Nummer 51
Zondag 24 Juni L9U6.
29e Jaargang.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
■waarin opgenomen DE NOORDBRABANTSCHE POST.
Eerste Blad.
Krachtkèrels.
AN TOON TIELEN,
Dit nummer bestaat
uit DRIE Bladen
BEKENDMAKING.
Uitgever:
Zij dio zich tegen 1 Juli
op dit blad abonneeren,
ontvangen de nog deze
maand verschijnende num
mers gratis.
FEUILLETON.
Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 3 maanden f0."5.
Franco per post door het geheele rijk f0.90.
Brieveningezonden stukkengelden enz., franco te zenden
Uitgever.
den
WAALWIJK. Telefoonnummer 38.
Advkrtentiün 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, grootc
letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven,
worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en
advertenties bij abonnement worden speciple zeer voordeelige contracten
gesloten. Reclames 15 cent per regel.
3)
Roinau van de Zee
door
JOS. SCHELLEKENS.
I.
Scherpe oogen kunnen van 't strand af
eenige der mannen op 't dek zien, die
hunns beide armen geslagen hebben om den
middenmast, welke nog alleen rechtop staat.
Meer kunnen de arme kerels dan ook niet
doen, want noch groote, noch midden, noch
kleine boot is meer op de bark aanwezig
alle drie zijn met de twee masten van 't
schip afgeslagen. Er kan dus alleen redding
komen van den wal.
Goddank, deze nadert. Wel lijkt de
kleine ïeddiugsboot een stukje speelgoed
voor de woeste zeewel danst zij nu eens
als een dartel kind op den rug van een hooger
golf, om 't volgende oogenblik weg te zinken
in de eng-benauwde begrenzing van een
waterdal, wel gaat er nu en dan een golf—
zwalp over de mannen heen, zoodat hun
oliegoed druipt van het zeewater, doch
schipper Koen blijft met vaste hand de
stuurriem hanteeren, en de mannen roeien
met bijna bovenraenschelijke krachtsinspan
ning voorwaarts. Al nader komen zij bij
't ongelukkige vaartuig. Met groote zee
manskunst weet de schipper aan de lijkaut
der bark te komen. Reeds werpt hij met
handdreggen naar de bemanning, doch deze
missen door den nog te grooten afstand
helaas alle.
PROPAGANDA-VERGADERING.
De heer A. van Rijen sprak verder
als volgt
Mijne heeren, stoffelijke belangen zijn
echter niet het eenige, dat de zorg der
bonden vraagt. De geestelijke goederen
gaan boven de stoffelijke en daarom staat
ook de zedelijke verheffing van den
meusch niet als maar een bijzaakje op
het program der vakvereeniging en mag
zij ook de geestelijke belangen der le
den niet uit het oog verliezen. De mensch
is geen machine, hij kan niet altijd door
werken en hij heeft aan een leven, dat
niets anders is dan een afwisseling van
werken, eten -en slapen niet genoeg,
aldus professor Keulier van het Semina
rie van Roermond hij dient tijd over
te hebben en kracht over te houden om
ook mensch te zijn, d. w. z om het le
ven des geestes, des verstands televen,
om zijne kennis te vermeerderen, om
zich meer te ontwikkelen, om zich op de
hoogte te stellen van wat betreft zijn
vak en de sociale kwestie. En die ont
wikkeling zal gedeeltelijk weder aan zijne
stoffelijke welvaart ten goede komen. In
de Kath. organisatie worden de arbei
ders gesterkt in de Kath. beginselen,
daar leeren zij pal staan tegen het mo
dern ongeloof, daar leeren zij beoefenen
de ware broederschap en christelijke
liefde, daar wordt hun zedelijke kracht
en gevoel van eigenwaarde gesterkt,
daar worden ze ontwikkeld, bevestigd
en behouden werkzaamheid, matigheid,
orde en spaarzaamheid, daar worden
bevestigd de eerbied voor het gezag,
het huisgezin en het familieleven, daar
wordt getracht de sociale kwestie op te
lossen door den geest en den invloed
der Kerk, daar wordt opgevolgd de ver
maning van Paus Pius X. Wij willen
dat dergelijke vereenigingen er naar
streven dat het christelijk leven stand
vastig wordt gehandhaafd in hen die er
zich bij aansluiten.4
Mijne Heeren, ging spreker geestdrif
tig voort, in grove trekken heb ik ude
werking der katholieke vakorganisatie
geschetst. Ik heb opzettelijk meer uit
voerig behandeld het streven naar stof
felijke belangen dan wel naar zedelijke
Boven storrr gebrul eu hevig golfgedruisch
klinken de noodkreten der ongelukkigen
z/Ach, rettet uos, rettet uos!" Helaas
telkens wordt de boot teruggeslagen.
