Nummer 84 Zondag 21 October 1906 29e Jaargang Tweede Blad. LANDBOUW. Uit Baardwijks verleden ui. BUITENLAND. Frankrijk. Duitschland. Verzekering van Landbouwere tegeü Ongevallen. li W" 1 I' -'"■!! 1' Baardwijkechen Overlaat. Extract uit het Register der Resolution van de Edel Groot mogende Heeren Staten van Holland en West-Friesland. Donderdag;, den 25 Jufij 1765. De Raadpensionaris heeft ter verga dering geexhibeert de resolutiën van de Heeren Staaten van Gelderland en van den Raad van State alsmede van Schee penen, gezwoorens en raaden der hoofd stad 's Hertogenbosch, van dato 14, 20 en 23 Juni 11., dienende tot dezelver respectieve ratificatiën op de Conventiën tusschen de Heeren Haar Edele groot Mogende Gedeputeerdens ter generali teit en de Heeren Gedeputeerdens van Gelderland en van den Raad van Staate, alsmede gecommiteerdens van de Re geering van 's Hertogenbosch, omtrent het maken en onderhouden van den Overlaat voor het land van Heusden bij Baartwijk, voor sooveel ieder aangaat den 10, 14 en 12en der gemelde maand Junij geslooten en uit kragte van Haar Edele Grootmogende resolutie, van den 26 Junij voorstegens gelijke akte van ratificatie uitgewisseld. Waarop gedelibereert zijnde, is goed gevonden en verstaan de voors. aktens van ratificatiën hierna geinsereert bij deze aan te nemen voor notificatie. Extract enz. Extract uit de resolutie van de Edele Mogende Heeren Raaden van Staaten der Vereenigde Nederlanden. Donderdag;, den 20 Juni 1765 De Heer van Boetzelaar, Thesaurier Generaal Hop, en Secretaris Gillis, de Heeren Vereist en Pesters, hunne meede- gecommitteerdens absent zijnde, hebben aan Haar Edel Mogende gerapporteerd en voorgedragen, dat zij Heeren gecom mitteerden ingevolge Haar Edele Mo gende authorisatie van den 6en April 1761, omme met de Heeren Gedtpu- teerde van de provinciën Gelderland en van Holland en Westvriesland in con ferentie te treeden over het werk van de te maaken Overlaat in het land van Heusden bij Baartwijk, cn dieswegens op approbatie van Haar Edel Mogende een conventie te moogen aangaan na veele daarover gehouden conferentiën met de Heeren Gedeputeerden van de provincie van Holland en Westvriesland, welke provincie het maaken en onder houden van dien Overlaat geheel op sich hadde genomen, hadden aangegaan en geslooten, onder approbatie van weder- zijdsche Heeren principaalen, die con ventie die zij Heeren gecommitteerden thans de eere hadden aan Haar Edele Mogende daarvan te exhibeeren, waar toe sig geheel zouden refereeren, als daaruit van selfs sullende blijken de ree denen die haar tot het stellen der somma van de contrebutie voor het generaliteits interesse, zooals die voorkomt, geper- moveert hebben, alsmede wat verdens daarbij is gestipuleerd tot conservatie soo van de souvereiniteit als verdere regten de generaliteit in deesen compe- teerende, en waarmeede sij Heeren Ge committeerden verhoopten aan de intentie van Haar Edele Mogende te sullen heb ben voldaan. Waarop na lecture van de voors. con ventie gedelibereert zijnde is goedge vonden en verstaan de Heeren gecom mitteerden voor haar genoome moeite in deezen te bedanken, en voorts de zelve conventie sooals die legt en aan het einde deses is geinsereert, volkoo- men te approbeeren en te- ratificeeren, zooals dezelve geapprobeert en gerati ficeerd werd bij deesen, sullende deselve conventie in het acteboek werden ge insereert. En sal extract deeses werden in han den gesteld van opgemelde Heeren Ge committeerden ten einde deese teegens de ratificatie van de Heeren Staaten van Holland en Westvriesland te kunnen werden uitgewisselt. Conventie tusschen de Heeren Gedeputeerden van de provincie van Holland en Westvriesland ter vergadering van Haar Hoog Mo gende ter eenre en de Heeren Gecommitteerden uit den Raad van Staate, als bij resolutie van welgemelde Raad in dato 6 April 1761, hiertoe geautoriseert ter andere zijde over den Overlaat in het land van Heusden bij Baardwijk. 