Rummer 78 Zondag 30 September 1906 29e Jaargang Tweede Blad MENGELWERK. In de Automobiel. Uitvoeringen. Een onderwijzers- instructie in 1750. WAALWIJK. Zondagmorgen lei» 12 "ur zil door dr Liedertafel „Oefening en Vernnak" op hire zaal Musis Sicrura worden uitgevoerd: Standchen Hamme. Luo uit Donizetti. Licia di Lammermoor. Ou* Hollands Zweers. met acc. van piano. In de gemeente 's- Grevelduin- Capelle. In het archief der gemeente Capelle berust een stuk uit het jaar 1750, en wel eene instructie voor den benoemden onderwijzer, Wij zijn in staat van dit hoogst inte ressante stuk, dat thans ook te Amster dam is geëxposeerd, in zijn geheel een afdruk te geveD. Also door aflijvighijt van meester An- tonie Glaviman in zijn leven schoolmr. van 's-G.-Cappel het vóórschoolmeester ampt is comen te vaceeren, en noodig is, datter een ander beqüam schoolmr. in desselfs plaets wert gestelt, so hebben Schout,, secretaris, en schepenen van Cappel vóórnt, representerende deselve gemijnte aengenomen tot schoolmr. met den aencleven van dien, den Eersamen Gerrart Adriaame Broeders, jegenwoor- dig schoolmr. tot Sleewijk, naer voor- gaende ondersoek van het comportement neerstig en goet gedragende Leven in de christelijke gereformeerde Leere, op de volgende conditiën. In den Eersten sal den vóórn. schoolmr. gehouden wezen de kinderen te ver- maenen, ja alle middelen soveel alst mogelijk is aen te wende, en de te ge- bruijken, dat sij het geheelc jaer door, ten negen üiren in de schoole comen, en de aldaer verblijven tot Elf üiren en de wederom naermiddagsprecies ten Een üir, en als dan aldaer te verblijven tot vier üiren Item sal den schoolmr. gehouden we zen hem ter selver üire in de schoole te laten vinden en de aldaer alsvooren te verblijven bij de kinderen, en de haer ten minsten twee lessen en so den tijt toelaet drie lessen te geven so wel voor als naermiddags en de jder school Eens- haer schrifte te vertoonen, en de deselve neerstelijk te visiteren en de met per tinente aenwijsinge te corrigeeren en de verbieteren en de doen Reciteeren in de vrage van den Hijdelbergse cathe- chismüs en de in andere Godsalige en christelijke gebeeden en de onderwijsinge van goede zeeden en manieren, haer te jnstrüeeren en onderwijsen, en de des donderdags die bequaem zijn op te seg- gen het getal van chijfer en een lesse te geven, schrijft te toonen en naermid dags speeldag. Item sal den schoolmr. ook ordre hoüden, dat so wanneer de kinderen t sij voor of naermiddags uijt de school zul len gaen altijts Een psalm of te een gedeelte van dien te singen, catgedaen sijnde van jmant die de bequaemste is, de gebeede te doen lezen als morgen middag, of avont gebeden, naer tijts- gelegenthijt Item sal den schoolmr. alle maenden voor de kinderen een niüw voorschrift stigtelijke redénen begrijpende op pam- pier schrijven, mits hem daervoor beta lende eenen stuijver Item sal den schoolmr. gehoüden we zen des Sondags en op andere vier dagen voor de predicatie driemael te luijden, het eerste geluijt met de clijne clok, het tweede met de Grotere, en het derde geluijt met de beijde tegelijk en op jde- ren werkdag des middags om 12 üire met de clijne clok en de jndien het de Regenten goet vonden sulx des morgens en des avonts ten 8 üire te Late luijden. Zal den Schoolmeester sülx mede moeten doen en jder der vóórn: geluijd doen ontrent Een half qüartier üirs; ook sal hij dagelijks het üirwerk stellen en de daerop passen opdat de clok en uirwerk so veel doenlijk is wel en corect gaet De kinderen züllen Elk gehoüden we zen des winters om haer te warme mede te brengen Eenen Hollantse of twee brabantse torfe jder schooltijt, welke sij züllen vermogen te consümeeren sonder contradictie van den schoolmr. en de- geene die in gebreken blijven van haeren torf mede te brengen züllen hen Absen teeren van 't vüir, waer bij de kinderen haer bij beurten naer behoren, haer zül len gaen warmen, t Zij een qüartier of een half naer gelegenthijt van den tijt, alwaer den schoolmr. goede agt op zal nemen, ook züllen