Daar springt een der schipbreukelingen
over boord. Hoog spat het schuim der
bank-branding opde man komt niet weer
te voorschijn; onmeedoogenloos heeft hem
den sterken stroom om het vastzittende
vaartuig meegesleept.
Nog eens e:i nog eens beproeft de boot
bij 't schip te komen. Koen heeft het
stuurriem losgelaten en staat met den haak
op den steven gereed het schip met de
boot te verbinden.
„Toe jongens, zet nog eens op, zet in
Godsnaam nog eens op schreeuwt hij met
zijn acnoor stemgeluid. De mannen spannen
hun spieren tot het uiterste; tevergeefs het
is hun onmogelijk verder te komen: wind,
stroom en zee is huu te machfigtelkens
worden zij met onverwinbare reuzenkracht
teruggedreven.
Nog een laatste krachtsinspanning, de
boot schiet plotseling vooruit, helaas de
redders moeten thans aan zich zeiven denken.
Zij hangen schuin tegen den wind in en
loopen dus groot gevaar met hun boot tegen
den ijzeren romp der bark verbrijzeld te
worden.
„Dan maar in Godsnaam terug!" klinkt
het bijna kreunend van Koens lippen.
Het wordt biervoor hoog tijd. Hoe'n
machtigen ausdauer de stoere kerels ook
hebbeD, hun physieke krachten raken thaire
toch op. Zij laten zich afzakken en, met
behulp van den waterzak komen ze veilig
weer aan het strand.
Onmiddellijk stappen weer nieuwe mannen
in, nu ten getale van twaalf. Koen zet zich
verbetering omdat we wel eens het ver
wijt moeten hooren de Kath. organisa
tie doet niets voor de tijdelijke belangen.
Laat ons thans eens zien, welke ver-
eeniging voor ons katholieken de aan
gewezen is. Laten wij daarom de vier
soorten van vereenigingen, die in onzen
tijd op den voorgrond treden eens de
revue passeeren, dan beschouwen wij de
socialistische, de neutrale, de christelijke
of interconfessioneele en de katholieke.
Ie De socialistische vereeniging. Deze
moet onherroepelijk door ons worden
veroordeeld. Daarover zullen wc het
wel volmaakt eens zijn. Het behoeft geen
betoog zegt Mgr. Konings, dat wat de
socialisten willen en drijven eenvoudig
is misbruik maken van het verenigings
leven, zoodat zij velen ten verderve moe
ten zijn. Wat deze bewoners der Maat
schappij bedoelen in de omverwerping
van troon en altaar en de verspreiding
van begrippen, die spotten met de re
delijkheid en met ieder gevoel van Gods
dienst, is onbegrijpelijk. Men leze de
brochure maar eens Godsdienst-sociaal
democraat.
Doch van de socialisten kunnen wij
leeren welke kracht in de organisatie is
gelegen. Wat al vorderingen heeft
het socialisme gemaakt, hoe zijn de
ideeën van een Marx b. v. verbreid.
Duizenden en duizenden ontkennen het
bestaan van God, bestrijden het eigen
domsrecht en tasten aan het familiele
ven. Ontelbare malen zijn wij getuigen
geweest van verzet en opstand. En waar
de revolutie zegeviert, zal voor een
groot deel dit te wijten zijn aan het
woelen en drijven der socialisten.
