Nummer 95
Zondag 2 December 1906
29p Jaargang
weede Blad.
Gsmeentefaadsvefgadeiing,
Zij die zich voor
het volgende kwartaal
abonneeren, ontvangen de
tot dien datum verschij
nende nummers GRATIS.
Eene nieuwe Vereeniging
Kaatsheuvel.
in
niet
■OPBWI
Doch eene andere vraag is het, of de ook meenen wij, dat de volksbond den
arbeiders en anderen steeds voordeel j vrijen winkeliers geen correctie! wilde
van het
Men bedriegt zich, wanneer men, han
delend over den aard en den ganschen
omvang van het maatschappelijk vraag
stuk, deze kwestie alléén gaat beschouwen
als eene werkmanskwestie. Neen, de
werkmanskwestie is maar een deel van
het maatschappelijk vraagstuk; want er
zijn verschillende beroepsstanden, die
bescherming behoeven, wil men niet dat
zij volkomen vernietigd worden. En
zoo onderscheidt men in het maatschap
pelijk vraagstuk: het landbouwvraagstuk,
het ambachtenvraagstuk, het handels-
vraagstuk, het werkmansvraagstuk.
Nochtans is het aan een ieder duidelijk
dat de werkmanskwestie meer dan de
andere op den voorgrond is getreden
en terecht 1 immers de toestand van 't
werkvolk is een teeken, ja het meest
kenmerkend teeken der kwalen, waar de
huidige samenleving aan lijdt. Valt het
dus te verwonderen, dat men de middelen
niet ongebruikt laat, om de rechten en
belangen der werklieden te verdedigen
en te behartigen. En telkens geven
nieuwe sociale denkbeelden daaraan
leven. Men kan dit niet anders dan toe
juichen want wie zal het beweren dat
de oplossing der Sociale kwestie, waaraan
op 's Pausen woord eenieder volgens
zijn roep en staat moet medewerken,
reeds tot haar hoogtepunt is gekomen
Het is verre vandaar 1
Doch laat ons afgaan op de zaak, die
wij wenschten te besprek' n.
Er is geen onderwerp, dat de geesten
van hen, die zich aan het arbeiders
vraagstuk wijden, in den laatsten tijd
méér bezig heeft gehouden dan het
coöperatievraagstuk. Want over geen
enkel punt bestaat zooveel verschil van
meening, over geen enkel vraagstuk
heerschen zooveel verwarde begrippen,
als over coöperatie. En toch is het
noodig dat men precies wete, wat men
kan en mag, daar de eerste voorwaarde,
vereischt om een doel te bereiken is
de middelen kennen en toetsen. Wel
zijn er eenige groote lijnen maar geen
uitgewerkt plan van dit vraagstuk gegeven,
een plan, dat den aard en de beteekenis
der coöperatie tot een bevredigende
oplossing bracht. Er zijn vele soorten
van coöperaties dochde coöperatie,
hier bedoeld, is de verbruikscoöperatie.
Door deze coöperatie verbinden zich de
verbruikers, om gemeenschappelijk zich
aan te schaffen, wat ieder voor voeding
en kleeding noodig heeft Dank zij deze
samenwerking hebben zij aanstonds vol
doende afzet, om zich direct tot den
groothandel, ja zelfs tot den voortbrenger
te wenden, en zoo door samenwerking,
zich de voordeelen te verschaffen, welke
bij afzonderlijken aankoop genoten zouden
worden door de tusschenpersonen van
den tegenwoordigen handel.
Deze coöperatie is niet alleen geldend
en uitsluitend geëigend voor de arbeiders
maar ook, zooals een ieder zal begrijpen
voor alle particulieren, die willen samen
werken om gemeenschappelijk zich aan
te schaffen, wat ieder voor het verbruik
noodig heeft, en wat zij zeiven niet ver
hebben bij eiken vorm van coöperatie.
