Nummer 72 Zondag 9 September 1900. 29e Jaargang, Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. waarin opgenomen DE NOORDBRABAN.TSCHE POST. Eerste Blad. Krachtkèrels. ANTOON TIELEN, Dit nummer bestaat uit DRIE Bladen ATTENTIE. ^LANDBOUW Uitgever: Zij die zich met het volgend kwartaal abon- neeren, ontvangen de tot dien datum verschijnende nummers GRATIS. FEUILLETON. 20) Uit het Verslag over den land bouw in Nederland over 1905. II. I S*r./ 'JUW De Echo van Woalwuksche en Lanvslraatselie Courant Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond Abonnementsprijs per 3 maanden fl)."5. Franco per post door het geheele rijk f 0.90. Brieveningezonden stukkengelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. W A A L W IJ K. Telefoonnummer 38. Advertentiën 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal" berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en advertenties bij abonnement worden specific zeer voordeelige contracten gesloten. Reclames 15 cent per regel. B. H. G. schrijft aan het Centrum Met den dag wordt het duidelijker, dat de overgang van het hand- naar het fa- brieksschoenwerk nog maar een quaestie is van enkele jaren. De zich steeds snelopvolgende verbe teringen aan de machines der schoen fabrieken, geven dezen laatsten in de concurrentie beslist de overhand. Waren de schoentabrieken in den be ginne nog meer op betrekkelijk beschei den voet ingericht, thans nu de fabri kanten zich veilig kunnen meten met het buitenland, gaan ze, gerugsteund door de ondervinding, hunne volle kracht ontplooien. De bekende fabriek van den heer Van Schijndel is thans weer aanzienlijk ver groot en van de nieuwste machines voor zien. Het geheel maakt den indruk van een modelfabriek. Met de uitbreiding en vergrooting der fabriek »Hollandia", vroeger Klijberg- Pernot, werd een begin gemaakt- Naar het zich laat aanzien, zal ook hier eene inrichting tot stand komen, die met de eerste in den lande kan wedijveren. Dat het productievermogen van deze fabrieken door die uitbreidingen weder enorm zal stijgen, spreekt van zelf, waar uit voortvloeit, dat het handwerk weer een streep achteruit wordt gezet. Hij, die geen vreemdeling is in het nijvere centrum der schoenindustrie, weet dan ook heel goed, dat de toestand der handwerkers alles behalve rooskleurig is. De werkdagen der handwerkers zijn lang, veel te lang14 uren en langer met koortsachtigen ijver te moeten werken in een ongezonden werkwinkel, onder mijnt het sterkste gestel. Het loon is niettegenstaande laag terwijl de gedwon gen winkelnering zich daarvan nog een groot gedeelte teeëigent. Men ziet, de toestand is voor den handwerker allesbehalve rooskleurig. Op stoffelijk gebied is de fabrieks arbeider hem verre de baas. Deze werkt in een gezonde, naar de eischen des tijds ingerichte fabriek. Stof en de luchtver ontreinigende bestanddeelen worden door de stofvangers buiten de fabriek gevoerd. De werkdagen zijn normaal, voor hem behoort de gedwongen winkelnering tot de geschiedenis. Het loon is veel hooger, dan de handwerker kan halen, zelfs als hij een gedeelte van den nacht door werkt. Maar, wat de fabrieksarbeider op hygiënisch gebied vóór heeft op den tehuisarbeider, is zijne ruimere en meer gezonde woning. Meestal bestaan de arbeiderswoningen uit een kamer en den z.g. werkwinkel. Dit vertrek nu van meestal kleine afmetingen, dient bij den huisarbeider niet alleen als werkplaats voor 2 a 3 personen doch tevens tot keuken en woonvertrek van het