1. Dat de provincie van Holland en Westvriesland op sig zal neemen het maaken en onderhouden van den ge- projecteerden Overlaat van Baartwijk met het geent daartoe behoort, op den voet van hetgeent daarvan breeder is vermeit bij het advies van den Raad van Staate met de bijgevoegde stukken daaromtrent gearresteert den 9 December 1757, en bij Haar Hoog Mogende inge komen den 13e dito, mitsgaders van de resolutie van de provincie van Holland op hetzelve subiect genoomen den 7en November 1759, en den 9en dito ter generaliteit ingebragt en voorts met soo- danige verdere precautiën als onder het werk tot beeter bereikinge van het voor gestelde oogmerk noodig en dienstig geoordeelt sullen worden. 2. Dat den Raad van Staate tot voors. werk aan Holland sal contribueeren eens de somme van Veertig duisend ses hou der t agt en veertig guldenszijnde de juiste somma waaiop de calculatie van het interesse van de Generaliteit ten op- sigte van derselver landen en fortificatiën voor gemelde te maaken Overlaat door de Professor Lulofs is geformeert ge worden. 3. Dat van wegens Holland aan den Raad van Staate zal werden gesuppeti- teert eene specifieke kaart of teekeninge van de gronden waarover gemelde Over laat van Baartwijk sal moeten gaan en gelegt werden en daarop in specie aan wijzen de generaliteits perceelen van landen welke daarin sullen moeten ge bracht werden- 4. Dat den Raad van Staate dien conform sal besorgen dat de voors. gronden of perceelen met de gebouwen die daarop sullen mogen sijn door de respectieve geregten na behooren op den eed sullen werden getaxeerd. 5. Dat vervolgens den Raad van Staate in eens eene overgifte en cessie van alle deselve perceelen, gronden etc sal doen aan de provincie van Holland en sulks vrij en sonder eenige belastin gen van verpondinge of andere lasten, onverkort nogtans de Souverainiteit en Jurisdictie van de generaliteit over de selve gronden in alle andere opsigten. 6. Dat den Raad van Staate volgens de gedane taxatie der respectieve ge regten sal besorgen het dedommagement van deselve getaxeerde perceelen aan de geinteresseerdens van dien, welke betaalinge aan welgemelde Raad sal vali deeren en in afslag strekken van de roors. somme die aan Holland tot den voors. Overlaat moet contribueeren. 7. Dat het resteerende van gemelde somma sal worden voldaan aan de pro vincie van Holland, soodra welgemelde provincie sulks sal requireeren. 8. Dat soo wanneer de provincie van Holland van de voors. overgedrage lan den eenige naderhand mogte goedvinden te verkoopen, of op eenige andere wijse te alieneren, het den Raad van Staate vrij sal staan soodanige perseelen we derom te doen aanslaan in de verpon dingen en andere generaliteitslasten, soo sulks behooren sal. 9. Dat men dit alles en al hetgeent tot het maaken van den voors. Overlaat sal behooren en gedaan werden, gelijk meede wanneer dezelve Overlaat tot volkoome perfectie sal sijn gebragt tot den Raad van Staate nogthans sal vrij blijven om in het onverhoopte geval en sulks in cas van nood en wanneer ter defensie van de Republicq sulks dienstig sal vinden te doen effectueeren het leg gen van een dam in de rivier de Dieze mitsgaders het doen maaken van een keerkade van Vlijmen tot op de hoogte van het fort Engelen, en het geent ver ders tot het maaken en behouden der groote inundatie voor 's Hertogenbosch noodig sal werden bevonden. 10. Dat het gantsche werk van den voors. Overlaat bij de Provincie van Holland volbragt zijnde hetzelve door luiden bij den Raad van Staate te com- mitteeren, sal werden opgenomen en gevisiteert of hetzelve na behooren is gemaakt ten einde wanneer daaraan de fecten mogten werden bevonden, waar door aan het vereischte oogmerk van deesen Overlaat niet sdude werden vol daan, hetselve aan de Heeren Staaten van Holland of derselver Heeren ge committeerde Raade te representeeren, om daarop na bevindinge order gesteld kunne werden. 