De sympathie van gelijkgezinde bon
den en vereenigingen, de macht van de
zelve en zoovele andere middelen, die
als druppels samenvloeien tot één mach
tigen stroom vormen een kracht zoo groot
en sterk dat niet zelden onneembaar
geachte sterkten ten slotte toch geno
men worden. En nog altijd gaat het
kwaad zijn weg.
En mijne Heeren, moeten wij dan de
maatschappij zonder verdediging laten.
Moeten wij dan niet zorgen voor onze
heiligste belangen, voor onze dierbaarste
weer aan de stuurriem en.... voort gaat het
weer de holle woeste zee op. Doch ook
deze poging mislukt. De boot brengt
alleen een lijk aan, 't is van een licht-ma-
troos, die ook, van angst waanzinnig ge
worden, over boord gesprongen is.
„'t Is verschrikkelijk! Zoo iets is me
nog nooit overkomen!" zegt Koen tot zijne
vrouw, die hem tracht te bewegen, nu toch
niet meer uit te varen. Zij wijst op zijn
jongens, die vaders handen hebben vastge
grepen, als wilde zij ze niet meer loslaten.
Maar hoe ook vrouw Goedmoed smeekt
hoe luidt de jongens ook roepen „Och
vader blijft toch hier, het helpt immers toch
niet!" aan den stroef gesloten mond is geen
toestemmend antwoord te ontlokken. In
Koens glinster-oogen ligt een vreemde glans;
het is de uitlxhting van den hevigen zielen
kamp tusschen liefde en plicht.
„Kom Anna", zegt hij eindelijk, „hou je
nou gecd 1 Maak me mijn laak niet zoo
zwaar. Je weet, ik Jcan noch mag die meu-
schen hopeloos op dat schip laten zitten
Elk oogenblik kan het middendoor breken!
Mijn God, ik kan het niet I"
„Kom mannen, in de boot 1"
Met moeite rukt hij zich uit de zes
armen omhelzing los. Hoe lief hij ook
zijn „wijf en kinders" heeft, de algemeene
menschenmin, zoo heerlijk belichaamd in
zijn grootsche taak, wint het.
Zijne nieuwe mannen, die hij met groote
overredingskraoht heeft moeten overhalen
en die zich eveneens met geweld hebben
moeten ontrukken aan hunne familie, be
geven zich met hem in de boot, om ten
derden male ter redding uit te varen.
Helaas, ook deze poging mislukt. Koen
blijtt echter nog hopen. Voor de vierde
goederen. Wij moeten het beseffen en
diep ervan zijn doordrongen dat de aan
val onzer vijanden eenieder onzer op
roept ten strijde. Neen wij mogen God
niet laten hoonen en schande over hen,
die zich niet aangorden om Kerk en
Staat, eigendom en familie te verdedigen
en te beschermen.
Uit het voorgaande moet men niet
meenen, dat het doel van onze Kath.
sociale vereenigingen uitsluitend of al
thans hoofdzakelijk bestaat in de bestrij
ding van het socialisme en men daaruit
de gevolgtrekking haalt, dat men op
bepaalde plaatsen met de oprichting
daarvan kan wachten totdat het socia
lisme er zich nestelt. Die meening is
geheel onjuist.
De sociale vereenigingen moeten vol
gens de encycliek Rerum Novarum het
groote middel zijn tot de oplossing van
de sociale kwestie. Welnu, gelijk de so
ciale kwestie niet bestaat in het socia
lisme, zoo wordt hare oplossing niet
verkregen enkel door de bestrijding van
het socialisme. Wel maakt het socia
lisme eene vreedzame oplossing der
sociale quaestie dringender noodzakelijk,
wel is het in onzen tijd het grootste
gevaar voor het eeuwig geluk van een
ieder, vooral van den arbeider, en daar
om is de bestrijding van het socialisme
zeker een bijdoel van de Kath. vereeni
gingen maar het eigen doel, het hoofddoel
is het niet. Dit is van dien aard dat
ook afgezien van het socialisme en dus
ook op plaatsen waar deze dwaling nog
niet den kop opsteekt, de Kath. vereeni
gingen gesticht, die in onzen tijd zeker
reden van bestaan hebben zegt pater de
Bruijn.
