Nummer 47.
Zondag 10 Juni 1906.
29® Jaargang,
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
■waarin opgenomen DE NOORDBRABANTSCHE POST.
Eerste Blad.
ANTOON TIELEN,
Dit nummer bestaat
uit DRIE Bladen
UITTREKSEL
LANDBOUW
Uitgever:
Zij die zich tegen 1 Juli
op dit blad abonneeren,
ontvangen de nog deze
maand verschijnende num
mers gratis.
Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond
Abonnementsprijs per 3 maanden f0.~5.
Franco per post door het geheele rijk f 0.90.
Brieven, ingezonden'stukken gelden enz., franco te zenden aan
Uitgever.
den
WAALWIJK. Telefoonnummer 38.
Advertentiën 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groote
letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven,
worden 2inaal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en
advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contracten
gesloten. Reclames 15 cent per regel.
uit het verslag der Kamer van Koop
handel en Fabrieken te Waalwijk, be-
treftende den toestand van den handel,
de scheepvaart en nijverheid over het
jaar 1905.
Handel in Schoenfournituren.
(vervolg.)
Fransch schapenleder bleef het geheele
jaar in prijs stijgen en vond geregeld
aftrek, maar de hausse nam in het laatste
kwartaal zulke enorme verhoudingen aan,
dat de handel er ten zeerste door werd
gedrukt. Het inlandschc fabrikaat, al
hoewel minder fraai afgewerkt, trok
dientengevolge meer de attentie. Over
het algemeen nam de comsüptie sterk
af. Daar paille, havana zwart enz. voor
voering en inferieur schoeisel weldra te
duur bleken, ging men naar andere ar
tikelen zoeken, ter vervanging van deze.
Vandaar dat het gebruik van zwaar
wasdoek en dito linnen buiten verhouding
toenamen.
Paardenleder was een druk gezocht
artikel, waarvoor het den handelaars in
het eerste half jaar moeilijk viel de
prijzen te verbeteren. Het najaar, waarin
dit leder steeds een sterkere vraag ge
niet, bracht echter in de prijzen eene
gunstige verandering van circa 10 pCt.,
waaraan het nog steeds vlug te plaatsen
Duitsch paardenleder, het vorig jaar
nog een[ zeer gewild artikel werd veel
minder verhandeld, tengevolge van de
veel verhoogde prijzen, welke zich ver
boven de pariteit van het inlandsch
paardenleder verhieven.
Het vroeger onmisbare artikel stuit-
bladen geraakt meer en meer op den
achtergrond. De invoer van het Duitsche
fabrikaat (Sleeswijk-Holstein) heeft totaal
opgehouden en de geheele consumptie
is van Hollandsche origine. Jammer voor
onze fabrikanten was zij eene zeer geringe.
Het goedkoopste der ledersoorten is
de nerf der paardenstuitbladen, welke
door splitmachines van de stuiten wordt
gescheiden en dan voor overleder op
gewerkt. Het gelijkt veel op paarden
leder, doch is van veel geringer waarde,
daar het door zijne mindere sterkte, voor
solied schoenwerk niet te gebruiken is.
De verkoop geschiedt per voet en de
handel hierin, nog sedert kort begonnen,
heeft eenig succes.
Inlandsch vetleder, waarvan het vorig
jaar, bij groote vraag, eene stijging van
20 pCt, kon worden vermeld, bleef een
begeerd winterleder en kon eene verdere
verhooging van 10 pCt. gemakkelijk
doorzetten.
De andere fournituren, welke uit den
aard der zaak minder op den voorgrond
treden, behoeven niet afzonderlijk ver
meld. De omzet bleef stationnair, terwijl
de prijzen voor alle zeer vast bleven.
Katoenen voerings en koperen rivets
maakten eenige schommelingen mede,
doch keerden ten slotte op een peil terug,
iets hooger dan het normale.
Uit al het voorgaande blijkt, dat eene
beduidende verhooging der schoenprijzen
eene dringende noodzakelijkheid is, en
zeer te bejammeren is het, dat men, bij
gebrek aan samenwerking, in deze het
gewenschte resultaat niet heeft kunnen
verkrijgen.