11. Dat de voors. Overlaat nimmer- len. Waar eveuwel het groot bedrijf ten Friesland te Drachten J. J. v. d. Weel, meer sal moogen werden geslooten of geamoveert, als met gemeene bewilliging. Aldus gedaan en geconvenieert bij de onder geschreevene op approbatie van wederzijdsche Heeren principaalen en ter oirconde onderteekend den 14 juni 1765. Was onderteekent P. de Pui, P Steijn, J.. B. van Boetzelaar, J. Hop, P. A. Gilles. Was geparafeert Pr. Scheijderuit Vr. Onderstondaccordeert met het Register, was geteekend P. A. Gilles. Extract uit het Register der Resolutiën van Scheepenen ge- swoorens en Raaden der Hoofd stad 's Hertogenbosch. Sondttg den 22 Junij 1765. Is door den Heer Voorsittend Schee pen Gerbade voorgebragt dat op gister avond tijdig was ingekomen dat het versoek van de magistraat die straat deeser stad, omme de vijf cn twintig duizend guldens, welke dese stad, vol gens het geresolveerde van den len deeser loopende maand junij aan de Provincie van Holland soude contribuee ren in de kosten, noodig tot het maaken van den geprojecteerden Overlaat bij Baartwijk in het land van Heusden, te moogen negotieeren op het fonds der barakken, breeder gemontioneerd onder de notulen van den 19cn Tulij voors. door Haar Hoog Mogende was geaccor- deert en alsnu wierdt geinsteert op de ratificatie van de conventie tusschen de Heeren Gedeputeerdens ter vergadering van Haar Hoog Mogende wegens de provincie van Holland en Westvriesland ter eenre, en de Heeren Mr. Anthonij Martini, Jan de Vlieger, Scheepen en Raad, en Mr. Anthonij Martini, Pensio naris deser stad, als gecommitteerdens van dese vergadering ter andere zijde op approbatie van hunne wederzijdsche Heeren principaalen in 's Hage den 12en Junij 1765 aangegaan en geteekent, soo en gelijk deselve ter vergadering van den 19en julij 1.1. was geexhibeert en in de notulen geinsereert, dat hij Heere Gerbade deese vergadering op heeden extraordinair had geconvoceert, om daarop alsnu finaal te resolveeren. Waarop gedelibereert zijnde, is goed gevonden en verstaan de voors. con ventie bij deese volkoomen te appro beeren en te ratificeeren, sullende van dit geresolveerde ten spoedigste bij copie aan den Heere Raadpensionaris Steijn worden kennisgegeven, ten welken einde dese voor geresumeert sal worden ge houden. Onderstond accordeert met het voors register. Actum 's Hertogenbosch den 23 Junij 1765. Was geteekend Ant. Martini- Accordeert met het voorschreven register, berustende in het Rijks archief te 's Hage. De Archivaris van het Rijk. (Geteekend) L. Pr. C. van den Bergh 's Hage den 27 April 1867. Voor eensluitend afschrift. De Secretaris van Baardwijk. J. A. J. VAN HEIJST. onzent niet zoo sterk ontwikkeld is als in Lid v. h. Bestuur der Zeeuwsche Landbouw- Duitschlaud met zijn vele landgoederen. Mij, te WolphaertsdijV, staan ons borg, kunnen we hel getal veilig lager stellen, dat de administratie aan goede zorgen wordt waarbij we echter weder in aaumerking toevertrouwd en de belangen van den land- moeten nemen, dat ook hier het gebruik bouwer en veehouder in de ee.aia plaats onderscheidene machines gestadig en zullen worden behartigd. De Troonrede heeft ons teleurgesteld omdat we er in misten de aankondiging van een wetsvoorstel betrefFende bovengeuoemde verzekering. Toch is de wenschelijkheid van zoodanige verzekering erkend èn door den voormaligen Minister èo door het Land bouwcomité èn door de Commissie uit de Groniger Mij. van Landbouw. Een wette lijke regeling van het onderwerp is dan ook geenszins een overbodige weelde. Wie als wij sedert jaren te midden der plattelands bevolking leeft, zal met ons de ervaring hebben opgedaan, dat bij den landbouw het aantal ongevallen waarlijk niet zoo gering is, als sommigen meenen. Ernstige, lerens gevaarlijke ongelukken worden natuurlij' ook buiten de woonplaats der betrokken werklieden bekend, met de uiiuder ernstige niet levensgevaarlijke, is dit echter niet het gevel, en bet aantal van deze is ongetwij feild veel grooter. Eerst bij invoering der ongevallen-verzekering zou uit de boeken en geschriften der administratie een vrij betrouwbare statistiek kunnen worden op gemaakt en alsdan blijken van welken om vang het aantal ongevallen bij den landbouw is. In Duitschland bedroeg dit, volgens den lieer Fockema Andieae, in 190*5: 5.18 per 1000 verzekerden onder gelijke om standigheden zouden we dan voor ons land het aantal ongevallen op 3000 moeten stel- van steeds sterker toeneemt, en hiermede de kans op ong.