Pin dan antwoorden wijja en neenen
bij het geven van dit antwoord, sluiten
wij zelfs de bezwaren uit, die er altijd
aan zullen vast blijven hangen, willen wij
nog niet eens nagaan, of die voordeelen
niet worden overschat, of zij wel opwegen
tegen de nadeelen, onaangenaamheden,
gevaren van verlies, enz.
Het bevestigend of ontkennend ant
woord op onze laatste vraag is dus af
hankelijk van eene hypothese want iets
kar. onder een zelfde opzicht niet tege
lijkertijd bevestigd of ontkend worden,
wil het aan de waarheid beantwoorden.
Welnu wij zeggen dus Als de handel
in verkeerde handen is, d. w. z. als een
handelaar geen handelskennis, geen
warenkennis bezit, als hij slechte waar
tegen veel te hooge prijzen ver-
beslist
stellen, doch slechts een preventief, d. w. z.Hierna wordeu deze goedgekeurd eu vnstge-
misbruiken te be- ,r rv o
De Voorzitter. De rapporteur van de Com
hoeden in hun welbegrepen belang. missie, belast met het onderzoek der begrootiug
Ja zelfs wilde de R. K. Volksbond,
over het dienstjaar 1907, zal hoofdstuk voor
zooals blijkt uit de statuten der vereeni- hoofdstuk behnudeleu. De commissie stelt
ging, den goed-georganiseerden winkel
stand steunen en bevorderen, tegen de
gedwongen winkelnering in. Want dui
delijk laat zij daarin uitkomen, dat het
winkelen daar niet op de rechte plaats
is, en daarom alle samenwerking met
haar overbodig word geacht
Of wij groote verwachtingen hebben
van de Rabat-spaarvereeniging Zeer
geringe, zoolang die onhebbelijke toe
standen der gedwongen winkelnering
blijven heerschen. Wel wordt zeer
euphemistisch in het strooibiljet gezegd
«dat arbeiders, die niet vrij zijn in het
koopen van sommige artikelen, in deze
niet kunnen profiteeren van de voordeelen
raad heeft te busluiteu Heeft
e zeggen of op te merken, dan
koopt, dan hebben de arbeiders
voordeelen en ook groote voordeelen bij I der Rabat-Spaarvereeniging.»
coöperatie. Maar hoevelen zijn er dat niet
Is echter de handel in goede handen, Zeker, de flinke winkeliers, zooals er
d. w. z. wordt hij gedreven in flinke verscheidenen zijn in Kaatsheuvel, zullen
winkels, die er naar streven om zich een door eene gunstige leverantie wel doen
grooten omzet te verzekeren tegen ge- uitkomen, welk eene schrille tegenstel-
ringe verdiensten, en die contante be- ling de voordeelen, die hunne afnemers
taling eischen van hunne klanten, die J hebben, vormen bij de nadeelen die de
door eigen vlijt en zuinig beheer zooveel
mogelijk op de onkosten zien te besparen,
winkels, die er belang bij hebben hun
goeden naam op te houden, in één
woord, flink georganiseerde winkels,
dan hebben de arbeiders weinig of geen
voordeel bij coöperatie. Een ernstig
onderzoek desbetreffend heeft uitgewezer
dat de waren uit coöperatieve winkels
dikwijls niet zoo goed en voordeelig be
trokken werden dan uit goed georgani
seerde privé-winkels.
Pater Vermeersch zegt in zijn Manuel I van
Social: «De coöperatieve aankoop vindt het
zijn oorsprong in de misbruiken van den
handel.» Het gaat dus niet aan categorisch
te zeggen De arbeiders hebben groote
voordeelen bij eene verbruikscoöperatie
en dan de daad bij het woord voegend,
maar aanstonds eene verbruikscoöperatie
werklui hebben, die niet vrij mogen
winkelen.
Maar zullen die invloeden ingrijpend
zijn op den werkman, wanneer andere
invloeden daartegenover staan, geen in
vloeden van minder of meerder voor
deel, maar invloeden, die zijn bestaan
al of niet verzekerd houden
Ach, wat een vreemde rechtshandeling
is er in Kaatsheuvel tusschen vele pa
troons en hunne werklieden geschapen.
