Nummer 86 Zondag 28 October 1906. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. ■waarin opgenomen DE NOORD BH ABANTSCHE POST. Eerste Blad. Krachtkèrels. 29e Jaargang. AUTOON TIELEN. Dit nummer bestaat uit DRIE Bladen. Uitgever: FEUILLK f OiX. In voerrechten assaasiSEKffi 33) rmwmwi 1 iiiiiir- i iiiiibii\m De Echo v ra liiifslrailsrhr C'ouraut. Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond Abonnementsprijs per 3 maanden fü."5. Franco per post door het geheele rijk f 0.90. Brieven ingezonden stukken gelden enz., fratico te zenden aan den Uitgever. W A A L W IJ K. Telefoonnummer 38 Adymtsntikn* 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en advertenties bij abonnement worden specific zeer voordeelige contracten gesloten. Reclames 15 cent per regel III {Slot.) En nu dan onze leekenzienswijze. Laat ons vooropzetten, dat we niet in bijzon derheden kunnen afdalen Dat veroor looft noch de ruimte, noch onze bevoegd heid. Maar daarom willen wij toch niet zwijgen, al noemt wellicht de Stand, dit liefhebberen en in 't vage phantaseeren". Welnu dan, wij zien geen ander en geen beter middel dan een volksleger, zooals er in Zwitserland een bestaat, maar dan eene organisatie van een volks leger, geënt op Nederlandschen loot, m. a. w. welke rekening houdt met onze economische, sociale en topografische toestanden. Wij zijn het in dezen volkomen eens met den Gelderlander, dat ons eenig streven moet zijn, zooveel mogelijk te naderen tot eene goedkoopere legerin- richting en die toch meer waarborgen zal geven dan de tegenwoordige. Of we dan ook voor afschaffing der loting zijn Wel zeker, als deze niet behoeft te leiden tot den algemeenen kazerne-plicht en dat behoeft beslist niet, indien we het Zwitsersche stelsel overnemen, na tuurlijk gewijzigd naar onze Nederlandsche toestanden. Dit stelsel vereischt voor een sterker en beter geoefend leger slechts een derde van ons oorlogsbudget. Waarom dan daar niet naar toe gestuurd? Het Huisgezin zegt in een repliekje aan 't adres van onzen Gelderschen con frater >Zoodra niet enkel de vereeni- ging >Onze Vloot", maar ook het mi nisterie van Marine de goedkoope vloot- plannen van den Gelderlander aan vaardt en ten uitvoer brengtzoodra ons leger maar een derde kost van tegenwoordig zoodra dit geschiedt, zien wij van alle verder verzet af. Voorshands gaat het niet over een defensie inrichting, die millioenen, welke thans worden uitgegeven, in de schatkist zal doen blijven, maar juist over het dreigende gevaar van steeds klimmende, onrustbarend klimmende uit gaven. Daartegen kwamen wij op. Had nu de Gelderlander kunnen aan- toonen, dat onze vrees voor dat gevaar denkbeeldig, hersenschimmig is, dan had het een goed werk verricht". Wij behoeven het in dezen niet voor den Gelderlander op te nemen, maar toch v« enschen we op te merken, dat Het Huisgezin meer afbreekt dan op bouwt. Wel zegt het ons, wat het niet wiln.l. geen hoogere opdrijving meer van militaire lasten. Nu, dat willen wij ook, maar moeten we dan in 't moeras blijven zitten »Daar gaat het voorshands ,niet over", zegt het. Goed. maar als de regeering dan niet anders wil, dan zal deze gedwongen moeten worden door de publieke opinie, die vrij wel haar uiting vindt in die pers, welke wel een leger wenscht, maar een goedkooper en beter. En zoo hiervoor positief propaganda wordt gemaakt, gelijk De Gelderlander deed, dan zal men ten slotte in Den Haag verplicht zijn