Dat de schoenfabrikanten zich spiegelen
aan de schoone voorbeelden, welke het
buitenland zoo menigvuldig biedt. Ge-
zamentlijke actie, homogeniteit in alle
deelen, trouw aan het gegeven woord,
dit alles is noodig om te komen tot het
doel, dat ieder fabrikant zich voorstelt
te bereiken. Terecht wordt opgemerkt,
dat de schoenindustrie tot nu toe eene
goudmijn moest geweest zijn, doch eene
zoo aanhoudende verhooging der grond
stoffen als wij nu beleven, zonder tot
evenredige stijging der schoenprijzen te
kunnen geraken, zal deze opmerking
weldra logenstraffen. Wij weten allen
te goed, dat schoenindustrie en goudmijn
th&ns schrille contrasten zijn en dat bij
continueering der bestaande prijsnotecring
van schoenen, onze thans nog bloeiende
industrie veel zal lijden.
Gelukkig „echter worden ernstige po
gingen gedaan om tot eene reëele
noteering te komen. Enkele fabrikanten
zijn hierin geslaagd. Moge het den
overigen weldra allen gelukken.
Landbouw, Nijverheid en Veeteelt
in de Boven-Langstraat.
De gunstige gevolgen van den ope
ning van den Nieuwen Maasmond, waar
over wij in 1904 bereids schreven, ble
ven dit jaar niet uit. Zag men voorheen
elk najaar tusschen 's Bosch en Vlijmen
en ook verderop, steeds wekenlang een
zee van water, waardoor niet zelden het
verkeer der Hoofdstad met de Langstraat
gestremd werd, en zelf de stoomtram
zijn dienst moest staken, dezen winter
(zoover 1905 betreft) hebben wij weinig
hinder van het water ondervonden. Wel
trad in December de Maas een enkele
maal buiten hare oevers, doch het water
bereikte slechts een hoogte van
3.70 M., terwijl het in 3 a 4 dagen we
derom geheel verdwenen was.
Doch ook een groot nadeel mogen
wij niet verzwijgen. Sedert het dempen
van den Heerewaardschen Overlaat be
vrucht het kostbare slib, dat het Waal
water achterliet, niet langer onze weiden
en velden. Stond vroeger de maaier
als verscholen achter de welig opgescho
ten grashalmen, thans leveren de polders
veel minder op. Vooral dit jaar was de
opbrengst van het grasgewas, tengevol
ge der langdurige droogte, zeer gering,
waardoor de landman zich verplicht zag
elders hooi aan ongekend hooge prijzen
te koopen. Dat de veeteelt, die in onze
streken nog al van beteekenis is, hiervan den
terugslag ondervond, spreekt als vanzelf.
Vele landbouwers zagen zich genood
zaakt, wegens gebrek aan voeder, een
of meer stuks vee te verkoopen.
De veehouders legden zich dit jaar
bijzonder toe op het mesten van kalve
ren en varkens, waarvoor aan goede
prijzen gretige afnemers waren, Hoewel
veeziekten zich niet voordeden, stierven
er toch nogal verscheidene mestkalveren.
Melk en boter bleven het geheele jaar
door aan hoogen prijs.
Wat den land- en tuinman betreft,
deze heeft betere jaren meegemaakt dan
1905. Door den zachten winter en het
milde voorjaar waren allen reeds vroeg
in de weer om het land productief te
maken. Erwten en boonen waren reeds
welig opgeschoten, fruitboomen en hees
ters stonden in vollen bloei, toen in den
nacht van 22 op 23 Mei door één strenge
vorst bijna alles verwoest werd. De
nieuw geplante erwten en boonen mis
lukten geheel- De aardappeloogst was
bevredigend. Vooral de lage streken
leverden goede vruchten. De prijs was
in den zomer f 2a f 2.50 per H.L.,
doch steeg in het najaar tot f 3.a
f 3,35.
Het erwtengezvas was spotgoedkoop,
zoodat velen niet eens de moeite deden
de erwten te peulen en aan de markt
te brengen.
De kruisbessen leverden slechts een
matig beschot, doch de handel er in was
vrij levendig. De prijzen, die aanvan
kelijk zelfs tot 20 ct. per K.G. liepen,
daalden later tot 8 ct.