Het behoeft niet aangetoond te worden,
welk hoog maatschappelijk belang
loon en de vrije beschikking daar
over is, voor een geheele klasse van
menschen, die geen ander middel van
bestaan hebben. Zeker, op zich zelf be
schouwd kon de gedwongen winkelne
ring eene weldaad zijn voor de arbeiders,
wanneer de patroon belangeloos van
te gaan oprichten omdat» andereplaatsen I zijne positie gebruik maakte, om hun de
iie ook hebben.
Neen, er moet eerst onderzocht worden
öf en in hoeverre er misbruiken in den
handel bestaan, en wel of die misbruiken
ook ter eigen plaatse bestaan. En dan
eerst kan men spieken van eene nood
zakelijkheid der coöperatie, dan eerst
heeft een coöperatie recht van bestaan.
Of heeft men in de Sociologie ook de
casuistische methode niet in acht te
nemen Moet een geneesheer van maat
schappelijke toestanden niet te werk gaan
als een geneesheer der ziel, als een ge
neesheer van het lichaam Welnu,
dat hij eerst de zaken van alle kanten be-
dagelijksche benoodigdheden in betere
kwaliteit minstens tot denzelfden prijs
als elders te bezorgen, maar die een
misbruik is geworden, dat heel het stel
sel tegenwoordig doet veroordeelen,
omdat het gaandeweg aanleiding moet
geven tot vele misbruiken, onrechtvaar
digheden en ontevredenheden, daar de
zedenwet in dien handel niet onder
houden wordt.
Of moest de werkman bij zijn patroon
niet voordeeliger terecht kunnen dan
anderen, juist omdat hij zijn werkman
is, die zijne industrieele belangen op
recht wil behartigen, die in nadere be-
schouwe, dat hij zich van eene volkomen trekkingen tot hem staat dan een ander
werkelijkheid overtuige, dat hij eerst alle Zijn zulke toestanden houdbaar Kunnen
omstandigheden in aanmerking neme, zulke toestanden zegen aanbrengen
alvorens uit algemeene beginselen at te Terugkeerend tot de Rabat-Spaarver-
dalen en die toe te passen op bijzondere eeniging, verwachten wij, ondanks onze
gevallen. bedenkingen, toch iets goeds van die
Doch wij gaan nog verder. Toegegeven vereeniging wij stellen het op prijs te
dat eene coöperatie ïecht van bestaan mogen getuigen, dal het Bestuur in deze
heeft, zal het oók dan gebiedend zijn een goed inzicht heeft gehad want eene
aanstonds te gaan coöpereeren. En dan Rabat-Spaarvereeniging is, de omstan-
zeggen wij wederomNeen. Eenige
redenen willen wij hierover aanvoeren.
«De coöperatieve aankoop vindt zijn
oorsprong in de misbruiken van den
handel» zeiden wij hierboven met Pater
Veimeersch. De verbruikscoöperatie
treedt dus repressief op tegen die mis
bruiken. Zeker dat mag 1 Maar zal het
het niet socialer zijn, eerst correctief of
preventief te werk te gaan? aan hen,
die misbruik gemaakt hebben de gelegen
heid aan te bieden, alsnog verbetering
aan te brengen hen die misschien
op het voorbeeld van anderen misbruiken
gaan maken, te waarschuwen te behoeden
voor misbruiken Zal dit niet beter
zijn, dan hun totaal den pas af te snijden?
Zal een middel, tot wegneming van
digheden der plaats in aanmerking ge
nomen, zeker een geëigend middel, om
niet te zeggen het eenige middel, dat
kentering kanbrengenin de averechtsche
toestanden die er heerschen. En daarom
wenschen wij het Bestuur goed succes
met zijn streven, en vertrouwen dat de
samenwerking der arbeiders en vrije
winkeliers een weldadigen invloed op
het algemeen welzijn van Kaatsheuvel
zal uitoefenen. I. K.
koopen.