geheele gezin. Hier geschiedt de huishouding en wordt dikwijls nog geslapen. Het behoeft geen nader betoog, dat de lucht in deze vertrekken zeer onzui ver, en hare samenstelling eene zeer slechte is, en evenmin, dat dit nadeelig moet werken op den gezondheidstoestand der bewoners, speciaal op dien der zui gelingen. Nog grooter beteekenis moet men hier aan hechten, met het oog op het veelvuldig voorkomen van tering onder de schoenmakers en op de enorme Romau van de Zee door JOS. SCHELLEKENS. HV. Eene frissche, roode kleur geeft, zacht doorschijnend, aau het ronde, welgevormde gezichtje eene in-gezonde uitdrukking, ter wijl de bruine oogen, die thans peinzend voor zich heenstart n, zoo even nog lacherd den jongen man aankeken die naast haar zit. Deze is medeeene inponeereude verschijning. Zijne krachtige gestalte komt beschermend uit tegen de teerdere slankheid zijner gezel lin. Op de blonde krulharen zit losjes een breed-gerande panamahoed. Het energieke, sterk gebruinde gelaat, waaruit u een paar helder-blauwe oogen open en kloek tegen- stralen teekent den zeeman, die reeds ver schillende verre tochten in de tropische landen gemaakt heeft. De blonde, opgekiulde snor boven den thans lachenden mond, verhoogt nog meer de maunelijkheid dezer krachtfiguur. „'t Is hier heerlijk, vin-je niet, Haakon De zou laat ons hier tenminste een oogen- blik met rust.* fik heb 't anders nog verbazend warm, Nel. Men zou zich haast in Indië wanen.* 't Is maar gelukkig, dat ge er nog niet zijt. De verloofde van een zeeman is toch wel te beklagen. Slechts voor korten tijd mag ze zich telkens verheugen in 't bijzijn van haar geliefde, om hem den overigen lijd voortdurend in gevaar te weten*. sterfte van kinderen beneden het jaar. Zonder twijfel spelen die werkwinkels met hare ongezonde lucht, waarin deze zwakke, reeds erfelijk belaste kleinen hun eerste levensjaren moeten slijten, op hygiënisch-gebied eene zeer verderfe lijke rol. De uitbreiding van het fabriekswezen zal dezen toestand gaandeweg verbeteren. De werkwinkel als zoodanig komt daar door te vervallen en wordt uitsluitend woonvertrek Het licht dringt volop door de groote ramen naar binnen, en bij eenige medewerking der bewoners door luchten en reinigen, kan de ongezonde atmosfeer geheel en al worden verbeterd. Alhoewel het fabriekswezen alhier nog betrekkelijk weinig uitgebreid, eerst sedert eenige jaren bestaat, vermeent men reeds de goede gevolgen van de verandering van den werkziinkel-zvoonvertrek in uit sluitend woonvertrekin de geringere sterfte van kinderen beneden het jaar te mogen constateeren Het aantal overledenen beneden het jaar, exclusief de levenloos aangegevenen bedroeg in de jaren 1903, 1904 en 1905 respectievelijk 53, 48, 35 of, 27", 2582 en 19" per honderd. Weliswaar is een tijdperk van 3 jaren in deze niet vol doende om stellige gevolgtrekkingen te maken, maar evenmin is het te looche nen, dat deze zeer gunstige cijfers be vredigend zijn. Dat de uitbreiding van het fabrieks wezen het sterftecijfer in het algemeen zal doen dalen, is bijna met zekerheid te voorspellen. In de ruime fabrieken toch, waar lucht en licht volop toetreden, waar alle stof door de kokers naar buiten wordt weg gevoerd, is de lucht oneindig veel zui verder, dan in de benauwde vertrekken, waar, benevens huisarbeid, alle huishou delijke bezigheden geregeld geschieden. Voor den arbeider zal de uitbreiding van het fabriekswezen onder hygiënisch en stoffelijk oogpunt een zegen zijn. Dat fabrieken onder zedelijk opzicht eigenaardige gevaren opleveren is bekend. Toch mag niet worden vergeten, dat //Ja, kind, dat is nu eenmaal niet anders. Je hebt echter op 't oogen blik geen klagen. Ik heb nog een maand verlof, dat is toch een heele tijd zou ik denken.