Ook de frambozen hadden veel door
de vorst geleden, zoodat de oogst vrij
schraal was. De prijzen waren echter
hooger dan het vorig jaar en varieerden
tusschen 22 en 18 ct. per K.G. tegen
10 tot 12 ct. in het vorig jaar.
De zzuarte bessen leverden een ruime-
opbrengst dan in 1904. De prijs
Hij bedroeg 12 tot 14
re
was vrij hoog.
ct. per K.G.
De roode bessen waren minder voor-
deelig- De oogst was wel iets ruimer
dan het vorig jaar, doch de prijs van
het gewas aanmerkelijk lager. Stond de
prijs in 1904 op 10 a 12 ct. dit jaar
kwam hij niet hooger dan tot 6 ct per K.G-
De aspergeteelt was beter dan verleden
jaar, terwijl de gemiddelde prijs 30 ct.
per K G. beliep. Ook de oogst der
fruitboomen was bevredigend Vooral de
appel- en pruimeboomen waren goed
beladen, peren waren echter maar
schaarsch.
Rogge wordt in deze streken slechts
weinig verbouwd, tarwe in 't geheel niet-
Alleen voor eigen gebruik treft men op
de heidegronden nog enkele velden met
rogge aan.
De hopteeltdie, naar wij meenden,
een goede toekomst tegemoet ging, heeft
dit jaar zoo goed als geheel schipbreuk
geleden.
Kon men verleden jaar 40 tot 50 Gld. per
K.G. bedingen, thans moest men zich
tevreden stellen met 10 tot 20 Gld. Van
dit gewas zullen dus vooreerst wel geen
nieuwe velden worden aangelegd- Naar
men algemeen gelooft, brengt Engeland
aan het gewas hier te lande den nek
slag toe.
Naast den land- en tuinbouw treffen
wij hier als hoofdbron van bestaan het
mandenmakersbedr ij f aan. In dezen tak
van industrie valt nog steeds vooruitgang
te constateeren. Vele grondeigenaars
leggen geheele bunders bandhout, aan,
die een goede geldelijke opbrengst
leveren. Honderden gezinnen vinden in
het mandenmakersbedrijf werk en brood.
De meeste manden worden naar het
buitenland, vooral naar Engeland, Duitsch-
land en Frankrijk verzonden.
Fabrieken. Inrichtingen van indu-
strieelen aard, Magazijnen
Winkels etc.
De lijmfabriek had haar geregeld ver
loop. Tengevolge der groote concurrentie
die deze inrichting door mindere soorten
lijm, vooral beenderlijm wordt aangedaan
waren de prijzen niet loonend. Daarbij
was het lijmvleesch het geheele jaar zeer
duur.
De zeepfabriek werkte eveneens gere
geld door, ondanks de toenemende con
currentie van allerlei nieuwe waschmidde-
lenïdie schier eiken dag in den handel ge
bracht worden De chemische fabriek
van lederconserveeringsmiddelen kon op
grooten vooruitgang bogen. De producten
dezer fabriek, die den toets der verge
lijking met welke binnen- of buitenland-
sche ook, gemakkelijk kunnen doorstaan,
voorzien in eene sinds lang in onze
streek gevoelde behoefte, en worden in
steeds grootere hoeveelheden zoo hier
als elders betrokken. Sinds deze pro
ducten in den handel verschenen, hebben
vele schoenfabrikanten de Duitsche en
Amerikaansche schoenpoetsartikelen ge
heel afgeschaft.
De eigenaars van den stoom- en wind-
korenmolen en schorsmolen hadden over
1905 geen klagen. Er werd meer schors
gemalen dan in 1904. Dit bedrijf is
enkel loonmalen, geen eigen handel.
In de van ouds bekende bierbrouwerij
«De Witte Klok» blijft dezelfde bedrijvig
heid heerschen, al wordt haar door de
talrijke hier gevestigde handelaars in
spuitwater, limonades en vruchtensappen,
die allen een flinken omzet hadden, veel
concurrentie aangedaan.