Wij bespreken hier niet de vraag, of
ieder recht heeft om te coöpereeren in sociale euvels in
verbruiksartikelen, want dan moeten wijtrettender zijn, wanneer het eene oprechte
beslist verklarendat recht heeft eenieder. samenwerking van dien stand mogelijk
En dan is het voldoende om te wijzen1 laat Wil men daarna van samenwerking
op het korte, maar bevattelijke betoogniets weten, dan nog kunnen repressieve
van Prof. Pottier: «Waar staat het ge-1 middelen gebruikt worden 1
schreven, zegt hij, dat de naastenliefde Wij achten het daarom een goede ge-
ons gebiedt, om in den zak van den i dachte van den R. K. "Volksbond te
evennaaste, alleen omdat men dit vroeger Kaatsheuvel eene Rabat-Spaarvereeniging
wél gedaan heeft, het geld te storten,op te richtenZulk eene vereeniging
dat men, door van een onbetwistbaar beoogt hetzelfde doel als de verbruiks
recht gebruik te maken, voor zich zelf coöperatie namelijk het bevorderen der
besparen kan? De naastenliefde dringt contante betaling en het betrekken van
daartoe des te minder, naar mate de deugdelijke waar tegen billijke prijzen
gebruiker, als arbeider, veel nijpender onder gunstige
levensbehoeften heeft dan de meeste voor de koopers. Dat doel wordt hier
repressieve wijze nagëstreefd
L00N0PZA.ND.
Openbare vergadering van den gemeenteraad
"^-»V"s,;:r|vau Loouopzand un Woensdag 28 November
zekeren stand, met doel- 10nr> *nona u.if tien nnr.
1906, des morgeuB ten half tien uur.
Voorzitter de Edelachtbare heer Van Be-
BOUW.
Te 9 45 uur opent de voorzitter de verga
dering aanwezig de heeren Teulings. Hes-
selmans, van Beurden, van Kuijk, Dalen
Verhagen, Cools, De Bresser, Elias en vau
Lierafwezig de heeren van Dort mond, van
den Assum en Kijken.
De Voorzitter verzoekt den secretaris de
notulen van de vorige vergadering te willen
voorlezen.
De Voorzitter. Heeft een van de heeren
hioiop iets aan te merken.
De heer De Bresser. Ik meen dat de heer
Teulings in de vorige vergadering voorgesteld
salarissen van Burgemeester en Se-
handelsars.:
leveringsvoorwaarden heeft de samnssen v.n 0ur™u«»«n- - 1
Cretans beiden op f1500 te brengen. In de
notulen staat het anders vermeld.
De heer Cools. Ja, dat is ook zoo.
De Voorzitter. De secretaris zal dit in de
notulen veranderen.
voor en den
men dus iets
doet men dit by de bohandeliug van het
hoofdstuk en naderhand niet meer. Ten slotte
zal ik de geheele begrootiug nog in omvraag
brengen, dan kunnen er later geen praatjes
meer worden gehouden van dit doet da bur
gemei ster of dat dcet do burgemeester. De
burgemeester doet hierin niets, stelt alleen
de begrooting voor en de raad besluiten beslist.
De heer de Bresser. Mij is de taak opge
dragen, rapport uit te brengen namens de
commissie met het onderzoek der begrootiug
belast. Eene taak die ik liever aan betere
krachten had zien toevertrouwd. Ecbter zal
ik trachten mij zoo goed mogelijk van dien
taak te kwijteu. Vooraleer de begrooting in
onderdeelen te behandelen, weuschte ik voor
af evenwel een woord dienaaugaaude te zeggen
De begrooting, gelijk ze is aaugeboden, wijst
iu ontvangsten eu iu uitgaven een zelfde be
drag aan, do.k bij de inkomsten zijn bui
tengewone, terwijl bij de uitgaven de gewoue
zijn berekend. Dit komt de comuiiBsie minde1'
passend voor eu heeft deze dan in overleg me*
het Dag. Bestuur besloten de uitgaven zooveel
mogelijk te besnoeien. De uitgaven stijgen
elk jaar voor de gemeente, 't zal dus zaak
wordeu ook naar meer of hoogere inkomsten
te gaan zoeken om het evenwicht te gaan
herstellen. De commissie wil den raad daarom
voorstellen eerst met de behandeling van de
uitgaven te beginneu, dan kau, als dit is
vastgesteld de begrootiug van inkomsten wor-
lu behandeld.
