Nummer 49
ZondiiL» 17 Juni L9U6.
^9e Jaargang,
J
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
■waarin opgenomen DE jffOORDBRABANTSCHE POST.
Eerste Blad.
Kracbtkèrels.
A N T O O N T IE L E N,
Dit nummer bestaat
uit DRIE Bladen
BEKENDMAKING.
Zij db zich tegen 1 Juli
op dit blad abonneeren,
ontvangen de nog deze
maand verschijnende num
mers gratis.
FEUILLETON.
Het geluk van een Kind.
U I T G E v E u
HINDERWET.
Lang genoeg gewacht.
-fn i "senna, ,tm
De Echo van het Zuiden
WailvQksrhe en Langstrnatselie Courant,
Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 3 maanden f 0."5.
Franco per post door het geheele rijk f 0.90.
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan dei.
Uitgever.
WAALWIJK. Telefoonnummer 38.
Advkrtentikn 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, grootr
letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven,
worden finaal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en
advertenties bij abonnement worden speciele zeer voordeelige contracten
gesloten. Reclames 15 cent per regel
Burgemeester en Wethouders van Waalwijk
maken bekend: dat op heden ter gemeente-secre
tarie ter inzage b geleed: een verzoek, met bij
lagen, van B. HENDRIKS (Bz.) wonende alhier,
om vergunning tot het oprichten eener slagerij,
in het perceel staande alhier in de Staiioiisiraar,
wijk C no. 335, kvdea'.raal hekrnd in Sectie B.
no. 1667; dat op Zaterdag den 23 Juni e.k des
voormiddag te elf ure, ten Raadhuize gelegenheid
zal worden gegeven om tegen het maker, dezer
inrichting bezwaren in te brengen, en deie mon
deling en schriftelijk toe te lichten;
dat zoowel de verzoeker, als zij die bezwaren
hebben in te brengen, gedurende d r i e dagen
vóór evengenoemd tijdetipop de secre-
retarie der gemeente van de ter zake ingekomen
schrifturen kennis kunnen bekomen.
Waai/wijk, den 9 Juni 1906.
Burgemeester en Wethouders voornoemd:
K. DE VAN DER SCHUEREN.
De Secretaris,
F. W. VAN LIEMPT.
Da Burgemeester der gemeente Waal wijk maakt
bekend dat Maandag 18 Juni 1906. des voorin,
te 10 uur ann de huizen der ingezetonen de ge-
wone jaarlijksche collecte zal gehouden worden
ten behoeve van het fonds ter aanmoediging en
ondersteuning van den gewapenden dienst in de
Nederlanden.
Doze vaderlandsche stichting, welke ten doel
heeft den verminkten, infirmen en hulpbehoeven
den oud soldaat jaarlijks eene gratificatie te kunnen
schenken, wordt ten zeerste in de mildadigheid
der ingezetenen aanbevolen.
Waalwijk 15 Juni 1906.
K. öe van dei Schueren.
Dat een aantal vereenigingen van
werklieden bij de thans bekende motie
er op aandringen, dat nu toch eindelijk
iets gedaan worde, inzake invaliditeits-
Roman van de Zee
door
1) JOS. SCHELLEKENS.
I.
//Dat spant er vandaag, Engel!'»
„Ja Jaab, 't is verschrikkelijk slecht weer;
'k heb nog zelden zoo'n storm beleefd. Is
veel volk aan de werf?"
t Ziet er zwart. En vloeien dat het doet
Er is al wel 10 M. van 't strand weg
gespoeld. Men is bang voor de villa van
den beer Lisp. Het water is er nog maar
een paar M. af. Als 't zoo door blijft gaan,
stort ze, voor 't avond is, zeker nog in*.
z/Jonge, jonge, dat wordt loch ergDat
zou net zijn, a!s een veertigtal jaren geleden
met bet badhotel. Ik kan het mij nog net
zoo goed herinneren, als den dag van gis
teren, dat mijn grootvader ons vertelde, dat
er '8 middags nog een verkooping was ge
weest en dat er 's avonds om elf uur geen
steen meer van 't heéle hotel op elkaar lag*.
e/Nou, ik moet even naar huis om mijn
oliegoed te halen. We konden nog wel eens
uitmoeten*.
