Nummer 73
Donderdag 13 September L906.
29e Jaargang.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
■waarin opgenomen DE NOORDBRABANTSCHE POST.
Eerste Blad.
Kraehtkèrels*
ANTOON TIELEN.
Dit nummer bestaat
uit TWEE Bladen
ATTENTIE.
Uitgever:
Zij die zich met
het volgend kwartaal abon-
neeren, ontvangen de tot
dien datum verschijnende
nummers GRATIS.
FEUILLETON.
BUITENLAND.
Frankrijk.
Duitschland.
Italië.
Rusland.
Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
A. b o n n e ui e n t s p r ij s per 3 maanden f Ü."5.
Franco per post door het geheele rijk f 0.90.
Brieveningezonden stukken gelden enz., franco te zenden aan den
Uitgever.
W AAL WIJ K. Telefoonnummer 38.
Advkrtbntikn 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groote
letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven,
worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en
advertenties bij abonnement worden speciele zeer voordeelige contracten
gesloten. Reclames 15 cent per regel.
Uit de Langstraat.
In ons nummer van 1.1. Zondag namen
we over hetgeen B. H. G. in Het Cen
trum schieef »Uit de Langstraat,4 over
de toestanden in fabrieken en huiswerk
plaatsen en de daaraan vastgeknoopte
beschouwingen en cijfers op hygiënisch
gebied. Moge 't een en ander op som
mige punten wat zwart gekleurd zijn, 't
gaf toch over 't geheel goed de toestan
den weer.
Minder »goed« en zelfs afkeurens
waardig noemen we het dat B. H. G.
niet de bron noemt, waaruit hij niet alleen
zijne gegevens put, maar waaruit hij zelfs
woordelijk geheele zinsneden overneemt,
die hij als resultaat van zijne eigene
bevindingen aan 't publiek opdischt. Een
groot gedeelte dan is overgenomen uit
adviezen en rapporten der gezondheids
commissie, zetelende te Waalwijk, die in
ons blad werden opgenomen, natuurlijk
met vermelding van bron.
Het was ten eerste eerlijk, den naam
te noemen van die commissie, die zich
zoozeer beijvert om alles na te gaan en
te onderzoeken, door cijfers en statistieken
alles zoo duidelijk mogelijk tracht voor
te stellen en daardoor zoo machtig veel
goeds bewerktdat vordert de eerlijk
heid en billijkheid en ten tweede zou
het aan het betoog des heeren B. H.
21)
Romau van de Zee
door
JOS. SCHELLEKENS.
IV.
//Willen we wat in 't bosch gaan wan
delen Haakon Ma verwacht ons pas tegen
6 uur thuis'.
„Da's goed, maar zouden we ons eerst
niet wat laten rondroeien op zee. Deze is
nu zoo heerlijk kalm en 't zal beslist lekker
op 't water zijn'.
Nel is hiertoe onmiddellijk bereid.
Arm in arm wandelt bet jonge paar naar
een bootje, dat rustig op den waterspiegel
ligt en waarin een roeier, als een aapjes
koetsier op ziju bok, kalm op een vrachtje
zit te wachten.
Haakon zet zich aan het roer, terwijl de
roeier met forsche slagen de riemen in 't
blauw-groene water doet neerkomen.
z/'t Is mooi weer vandaag, meneer'.
//Ja, Engel, heel mooiHoe komt het
dat ge niet op de vischvangst zijt? Je had
vroeger toch een eigen kottertje'.
„Gehad, meneer, gehad 1 't Is nou net
twee jaar geleder, dat het hier op de
Wanhoopsbank verging. Ik ben er met
m'n jongens nog gelukkig afgekomen'.
„Die plaat heeft al heel wat naar den
kelder doen gaan, EngelHerinner je nog
de schipbreuk van die Neorsche brak, nu
een jaar of tien geleden
„Of ik 1 Ik beu toen zelf nog met de
reddingsboot uitgeweest. Dat spande er
G. veel meer waarde geven, als vermeld
was, dat die cijfers geput waren uit offi-
cieele bron nl. uit rapporten van het
daarvoor aangewezen lichaam. Nu dragen
de cijfers enz. niet het officieele waarmerk.