hiermede rekening te houden. De beste propaganda is de logica van sprekende teiten. Welnu, een Duitsch officier heeft dit jaar de manoeuvres bij gewoond van een gedeelte van het Zwitsersche volksleger en hij was vol lof over de buitengewone weerkracht der Zwitschersche troepen, welke toch zijn opgebouwd uit mannen, die bijna geen kazerneplicht kennen, een heel korten oefeningstijd hebben en wier africhting en onderhoud den Zwitscherschen staat zooveel minder kost dan ons leger, dat wel al de nadeelen van het militairisme aankleeft, maar niet de voordeelen, die een gezonde militaire organisatie mede brengt. Concludeerende komen we tot deze slotsom Laat men toch ten onzent ophouden met dit stelsel van verduitscht systeem, maar een begin maken met een defensie- inrichting, die leiden zal tot een Neder- landsch volksleger. Wij begrijpen zeer goed, dat dit niet ineens gaat, maar waar men begint a te zeggen daar volgt b en waar de pers voortdurend op dat zelfde aanbeeld blijft hameren, daar moet dit »frapper toujours" ten slotte inslaan. Ten slotte de Regeering houdt zoo veel van Staatscommissie's. Welnu, een Staatscommissie voor's lands defensie, waarin alle richtingen vertegen woordigd waren, 't burgerlijke element zelfs sterker dan 't militaire, zou werke lijk op dit oogenblik een gewenschte staatscommissie zijn. De ministers van marine en oorlog moesten dan natuur lijk iri dit overgangstijdperk een >status quo" handhaven en dan kon er sprake van zijn, om te komen tot een weldoor dacht en deugdelijk uitgewerkt plan, met scherp getrokken lijnen, nauwkeurig ge verifieerde cijfers en welgewikte tijds bepalingen". De opdracht aan deze Commissie moest dan hoofdzakelijk bestaan in 't bestu- deeren der organisatie van een Neder- landsch volksleger en de kustverdediging en grenswacht, dit alles echter doelma tiger en goedkooper dan nu. Men moge ons dan toevoegen »A1- weer een Staatscommissie", het komt ons echter voor, dat deze even, ja meer actueel is dan sommige, die reeds werk zaam zijn, bovendien waar de Stand. het probleem bijna onoplosbaar noemt en t. a. p. zegt, dat men over en weer in den blinde rondtast, daar is dit o. i. de eenige weg tot uitkomst. de technische Tariefsheiziening, geen ambtenaren, de heeren Van Haren No- mann en Klüssener, te gaan spreken en zoo mogelijk te overtuigen van 't goed recht der schoenindustrie op vrijdom van overleder. De mogelijkheid van deze voor de schoenindustrie zoo belem merende belasting was in de toekomst, zooals onzen lezers bekend is, niet uit gesloten ook onder dit vrijhandels-mi nisterie. Over deze zaak lezen we nu in de geen denken aan omdat bij eenige be nadering te schatten. In de Langstraat bestaan nog vele schoenmakerijen die handwerk maken en ook over het ge heele land zijn nog tal van schoenma kers verspreid. Zeker is het, waar in de machinale bedrijven van 3500 tot 4000 arbeiders werkzaam zijn er dan nog een groote massa handwerkers overschieten. Om met cijfers dus te bewijzen wat de geheele productie is, zoowel van hand werk als machinaal kon de commissie Schoenindustrie een en ander, dat we onmogelijk, hoe groot het verbruik in om 't belang voor deze streek bijna in Nederland is, en dus uit het verschil z.jn geheel overnemen: >Door den heer van Haren Nomann was indertijd den voorzitter verzocht dat hij zou opgeven cijfers waaruit blij ken zou hoe groot de productie, hoe groot de uitvoer was en te bewijzen of al of niet