Is de kapitein ven de reddingsboot ook
daar
«Ja, en hij heeft de boot al op laten
rijen ook. Alles is er al voor klaar*.
«Is er dan al een schip
en ouderdomsverzekering kan ons niets
verbazen.
Er is terdege rede voor, dat zij, die
zich opmaken voor de belangen der
werklieden, eens flink hoorbaar aanklop
pen bij hen, die thans de mannen zijn
van wie we wetten mogen verwachten
beter dan van het ministerie-Kuyper.
En vooral mag op spoed aangedrongen.
Niet slechts wijl voorziening broodnoodig
is, maar ook omdat bij de verkiezingen
steen en been geklaagd werd over 't
weinige en langzame werken van het
kabinet op welks val men toelegde.
En wat zien we n? een jaar wachtens
Bedroefd weinig. De parlementaire molen
maalt uiterst langzaam. We weten wel,
dat voor een deel de werkwijze der
Tweede Kamer hieraan schuld heeft,
doch dit was ook zoo bij het vorig
ministerie, maar toen gold dit argument
niet in de oogen der vrijzinnigen.
Wat een drukte is niet gemaakt over
de behandeling der drankwet 1
En nu Het arbeidscontract houdt dag
aan dag, week aan week de Kamer
bezig. Van onwil der oppositie, om de
spoedige behandeling tegen te houden,
kan men thans niet spreken. Van eerst
de loftrompet steken over en daarna
afkammen van het ontwerp, gelijk Bor-
gesius c. s. met de drankwet deden is
thans geen spoor te ontdekken. De
agitatie der socialisten, bij de verkiezing
de lieve vrienden, is veroordeeld door
ieder, die zich niet schaart onder Mr.
Troelstra's vanen.
Ook is de zaak niet onbekend of
nieuw.
Over de tien jaren reeds hield men
er zich mee bezig.
We staan een jaar na de verkiezingen,
maar de woorden uit die dagen weer
klinken nog in onze ooren. Een jaar van
de parlementaire periode is reeds voorbij.
Het geeft geen grónd voor goede
hoop voor de volgende drie.
Als 't zoo voortgaat, wanneer zal dan
de beurt komen aan den werkman,
wien zooveel beloofd werd
zal zijn afgeloopen.
Een verrassing leverde bij de stem
ming over dit artikel de houding der
socialisten op.
Men kent hun grieven tegen het staan
geld. Zij hadden een amendement voor
gesteld, om het te verbieden, en bij
monde van mr. Troelstra werd er
in de laatste zittingen nog eens duchtig
tegen gefulmineerd. Het staangeld was
eigenlijk de steen des aanstoots v oor
dè socialisten. Daarop baseerde zich
voornamelijk hun agitatie tegen het ont
werp, dat den arbeider aan handen en
voeten gebonden overleverde aan het
kapitalisme, dat zijn stakingsrecht ver
nietigde, dat zijn positie dus nog slechter
maakte enz. enz.
Welnu, van al deze groote woorden
hebben de sociaal-democraten gisteren
zeiven het ijdele aangetoond.
Nadat hun amendement was verworpen,
stemden zij eenparig de heer Van
d e r Z w a a g, die feitelijk een wilde*
is, uitgezonderd voor het artikel, dat
het staangeld sanctionneert. Zij keurden
dus nu goed, wat eerst zoo heftig was
afgekeurd 1
Geen wonder dat er eenige verbazing
was in de Kamer, een verbazing, die
nog wel grooter zal zijn in den lande,
waar men met de >finesses« der sociaal
democratische tactiek minder is ver
trouwd.
Alle bladen vinden deze houding
merkwaardig.
Merkwaardig ja, maar ook leerrijk ter
beoordeeling van de houding en de
tactiek der sociaal-democraten. Na al
hun rumoer over het staangeld en over
de bittere kern* van dit ontwerp moet
de stemming van gisteren een vare
ontnuchtering zijn voor hunne volgelin
gen. Het zoozeer verdacht gemaakte
ontwerp is dan toch zóó goed, dat de
socialisten het in zijn heftigst uitgekreten
artikel niet hebben durven afstemmen,
ofschoon zij herhaaldelijk hadden gedreigd
dit zeker te zullen doen.