De Sociale Week.
De Katholieke Sociale Week is we
derom geëindigd.
Een groote sprong heeft de Katho
lieke partij, het katholieke Nederland
voorwaarts gedaan.
Deze Sociale Week is schitterend ge
slaagd en alle pessimisten in deze staan
verbaasd. Zij hoopten wel, maar konden
niet verwachten, dat de uitslag van dien
aard zou zijn. De belangstelling was
nog niet groot genoeg, tijd, geld en
ambitie zouden ontbreken.
Terecht zegt het >Centrum» dan ook:
De uitkomst heeft bewezen, op welke
slechte gronden deze donkere verwach
tingen steunden. In plaats van nog geen
vijftig menschen meldden er zich bijna
drie-honderd aan voor weekkaarten, on
geveer honderd-zestig voor dagkaarten
en meer dan twee-honderd voor morgen-,
middag- en avond-vergaderingen. Don
derdag-avond waren er naar berekening
vijfhonderd personen onder het gehoor
van pastoor Ariëns en het Kamerlid
Ruys de Beerenbrouck. En dat de be
langstelling niet verslapte bewezen ook
nog de allerlaatste bijeenkomsten, waar
de aandacht en de opgewektheid tot het
einde toe even levendig bleken te zijn.
Zoo is dan niet slechts de mogelijk
heid van deze >Sociale Week4 op meer
dan overtuigende wijze aangetoond, maar
tevens voor eenieder tastbaar geworden,
dat een zoodanig plan beantwoordde aan
de gezindheid, aan de geestes-stemming
en geestes-strooming van het katholieke
Nederland. Niet tevergeefs is gearbeid
door hen, die onder aanvoering van
wijlen dr. Schaepman het zaad der so
ciale ontwikkeling hebben uitgestrooid
en strijd gevoerd tegen de onkunde, de
begripsverwarring en vooroordeelen, wel
ke dien heilzamen arbeid beletten. Groot
en snel zijn de vorderingen geweest.
Twintig jaren geleden zou het thans
volvoerde plan als een gevaarlijke utopie
zijn uitgekreten. Pin tien jaren geleden
waren de namen van bijna al degenen,
die thans als docenten optraden, bij het
groote publiek te eenenmale onbekend.
Is duidelijker bewijs noodig, dat ge
durende de laatste decennia met volle
recht van de katholieken kon worden
getuigd les idéés marchent
Maar het bleef niet bij ideeën. Ze
zetten zich om in daden 1
De »Sociale Week4 zal zich herhalen
de cursus wordt in volgende jaren voort
gezet. Men zal dan weer rijker aan er
varing zijn, eenerzijds wat meer kunnen
aanvullen, anderzijds wellicht eenige be
perking willen aanbrengen. Was bijv.
de stof ditmaal niet te rijk, het aantal
les-uren en sprekers niet te groot, en
werd daardoor niet te veel van de in
spanning dergenen gevorderd, die alle
lessen wilden bijwonen De vraag kan
worden overwogen. Maar wat hiervan
zij, het pad voor deze wijze van volks
ontwikkeling is breed geëffend, en daar
mede weer een groote stap gedaan in
de richting van populariseering der goede
sociale denkbeelden, waaraan nog zoo
groote behoefte is bij velen 1
De Fransche Bisschoppen hebben hun
bijeenkomst beëindigd, met een indrukwek
kende plechtigheid in Nötre-Dame werd zij
besloten.
Mgr. de Cabrières sprak daar en gebruikte
een woord, dat door den „Uuivers' wordt
onderstreept.
Nu het Concordaat is verbroken, zeide
hij, wordt thans hier een nieuw Concordaat
gesloten het Concordaat tueschen de bisschop
pen en het volk.
Wat verder in allerlei bladen over de
bisschopsconferentie i9 gezegd, over de be
raadslagingen en de besluiten, daar gehouden
en genomen zullen we maar zoo verstandig
zijn niet verder na te gaan er was geheim
houding opgelegd en wat de bloc-biaden
beweren is totaal onbetrouwbaar.
toen, meneer 1 Maar hoe weet u dat zoo
precies
„Wel, ken je me dan niet meer, Engel
„Nou, ik dacht zoo bij mij zeiven, toen
ik u met de juffer zag aankomen 't Is net
of ik kennis aan die meneer zie*.