* 't Is wal, een maandDie vliegt zoo om.* f En dan is er m. i. nog wat anders, wat de bruid te zijn van een zeeman eene eigen aardige bekoring geeft. Op de eerste plaats beminnen wij zeelieden veel dieper dan laud rotten, wijl we weten, dat ons wisselvallig, gevaarlijk beroepslot ons elk oogen blik >an de geliefde kan doen scheiden. En op de tweede plaats geeft een terugzien na zoo'n gevaarvolle, lange scheiding ook een zalig weerzien. Het huwelijksleven van een zeeman i» vol eraotie's, welke zeer zeker haar keerzijden hebben, maar wier lichtzijden meer levens genot geven dan het gewone daarheen vlottende leven van de menschen aan wal.* „Daar is wel iets van aan wat je daar zegt. Ik tenminste geniet reeds weken vooruit van het heerlijke oogeublik van 't weerzien. Dat is zoo geheel anders met eene vriendin van me, die ook verloofd is, maar met iemand, die op den wal zijne betrekking heeft. Deze woont ook wel een eind van mijne vriendin af, zoodat ook zij elkaar niet eiken dag zien, maar meer dan een week is toch nooit de scheidiug. Eu als die men schen elkaar dan weer ontmoeten, och, dan gaat dat zoo heel gewoontjes. Nou ja, ze zijn wel blij, maar die veirukking, welke ik gevoel, als gij weer thuis komt, zie, die heb ik nog nooit bij Amelia opgemerkt.* „Zie je nou wel dat ik gelijk heb „En toch zou ik wel willen, dat ge geen zeeman waart.* „Hoor eens hier Nel. Ik ben zeeman met hart en ziel. Het zou mij oneindig veel kosten, als ik mijn beroep, dat ik lie die gevaren thans niet meer zoo groot zijn als vroeger. Het veieenigingsleven bewijst in deze onschatbare diensten. In woord en schrift wijst het de arbeiders op de hen om ringende gevaren. In de vereenigingen worden de klippen aangeduid, die, om staande te blijven, omzeild moeten worden. Ook de werkgevers eischen thans, dat de arbeiders zich niet alleen in, doch ook buiten de fabriek ordelijk gedragen. Beroepsdronkaards worden geweerd en met hen blijft een bron van bederf bui ten de fabriek. Zij die op weg zijn om het te worden, merken spoedig, dat de aandacht op hen is gericht, hetgeen dik wijls voldoende is om hen van den drank te doen afzien. Langzamerhand begint het besef te ontwaken, dat een godsdienstig, matig en zedelijk hoogstaand arbeider niet al leen meer arbeid kan en wil presteeren, doch ook dat de werkgever op hem veel meer kan bouwen. Zaak zal het dus zïjn, dat nu juist in dezen revolutietijd van hand- of huis arbeid naar fabriekswezen, de leiders der bestaande katholieke vereenigingen al hunne aandacht erop gevestigd houden, om de arbeidersbeweging te leiden in die banen, welke zijn aangeduid door de Kerk, om zoodoende èn het stoffelijk èn het zedelijk belang der arbeidende klasse naar behooren te dienen. gekregen heb, moest vaarwel zeggen.* „Maar dat zal ik ook 't allerlaatste van je vragen Haakon.* Een liefdevolle handdruk is het antwoord. „Maar heb je al verteld, dat Toos van de week uit Brussel overkomt. Ma heeft van morgen een brief van baar gekregen, waarin ze meldde, dat ze voor eer.ige dagen komt overwippen. Ze noemt dat notabene overwippenEnfin dat blijft hetzelfde, maar je kunt wel begrijpen, hoe blij mama is. Toos is zeker in geen ja^r thuis geweest.