Lijkt het niet op comediespel.
Een Verrassing.
De Tweede Kamer is gisteren met het
artikel over het staangeld gereed ge
komen, zoodat de behandeling van het
ontwerp-Arbeidscontract thans spoedig
Gezondheid, opgewektheid en levenslust!
Ziedaar de onmisbare factoren voor het
geluk van een kind.
Weinig is er noodig om het gezonde kind
levenslust en opgewektheid te verschellen.
Moeilijk, maar uiterst dankbaar is de taak
om de kwijnende, zwakke jeugd in deze
voorrechteu te doen deelen.
Ginds klautert, joelend en zingend, een
vroolijke kinderschaar op een duintop. Straks,
onder gezellige» kout, graven de kleinen
kuilen en gangen op het strand, die in hun
jeugdige verbeeldingskracht zich vormen tot
meren en kanalen, of werpen zij dammen op
tegen de brandinggolfjes, verdedigend elk
plekje gronds met de taaie volharding van
het Hollandsche volk.
De zon, op 't hoogst geslegen, teekent
het middaguur. Het vooruitzichl van het
heerlijk maal maakt het scheiden van de
gewrochte schatten gemakkelijk.
Even later zien we ze terug in het Kolo-
niehuis, aan elke tafel een hongerig troepje
met een geleidster aan 't hoofd, drie
kleine gezinnen in één groot vertrek.
Na het eten gaan alle ter rust. Daarna
begint spel en zang opnieuw, om eerst te
eindigen als de avond allen naar bed wenkt.
Het avondmaal besluit e n heerlijken dag,
die wordt gevolgd door ongestoordea zegen
rijken slaap.
Voor elk, die iets gevoelt voor ha kind.
die bewogen is met hei. lot van het zwakke
kind, is het een genot de gezondheidskolonie
van nabij te beschouwen ie dechts rais
met die kolonies mug kennis maken, gf\
dadelijk de onschatbare waarde dezer hoogst
sympathieke instellingen
Moede en mat, schuw en verlegen kotnen
de ktèinlje* in hun tijdelijk tehuis, slechts
denken aan dat éé..c t-rog naar moeder 1
Een paar dagen later, en zij vormen de
vroolijke groepjes, hierboven geschetst.
Straks, na eenige weken, is het alleen de
gedachte naar huis, naar ouders, broertjes
en zusjes, die hen bet scheiden gemakkelijk
maakt van de liefderijke geleidsters en van
de kameraadjes in het koloniehais.
Gebruind door de zon, gesterkt door goede
voeding en versche lucht, gaan ze heen, met
een flinkcu voorraad weerstandsvermogen,
waardoor ze later schadelijke invloeden kun
nen weerstaan.
De verslapte veer heeft zich ontspannen,
eer deze voor immer verlamt.
Gezondheid, opgewektheid en levenslust
hebben ze ontvangen. Gezondheid, opge
wektheid en levenslust nemen ze als ver
gaarde schatten met zich mede.
In de zedelijk en hygiënisch reine o:i g -
ving is het lichaam gesterkt en het karakter
gevormd. Vele blijde gewoonten hebben zij
zich aangewend, veel goeds hebben zij ge
leerd.
De geleidsters, tijdelijk gekomen uit ge
rieflijke huizen en villa's, zich opoitereud
dag en nacht ter wilie van het kind, heb
ben een hoogst moeilijke, maar even dank
bare taak.
Hun eenige, belooning bestaat uit de vol
doening van te hebben medegewerkt tot een
waarachtig groot, maatschappelijk werk.