De heer van Lier. De gewoue wijze van
behandelen is toch dat eerst, de iukomstou
worden behandeld eu daarna de uitgaven De
uitgaven moet men toch regelen naar gelang
de inkomsten zijn.
D« heer de Bresser. Het is uiot de gewone
manier van behandelen, dat weet de commissie
wel, doch wij stellen voor ditmaal zoo te doen
daar wij naar gelang onze uitgaven zijn, onze
inkomsten moeten regelen.
De Voorzitter. Heeft geen der heeren ver
der bezwaar, dat de begrootiug aldus zal
worden behandeld.
Do heer de Bresser. De post van hoofdstuk
I art 1 jaarwedde van den burgemeester moet
ingevolge het vorig raadsbesluit met f 150
wordeu verhoogd. Dat moet dus op f 1250
worden gebracht. Op de overige artikelen
heeft de commissie geen aanmerkingen als op
art 9, dat is kosten van kleeding en wapening
der ambtenaren van politie. Daar is voor
uitgetrokken f75. De commissie acht f25
hiervoor ditmaal voldoende.
Voor hoofdstuk II art 11, dat is du post
kosten van het aauleggeu eu bijhouden der
leggers vuu openbare wegen en waterleidingen
is f 100 voor uitgetrokken. De commissie stelt
voor deze post te brengen op 1 25, dus met
f75 te verminderen.
Dan hoofdstuk 3, art 1 a Onderhoud van
wegen, straten eu pleinen, bruggen eu riol -n,
als van a kunstwegen, straten en pleinen.
Deze post is gebracht op f550. De commissie
wenscht deze te brengen op 1 500. Art. 16
gewone of landwegen is gebracht op 1700,
dit wenschen wij gebracht te zien op f600.
De heer van Lier. Zou alles nog wel noo
dig ziju.
De Voorzitter. Desnoods kan er nog meer
vau worden afgebracht.
De heer vau Lier. De wegen verkeereu
over 't algemeen in een goeden toestand.
De heer Daleu. Als ik de begrootingen
van vroeger eens nakijk kom ik tot de slotsom,
dat toen voor het onderhoud der wegen f3700
f3800 werd uitgetrokken. Kau u nu met
xoo'u bedrag toekomen.
De heer de Bresser. Volgens de rekeningen
van 1905 heeft het onderhoud der wegen maar
f 634 gekost.
Bij de vaststelling der begrooting was het
wel de bedoeling dat er buitengewone werken
zouden plaats hebben.
De heer Daleu. Ik heb de begrooting van
vroeger eens nagekeken en toen waB er f3700
uitgetrokken.
De Voorzitter. Dat bedrag is nooit uitbe
taald geweest. De posten waren toen zoo
hoog opgevoerd, omdat het saldo zoo hoog
was. Er wordeu op de begrootiug wel posten
uitgetrokken maar altijd zoo niet uitgegeven.
De heer de Bresser. Volgens de rekening
van 1905 bedroegen de oukosteu aan de we
gen f634, eu is er f1300 voor uitgetrokken,
dat is nog f700 meer.
De heer van Lier. Hot Dag Bestuur zal het
beste op de hoegte zijn. 't Vorig jaar is er
veel aan de wegen gedaan, wat er nu aange
daan moet worden weet ik niet. Volgens de
rekening is de po st hoog, volgers de vorige
begrooting niet.