de kinderen die niet naer huijsom te eeten gaen, tussen de twee schooltijden, de school houden tot haer verbleijf, zonder dat den schoolmr. of te jmant van den zijnen daerin hün züllen beletten of te daerin zijne mael- tijde hoüden of te potte coken als andersints. Den schoolmr. zal hebben te dragen goede opsigt over de kinderen op het werpen en de smijten in des dorps en kerke glazen, alsmede op het Leijedak, waarop hij goet regart nemen sal, omme de groote schade te verhoeden en de kinderen daerover te strafen en door de selve de schade te doen repareeren en de daerover te stellen een a 2 opsigters of bij gebreke van dien, dat den schoolmr. gehoüden zal zijn die ten zijnen privé costen weder te moeten laten repareeren, en de so het bij zijne kennisse is ge- pleegt door jmant haer üijt de school onthoudende dat sal den schoolmr. aen den offisier aendienen, die de schade als dan op hem, of zijne ouders of voog den sal verhalen met de costen daer- omme tedoen; Den Schoolmeester vermag hem niet te absenteeren van zijn school zonder consent van den offisier, of bij zijn ab sentie den Heemraet; Item sal den schoolmr. ook goede ordre hoüden op het üijtgaen en de in komen van de schoolkinderen, dat de jongens telkens rijse züllen ligten en behoorlijk afnemen den hoet, so wan neer deselve jmant passecren en de meijsjes na behooren nijgen cn de aldüs haer bieden zo den dag presenteert alsmede dat dezelve ordentelijk naer haere hüijsinge züllen gaen zonder onder wegen te speelen, smijten of strijken, vegten of diergelijke ongebondenhede te plegen, alwaer den voorseijde schoolmr. goede agt op zal hebben te nemen Ook zal hij sulx hebben te doen op de groote ongebondenheden der school kinderen, so van vloeken, sweeren spee len om geit en de diergelijke onnüttig- heden, waerover hij deselve kinderen sal hebben te bestrafen, en de haer ten minsten twee mael sweeks aen te manen omme sülx bij haer niet te plegen Item sal den Schoolmr, ook gehouden wesen, Schoüt secretaris schepenen Borge kerk en H. Geest meesters, predikant en de kerkeraet, met alle behoorlijke eerbiedinge allertijt te respecteeren, en de hem stigtelijk te comporteeren als een schoolmr. toestaet, en behoort te doen Den Schoolmr. zal genieten van een üir luijens over eenen dooden met het clijn clokje ses st., en met de beijde clokke 12 st. de half üire half so veel, de groote clok 8 st. en de begraefenis mede voor een geheel üir den Schoolmr. sal ook de Baere voor den avont uit Baerhuijsie brengen alsmede Baerkleden terstont nadat de lijken gesonken zijn op stokken te drogen en logten ophang en droog zijnde afborstelt en behoorlijk op vouwen en op een droge plaetse zegen, Schoüt en geregten houden de magt en faculitijt om ten profijte van de kerk op elk geluij over de doode lijken, boven hetgeene hier boven voor den Schoolmr daerop is geseth, sodanige somme te stellen, als zij zullen' goet- vinden dat hem den Schoolmr. sal laten welgevallen Item sal den Schoolmr. gedürende zijnen dienst hebben vrij woning met warmoeshof daeraen in het Dorpsschool- huiis gelijk het voor dezen bewoont en gebruijkt is sonder aen jmant buijten Expres consent van Schoüt en schepe nen 't selve te mogen verhüiren maert selve selfs lofbaerlijk bewoonen en ge bruiken Item sal den Schoolmr. gehouden we zen den 31 December van jder jaer bij het geregt komen continüatie versoeken, en de indien zijn gedrag en comparte- ment mitsgaders onderwijs der kinderen niet aenstotelijk is, en met deze com missie en jnstructie over een komt, sal aen hem continuatie werden verleent en op deze orgineele aenneming werden geannoteert Den Schoolmr. zal mede gehouden wezen, geene andere boeken in de schole van de kinderen te laten leeren, als die bij Synodale en Classicale Resolütien daertoe zijn geordonneert, ook de kin deren van de Gereformeerde Religie alle Saterdag naermiddag de vragentjes die van den predicant aen de gemelte kin deren tot lering van de Selve in de kerk des Sondags naermiddags op te seggen werden gegeven te examineeren of se