juist
voornamelijk op het zand worden aange
troffen In de zandstreken is het boven
dien regel, dut de landarbeider de beschik
king heefi over een zekere uitgestrektheid
grond en bijna zonder uitzondering het be
drijf van vaikeus-houder uitoefent.
Varkenshouderij in Nederland.
Aldus is de titel vau het pas verschenen
nummer der Verslagen en Mededeeliugen
van de Directie van den Luidbouw, dat in
de Bibliotheek der Lmduouwvereeiiigingeu
niet ma r ontbreken de pr'js is franco per
post f Ü.57Vs. H"1» e<*r5te hoofdstuk dezer
verhandeling, welke is van de hand des
haeren Lühuis, Inspecteur vau den Land
bouw, geeft eenige mededselingen over dr
beteekenis van de varkenshouderij. Deze
heeft zich bij ons in de laatste 50 jaren
aanmerkelijk uitgebreid en iu dat tijdperk
ruim verdrievoudigd. Het aantal varkei.s
de biggtu beneden "2 maanden niet mede-
gerekend, beliep iu het tijdvak 1851/1861
268817 stuks, terwijl bet in December J9U4,
volgeus het Landbouwverslag, 861840 stuks
bedroeg.
Uit een in het nummer opgenomen staat
dijkt, dat er «iet alleen groote verschillen
bestaan met betrekking tot de sterkte van
den varkensstapel iu de verschillende pro
vinciën, uiuar ook, dat het houdcu en het
fokken van varkens volstrekt niet hand aan
hand gaan. De meeste varkens vindt men
in Gelderland189651, daarop in Zuid-
Holland: 116687, vervolgens in Noord-
brabant: 107998. De miuste worden ge
vonden in Zeeland en Noord-Holland reap.
35080 en 35622. Per 100 H.A. bouw-,
gras- en tuinland gerekend, slaat Gelder
land ook bovenaan,: 66, hierop volgen
Limburg en Utrecht met 62 en 61.
Zeeland heeft er 24, Groningen 22,
Op de grootere bedrijven in de polder-
streken heeft de varkens-houderij veel min
der beteekenis, ofschoon toch ook hier
groote verschillen worden aangetroffen. In
Friesland en in Noord-Holland worden op
de grashoerderijen betrekkelijk weinig var
kens gehouden, een gevolg van den grooten
aanfok van kalveren, waarvoor de afvalpro
ducten der zuivelbereiding worden aange
wend. In de provinciën Zuid-Holland en
iu Utrecht daarentegen, is. ook op de
grootere kaasboerderijen, de varkenshouding
wel van veel beteekenis, wat zijn verklaring
vindt in de omstandigheid, dat daar de
afvalproducten van het zuivelbedrijf minder
worden gebruikt voor den opfok van kalve
ren. In de prov. Groningen en Zeeland
treedt het akkerbouwbedrijf geheel op den
voorgrond en is de zuivelbereiding van
minder beteekenis. Deze omstandigheid
verklaart voldoende, dat de varkenshouderij
in die provincie meer op den achtergrond
treedt. In de overige provinciënGelder
land, Overijse!, Drente, Limburg en Noord-
Brabant, houdt de aanzienlijke uitbreiding
der varkenshouderij verband met de. groote
vlucht, die de fabriekmatige zuivelbereiding
aldaar heeft genomen. Behalve de afval
producten der boterbereiding, wordt op de
zandbedrijven een groot deel van de pro
ducten van de bouwerij rogge en aard
appels, door middel van de varkenshouderij
te gelde gemaakt. Bovendien heeft de aan
zienlijke ontwikk ling der coöperatieve aan-
koopvereenigingen ook een niet onbelangrijke
en misschien kwam hij toch kort en goed
Eliae was de oorzaak dat Vineta naar den
vijver toog. Maar vergeefs zocht en verwachte
men daar dokter Niel.
Deze doorworstelde thuis smartvolle uren
en maakte zich zeiven het bitterste verwijt
er van, dat hij niet gegaau waa Mis
schien was zij toch daar en vond hem niet,
hij besloot er morgan beslist heen te gaan.
Toen Vineta haar dokter niet vond, brak
haar hart bijna onder 't verpletterend leed
van eene ongelukkige, verraden liefde O,
hij kou baar beslist niet bemind hebben,
anders ware hij toch zeker gekomen, anders
zou hij haur niet omdat belachelijke voor
oordeel dat haar vader pandjeshuishouder
was, hebbeu opgegeven 1 Het was klaar en
duidelijk, hij had haar nooit oprecht be-
inind, hij had eeuvoudig een beleedigend en
boosaardig spel met haar gespeeldZoo'n
valsch, trouweloos sujet I Het scheelde
maar weinig of Vineta was bij den vijver
in tranen uitgebroken 1 Aan denzelfden
vijver, waar die valschaard haar eeuwige
liefde en trouw gezworen had.
Aan Elise ontging de ontroering hartr
vriendin niet enspoedig wist zij alles.
Zij maakte zich verschrikkelijk boos over
dien Dr. Niel.
Elise zwoer, aan den heer Harten, die
een geheel ander, een veel oprechter man
was dau die Dr. Niel, alles te vertellen
natuurlijk onder bet zegel der geheimhouding.
Mijnheer Harten moest het dan dien muoieu
heer Niel maar eens goed zeggen. Zulk
een man, betoogde Elize, was geen vriend
voor den eerlijken, den braven, den oprechten
enz. enz. heer Harten.
Vineta zei niets meer. En daar zij op
straat liepen bij h'llen, klaarlichten dag,
kon zij ook onmogelijk weenen, waardoor
haar smart een stille, een heilige werd.
Men had haar arm hart doodelijk verwond,
door haar vertrouw vol le, eersle liefde om
een dwaas vooroordeel te versmaden. In
haar schrijnend harleleed zwoer ze nooit
maer naar dien ellendigen goudvischvijver
te gaan.
Den geheelen nacht deed de vermeende
bedrogene geen oog dicht.
Ook Dr. Niel sliep niet. Hij zweerde
juist het tegendeel. Morgen namiddag zou
zijn eerste werk zijn eene wandeling naar
deu bekenden vijver, en als Vineta hem
werkelijk lief had, dan moest zij morgen ook
daar zijn.
Dat hij er vandaag niet was geweest, zou
zij wel verontschuldigd hebben zij zal ook
wel gevoeld hebben, dat het zoo direct niet
ging. Zóó sliep hij eindelijk in.
Vergeefs wandelde hij den volgenden
dag uren rondom den goudvischvijver!
Viueta kwam niet
Dus tochzij verachtte hein om zijne
armoede! Daar werd ook hij aa g grepen
door de bittere smart van een ongelukkige,
verraden liefde O, zij kon hem niet lief
gehad hebben! Zij had een trouweloos spel
met zijn hart gespeeld, die vulsche, die
trouwelooze
Voor de rijke, jonge dame was hij, de
arme, onuoozele dokier, goed genoeg geweest,
om eenige uren per dag gezellig met hem
te praten. Op 't oogenblik lachte zij hem
misschien uit om zijn licht geloovigheid en
onnoozelheid waarmede hij zich kou inbeel
den, det de rijke dochter van de pandjes-
kuishouder zich in vollen ernst zou afgeven
met een arme tandarts. Pandjeshuishouder!
BaZij behoefde zich daarop toch waar
lijk niet zooveel in te beelden, die harte-
looze kokette
(Wordt vervolgd.)