-vallen te- en». Belangrijk is in dit verband wat een medewerker van de Leeuwarder Courant een paar jaar geleden vernam van den Heer T. te Kinswerd. De heer T. had zijn werkvolk tegen invaliditeit en ongelukken verzekerd bij een Nederl. Verzekering Mij. die hiertoe op drieërlei wijze gelegenheid geelt a. voor een uitkeering in eens bij een ongeval met doodelijken afloop b. voor een uitkeering in eeus, wanneer tengevolge van een ongeval levenslang gc- heele of gedeeltelijke ongeschiktheid om te werken ontstaat c. een zekere uitkeering per dag naar verhouding van het verzekerd jaarloon, ge durende, een bij contract aangegeven, voor erschillende omstandighedeu verschillend aantal dagen. Bij den aanvang der verzekering word bet aantal verzekerde personen als gemid deld 15 opgegeven, waarvan het loon toen op f 5000 werd gesteld. In 12 jaar tijd? Bijenteelt De Bijenteelt breidt zich steeds meer uit, het aautal ijmkers neemt gestadig toe. Dit geschiedt om het directe honig gewin en het indirecte nutde bestuiving der ooft- boomen en de bloesems onzer gewassen. Maar ook om de poëzie van bet ijmkersbe- drijf, waarom ook vele dames en heeren er zich toe voelen aangetrokken. Wie begint, wende zich echter tot een vertrouwd en kundig persoon, die ons een geschikte bijen woning voor losten bouw want hierin ligt het grootste voerdeel en genoegen aan de band kan doen en ons tevens wil voorlichten. Op grond onzer ervaring beve len wij daartoe het adres aan van den heer Ketting te Santpoort, die aan 't hoofd staat van den Eersten Nederl. Handels Bijenstand. Men vrage. hem om inlichtingen, 't zij schriftelijk door de aanvrage van zijn geïl- lustreerden catalogus, of nog beter door zijn bijenstand te bezoeken en tevens een kijkje te gaan nemen in zijn machinale zaag en timmerfabriek met electrische drijfkracht, kwamen bij den Heer T. vijf ongevallen 1 waar de bijenwoningen en bijbehooreude zaken voor, waarvoor de Mij verzekering moest uitkeeren, u.l. 1. Een werkman breekt eeu been door de woestheid van een stier. 2. Een werkman valt in den hooitijd bij het vast'i ai^en van den bindstok op den Krommen dissel en breekt twee ribben. 3. Bij het volgen van een stier, die met een hokkeling aan een ketting verbonden was, komt een werkman over den ketting te vallen tegen den harden grond, waardoor hij een lichte hersenschudding krijgt, die echter na eenigen tijd herstelde. 4. Bij het ophalen van een paard gaat een arbeider daarop zitten, valt er af en breekt een been. 5. De dienstmeid brandt zich aan ko kend water. Ook voor dit laatste ongeval waarbij de genezing der wonden 10 weken vorderde, keerde de Mij schadeloosstelling uit. Op een boerderij met een personeel van gemiddeld 15 personen dus niet minder dan 5 uitkeeringsgevallen in een tijdsverloop van 12 jaar! Of op 12 maal 15 is 180 verzekeiden 5 ongevallen, d. i. 27 per 1000 1 Hiernaar een berekening te willen maken over het geheele land, zou zeker ge waagd zij» tneo zou dan komen tot een aantal ruim 5 maal zoo groot als in Duitsch- l:»n I in 1902. Maar wel is de ervaring in het, bedrijf van genoemden heer T. een be wijs te meer voor de noodzakelijkheid van de verzekering ook der veldarbeiders tegen de geldelijke nadeelen van ongelukken en zal men met deze ervaring voor oogen, moeilijk de bewering kunnen staande hou den, dat een zoodanige verzekering niet noodig is. Van harte hopen we dan ook, dat het recht der genoemde arbeiders in deze spoe dig door een wettelijke regeling wordt er kend en ook zij, zoo goed als de arbeiders in andere bedrijven, wanneer hun een on geval overkomt, dat hen ongeschikt maakt om te werken, door eeu uitkeering in staat worden gesteld de geldelijke nadeelen er van te bestrijden. Intusschen, in afwachting daarvan, is het zonder twijfel wenschelijk, dat vele land bouwers, veehouders, enz. het groote nut dezer verzekering inzien en nu reeds voor zich zelf en voor hun arbeiders daartoe over gaan. Verschillende, Maatschappijen, zoowel