In de Stationstraat alhier, werd dit
jaar eene zaak in kolen, asphalt en
brandstoffen, alsmede eene machinale
inrichting voor de bereiding van spuit
waters enz. opgelicht. Een dergelijke
inrichting bestond, naar men ons meldde,
tot heden in onze gemeente nog niet.
De sigarenfabrikanten, zoo hier als in
Besoijen en de hier gevestigde tabaks
en snuifkerverij hadden hun gewoon
debiet.
Ook de eigenaar van de aloude apotheek
«'t Hert» drijft zijne zaak met nog steeds
toenemend succes.
De houders van magazijnen van stik-
en naaimachines, alsook de depóthouders
van velocipedes hadden hun geregelden
omzet.
De brood- en koekbakkerijen, de talrijke
runds- en varkensslagerijen schijnen in
weerwil der groote concurrentie op dit
gebied, nogal goede zaken te maken.
De opbrengst van den accijns op het ge
slacht bedroeg f10276 90 tegen f8171.90
in 1904. Waren de runderen het geheele
jaar door duur, de varkens bereikten een
ongekend hoogen prijs.
De alhier gevestigde banketbakkers
met aanverwanten verkoop van comesti
bles hadden wederom een groot debiet
zoo buiten als in de gemeente.
In de zoo gunstig bekende inrichtingen
tot het vervaardigen van heeren en
dameskleedingen nam de bedrijvigheid
weer aanzienlijk toe. Verbazend is het,
hoeveel uit onze gemeente naar Holland
en het Buitenland zelfs verzonden wordt.
Ook de meubelmagazijnen nemen iederb
jaar in grootte en belangrijkheid toe.
Hetzelfde kan gezegd worden van de
magazijnen van mode-artikelen en galan
terieën, die voor dergelijke inrichtingen
in grootere plaatsen niet behoeven onder
te doen.
Een der cartotinagefabrieken werd door
den exploitant naar elders overgeplaatst;
een filiale dezer fabriek bleef hier echter
voortbestaan. De tweede hier nog ge
vestigde inrichting van dien aard heeft
volop te werken.
De boek- en courantdrukkerijen met
haar aanverwanten handel in papier
kantoor- en schoolbehoeften gaan nog
altijd naar wensch.
De firma Antoon Tielen meldt ons
dienaangaande, dat zij haar personeel
wederom moest vermeerderen, om de
talrijke orders op tijd te kunnen uitvoeren,
dat zij door aanschaffing der nieuwste
en beste materialen aan alle eischen, die
het bedrijf gesteld kunnen worden, ge
makkelijk en vlug kan voldoen, zoowel
wat de fijnste als meer gewone soorten
van drukwerk betreft, dat zij in «De Echo
van het Zuiden sinds eenigen tijd het
vroeger hier verschijnend blad «De
Noordbrabantsche Postheeft opgenomen
en het aantal abonné's op de eenige
hier thans uitkomende courant zag ver
drievoudigen. Ook het aantal advertentiën
ging met reuzenschreden vooruitdat
door hare drukkerij nog wordt geleverd:
«De Schoenindustrie», officieel Maand
blad van den Alg. Ned. Bond van
Schoenfabrikanten.
De firma P. C. Baijens bericht ons
aangaande haar bedrijf, dat zij door
steeds grooter wordenden toevoer van
handelsdrukwerk (jammer echter meest
van buiten deze gemeente) zich speciaal
op de vervaardiging van boek en handels
drukwerk toelegt, dat zij om aan de
daarvoor gestelde eischen te kunnen
voldoen, de drukkerij uitgebreid en het
vroeger door haar uitgegeven blad «De
Noordbrabantsche Post» van de hand
heeft gedaan; dat hare drukkerij in het
vervolg de naam zal dragen van «Noord-
Brabantsche Stoomdrukkerij, en dat ook
haar handel in papier, kantoor en school
behoeften, benevens galantcrièn enz.
steeds vooruitgaat.
Met voldoening mag mede gezegd
worden dat de talrijke in onze gemeente
gevestigde uitvoerders in de bouwkundige
vakken en ambachten, als: timmerlieden,
metselaats, smeden, ververs, schilders,
koperslagers enz. in het afgeloopen jaar
niet te klagen hadden en het hun in
1906 ook niet aan arbeid ontbreken zal.