deselve promt van buijten kenne, en bij manqüement van dien, daer op een straf te setten. Den vóórn. Schoolmr. sal mede ge hoüden weze'n alle Sondage na de ge- daene diensten alle de kerke bijbels bij een in een kist of kasje te sluijten en deselve op jder kerkdag jder op zijn plaetse te leggen op peene so daer man qüement aen comt bij desselfs versüijm, men het selve alsdan aen hem zal ver- haelen, ook zal hij gehouden wezen vüirteste en stoven met vüir in de kerk te brengen, so als bij Schoüt schepenen en kerkmeesters zal werden geordon neert en soo dikwijls vüir in de kerke- kamer te Stoke, als hem geordonneert zal werden, mits hebbende daertoe kerke torf. Ook zal hij na eiken kerkdienst de potte en stoven üijt de kerk brengen in de kerkekameren wel toe sien voor dat hij de kerk slüijt, dat ter geen vüir meer in is. Allen t welke vóórsi. is hebben Schoüt en Schepenen ter eenre, en de mr. Ger rart Adrse Broeders ter andere seijde elx respective voor so veel jder in de zen aengaet gelooft te observeeren naer te comen en de naer vermogen te vol brengen in kennisse deses ondergetijkent den 16 October 1750 (was geteekend) G. Broeders. Voor welken vóórs. zijnen schooldienst den vóórn. Schoolmr. zal genieten alle jaeren één hondert en vijftig gulden, van XX Stüijvers 't stuk te betalen bij de borgemr. jder halfjaer de helft der vóórn somme, en de boven dien van jder Bin- nenkint ses stüijvers en jder buijtenkint 12 st- jder vierendeel jaer en de so eenige der selve na expiratie van het vierendeel behoorlijk gemaent zijnde de ouders in gebreken bleven van te betalen dat den Schoolmr. deselve zal mogen overleveren den een Schoüt vóórst., die de penningen van dien, sal üijtleggcn en betalen op dübbelt geit, en vier schat pant en de sulx verhalen aen de gebre- kige tot Haeren laste bij parate Executie, ook zal hij des winters avontschool hou den, van 5 tot 8 üire dog zal jder zijn vüir en ligt die daer in komen selfs moete medebrenge en de aldaer jder leren schrijven pesalm singen, cijfere en lesen waervoor sij die daerin komen maendelijks aan den Schoolmr. zullen betalen agt St. ook is den voorn. School mr. ook aengestelt als graftmaker, waer voor hij sal hebben van een lijk boven de 20 jaer te make en toe te doen in de kerk eene gulden en op t choor of kerkhof twaelf St. de lijke ónder de 20 jaeren half soveel, hij sal alle doods beenderen behoorlijk in t crekelhuijsie brenge en voorts de grave make daert Schout en Schepenen zullen ordonneeren. (Volgen handteekeningen). De zoele lenteavond had zijn schadu wen reeds over het jonge loof van de boomkruinen van het slotpark van Rood heide uitgespreid, toen een jong paar langzaam door één der lanen naderde. De rijzige man met den blonden baard had zijn arm teeder om het slanke li chaam' van het meisje geslagen en haar donker kopje leunde op zijn schouder. Zij spraken niet veel, doch het was hun toch, of zij elkaar in de laatste minuten oneindig veel geopenbaard hadden, want hun blikken waren van een welsprekend heid, die het gesproken woord over bodig maakte. Dat dit gelukzalig uur zou komen, zij wisten het beiden sedert dagen, al had de een voor den ander angstig ge tracht te verbergen wat in zijn hart omging. Maar reeds het oogenblik van het weerzien, ongeveer een week gele den, had over hun lot beslist. Herbert van Randow, de oudste zoon van den bezitter van Roodheide, had twee jaar achtereen in het buitenland vertoefd en tijdens zijn afwezigheid was Thekla Van Meyen, een verre, jonge bloedverwante, op het slot gekomen. De gastvrijheid van Roodheide moest het door den dood harer ouders verló ren thuis vergoeden en van den eersten dag af was zij als een kind des huizes behandeld. Zij was bovendien den Ran- dows geen vreemde, had als kind en als meisje dikwijls haar vacantie op Roodheide doorgebracht en zoowel met Eva Van Randow, die ongeveer zoo oud was als zij, als met de broeders Herbert en Paul had zij het altijd goed kunnen vinden. De jongste broer Paul, die zijn vader in het beheer der uitgebreide