overproductie is, zoodat Roman van de Zee door JOS. SCHELLEKENS. VIH. Met één slag hoopt hij hiermede 't lot te zijnen gunste te keeren en zijn Toos een ruimer bestaan te kunnen aaubieden. Doch, hij is te veel man van 't oogenblik, dat hij dit strenge werksysteem kan volhouden. Soms staat zijn atelier dan ook weer dagen te somberen in de eenzaamheid van 't leeg- zijn, terwijl zijn voor eenige dagen nog zoo ijverige bewoner zijn bohéme-leven geniet, 'l Jonge vrouwtje lijdt meer ooder deze wispelturige artisten-ongedurigheid dan zij wel uit. Niet alleen toch, moet dan het noodige voor de huishouding van haar salaris komen, maar ook ia Tom dan zeer prikkelbaar en komt hij wel eens in een toestand thuis, die alles behalve artistiek is. En als zijn jonge vrouw zich dan hierover beklaagt, vallen er woorden, die in 'tjonge huwelijkswoordenboek niet te vinden moesten zijn. Wel zijn die perioden slechts kort en vrij zeldzaam, snaar ze werpen toch 'n don keren schaduw op die jonge samenleving en doen Toos, als zij in mijmerstilte slleen in haar kamertje zit bange gedachten krijgen vooi de toekomst. Zij begint te vreezen, dat Tom erfelijk belast is met deze ondeugd, daar hij in zijn intieme gesprekken over zijn familieaangelegenheden wel eens los gelaten heeft, dat zijn pa zoo goed als aan den drank verslaafd was. Dc vrouw voelt bij 't overpeinzen van dez mogelijkheid haar hart bijna stilstaan van schrik. Maar als dan weer de werkperiode van haar man daar was, werden deze doükere gedachten wederom weggevaagd en genoot zij dubbel van de innige teederheid, waar mede Tom haar dan tegemoet trad. En toer op een dag, nadat beiden in de frissehe, heldere winteratmosfeer eene heerlijk versterkende wandeling hadden gedaan, die de jonge vrouw een rooden blos op de wangen had getooverd, de bekentenis kwam, dat zij moeder hoopte te worden, was of er een ommekeer in Tom had plaats gegre pen. Meer en meer maakte hij zich van zijn wel wat levenslustige vrienden los en be steedde zijn tijd tusschen zijn atelier en de huiskamer, zoodat 't jubelde van stille, on uitgesproken, maar daarom niet minder diepe blijdschap in 't hart der jonge vrouw. IX. „Loop je nog even mee aan, Frits of wacht je liever, tot ik je komst eerst heb voorbereid. M'n vrouw en mama zullen we' verraat opkijken, als ze je zien. 'tls dan ook al 'n heele tijd geleden, vier jaar 0 Ja, dat is 't, Haak. Maar hoe gaarne ik ook met je familie weer kennis zou ma ken, ik moet 't nu maar niet doen. 't Is zoo onverwachts en 't wekt zoo'n verre herinneringen op. Nee, spreek er eerst maar eens over. Ik ontmoet je morgen dan wel bij mij thuis en dan hoor ik er wel meer van*. „Nou, adieu dan uAdieu, tot morgen En de beide vrienden nemen met 'n handdruk afscheid van elkaar. Haakon spriugt op den Dam op 'n tram- Zooals onze lezers uit vroegere me- dedeelingen weten is er door de alge- meene vergadering van den A. N. B. v. Schoenfabrikanten eene commissie benoemd van drie leden nl. de heeren: Klijberg, van Schijndel en Mannaerts, om twee leden van de commissie voor inetje om vlugger thuis te zijn. Hij is eenigszins gehaast, om z'n familie't nieuws mede te deelen, dat hij, dcor de stad wan delende, heel toevallig z'n vriend Frits van Bleekland ontmoette, die sinds eenige dagen van Indië is teruggekomen en nu voortaan in Holland blijft. Voorloopig is hij te Am sterdam in garnizoen, waar ook zijn familie woont. Zijn pa heeft er zich, nadat hij als vice- admiraal gepensionneerd is, metterwoon ge vestigd. Als Haakon, die de kapiteinsuniform draagt z'n huiskamer binnentreedt, komt 'n aanvallig ventje van twee jaar hem tegengetrippeld. 