De andere winkeliers, hetzij in koloniale
waren, in zaden en bloemen, horloges
en klokken, of in goud- en zilverwerken,
waren, te oordeelen naar hetgeen wij van
hen zeiven of van anderen mochten ver
nemen, nogal tevreden over den toestand
van hun bedrijf.
(Wordt vervolgd.)
Overbemesting.
fWat doe-je nu nog metKainiet in huis?*
vroeg me verleden week een kennis. *Die
had-je toch van den wiuter wel kunnen
opmaken. Nu moet je hem laten liggen
tot in het najaar, allemaal sella yoor de hand."
Ja, vriend, al$ we nu nog eenige jaren
geleden leefden, dan hadt ge gelijk. Toen
waren we iu de verbeelding, dat Kaïniet,
behalve in de maanden November, December
en Januari vergif was. Tegenwoordig weten
we beter. Wij zijn toch sedert lang tot de
ontdekking gekomen, dat het met de zooge
naamde schadelijke eigenschappen van Kaïniet
bij onze landbouwgewassen, zoo'n vaart niet
neemt, dat het chloor in ons klimaat en in
onze met kalk bemeste bodems, absoluut
onschadelijk is. Er is bij Paul Parey in
Berlijn een boekje uitgegeven, door den
directeur van het proefstation te llalle ge
schreven, een zekeren ür. Schneidewmddie
door proeven aangetoond heeft
lo. dat het chloor van het Kaïniet on
schadelijk is.
2o. dat het op de meeste landbouwge
wassen eer vóór- dan nódeelig werkt.
Ge zult dus nu begrijpen, dat ik met
Kaïniet wel wat doe in deu zomer. Ge
moet tenminste niet gelooven, dat ik de
balen, die daar liggen, in het najaar nog
hebben zal. Ik zal ze voor dien tijd alle
hard aoodig hebben.
Aangenomen, dat alles waar is, wat ge
zegt ik geloof bet tusschen twee haakjes
gaarne, want ik heb ook reeds eenige onder
vinding op dit punt dan begrijp ik toch
nog niet goed, wat gij met al dat Kaïuiet
zult doen dezen zomer.*
Nu, dat is toch zoo moeilijk niet te be
grijpen. Vooreerst weet ge, dat ik heel
wat suikerbieten en mangelpeeëu heb, dit
jaar. Welnu, het is miju plan, om als de
bieten op rijen staan en ze eens doorgehakt
zijn, wat Kaïniet bij wijze van overbemesting
te geven en dit niet alleen bij de suiker
peeën, maar ook bij de mangelwortels en
knolrapen te doen. liet is bekend, dat al
deze wortelgewassen verschrikkelijke Kalivre
ters zijn. Ik heb verleden jaar en voor-
verleden jaar daarmede reeds een proef ge
nomen en dat is me goed bevallen. Ik
geef dus al die gewassen een overbemesting
met Kali. Verder weet ge, mijn waarde,
dat ik niet weinig voeder aardappelen heb.
Die krijgen al drie jaar, als ze voor den
eersten keer doorgehakt worden, altijd nog
een weiuigje Kaïuiet ik kan
je verzekeren, dat ze er best naar groeien.
Nu zult ge toch zeker onderhand wel be^
grijpen, dat ik niet lang behoef na te den
ken, waar ik met dat Kaïniet zal blijveu.
Maar, nu zal ik je nog eens wat vertellen.
Als mijn klaver, ginds op dien zwavelgroud
af is, gaai er ook wat Kaïuiet over. Dat
heb ik verleden jaar ook gedaan, toen jul
lie zoo verbaasd stondt, dat mijn tweede
snee zoo rijk was. En dit jaar zal ik het
ook eens probeeren voor de toemaat op mijn
weideD. Verleden jaar gaf ik alleen Chili,
maar dit jaar, gaat er ook wat Kaïuiet op.
,Dan denk ik, dat ge nog te kort zult
komen.*
De Echo van het Zuiden
Waalwljhsclie en tanptraatsclie Courant,
is.