„Ik ben Haakon, de jongen, die toen
de eenig geredde was*.
„Wel allemachtig, is u dat? Ja, nou u
't zegt, nou zou 'k ook zoo zeggen van ja.
U is een knappe kerel geworden meneer'.
„Vin je, Engel
Nel, die lachende toeluistert, zou dit ook
wel luide willen toestemmen. De blik, dien
zij Haakon toewerpt, zegt echter genoeg.
„En wat is u nou, meneer, als ik zoo
vragen mag
„Stuurman op een Suezboot, Engel.'
„Een goed baantje, meneer. Ik heb een
jongen, die kapitein i> op een stoomtrawler,
hij verdient een bom geld. Nou, dat komi
me goed te pas, sedert ik zelf wegens mijn
rheumatiek niet meer uit kau gaan.'
„En hoe gaat het met Koen, den schipper
der reddingsboot Ik heb hem nog niet
kunnen bezoeken.'
„Die is goed af, meneer. Hij is nou op
zichter over een der vuurtorens, een mooie
betrekking. Nou, de vent heeft het ook
dubbel en dwars verdiend. Wij krijgen hier
niet gauw weer zoo'u schipper terug.'
„Ja, 't was een edele kerel I 't Doet me
plezier te vernemen, dat hij thans wat
rustiger leven heeft.'
„Ja, maar geloof maar niet, dat hij uit
zijn eigen schipper zou zijn afgeworden.
Hij moest wel.'
„Hoe dat zoo
„Wel, nou een jaar of drie geleden kreeg
hij, bij 't probeeren van de reddingsboot,
een trap van een der knollen tegen zijn
rechterarm, die zoo hard aankwam, dat zijn
arm totaal verlamd ia. U moest het eens
gezien hebben, hoe die vent huilde, toen
de dokter zei, dat hij nou geen schipper
meer kon blijven Dat was nog onze goeie
dokter Van Holland. Ja juffer en hier
wendt zich Engel lot Nel, die bij deze
wending van 't gesprek een droevige snaar
in zich voelt trillen uw vader was een
goeie man. Hij kon wel eens wat barsch
tegen zijn zieken zijn, maar hij deed dit,
gelijk hij me zelf wel eens verteld heeft,
meer om ze van d'r idee van erg ziek-ziju
af te brengen, dan wel uit kwaadheid. Wat
kon ie opspelen tegen een «trooper, die zich
's nachts verwond had en dan bij hem
kwam 1 Als de vent onder zijn mes maar
één kik gaf, kreeg ie nog een uitbrander
toe. En geloof maar vrij, dat 't geholpen
heeft. Menige visscherman heeft ie van
gevaarlijke, nachtelijke strooperijen afge
houden. Zoo iets gaat hier anders niet ge
makkelijk, meheer, want 't zit de kerels in
't bloed. Nou ben ik al zoo oud en stijf
en toch, als er sneeuw op de duinen ligt,
houdt me niemand thuis, 't Is maar wat
lekker, als je een haasje of konijn kunt
snappen
Maar om op onzen ouwen dokier terug
te komen, ik weet nog zoo goed als 't gis
teren gebeurde, dat hij mijn vrouw, die met
een ziek been te bed lag, terwijl ik op zee
was en de jongens nog klein waren, geregeld
een pondje versch vleesch meebracht. Mijn
oudje vertelt het nog dikwijls met de tranen
in d'r oogen. 't Is gek, maar ge zult altijd
zien, dat Onzen Lieve-Heer zulke menschen
het eerst haalt.»
„Willen we nu maar terugkeeren vraagt
Haakon, die merkt, dat Nel in stilte zit
te weenen.
„Da's goed, meneer Maar wat doe je
nou, juffer?'