* wat zeg je daar lu geen jaar I Hoe komt dat zco? „Wel en hier legt zich een treurige trek op het lieve gelaat toen pa nu twee en half jaar geleden stierf' moest er ge raadpleegd worden, wat te doen. Wij konden met ons drieën niet leven van het kleine weduwenpensioen, dat de gemeente zoo goed was, ma te geven. Afgesproken werd, dat Toos in 't modisten/ak zou gaan en ik thuis zou blijven om ma te helpen. Je weet ik schreef je destijds dit alles dat wij 'a zomers pension houden voor badgasten. Dit geeft ons wel een drukte, doch aardige bij verdiensten. Zoo *laau wij er ons fatsoen lijk doorheen. En jij, beste Ihakon dit woord gaat met een liefdevcllen blik verge zeld stuurt ons geregeld ook geld. Geef je riet te veel af van je gage als eerste stuurman Ma heeft al meermalen dan eens gezegd, dat ge je te veel opofferingen ge troost.* „Het zou al heel ondankbaar zijn, als ik dat niet deed Je goede ouders namen mij toch, nu ruim negen jaar geleden, liefderijk als hun eigen zoon aau. Wat ik nu ben heb ik aan hen ten volle te danken, Dat zal ik nooit vergeten, lieveling Mijn lieve pleegmoeder, die, naar ik hoop spoedig mijn goede schoonmoeder zal worden, is toch al Alvorens het versing to volgen over het kaligebruik in de verschillede provinciën, een enkele opmerking o«er den prijs der kali. Men zou de kolossale stijging van het kaliverbruik in Nederland misschien wil len toeschrijven aan een daling der prijzen. Laat ons zien. De gemiddelde eenheidsprijs per KG. kali in de gezuiverde kalizouten is vrijwel stabiel gebleven en volgens de staat van het „Centraal Bureau voor het aanschaf- niet te gelukkig geweest, oin er de grolste ondankbaarheid van een pleegzoon nog bij te moeten ondervinden. Neen, Nel, ik zou al een heel slecht inensch moeten zijn, als ik anders had gehandeld,* „Wat is 't toch jammer, hè Haakon, dat pa dit niet heeft mogen beleven Hij hield zoo zielsveel van je Dat hem ook die akelige typhus zoo vroeg van ons moest wegnemen 1* Het fijne zakdoekje wordt een paar raaien tegen de vochtige oogen gedrukt. Nel de lezer kent nu zeker het jonge paar wel komt onder 't bespreken van haar pa's onverwachten dood in eene ver klaarbaar weemoedige stemming. Het was voor 't doktersgezin dan ook wel een harden slag, toen nu ruim twee en een halt jaar geleden dr. van Holland aan de typhus stierf, welke ziekte hij zich hij een zijner patiënten op den hals had gehaald. Mevrouw van Holland bleef er met hare dochters Haakon was op zee en vernam de noodlottige tijding onder de giootste droefheid pas later treurig voor zitten. Immers, het zeedorp leverde dr. van Holland wel eene goede practijk op, om er behoorlijk volgens zijn stand van te leven, masr meer ook niet. Met den dood van den dokter verdween dus helaas de eenige bron van inkomsten. Gelukkig was het gemeentebe stuur zoo humaaa de weduwe een betrekke lijk wel klein pensioen maar dan toch zooveel als er gegeven kou worden, aan te bieden. De heeren bestuurderen wisten wel, dat Dr, »an Holland sinds jaren een winstgevende praktijk in Amsterdam had kunnen bekomen doch deze nooit aanvaard had. Zij hadden dit altijd op hoogen prijs gesteld en beloonden nu daarvoor iu dezen welkomen vorm de weduwe. Haakon was na de schipbreuk met „De fen van Landbouwbenoodigdhrden ir. Neder land" is dc gemiddelde prijs per KG. kali en kaïniet in de jaren 190U 1904 onge- r 15 cent geweest, terwijl iu het jaar 1905 een KG. kali in kaïuiet gemiddeld 13 cent kostte. Er is dus voor de kali der ruwe zouten een daling te constateeren. Doch