't Steekt z'n mollige armpjes uit, terwijl bet met z'n fijn kinderstemmetje eenigszins gebroken „pasie, pasie* roept. Met zwaai, waarbij de kleine beentjes in druk trap beweeg op en neer gaan, neemt de gelukkige vader z'n lieveling op. De kleine slaat z'n armpjes om den hals van z'n pa en geeft hem 'n klinkenden zoen, waarna 't in breke-taal zegt Nietje rijten, nietje rijten.* „Zoo, wi! m'n kleine Fritije weer paardje rijden. Du's gotd, lieveling, maar eerst moet paatje moesie en grootma wat nieuws vertellen. „Heb je wat nieuws, Haak Toch iets goeds, hoop ik.4 zegt Nel, die als jongge huwde vrouw er nog beter uitziet dan als jong meisje. Zij is in de drie jartn, dat ze nu met Haakon getrouwd is, 'n mooie vrouw gewor den. Was zij als jong meisje wel wat al te slank, thans doen haar meer gevulde vor men heur vrouwelijke schoonheid nog beter uitkomen. Men kon 't overigens de jonge vrouw aanzien, dat zij zich met haar Haakon recht gelukkig gevoelt. Hoe liefdevol ziet ze haar man aan, wiens krachtgestalte in z'n zeekapiteins-uniform nog voordeeliger uit- er uitvoer noodzakelijk blijkt. Hoe groot de productie is voor de mechanische bedrijven dit kon de com missie wel eenigszins schatten, daar voor die schatting haar ten dienste stonden de cijfers eenmaal door de verschillende schoenfabrikanten opgegeven van hun jaarloon betaald over 1904. Dat bedrag was toen 1 millioen gulden, enkele mechanische fabrieken zijn niet aange sloten en daar verschillende fabrieken zich in den laatsten tijd nog al bedui dend hebben uitgebreid zoo kan men veilig aannemen dat momenteel het jaarloon in de mechanische fabrieken ruim 1 250.000 gulden zal bedragen. Als mes aanneemt dat het loon zoo onge veer e van de productie zal bedragen komt men tot een cijfer van 7.500.000 gulden. Hoe groot de uitvoer is, was voorde commissie ook zeer moeielijk te schat ten, doch dank zij enkele cijfers haar in vertrouwen medegedeeld, kon zij veilig schatten dat de uitvoer reeds 750.000 gulden zal bedragen, wat voorzeker den korten tijd dat men daarmede voor goed bezig is in aanmerking genomen, reeds op een zeer goed resultaat wijst- Hoeveel schoenen nu nog met de hand gemaakt worden daar is geheel komt (Ln vroeger in z'n stuurmanspakje. Haakou is er nog gezetter op geworden. Z'n energieke, doch joviale zeemanskop buigt zich liefdevol over r'n jongen, die il kraai ende op z'n ééne knie zit te wippen, terwijl hij met kinderlfjk geweld in z'n handjes klapt. „Nou, Haak, wat heb je dan?* vraagt mevrouw van Holland, die in 'n grooten leunstoel zit gedoken, terwijl heur wel wat vermagerde handen ijverig 'n paar kousen mazen. Toch niet iets over onze Toos En een smartelijke plooi legt zich om den mond van mevrouw, die in vier jaren zeer verouderd is. Heur haren zijn nog witter geworden't voorhoofd zit vol rimpels, terwijl op haar gelaat 'n melancholische ernst-uitdrukking ligt, welke de vijftigjarige minstens tien jaren ouder maakt. Neen, mama, niet van die arme Toos, trouwens dat zou ook al 'n bijzonderheid zijn, als ik daar 'n goede tijding over mede te deelen had „Och God, zegt dat wel m'n jongen, 't Is nu al ruim 'n half jaar geleden dat we iets van haar vernamen. Iloe dat ze 't tooh maakt met haar twee arme bloedjes van kinderen Ze durft noch wil zeker iets meer van haar laten hooren. Zou heur man nog zoo drinken M'n arm, arm kind, dat ioo in haar ongeluk moest loopen „Kom, mama, we kunDen daar nu eenmaal niets meer aan doen. We hebben reeds genoeg pogingen ter verbetering en opheffing aangewend.