Op de 2e plaats komen de neutrale
vereenigingen.
De verdedigers en voorstanders van
dit soort vereeniging willen eenvoudig
vakvereeniging zonder meer. In hunne
bijeenkomsten willen zij behandeld heb
ben, zooalthans beweren ze, zaken die
alleen op hun vak betrekking hebben.
Wat heeft de Godsdienst daarbij nu te
maken Hier dient de vraag gesteld kan
de Kath. deze neutrale vereenigingen steu
nen Het antwoord van alle voorman-
maal gaat hij uit, met groote moeite heelt
hij nog helpers gekregen en de uitslag ,f/ Is
weer niet anders dan het aanbrengen van
een lijk. De nog overblijvende bemanning
van het rampzalige schip is den waanzin
Dabij sommigen zijn stomdronken en heb
ben zich vastgebonden op het dek. Alleen
de kajuitsjongen en de kapitein sehijnen
nog normaal van geest te zijn beiden staan
tegen den middenmaat geleund.
Een licht—schittering van hoop glanst in
hunne oogen, als zij de reddingsboot weer
zien komen. Zij werpen een touw over
boord, dat zij om hun middel hebben ge
bonden.
Niets kan echter baten alles, alles is te
vergeefs. De woedende zee wil haar prooi
niet loslaten zij moet ze verzwelgen.
Koen moet weer terug, zonder iets te
hebben uitgericht. Hij valt als 't ware op
't strand neer, zoowel lichamelijk als gees
telijk bijna gebroken. De groo'e, sterke man
schreit als een klein kind.
Om hem heen slaan de toeschouwers met
9taargezichten, waaruit onmacht, bewonde
ring en medelijden spreken. De zeerobben
onder hen klemmen de nagels hunner vin
gers in 't vleesch, om het prikkelend gevoel
van onmacht te bedwingen.
„Kom Koen, je hebt gedaan, wat je kon.
Sta nu op, kerel! Tegen zoo'n zee kon
niemand iets uitrichten", zegt Engel, terwijl
hij den zielsbedroefde tracht op te heffcD.
„Laat me liggen, Engel 1 Ik ben er ka
pot van 1"
Daar klinkt boven water- en windgeweld
een langgerekte kreet.
Met één sprong is Koen overeind, hij z:et
op naar de zee.
„Ik dacht het wel", zegt hij. „Het schip
nen uit onze beweging is daaromtrent
volkomen eenstemmig en het algemeen
gevoelen is Wij Kath. hooren in zulke
vereenigingen niet thuis. Voorop zij
gesteld, iedere soc. vereeniging heeft
een roeping te vervullen, mede te wer
ken aan de oplossing der sociale vraag
stukken (we zegden het reeds) onmoge
lijk kan men blijven staan bij de belan
gen van ieder vak. Noodzakelijk ziet
men verder en de algemeene belangen
der maatschappij zoekt ieder op zijne
wijze te behartigen. De geschiedenis
der organisatie bewijst het en zou men
de notulen der verschillende vakorgani
saties eens naslaan, dan zou men zien,
dat timmerlieden, smeden en metselaars
nog wel over iets anders spreken dan
over hout, ijzer en steen en dat ook in
dit opzicht de georganiseerde leerbewer-
kers wel eens het «schoenmaker blijft bij
je leest4 vergeten, dat op een vergadering
wel eens vraagstukken, meer algemeene
zaken betreffend, worden aangevoerd.
Het aantoonen van misstanden, geboren
uit vergrijpen tegen meer algemeen recht,
het aanwijzen van geneesmiddelen om
de zieke maatschappij te redden dat,
behoort niet tot de bezigheden ook van
de zoogenaamde neutrale vereenigingen.
Er komen nu eenmaal in het organisatie-
leven hoogere beginselen in aanmerking,
beginselen waarbij gevolgtrekkingen moe
ten gemaakt worden. Nu weten we heel
goed, dat we aan onze schoenen niet
kunnen gewaarworden of een socialist
ze vervaardigd heeft evenmin als we het
aan de boeken niet zal bemerken, of een
lid van een katholieke op neutrale ver
eeniging ze heeft bijgehouden. Maar
nog eens het zijn niet enkel vakbelan
gen, die in de vereeniging behandeld
worden en iedere vereeniging voelt het
dat ze aan de sociale actie mee moet
doen.