elk onbevooroordeelde zal moeten toe geven, dat deze daling niet zoo belangrijk is, dat een verbruikstoename, als in mijn vorig artikel vermeld, te verklaren is en ik heb dus niet te veel gezegd, als ik be weerde, dat dit in de eerste en voornaamste plaats is toe te schrijven aan de overtuiging der landbouwers, dat kali den bodem goed doet. En nu terzake. De cijfers, die het ge bruik van kunstmest aangeven, zijn gebas- seerd op die, welke, de door coöperatie aan gekochte meststoffen aanduiden. Hier valt natuurlijk op te merken, dat do gegeven cijfers nog altijd te vermeerdereu zijn met die der hoeveelheden, welke de landbouwers rechtstreeks van de afnemers gekocht hebben. Wij merken dan in de eerste plaats op, dat de provincies met de meeste Veenkolo niën de grootste afneemsters zijn. audaar, dat Groningen en Drente bovenaan prijken in het kaliverbruik. Men besluite hieruit niet, dat b. v. op klei geen kali gebruikt is. In Zeeland b. v. is gebruikt, of liever is door coöperatie aangekocht: 371.600 KG. kaiïuiet, 10,750 KG. pateutkali en 1,200 KG. chloor-Kali. En liet verslag zegt „of schoon nog niet aanzienlijk neemt toch in den laatsten tijd het gebruik van kalimest in deze provincie toe. De sterke verhouw van suikerbieten en aardappelen schijnt den grond op vele plaatsen kali-arm te maken Dat neemt echter niet weg, dat de veenkoloniën en de zandstreken de ineesie kali gebruiken. Behalve kaïniet koopt men in Groningen, Drente,Overijsel en Friesland ook veel Pa tentkali. „Zoo wordt,* aldus het verslag, „in plaats van kaïniet bij aardappelen steeds meer patentkali aangewend*. Deze opmerkingen mogen voldoende zijn, om de landbouwers te doen zien, dat alge meen in Nederland, op veen, op zand en ook op de klei het kaliverbruik in den land bouw toeneemt. Kunstmest bij draven. Wij hadden ook dit jaar, evenals in 1905, eenige proefvelden op de Veluweu onder ons beheer. Een 10 tal werden door ons aangelegd te Eerbeek en Hall, gem. Bruin- men. Het gebruik van kunstmest is daar nog verre van algemeen en van een ratio- neele, oordeelkundige aanwending slechts bij uitzondering sprake. Op hooge grond heeft men die nog héél niet aangedurfd en toch maakt het heerschend gebrek aan stalmest de toepassing van kunstmeststof ten ook daar in hooge mate wenschelijk. Het lag daarom in onze bedoeling dit jaar zoowel op den hoogen als op den lagen zandgrond beraes- tingsproeven te nemen. Over den uitslag hiervan deelen we later iets medevan een enkel veld, dat thans reeds geoogst is, kun nen de uitkomsten nu reeds vermeld wor den. De proefnemer was de landbouwer W. Wensiuk deze stond een akker van ruim 1/3 bunder af voor winterrogge, welke den 21eu September werd gezaaid: vroege zaai ing, niet te dik, en diepe grondbewerking waren iie voorschriften. Het veld was verdeeld in 4 psrceelan van 1.63 Are, 5,15 en 15 Are, waarvan Hollander* op de zee -aartkundige school te Amsterdcm gegaan rn voer thans reeds, na een schitterend afgelegd examen, als eerste stuurman op een Suezboot. Toos was aanvankelijk eerst te Amsterdam en un te Brussel in eene modezaak, terwijl Nel, zooals we reeds vernamen, bij haar ma thuis was gebleven. De verhouding van pleegbroeder en pleeg zuster was bij Haakon en Nel, die zich reeds als kinderen zoo tot elkander voeldan, aangetrokken, in eene meer innige veranderd. Met de büj—volle toestemming der moeder werd de harte-baüd tusscnen deze twee gelegd. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1906 | | pagina 1