Nummer 97 Donderdag 6 December L906. 29e Jaargang. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. waarin opgenomen DE NOQBDBBABANTSCHE POST. Eerste Blad. Krachtkèrels. ANTOON TIELEN, Dit nummer bestaat uit TWEE Bladen. BEKENDMAKING. EEN „TE KORT". Zij die zich voor het volgende kwartaal abonneeren, ontvangen de tot dien datum verschij nende nummers GRATIS. FEUJLLE'i Oi\. ÜITO K V E li 44) xsr- 5«?ïaQ3nE^E2^3n37IJ.'^®aS3 De Echo van het Zuiden. Wailwpsclie nt Langstraatscke Courant, Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 3 maanden f 0.~5. Franco per post door het geheele rijk f 0.90. Brieveningezonden stukken gelden enz., franco te zenden aan Uitgever. den WAALWIJK. Telefoonnummer 38. Advkrtbntiën 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Adverteutiën Smaal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en advertenties bij abonnement worden speciele zeer voordeelige contracten gesloten. Reclames 15 cent per regel. en de localiteit waar de lotelingen eo jongelieden oor het onderzoek moeten aanwezig zijD zal sder wordeu bekend gemaakt. Waalwijk, 1 December 1906. De Burgemeester van Waalwijk, K. DE VAN DER SCHUEREN. De Burgemeester der gemeente Waalwijk mankt bekend, dat A. bet onderzoek naar de geoefendheid ven lotelingen, die dingen naar het bewije, hetzij ▼oor militaire bekwaamheid, hetzij voor lichame lijke geoefendheid, dan wel voo beide (Artikel 104 der Militiewet 1901) B het onderzoek naar de geoefendheid van jongelieden, die dingen naar liet getmgsclirif', vereiacht tot het aangaan eener verbintenis bij het reservekader, hetzij der infanterie of der Vesting-Artillerie, dan wel der Geuie, wordt gehouden in liet tijdvak van 3 tot en met 15 Januari 1907. Het onderzoek loopt voor eiken deelnemer ia één dag af. - Het onderzoek voor di jongeliedi-n in deze gemeente woonachtig, zal plaats hebben »c t Heriopenbosch. Tot het onderzoek worden uitsluitend toeg' laten: a. zij die hebben deelgenomen aan de loting voor de lichting 1907 b. de lotelingen der lichting 1.906, diu inge volge het bepaalde bij de tweede zinsnede van artikel 99 der Miliiiewet 1901, in 1907 wo den ingelijfd c. de reeds ingelijfde lotelingen, in liet genot ▼an uitstel van eerste oefening, die, Om in aanmerking te kunnen komen voor verlenging ▼an uitstal, in verband met de bepaling van het op twee na laatste lid van Artikel 92 an liet Koninklijk besluit van 2 December 1902(Staats blad No. 230), zoo&ls dit artikel is gewijzigd bij Koninklijk besluit van 17 October 1904 (Staatsblad No. 243), hun bewijs van geoefendheid wenschen te vernieuwen d. jongelieden, adspiranten-vrijwilliger voor het reservekader der Infanterie, Vesting-Artillerie of Genie die zich voor of uiterlijk op den 10 December 1906 ter Secretarie ter deelneming aan het onderzoek hebben aangemeld. Datum en uur waarop, zuomede de gemeente Roman vau de Zee door JOS. SCHELLEKENS. X. Haakon atapt de ziekekamer binnen. Nog altijd zit de geneesheer voor 't bed. Met deo vinger op z'n moud beduidt hij kalm te zijn. De zieke ligt met wijd gropei.de oogen naar boven te staren. Als Haakon aan zijn bed komt en zacht vraagt, Oom, keot u me nog wenden zich die starre oogen op hem, een bewijs, dat de lijder nog bij ziju bewustzijn is, levens kan men zien dat hij zich geweld aandoet te spreken doch 't blijft alleen bij lipheweging. „Kalm, m'n vriend, geen opwinding/ zegt de dokter bedaard, doch de gelaats trekken van den zieke trekken zich kramp achtig te zamen. „U ziet, meneer, dat u hem opwindt, en dat kan hier oogenblikkelijk den dood ver oorzaken, zoudt