De Voorzitter. 't Vorig jaar was de post
voor landwegen zoo hoog opgevoerd, omdat het
aanvankelijk in de bedoeling lag de Rechtvaart
te verhoogeu- Bij nader inzien heb ik echter
er de noodzakelijkheid niet van ingezien. Men
kan den weg wel versmallen, maar verbotoreu
gaat toch niet.
De heer Teulings. De laatste jaren hebben
de wegen veel geld gekost, maar nu zijn zo
dan ook in behoorlijk, goeden staat.
De heer vau Lier. Verbetering van water
afvoer lijdt tot verbetering van wegen.
De heer Teulings. Op sommige plaatsen wel
maar overal niet. In de karsporen, die veroor
zaakt worden door de breede wielen, blijft het
water toch staan
De heer Verhagen. Naar bet achterste ge
deelte van den Uil mocht wel eens worden ge
keken, dat is daar verbazend slecht.
De Voorzitter. Al de wegen waar veel leem
onderzit blijven voortdurend in een slechten
toestand verkeeren. Voor vier jaar geleden is
1
de Vesseuberg en de Uil geheel opgemaakt Op
do Vossenberg hoeft het zijn nut gehad, op den
Uil echter niet. Het leem laat goen water door
dat is do oorzaak.
De heer He»s*lmaiis. Waar veel met karren
wordt gereden ziju de wegen ook slecht.
De heer van Lier. We moeteu iu ieder ge
val zoo zuinig mogelijk zijn, wout bij de in
komsten is f 2500 geraamd als bijdrage van het
Rijk iu het ouderwijs, eu zeker is hot niet dat
wij dat bedrug krijgen.
De Voorzitter. De begrootiug wijst bij de
inkomsten f2500 als Rijksbijdrage in het on
derwijs aan Nu is dit uogwel niet zeker,
doch Ged. Staten hebben te kennen gegeven,
dat, als het aan hen lag, wij het bedrag zou.
den krijgen. Wij moeten daarom de bedragen
niet al te schrap op de begrooting brengen,
want als het noodig is, moeten wij van die
posten nog kunnen afnemen.
Wanneer iu 1907 de schouwvoering op de
waterleiding weer wordt aanbesteed, is f300
niet voldoende, dan moet er van een ander
post kuunen worden afgeschreven
Da heer Teulings. Van die f200 voor het
onderhoud vau bruggen, duikerB, sluizen eu
riolen zal roo veel met worden gebruikt.
De hoor do Bresser. Van hoofdstuk 3 art 7
kosten van de exploitatie der gasfabriek, zijn
de f 5473 had de commissie liever eene apar-
to gespecifeerde rekening gezien. Zoo te zien
zou men zeggen, dat de exploitatie zeer wiust-
gevend is. Als wij van de fabriek een zuive
re rekening hadden, dan konden wij zien iu
hoeverre de fabriek wiustgeveud is en dan zou
men den prijs van het gas voor particulieren
kuunen vermindereu. Die brommen toch al
genoeg dat het gas zoo duur is.
De Voorzitter zegt dat hij een zuivere re-
Kening kau maken eu dat liy heeft nagegaan
dat d<- gasfabriek werkelijk winstgevende werkt.