Ter gelegenheid van de menoeuvres in Si-
lerië heeft Keizer Wilhelm,aan kardinaal Kopp,
prinsbisschop van Breslau, de orde van den
Zwarten Adelaar verleend. De bisschop was
door den Paus gekozen om den keizer te
Metz de orde van het Heilige Graf le over
handigen.
De „Lokal Anzeiger* schrijft dat deze
buitengewone onderscheiding, aan een prins
van de Roomsche Kerk verleend, een politieke
beteekenis geeft aan de manoeuvres. Zijn
onderscheiding is een der hoogste in Pruisen.
Ditmaal is het geen persoonlijk bewijs van
achting.
De decoratie zal zelfs buiten de Pruisisch-
Fransche greas opgemerkt worden, te meer
nu „bij onze buren in net Westen de kat
holieke Kerk een crisis doormaakt, die haar
bestaan zelf bedreigt.'
Hiervoor hoeft de katholieke Kerk, die
wel andere stormen doorgemaakt heeft, niet
te vreezen.
Prins Albert van Pruisen, regent van
het hertogdom Brunswijk, is Maandag door
een beroerte getroffen. Zijn toestand is zorg
wekkend.
(Prins Albert is 8 Mei 1837 geboren uit
het derde huwelijk van Prins Albert van
Pruisen 1872) met Marianne, prinses der
Nederlanden. Hij is sinds 21 October 1865
regent van het hertogdom. Red.)
Groothertog Frederik van Baden is Maan
dag 80 jaar geworden. Dat is niet alleen
een feestelijke gebeurtenis voor het door
hem, zestig jaar lang, zoo voorbeeldig ge
regeerde groothertogdom, maar voor het
geheele Duitsche rijk, welks eenheid hij heeft
helpen opbouweu.
De nieuwe Jezuïeten—generaal.
Franciscus Xaverius Wernz, de nieuwe
generaal van het Genootschap van Jezus, is
deu 4den December 1842 te Rotweil in
Wurtemberg geboren. Hij was juist 15 jaar
oud toeu hij in de orde trad 5 December
1857.
Na voltooing zijner klassieke, philosofische
en theologische studiën aan verschillende
„O, 't is niet», Engel! 't Is al weer over.
Ik dank je hoor, dat je zoo over mijn pa
zaliger denkt.'
„Nou, da's ook wat moois 't Zou al
donders ondankbaar van me zijn, as ik
anders sprak over onzen goeien dokter.
In peinzende stilte wordt nu den terug
tocht aanvaard.
Nel ziet met betraande oogen over da
wijde zee. De plechtige rust, welke er thans
over die blauwe, mystieke watervlakte ligt,
dia zacht-vleieud wegdeinst in den wazigen
horizon, doet haar ziel mede een oogenblik
afvoeren naar het eindelooze, dat achter den
menachelij/cen horizou ligt. En in zijn volle
zielegrootheid staat haar duidelijk voor den
geest het beeld van haar te vroeg ontslapen
pa, ontdaan van de kleine, menschelijke
gebreken, die ook dezen werkelijk edelen
man aankleefden. Eu ala in een vertroostings
visioen ziet zij hem in betere gewesten,
waar hij reed' zijn loon ontvangt voor al
de stille weldaden, welke zelfs aan zijn
naaste bloedverwanten onbekend zijn.
Haakon die intens-duidelijk voelt, water
thans in zijn verloofde omgaat, eerbiedigt
deze zit.lemijmering.
En, als voelde de. openhartige, doch ruwe
visschersman mede, dat hier een oogenblik
zwijgen het troostend medegevoel is, hij
laat de riemen stil in 't water ruiten en
doet kalm eenige trekjes aan zijn pijpje,
terwijl hij Haakon even veelbeteekenend
aanziet.
Met een warmen handdruk, di^ tevens
het stoffelijk materiaal van dankbaarheid
achterlaat, nemen bij 't uitstappen Nel en
Haakon vriendelijk van Engel afscheid.
Stilzwijgend nremt Haakon Nels hand in
de zijne en zoo wandelen ze samen het
bosch in.