u niet daar liever gaan zitten En de dokter wijst een zetel aan, die een heel eind van 't bed af staat. Haakon volgt, hoewel nonde, dien raad op. De lijder, die 't gebruik van de spraak niet meer terugbtkomt, worstelt nog bijna een geheelen dag met den dood, doch tegen den avond geeft hij, na nog 't H. Oliese ontvangen te hebben, zijn ziel aan God Haakon ziet zich als eenige bloedverwant aangewezen tot algemeen testamentair-exe NATION ALE-MILITIE, BEKENDMAKING. Burgemeester en Wethouder der gemeente Waalwijk maken bekend, dat de Militieraad in bet le District zal vergaderen te Tilburg van 21 December tot en met 29 December 1906. De zittingen worden gehouden te Tilburg ten stadhnize, aanvangende te tien uur (Amster- damsche tijd) voormiddag. De lotelingen dezer gemeente, die eenig belang bij den Militieraad hebben in te brengen worden daarioe in de gelegenheid gesteld op Zaterdag den 29 December 1906. Voor den Militieiaad moet verschijnen de loteling die vrijstelling verlangt wegens gemis van de gevorderde lengte of wegens ziekelijke gesteldheid of gebreken, behoudens het geval, bedoeld in art, 75 der Wet, alsmede de in het zelfde jaar geboren broeders, die de overeenkomst wenschen aan te gaan. bedoeld in art. 47 der Wet, Waalwijk. 1 Decembrr 1906. Burgemeester en Wtthouders voornoemd. De Burgemeester, K. DE VAN DER SCHDEREN. De Secretaris, F. W. VAN LIEMPT. Dezer dagen woonde ik te Alkmaar twee debatavonden bij. De eerste was tusschen de heeren Luitjes en Smit en ie tweede tusschen de heeren Nuijens en Luitjes. De eerste avond was de heer Luitjes le spreker en Smit de debatter. Het onderwerp wasDe Katholieke zedeleer en de K. S. A. De tweede was een vervolg- van den eerste. Immers de heer Nuijens had den heer Luitjes naar aanleiding van diens uiting, dat er geen principieel debat gevoerd was, uitgenoo- digd met hem een principieel debat aan te gaan over 't Godsbestaan tegenover de evolutieleet Nu wensch ik van onze sprekers niets anders te zeggen, dan dat ze beiden een loffelijke poging hebben gedaan, om den vrij-socialistischen propagandist te weer leggen. Deze avonden hebben mij echter één zaak duidelijk doen inzien, n.l. dat wij en hier laat ik woordelijk volgen, wat in een bericht uit Alkmaar in de laatste «Mededeelingen van het Centraal Bureau van de Kath. Soc. Actie staat behoefte hebben aan een corps van degelijk onder legde mannen, in staat om in het open baar den strijd aan te binden tegen de afschuwelijke moraal, zooals die heden ten dage door de socialisten (en vooral de vrij-socialisten) wordt gepredikt. Zorgen de katholieken niet voor een handig (curs, van mij) debatter, dan zijn ze verplicht van vergaderingen als deze thuis te blijven. Zoo ergens, dan ligt hier het arbeidsveld van de K. S. A. Juist, zoo is 'tl En om dit nu even verder te ontwikkelen, het volgende Er is in onze gelederen van mannen, die in het openbaar den strijd kunnen aanbinden tegen de roode sprekers, een «te kort.» Dit is zeker een veelbetee kenende uitspraak, doch ik meen, dat ik ze kan bewijzen. Toen nl. bekend werd dat Luitjes zou spreken over de Katholieke zedeleer en de K. S. A. werd aan het Centraal Bureau een debatter gevraagd met deze bijvoeging: «Zend een goede en anders geen.» Het Centraal Bureau zond den heer Smit- En nu zij direct hulde ge bracht aan het talent van den heer Smit als spreker, doch de algemeene indruk was tegen het flux de bouche en de handigheid van den vrij-socialistischen spreker was hij niet opgewassen. Dit was voor den ingewijden werkelijk niet bemoedigend, immers verondersteld moest