binnen- als buiteulandsch», bieden daartoe z/de gelegenheid, doch onder deze alle mag ongetwijfeld op éêue uiter bijzonder de aan dacht worden gevestigd, n. 1. de Eerste, On derlinge Landbouw-Verzekering. Mij te Zwolle, waarvan de Staatscourant No. 229 van 2 Oct j.l. de statuten bevat. Zij toch biedt volgens haar statuten het voord»el, dat de overwinst op het bedrijf behaald, wederom ten gotde komt van de personen, die inet aandeel in de winst bij deze Mij zijn verzekerd. De namen van erkeude voor mannen op het gebied van den landbouw, die als Commissarissen het toezicht op het beheer der Mij uitoefenen, zooals de heeren E. Jacobs, Gedelegeerd- van het Centraal Bureau van het Ned. Laudbouw-Comité, A. G. Duider, Lid v. h. Hoofdbestuur der Gron. Mij v. L. en N. te Sappemeer, E. Schrage, Voorz. v. d. Bond v. Coöperatieve Zuivelfabrieken te Assen, L. T. C. H. M. Ridder v. d. Schueren, Voorz. v. d. Nederl. en v. d Prov. Geld. Boerenbond te Zeve naar, Jan Truijen, Voorz. v. d. Limb. Land- bouwbond te Meijel, S. J. Veenland, Lid v. d. Commissie voor de Paardenfokkerij in worden vervaardigd. Een en ander is de, ken nismaking overwaard Vooral zij, die, om te beginnen, in den a. s. winter of althans vroegtijdig in 't voorjaar, zich een bijenkast willen aanschaffen, wenden zich vol vertrou wen tot den heer Ketting, die met zijn be kende welwillendheid steeds bereid is met goeden raad te dienen. Een beknopte handleiding ontvangt men gratis. Sarrien, de minister-president gaat aftre den en wie volgt hem op. 't Is om 't even 't zal er raoeielijk slechter op worde-u, maar klaarblijkelijk komt Clemenceau als kopstuk. Deze reist het land al redevoerende door en nl scheldende op Paus en Kerk. Een enkele uitlating b. v. van den reisen den minister over de scheiding van Kerk en Staat: vHet ongeluk is, dat de bisschop van Rome er niet tevreden mee is geweest, over de gemoederen te heersohen, hij heeft zich verbonden met de uiouaichale machten. De N. R. Ct. toch niet van roomsche sympathiën te verdenkeu, zegt nog wel. dat het begrijpelijk is dat men tegen dergelijke voorstelling in verzet komt, dat het vol strekt niet bewezen is, dat 's Pausen poli tiek tegen den repu'ffikainschen regeerings- vorm gericht. Wij durven zeggen, in tegendeel. De Lulin, de definitief gezonken Fransche ouderzee-boot, is gevonden. Maar bovengehaald is zij nog lang niet en van redding dsr bemanning is geen sprake meer, al kan men niet berekenen, hoelang zij daar binnen nog hebben geleefd. De commandant van het Britsche Middel- landsche Zee-eskader heeft een paar oorlogs schepen met reddingsmaterieel, duikertoe- stelleu enz. naar Bizerta gezonden. Het reddingswerk was tot dusver vrijwel a'leen verricht door de bemanning van een Deen- sche boot. De Frauscheu staan, in hnn eigen oorlegshaven, hulpeloos aan den kant toe te zien. Zoo was het ook te Courrières, waar de redders uil Duitschland moesten komen, omdat de Franzche mijnwerkers zelf niet beschikten over voldoend materieel. Naar aanleiding van de ramp met de Lulin, wordt door de Daily Telegraphde wenschelijkheid betoogd van het tot stand komen van een internationale overeenkomst, strekkende tot afschaffing van onderzeebooten. Och, de politiek eu de naijver zal ook dit goede voornemen wil verstikken. De groote politieke vraagstukken, de gedenkschriften kwestie, alles is op den ach tergrond gedreven door de grandiose boeven streek te Köpenick. We moeten toch even mededeelen als vervolg op ons vorig bericht omtrent het mijnwerkers-vraagstuk, dat de vergadering van vertegenwoordigers der ver- eeniging voor mijnbouw besloot over het voorstel tot loousverhooging niet te onder handelen met de arbeidersorganisatiea, als zijnde niet de bevoegde vertegenwoordigers van het mijn per son eel. Dit een zeer om standig onderzoek is gebleken, dat de loonen der uiijnwerkf rs, ten gevolge van de belang rijke loonsverhoogingen, op alle plaatsen in het laatste jaar, ook bij de tegenwoordige prijzen der levensmiddelen, voldoende zijn. 1

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1906 | | pagina 5