Verleden jaar was ar een overschot 1 570.581/»
en nog met inbegrip van de straatverlichting
van Kaatsheuvel waar vroeger f 840, voor werd
uitgetrokken. Maar men moet ook esns gaan
denken aan de aflossing eu aan list gasveilies
dat ge hebt bij de straatverlichting. Nu kan
men wel zeggen dat daar op gelet moet wor
den, maar bij iedereu lantaarn kan ik geen po
litie neerzetten. Dat zou een kostsu worden
dat de gemeente zou dosu lailleeren. Voort
durend gaat er gas verloren. Er gaat geen
Zondagavond voorbij of het blijkt dat ar een
stuk of 3 of 4 open staan, en zooiets merkt
men niet eerder voordat de lantaarns worden
aangestoken. Gebeurt het nu dat sen kraan
open staat bij lichte maan, dat het in geen
acht of tien dagen wordt opgemerkt, ja, dan
weet je niet hoeveel gas dat er verloren gaat
en hoe duur dat je de straatverlichting komt
te staan. Verder moet men ook rekening hou
den met de carbiet. Deze is nooit aan een
vaste markt onderhevig. Nu hebben wij weer
voordeelig gekocht, en om nu, nu wij het geld
zoo verbazend hard noodig hebben, het gas
aan particulieren minder te gaan leveren, zou
ik afraden. De menschen zijn nu eenmaal ge
woon aan het dure gas en zou men het nu
gaan vormiuderen, en men moest het een
volgend jaar, wanneer men onkosten aan de
fabriek gnat krijgen, weer verhoogeu, zou nog
veel onaangenamer zijn.
De heer De Bresser. liet is mijne bedoeling
in het geheel niet, om nu reeds het gas te
gaan verminderen, iu 't geheel niet. Ik bedoel
als na verloop van een jaar of twee, drie de
winsteu blijven aanhouden, dat wij dan do
prijs minder moeton gaan stellen.
De Voorzitter. Wij hebben nu een paar jaar
goede resultaten gehad en geen onkosten.
Maar vandaag of morgen krijgen wij onkosten
ook. Het gasverbruik neemt, hoewel er een
fabriek niet meer is aangesloten, steeds toe,
door de vele aausluitiugen van particulieren
z odat een nieuwe gashouder bijgeplaatst zal
moeten worden. Dan moet men toch ook geld
in reserve hebben, 't Is altijd gevaarlijk om
er zoo spoedig mede te beginnen om den prys
te verlagen. Kijk Tilburg eens. Wat voor aen
winst maakt de fabriek daar jaarlijks niet, en
toch verminderen ze den prijs van het gas
niet. Dat geld wordt weer gebruikt voor aan
leg van nieuwe wegen en ae uitbreiding vau
het gasfabriek.
De heer Cools. Men heeft hier een riool en
een straatbelasting.
De Voorzitter. Bij de behandoling van de
begrooting regent het overal klachten hoe of
men aan de centen zal komen. Maar als men
dezo verandering moet doen aan wegen en die
aan riolen, dan moet men toch centen hebben
en ik geloof dat het raakeu van rioleu een
goed werk is geweest. Vroeger had je overal
van die vuile stinkende poelen Dit werk kan
men geen ounoodig werk noemen Dan komt
er nog bij, dat de aflossingen telken jare ko
loisaal hoog zijn. Maar dat komt weer bij,
telkenjare wordt dat minder en zoo zijn er
nog zoo veel andere dingen die ook niet naar
de zin ziju. Maar 't is zooals het spreekwoord
zegt, de beste stnurlni staan aan wal. 't Gaat
heel gemakkelijk om critiek uit te oefenen,
maar die dat doen moeten nergens voorgezet
worden.
De lieerde Bresser. Die beBtratiug en rio-
leering zijn bepaald nuttige zaken, maar omdat
er zoo dikwijls gemopperd wordt over het gas,
daarom zou ik het, indien de fabriek toch
winstgevend werkt, goedkooper willen hebben.
Do heer Hesselmans. Al breng je het nog
zoo goedkoop, dan zullen ze nog mopperen.
De heer de Bresser. Maar voor een zuivere
rekening, dat wij een zuiver overzicht hebben,
is toch alles voor.
De Voorzitter. Dat kan men nu toch ook.
De gasfabriek marcheert nu goed, maar er
zal toch een tijd komen, dat men voor groot#
onkosten komt te staan.
De heer Cools. Ja, het buizennet zal eerlang
ook gerepareerd of vernieuwd moeten worden
en dat kost veel geld-
De beerde Bresser. Ja, dat is waar Toen
onlangs ergens de boel was opgebroken,heb
ik gezien dat de buizen al leelijk waren in