worden dat door het Centraal Bureau toch een der beste was afgezonden. Ook de heer Nuijens kon het, naar den algemeenen indruk, niet tegen den vrii-socialistischen spreker halen wat betreft het aanslaan van de'n volkstoon en het voor dal oogenblik hebben het oor van de vergadering. Het spijt mij, dat hier namen genoemd moeten worden, toch 't is beter eens ronduit voor de zaak uit te komen dan telkens geflatteerde berichten te fabri- ceeren over den afloop van zoo'n ver gadering. In dit verband trof mij dan ook het kort verslagje, dat ik van de eerste vergadering in 't Katholiek Sociaal Weekblad vond. Daarin liet men het toch voorkomen, alsof de uitslag voor de onzen schitterend was geweest. Nog eens, ik wil niets afdingen op de bekwaam heid van den debatter, maar schitterend was 't verloop voor de onzen beslist niet. En weet u, wat er aan ontbrak Laat het mij trachten onder woorden te brengen. Luitjes en de geschoolde sprekers van den rooden kant zijn mannen die weten aan te slaan den volkstoon, den toon, die voor een volksvergadering «fait la musique.» Zij behandelen hun onder werp niet wetenschappelijk, zijn daardoor in de meeste gevallen wel oppervlakkig en dringen wel-is-waar niet door tot den kern der dingen, maar worden dan ook voor een dergelijke vergadering niet ver velend door te philosofische of acade mische redevoeringen. Nu zal men mij direct toevoegen «Maar zit dan de waarde van een rede voering in oppervlakkigheid en zwevende phrasen die wel donderend, maar daardoor juist hol klinken?» Neen, is natuurlijk mijn antwoord, doch men kan logisch zijn zonder een gewilde geleerdheid en men kan doordringen tot den kern der dingen zonder philosofisch of academisch zijn stellingen te ontwikkelen. Nu zij in verband met den aard van 't onderwerp, dat in die twee vergade ringen werd bediscussieerd, direct op gemerkt, dat het voor de onzen eene zeer moeilijke stof was, om die in een gewone huis- of tuinspeech te beheer- schen, toch zij opgemerkt, dat Luitjes dit den eersten maal vrij goed gelukte. Bevoegde beoordeelaars zeiden rondweg: »Wij ziin het natuurlijk niet met den vent eens, maar toch moeten we eerlijk erkennen, dat we zijne vloeiende, voor den vuist uitgesproken redevoering met aandacht gevolgd hebben". Juistzijne vloeiende, voor den vuist uitgesproken-redevoering. cuteur. Eu dat wil wat zeggen in een miliocnuairs-nalatenschap, doch trouw wordt hij hierin door den rechtskundigen raadsman van zijn oom en Tom terzijde gestaan. De begralenis geschiedt volgens het uitdrukkelijk verlangen v^n den overledene met den grootsten eenvoud, al de employe's zijn echter aanwezig, zoodat een reusachti ge stoet den gestorvene de laatste eer be wijst. Een tweetal dagen na de begrafenis be vinden zich al de employe's van den over ledene in en om de villa. Het ziju er meer dau 2000. De rechtskundige raadsman heeft ze allen zonder uitzondering opgrro-p?n. 't Is een zeer gemengd gezelschap, een be langwekkende cosmopolitscho groep. Men vindt er lieden onder van allerlei natie'?. De inboorlingen van Martinique, die de lagere orde van de gemêleerde verzameling uitmaken, zitten buiten gehurkt tusschen de achtergalerij en den tuiu. Hun brons kleurig lichaam is van de mannen bijna geheel naakt, op een neerhangenden voor doek na. De vrouwen hebben zich echter opgetuigd met schel gekleurde japonnen, die ruim en los om haar vrij grof gevorm de leden hangen; de armen zijn geheel bloot, terwijl het hoofd gedekt is met een hoofddeksel, dat het middeD houdt tusschen een fez en een gewone muts. Sommigen van deze lagere beambten dragen echt* rook een Europeesche kleeding, op hun hoofd ziet men een gekleurd k-lotje. Deze nemen een vrij geprononceerde houding aan, welke met hun niet on-intellegent uiterlijk geen slechte indruk maakt. Over 't algemeen zijn deze zich voelende allen mulatten, die dan ook niet tusschen de anderen inzitteD, maar zich afzonderlijk scharen. 