«Wel nee, maar je kont het toch nooit
weten. Nou, tot strakjes
«Ajuus 1*
En terwijl Jaab zich naar zijn eenvoudige
visscherswoning spoedt, ten einde zich te
steken in zijn zeemans-stormgewaad, om, als
de nood aan den mam komt, zijn leven te
wagen voor zijn in gevaar verkeerenden
evenraensch, worstelt zijn collega Engel tegen
den woest-doudereuden orkaan in naar 't
strand, waar zich op 't einde der dorps
straat, de werf genaamd, een groot aantal
aiensclieu verzameld hebben, die allen met
strakke ernstgezichtrn het reuzen krachtwerk
der zee aanstaren. -
t Is ongeveer drie uur na den middag
en toch is het vrij duister. Als zwarte rouw
floersen, gedragen op met reuzensnelheid
voorthollende luchtlagen, vliegzweven de
lage luchten over zee en duin. Zoo nu en
dan scheurt de orkaan dat rouwfloers en
dan vertoout er zich een hel-blauw lucht-
plekje, dat echter oogenblikkelijk weer ver
dwijnt achter nieuwe donkere wolkgevaarten.
Reeds iu de verte* voelt Engel het scherpe
zeezand, vermengd met vlokkig schuim,
prikkelend iu zijn gelaat patsen. Dot stern-
geruisch klinkt hem in Ie ooren maar boven
alles uit buldert de zee haar hol-woest
stormgezang, dat in samenklank met 't
orkaangeluid ééu centaurenlied van boven-
menschelijk krachtgeweld intoneert.
Daar is hij te midden der andere kijkers.
Met de hand schuin boven de oogen, om
deze voor 't overvloedig opwaaiende zand en
schuim te besehermen, beschouwt hij de zee.
Wat een aanblik van niet te definieeren
Enkele jaren geleden waren het in Neder
land slechts eau zevental bevoorrechte plaat
sen, welke kinderen konden uitzenden naar
Gezoudheidskolonies. Zeer langzaam is dit
aantal gestegen.
Practische bezwaren maakten de organi
satie dezer instellingen, inzonderheid voor
kleinere plaatsen, hoogst moeiljk, zoo niet
onmogelijk.
Om de verpleging van de zwakke jeugd
iu de Gezondheiuskolonies voor geheel Ne
derland mogelijk »c maken, werd voor eenjjje
jaren opgericht een vereeniging^-aan welke
mannen en vrouwen van naam en invloed
uit alle partijen i.u gezindten hunne med< -
werking hebben verleend. Die vcreeniging
heet
11 pr Centraal Genootschap voor
KlNDBRHERSTELtlNOS- EN AOANT'E
KOLONIES
(Seer. Mr. L. N. Roodeubnrg, Banetr.
Den Hafg).
Verleden jaar zonden voor liet it 1
afdeelingen nauwelijks 30 kinderen naar Iu
Koloniënuis 'uet Ccuiiani Genootschap.
Dit jaar zijn het 23 afdeelingen, welke
met 300 kinderen 3 tehuizen steeds vulleD.
liet volgend jaar Het aantal is niet
te benaderen. Waar de resultaten vau 30
kinderen een zoo groote uitbreiding ten
gevolge heeft dat nog week aan week nieuwe
afdeelingen worden gesticht, is met recht te
verwachten eene aansluiting in de naaste
toekomst van alle plaatsen in ons land.
Wat nu nog een utopie lijkt, is gemak
kelijk te verwezenlijken, als het Centraal
Genootschap gesteund wordt door kinder
vrienden uit alle rangen en standen.
Geld veel geld is noodig om overal afdee
lingen le kunnen vestigen, om lal van kolo
niehuizen te kunnen inrichten.
oer-kracht 1
Heel in de verte, aan de zwarte horizon-
lijn, die door haar halve-cirkelbegrenzing
een reuzentooneel aflijnt voor dit woeste na-
tuurschouwspel, komen de donker-blauwe
golven aanrollen. Deze lijken wel de reflex
bewegingen van een machtig ademende
titanenborst. En hoe dichter zij naderen, hoe
grootscher hun afmetingen. Hun koppen
tooien zich met witte schuimksmmec, waar
van de orkaan al spelend de vlokken doet
omboog spatten en als stofschuiiu doet rond
zweven.