In zachte fluister-ritseling staan daar de
instellingen der orde en na zijn wijding to
priester werd hij eerst leeraar in het kanon-
nieke recht aan het Jezuïeten-college van
Ditton Hallin 1883 hoogleeraar iu hetzelfde
vak aan de Gregoriaansche universiteit te
Rome, wat hij nog is. Sedert 1904 is hij
tevens rector magnificus dezer hoogeschool
geweest. Pater Wernz is voorts coniultor
van verscheiden congregaties, met name van
die voor buitengewone kerkelijke aangelegen
heden, en van de congregaties van den Index
en het Concilie.
Een woeste pogrom woedt weer in Rusland.
De berichten uit Siedlce iu Polen, over
de onlusten ald&ar, zijn verschrikkelijk. Een
reiziger uit Siedlce heeft verteld, dat er
Zaterdagavond 40 personen gedood zijn
hoeveel er Zondag gevallen zijn, wist hij
niet. Vooral het infanterieregiment uit Libau
heeft ijverig deelgenomen aan de moord
partij.
Sedert 36 uur duurt het geweervuur in
verschillende wijken van Siedlce voort. Op
het oogenblik staan van den grooten bazar
zes huizen in brand. De moordpartijen zijn
begonnen iu de Pieknastraat en hebben
zich door de gansche stad uitgebreid. Bijna
alle Joodsche winkels zijn geplunderd. De
kooplieden trachtten zich nog te verdedigen,
maar iedereen, die uit een winkel kwam of
zich aan het venster vertoonde, werd neer
geschoten. Van de 2SU00 bewoners zijn er
12000 Joden. Men gelooft, dat de moord
partijen zijn uitgelokt Zaterdagavond, door
terroristen, die van de daken en uit ven
sters op politie en patrouilles schoten. De
troepen omsingelden de huizen, waaruit
geschoten werd, schoten door de vensteri
en doorzochten vervolgens alle vertrekken.
Maar weldra gingen die huiszoekingen over
in moorden en plunderen. De stad is door
een sterk troepencordon omringd, dat nie
mand doorlaat. De juiste bijzonderheden is
men daardoor nog niet te weten gekomen,
maar zooveel is zeker, dat de voornaamste
straten in asch ziju gelegd. Honderden
Joden verzamelen zich aan het station iu
afwachting van treinen. In de hoofdstraten
is veldgeschut opgesteld.
boomen als oude en jonge natuurkinderen
in alle kalmte gerijd, terwijl zij met hun
reeds bruinend loorer de stralen der zon,
die langzaam haar wijde rustbed opzoekt,
beschermend voor wat aan hun voeten leeft,
opvangen.
Een vink laat zijn blijden avondslag
melodieus door de luisterende stilte weer
klinken. Een konijntje, opgeschrikt door de
schreden der beide wandelaars, huppelt met
gespitste ooren het kreupelhout in.
En over dit alles ligt eene mengeling van
herfsttinteu, wier zacht ineenvloeiend grijs en
bleek-bruin den mosbodem als met een
natuur-kunstvloer belegt.
Nog altijd zetten de geliefden stilzwijgend
hunne wandeling voort. Ieder is met zijn
eigen gedachten bezig. Nel, die een harts
tochtelijke bewonderaarster der natuur is,
komt echter al spoedig onder de bekoring
der schoone omgeving. Met een blik, die
streelend rondwaart over de lokkende objecten
harer groote minne, voelt ze zich weldra
geheel ontheven van het drukkende gevoel,
dat haar na het verhaal van Engel be-
heerschte. En met een dankbaren blik uaar
boven, waar Hij zetelt, die den mensch in
de natuur zoo'n verheffend tegengift schenkt
voor de beproevingen des levens, roept zij
in ware verrukking uit„Wat is het hier
goddelijk mooi, hè Haakon
„Ja, lieveling, men behoeft werkelijk niet
naar verre streken te gaan, om van natuur
schoonheid te genieten. Ona eigen landje
biedt het in ruime mate aan wel niet in
die angstwekkende grootschheid als b. v.
mijn geboorteland, doch daarom niet minder
treffend.
(Wordt vervolgd.)
De Echo van het Zuiden,
Waalwijksclie rn Lanjsstraatsclie Courant,