Maar dan gebeurt het niet zelden, dat
ze het maatschappelijk vraagstuk tracht
op te lossen op hare wijze en of dat
dan de ware is 1 Anderen mogen meenen,
dat de Godsdienst hier buiten rekening
kan blijden. Wij Kath. zijn zoo vrij daar
anders over te denken. Wij weten, dat
we als Kath. moeten handelen, altijd en
rustte nog maar op 't middenstuk van zijn
kielbodem het moest spoedig breken".
Inderdaad, het ijzeren gevaarte is glad
doormidden gebrokenbalken en planken,
waarmede de bank geladen was, dansen op
de zee, die thans jubelend met haar prooi
speelt.
Koen ziet scherp uit. Opeens zegt hij
„Wat drijft daar Jongens, bindt me een
trouw om mijn middel en houdt het stevig
vait, hoor
Hij ziet met zijn suggestiven bevelblik
ziju mannen aandeze gehoorzamen stil
zwijgend.
Zijne vrouw smeekt hem toch aan zijne
kinderen te denken deze houden hun vader
stevig omklemd. Zachtkeus dunt hij ze alle
drie terug.
„Nog een oogenblik, Anna en dan...."
Hij voleindt nog niet eens den zin, reeds
is hij in een hoogen golf gesprongen, die
juist terugrolt, hij verdwijnt, duikt weer op
en, véór het drijvende voorwerp kon terug
rollen, grijpt hij het. De mannen trekken
hem terug, hij krijgt vasten wal onder de
voeten, twee, drie paar handen helpen hem
den last boven te brengen en het is
de kajuitsjongen. Hij leeft gelukkig nog.
Wordt vervolgd.)
t
til Langstraatsclit Cviirant,
Oproeping in militairen dienst
De Burgemeester "ter gemeente Waalwijk roept
bij deze op de na te noemen milicien-verlofgan
gers der lichtingen van 1899, 1901 en 1903,
voorzien van al de door hen van het corps
medegenomen kleeding- en uitrustingsty kken,
zakboekje en verlofpas, op de dngen en plaatsen
achter ieders naora .eimeld, onder de wapenen
te komen, als
H. B. G. Mulders 25 Juni 19C6 Gorinchera
C. van der Wensch id. Naarden
A J van den Broek id. Breda
J. de Peffer 9 Juli 1906 den Helder
W. van der Velden 16 Juli 1906 Bergen op-Zoom
J. P. van Delft 23 Juli 1906 Hertogenbosch
F. van Hel voort 30 Juli 1906 Bergen-op Zoom
W, A. van der Lee 6 Aug. 1906 Geertruidenberg
Th. Hombergen id. id.
J. Schapendonk id. id.
A. Th. de Graaff id. id.
J. H. van Loon 3 September 1906 'sGravenhage
S. A. J. Ackermans id. id.
G. van Veithoven id. id.
M. J. Kuipers id. id.
F. van Loon 10 September 1906 Geertruidenberg
M. Z. Maas id. id.
P. J. van Schijndel id. 'sHerlogenbosch
P. M. Donker id. Geertruidenberg
J. van der Pennen id. id.
F. J. Masuger id. id.
J. G. Timmermans id. id.
G. J. Proveniers id. id.
Ch. Miltenburg id. id.
H. A. Sleenhoff id. Bergen-op Zoom
Th. H. van Mierlo id. Breda
A. Huijbregts id. Ede
J. Mutsaans 1 October 1906 Gorinchem
Met nitnoodiging om daags voor het vertrek
zich ter Secretarie aan te melden tot het teeke
nen van den verlofpas, hat ontvangen van dag
geld en een vervoerbewijs per spoor, voor zoover
zij daarop aanspraak hebben.
Waalwijk, 9 Juni 1906.
De Burgemeester voornoemd,
K. DE VAN DER SCHUEREN.