bezitting hielp, omdat Herbert's neigingen in een andere richting gingen dan het landbouw bedrijf, had de anderhalf jaar lang als een ridderlijke en voorkomende oudere broeder met haar omgegaantoch was er nooit iets van hartelijkheid tusschen hen geweestdaarvoor was Paul te ernstig en te veel in zichzelf gekeerd Met Herbert, die voor zijn studie in Italië reisde, had zij bij lange tusschen- poozen kleine, onbeteekenende brieven gewisseld en zonder bijzondere emotie had zij het eerste wederzien afgewacht, toen op zekeren dag het bericht kwam dat hij voor geruimen tijd op Roodheide zou terugkeeren. Maar toen hij voor haar stond in de volle kracht van zijn mannelijke knapheid, die zoo voordeelig afstak bij de onaanzienlijke gestalte en het weinig innemend gelaat van zijn broeder, toen waren plotseling in haar lieve herinneringen aan haar vroeger logeeren op Roodheide wakker geworden en in haar ongerept meisjeshart had iets zaligs getrild, dat haar bloed naar de wangen dreef en haar polsen sneller deed kloppen. En hij - hij was zoo getroffen geweest door de aanvalligheid van haar gezichtje, dat een oogenblik zijn omgangshandigheid hem in den steek had gelaten en dat hij tegenover haar had gestaan als een verlegen school jongen. De heer van Randow en zijn echtge- nootc hadden niets van het vreemde doen der twee jongelieden bemerkt en of Paul, die er eveneens bij was geweest scherper had gezien dan zij, was uit zijn uiterlijk niet gebleken. Een zeer opmerkzaam waarnemer zou misschien gevonden hebben, dat hij in de volgende dagen nog stiller en geslotener was geweest dan anders. Maar men was op Roodheide zoozeer aan zijn inzichzelt- gekeerdheid gewend, dat men deze ver andering niet opmerkte. Met de eigenaardige schuwheid, die jonge menschen in het eerste stadium van verliefdheid dikwijls eigen is, waren Herbeit en Thekla elkaar aanvankelijk bijna angstig uit den weg gegaan en hun ontmoeting van heden op een af gelegen plek in het park was dan ook het werk van het toeval geweest. En hier, waar zij elkaar niet hadden kunnen ontwijken en waar zij, zoo goed en zoo kwaad als het ging, een gesprek hadden moeten beginnen, was na verloop van nauwelijks een kwartier het onvermijde lijke geschied Geen van beiden wist te zeggen, hoe het eigenlijk gekomen was een feit was alleen, dat hij Thekla plot seling in zijn armen genomen en vurig gekust had, terwijl haar vochtig glan zende oogen hem haar wederliefde had den bekend. Nu wandelden zij langzaam naar het heerenhuis. En zoo geheel waren zij met zichzelf bezig, dat zij het geluid van op een zijpad klinkende stappen niet hoorden en dat zij de onaanzien lijke gestalte van Paul Van Randow pas zagen, toen hij al bijna vlak voor hen stond. Daar hun verhouding nog een geheim moest blijven, tot Herbert eenige, met zekerheid te verwachten be zwaren van de zijde zijns vaders uit den weg had geruimd, liet Herbert het meisje snel los en Thekla deed haar best, haar gloeiend gelaat te verbergen. En het scheen dat Paul inderdaad niets had gezien, want hij groette hen kalm en zette zijn weg voort in tegenovergestelde richting met de opmerking, dat hij bezig was den tuinman te zoeken. Ook bij het souper, waaraan alle leden van het gezin deelnamen, was hij niet anders dan gewoonlijk. Hij was voor komend en gedienstig als immer tegen over Thekla en antwoordde zijn broeder zonder onvriendelijkheid op diens vragen. Onder het eten was er sprake van, dat Thekla den volgenden morgen zou rijden naar een modiste in de op ongeveer een uur afstanas gelegen stad. Eva was oorspronkelijk van plan geweest, haar te vergezellen, doch zij was licht ver kouden en Herbert moest met zijn vader een bezoek op een naburig landgoed afleggen. Toen mengde Paul, die zich tot dusver niet met deze aangelegenheid had bemoeid, zich in het gesprek Als ge het goed vindt, Thekla zal ik u met onze nieuwe automobiel naar de stad rijden. Ik was bovendien ook van plan er morgen heen te gaan. Thekla stemde dadelijk toe en ver heugde zich bij voorbaat in den auto- mobieltocht, te