* Nel gaat naar haar ma toe, die met de tranen in de oogeu wezenloos voor zich uit zit te staren. Liefdevol legt ze haar arm om de bedroefde vrouw heen, terwijl ze Haakon toeknikt met z'n nieuws voor den dag te komen, in de hoop, dat dit heur van het een met het ander te bewijzen dat er overproductie is en hoeveel dit kon evenmin. Men heeft gecijferd en nog eens ge cijferd, rekening houdend met de waar schijnlijkheid hoeveel ieder inwoner per hoofd zal verbruiken, doch men kwam met al die berekeningen niets verder en daar de commissie slechts met zooveel mogelijk juiste gegevens wilde voor den dag komen, met cijfers die de critiek konden doorstaan, heeft zij ge meend zich van die waarschijnlijkheids berekening te moeten onthouden en slechts als hare vaste meening mede te deelen, het voor iederen schoenfabrikant een tastbaar feit is, dat er wel degelijk overproductie is, en dus export een der voornaamste middelen is om ons op den duur voor zulk een overproductie te vrijwaren, die het bedrijf geheel zou verlammen. Het volgend schrijven werd door de commissie vastgesteld en is gepasseerden Woensdag door hen naar de heeren van Haren Nomann en Klüs sener respect, te Amsterdam en Rotter dam gebracht. Den WelEd. Heeren Van Haren Nomann te Amsterdam en J. Klüssener te Rotterdam, Leden der Staatscommissie voor herziening van het Tarief van Invoerrechten. M. H. Het bestuur van den A. N. B. van Schoenfabrikanten heeft de eer onder Uwe aandacht te brengen, dat bij even moeder wat zal afleiden. Doch Ilaakon aarzelt. De naam Van Bleekland zal de wonde nog verder open rijten. Immers, hoe geheel anders zou 't er met Toos hebben uitgezien, dan thans, als zij 't aanzoek van z'n vriend had aangenomen Thans is Toos 'n zeer ongelukkige vrouw, die 't brood moet verdienen voor haar twee kinderen, 'n jongetje en 'n meisje, en..... voor haar geheel gcdemoraliseerden man, die nu als een ellendige dronkaard een paria leven leidt. Van den schitterenden cavalier en den strevenden kunstschilder, was niets meer overgebleven dan 'n verdierlijkte dronkaard, wiens physieke en psychische kracht geheel gebroken was. Hoe deze verschrikkelijke catastrophe was gekomen Och, Tom, die niet misdeeld was van talent, maar sichzelven wel wat te hoog schatte, voelde zich door een lang uitblijvend succes verongelijkt en met opzet door de verschillende jury's gepasseerd. Hij begon zich te beschouwen als een miskend genie en.... en kunstmartelaar. Daarbij kwamen nog de huiselijke zorgen, welke natuurlijk bij de vergrooting van 'l gezin drukkender werden, terwijl Toos, die al hare illussie's een voor een zag vervloeien in den harden strijd om 't zoo neerdiukkende brood-bestaa", 't huiselijke leven met heur jammerende jereiniade's er ook niet pre'tiger door maakte. En wat alles zegt, Tom was 'u erfelijk belaste. Zijn vader toch was aan den drank verslaafd geweest. Slechts eenmaal waren de jonggehuwden in Holland geweest, 't Was op de bruiloft van haar zus en Hsakon, doch toen was alles nog couleur de rose, al hing er dan 'n nevelachtig waas van een van verre dreigend hauggevaarte. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1906 | | pagina 1