Steeds nader rollen ze. Als in een wed
strijd, wie wel het eerst den duinvoet zal
bereiken, spoeden ze zich in groote golf
lijnen voort. Daar vallen ze met een hevigen
zwalp tegen het duin op Het schuim spat
hoog op; het zilte zeewater stuift in fijne
stofdeeltjes op de toeschouwers neer; een
wilde chaos van woeste branding ontwikkelt
zichde komende golven worden met titans-
kracht opgestuwd, terwijl de gebrokene weer
naar zee terugschuimen, in hun vaart mede
nemende een stuk van den muilen duinvoet,
die passief dit reuzengebeuk moet doorstaan.
Nog slechts een klein strookje gronds ligt
voor de bewuste villa.
«Uit den weg, menscben 1 Uit den weg!*
schreeuwen een paar politieagenten, die de
nieuwsgierigen waarschuwen willen voor het
dreigende gevaar.
«Ziet ge dan niet, dat het niet lang meer
kan duren, of 't gebouw wordt ondermijnd
en stort in
Langzaam schuift de massa achteruit. Z.j
is geheel ouder den indruk tan deze natuur.
tragiek.
De mannen staan daar met doffe staar-
gezichten, waaruit onmacht spreekt, dan de
woeste branding, dan het gebouw aan te
starende vrouwen stouten bij eiken nieu
wen aanval gillende uitroepen uit, terwijl
ze van ontzetting de handen krampachtig
samenvouwen eu medelijdend met het hoofd
schudden.
h Is toch jammer van de mooie meubel
tje»*, zegt er een. «Ik heb bij de Lisps
gediend; 't ziet er daar binnen fijn uit*.
Is de heer Lisp niet hier?* vraagt een
ander.
«Wel nee, Uiet het najaar gaat hij im
mers naar de 9tad wonen. Ik geloof, dat ze
hem getelegrafeerd hebben*.
«Moet dat hier nu zoo allemaal in 't
water geslingerd worden?* roept eensklaps
een stoere zeerob uit.
«Durf jij er dan nog in, kapitein
«Waarom niet, 't zal 't eerste halfuur
nog niet vallen en in dic.il tijd kunnen wi
er al heel wat uitgehaald hebben*.
«Da's waarachtig waar ook*, zegt Engel,
die juist naast Koen Goedmoed, den kapi
tein der reddingsboot, staat. «Da we daar
tiet eerder aan gedacht hebben*.
Er wordt geraadpleegd met de politie en
deze staat toe, de voornaamste meubelen
nog uit de villa te halen.
Een smid maakt de deur open.
«Allo jongens, vooruit!" ioept dezelfde
Zeerob weer.
Hij is de eerste, die binnen gaat. Engel
volgt hem op den voet en Jaab, die in
middels weer op het terrein verschenen is,
stapt als derde het bedreigde huis binnen.
Spoedig siju al de 12 manschappen der
reddingsboot mobiel, zoodat na een kwartier
al heel wat buitenshuis gebracht is.
De zee blijft intusschen haar sloopiogs-
werk voortzetten. De golven bespringen reeds
als stijgerende waterrosseu den gevel van Je
villa. De mannen, die nog binnen zijn,
voelen het gebouw schudden.
't Wordt tijd, dat we er uitscheiden?
zegt Koen. Nog de piano en dan moeten
we er den boel maar aangeven, jongens,
daar zit niks anders op. Ik beu liever iu
mijn reddingsboot dan in zoo'u wankel-
gebouw*.
Krachtige handen grijpen liet instrument
op en dragen het met moeite de voordeur uit.
Het hoofd der politie ontzegt thans aan
ieder den toegang.
Met angstige spanning staren allen de
bedreigde villa aan, waaronder reeds de
branding in al haar woest geweld zand en
steenen opslorpt, 't Lijkt wel, dat de zee
woedend is, dat de* buit baar gedeeltelijk
ontrukt is.
Al heviger rollen de golfgevaarten aan,
al grooter wordt het gat, dat zij met ont
zettend volhardingsvermogen uithollen. Zege
vierend voeren zij hecle broKken der fun
damenten mede in den schuimenden kolk.
Daar helt de voormuur vooroversidderend
staat hij te wankelen.
(Wordt vervolgd.)