't Is bepaald een schilderachtig gezicht, al deze typen, voor antbiopologen een uit muntend \eld voor vergelijkende beschouwin gen. De hoogere beambten, grootendeels Fran- schen, doch ook Noren, landgenooten van den gestorvene, vullen de zaal van 't groote gebouw. Ook hier is 't gezelschap zeer ge mengd, al hebben dan allen dezelfde gelaats kleur. Druk gesticuleerende onderhouden zich de Franschen, de Noren zitten kalm daarneer, afwachtende de dingen die komen zullen. Op aller gelaat ligt echter een uitdruk king van spanning, ieder voelt, dat een ge wichtig oogenblik nadert. In de voorgalerij zit Haakon, Tom en een eerbiedwaardig oud man, de sinds lange j-ren rechtskundige raadsman van den heer Olafs. Haakon heeft reeds met groote verba zing het wachtende gezelschap opgenomen. Bij het overzien van deze reusachtige groep waaronder toch ook wel woelige elementen schuilen, komt in zijn hart een grooten eerbied en bewondering op voor zijn oom, die deze 2000 menschen als het middel punt beheerschte Eu hoe beheerichte Onregelmatigheid werd niet geduld en kwam dan ook hoogst zelden voor. Waar noodig, werd er streng, onverbiddelijk streng door den algemeeDen chef opgetreden. En toch - hij vernam het, toen hij, vergezeld van Tom en den notaris, te midden dezer groepen wandelde - allen hielden veel van hun meester, zonder uitzondering betreuren zij diens heengaan. Daar doet de notaris drie zware slagen met z'n ivoren bamer, en, waar zoo even nog een geroesemoes van stemmen weerklonk, is het thans dood stil. Allen rekken de halzen uit en wenden zich met de leven digste belangstelling op 't gelaat naar den du zich verheffendeu notaris. Met een gewichtigen erust-plooi in bet aristocratische gelaat verbreekt deze het zegel van het testameut, waarna met dui delijke, in alle hoeken goed verstaanbare stem de voorlezing begint. Tom, de anders zoo onverschillige Tom is doodsbleek. In een schijnbaar noncha lante houding leunt hij in zijn stoel, doch zijn bewegelijk, scherp belijnd gekat teekent eene hevige spanning. Het kalmste lijkt wel Haakon, die gerust de hoofdporsoon in deze genoemd kaD worden. Het eerst reikt hem de notaris een ver zegelde envloppe over, waarop staat: „Te openen na voorlezing van het testament/ Haakou legt het kalm voor zich neer. Tom ziet hem even verwonderend aan, doch kijkt ten hoogste vsrbassd op, als de nota ris leest Aan mijn particulieren secretaris, den heer Tom van Hoogland, schenk ik wegens bewezen diensten de som van 200000 fra. altijd onder deze voorwaarde dat mijn notaris ze voor hem rentegevend belegt en hij, zoolang hij ongehuwd is, alleen de rente geniet. Na zijn eventueel huwelijk kan hij mede de som opeischen* Als geelectriseerd springt Tom op. Hij vliegt ten aanzien van geheel het gezelschap Haakou om den bals, lerwijl hij als in ex tase uitroeptVerzorgd, Haak, verzorgd voor heel mijn verder leven I O, wat 'n goeie karei is die oom van jou nou ga 'k me ook nog een tweede ik zoeken I" Een homerisch gelach barst er los. Als een aanzwellende storm klinkt er een rate lend handgeklap. De notaris klopt luide met z'n hamer, eindelijk, nadat Haak Tom wst tot bedaren heeft gebracht, heerscht er weer stilte. En nu volgt er een lange lijst van