meer, daar zij wist, dat Paul een voortreffelijk chauffeur was. Den volgenden morgen vroeg, toen de zon prachtig boven Roodheide was opgegaan, trad Thekla in automobiel- kleeding uit het heerenhuis. Paul. die reeds op de chauffeursplaats zat, be groette haar vriendelijk en zorgde er met zijn gewone voorkomendheid voor, dat zij een gemakkelijk zitje kreeg. Op het laatste oogenblik kwam ook Herbert naar buiten en reikte Thekla de hand tot afscheid. Grootere vertrouwelijkheid durfde zij zich in Paul's tegenwoordig heid niet veroorloven, maar zij hadden hun oogen niet zoo goed in hun macht als hun lippen, Klaar zei plotseling Paul met een vreemde, ruw klinkende stem. En nog voor Herbert tijd had gehad hem verwonderd te vragen, of hij den tot chauffeur op te leiden knecht niet moest meenemen, had de auto zich in beweging gesteld en rolde het rijtuig zoo snel heen, dat het binnen weinige oogenblikken was verdwenen. Terwijl zij haar mantel vaster om haar slanke gestalte trok, leunde het meisje achterover in de leeren kussens. In haar ziel was evenveel gouden zonne schijn als op de beemden en velden in het rond en, terwijl haar gedachten bij Herbert waren, gaf zij zich over aan het eigenaardig genot, dat het voort snellen van de auto den met gezonde zenuwen toegerusten mensch bereidt. Dat Paul de eerste vijf minuten geen woord tot haar sprak, verwonderde haar niet, want zij wist, dat een goed chauf feur zijn aandacht geheel moet wijden aan het hem toevertrouwde rijtuig. Maar toen zij toevallig naar zijn gelaat keek, kreeg zij een gevoel van ongerustheid. Vroolijk en opgeruimd had zij hem nooit gekend, maar zulk een sombere uitdruk king had zij nog nooit in zijn trekken waargenomen. Om zijn mond lag een harde, diep ingesneden trek, zooals men dien ziet bij menschen, die aan hevige lichamelijke of zielepijnen lijden, en de frissche morgenlucht was niet in staat geweest, de vale bleekheid van zijn wan gen te verdrijven. Zij wilde hem vragen, of hem iets scheelde, of hem iets onaangenaams was overkomen, doch de moed daartoe ont brak haar en bovendien was de snelheid van den rit zóó razend geworden, dat het bijna onmogelijk was, een gesprek te voeren. Thekla was niet bang en bij de proef ritten had zij telkens gejubeld van pret, als op den stillen, rechten landweg de snelheid van de auto tot de uiterste grens was opgevoerd. Thans echter overviel haar een eigenaardige beklemdheid. De scherpe luchtzuiging belemmerde haar ademhaling, het spookachtig voorbijglij den van boomen en struiken maakte haar duizelig en onwillekeurig greep zij met beide handen naar de leuning van haar zitplaats, alsof zij bang was, uit het rij tuig geslingerd te zullen worden. Nog vijf minuten lang verdroeg zij dit pijnlijk gevoel, dat met ieder oogenblik tot een gevoel van hevigen angst groeide. Dan werd het haar te machtig. Langzamer 1 riep zij Paul toe, ik ben bangl Toen keerde hij zijn doodsbleek gelaat, waarvan de trekken haar akelig verwron gen toeschenen, naar haar toe en schudde ontkennend het hoofd. Zij begreep niet, hoe zij die onbeleefde weigering moest opvatten. Maar deodelijke schrik kwam over haar, toen de automobiel plotseling van den landweg een slecht onderhouden zijweg opreed, waarvan Thekla wist, dat hij eindigde onmiddellijk voor een steen groeve van minstens vijftig meter diepte. Met beide handen omvatte zij in vree- selijken angst den arm van Paul. Om 's hemels wil, Paul, wat heeft dat te beteekenen ]e rijdt ons den dood tegemoet. Met ijzeren druk hielden zijn vingers het stuurrad vast. Zijn blik was star op de verte gericht, maar tusschen de tan den stiet hij uit: Ja 1den dood 1 Duizendmaal liever wil ik met je sterven, dan dat ik je aan mijn broeder afsta I Zij gilde en probeerde het wiel om te draaien, om de richting van de automo biel te veranderen, maar haar krachten konden niets verrichten tegen de zijne en bij de snelheid van den rit kon zij er niet aan denken, zich door een sprong Zuiden.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1906 | | pagina 5