lega ten, waaronder de oude huishoudster de eerste is. Deze weent in stilte tranen van Dat is één van de pakkende dingen, die zoo'n vergadering tiekt. Die heeren treden op 't podium en praten met 't grootste gemak der wereld een uur of anderhalf uur vol. En dan de handigheid in 't debat 1 Zij grijpen onmiddellijk den tegen stander in zijn zwak, zij zorgen de lachers op hun zijde te krijgen en 't succes van den avond, waar 't toch eigenlijk omgaat, is verzekerd, want niemand zal mij toch wijs willen maken, dat er op zoo'n vergadering zieltjes worden ge wonnen. Willen wij werkelijk met succes die heeren bestrijden, dan moeten onze man nen dezelfde tactiek volgen, dan moeten zij die heeren met dezelfde maat uit meten, waarmee zij ons inmeten, dan moeten ook onze sprekers hen eenvoudig met d' eigen handigheid overtroeven, want daar komt het ten slotte maar op aan. Naast duidelijke en logische weer- legging van de opgezette stellingen in eenvoudige, pakkende volkstaal, handige debaterstrucjes, brutale overdondering, en dit alles voor den vuist weg, maar daar voor moet een school doorgemaakt zijn en hiermede kom ik aan »des pudels kern". Hoe komen wij aan een dergelijk »keurkorps" Hoe vormen wij dc man nen, die met succes den strijd in 't open baar met de roode bent kunnen aan binden Hoe krijgen wij dat corps van degelijk onderlegde mannen, die tevens handige debaters zijn Daar is m. i. maar één weg. De K. S. A. legge óf in !t centrum des lands een algemenen cursus aan óf de dioce sane comités doen het dioccsaansgewijs en hierin worden zij, die reeds min of meer hun sporen in deze verdiend heb ben, opzettelijk getraind in dezen tak van sociale zending. Er worde een al gemeen programma opgemaakt van de te bestrijden drogredenen, die de roode overkant als stokpaardjes berijden en deze worden daar van alle zijden beke ken en bedabatteerd. Zoo moet er een keurkorps komen, die de roode heeren vreugde, zij kan haar levenswinter on be kommer I tegemoet zien. Allen, geen enkele uitgezonderd, heeft de millionnair in zijn testament bedacht. Ale dan ook de eind- clausule klinktEn mijn overige vermogen, zijnde vijf millioen fre met nog mijn on roerende goederen laat ik in vrij en onver hinderd bezit na aan mijn eenigen bloed verwant, Haakon Olafs, dan heericht er een ondeelbaar oogenblik een doodeohe stilte, maar daarna uit zich een onbedwingbaar enthousiaeine, een vreugdegeschal, dat lnide en verweg weerklinkt en dat zich telkens en telkens herhaalt. Haakon waant zich in een droomwereld vijf millioen frs niet nog de reusachtige eigendommen in plantages en anderezaken! Hij kan het haast niet gelooven en toch het is «oo. I e notaris wenscht hem plech tig geluk met dit mooie vermogen. Tom drukt als uitgelaten zijn beide handen, ter wijl allen, die voor, achter, links en rechts van hem staan en zitten, hem toewuiven met handen en doeken, terwijl als één sa men schallende stem weerklinkt„Vive notre jeune maitreVive, Viva!* 't Is een ovatie, zoo machtig, zoo grootsch in oprechtheid en euthoatiasinc, dat hem de vreugdetranen langs de wangen biggelen. Eindelijk komt er toch eeu oogenblik van kentering. Hiervan maakt de notaris gebruik, om allen voor hunne tegenwoor digheid dank te zeggtn en hun thans be leefd te verzoeken, hem met den Heer Olafs alleen te laten, opdat hij met deze de zaken verder kon regelen. Hoewel aarzelend, voldoet ten slotte het cosmopolitisch gezelschap hieraan, zoodat de drie heeren in de voorgalerij alleen over blijven. (Wordt v ervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1906 | | pagina 1