it, JN u turner 8. Zondag 27 Januari L9l>7 30e Jaargang. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Tweede Blad. A M TOON TIELEN MENGELWERK. DE VERGEVING. LANDBOUW. 'Onuitgegeven brieven van Mevr. Victor H ugo. T'-n 'Ti'i'iiiTfiannum n iiiw«sa U f T O E V K lt r-^ ffl-jll I ■w"MIMMlM^JHllM«milinilriMiBIIMMMBBMMM—BH»——aMBPgr .5JT-. - -.wavgSjazaSBP -5ZSCa&:a v« •C?ggaFgag5-ag^>>_^--:•&:■ De Echo van het Zuiden m Laipfraafsdif Courant Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 8 maanden f0."5. Franco per post door het geheele rijk f 0.90. Brieveningezonden stukken gelden enz., franco te zenden Uitgever. aan aen W ft. A L W IJ K. Telefoonnummer 38. Advertbntiën l7 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groott letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en advertenties bij abonnement worden speciele zeer voordeelige contracten gesloten. Reclames 15 cent per regel In het gedeelte van de rue du Clos- Bruneau te Parijs, dat tijdens het tweede keizerrijk nog bestond voordat de wijk der Sorbonne gedeeltelijk werd afgebro ken om de breede en moderne rue des. Ecoles aan te leggen, stond een gothiek huis van vier verdiepingen met twee ramen in het front, lat een laatste over blijfsel scheen te zijn van een rijke abdij of van de woning van een edelman van het oude Parijs. Een pepetbusvormig torentje versierde een der vier hoeken, en de breede en hooge ramen waren door gehouwen steenen binten in vieren verdeeld boven de deur een gesmeed ijzeren stang door kunstvaardige hand met krullen en gril lige bloemen versierd, cn daaraan hing een uithangbord, dat in verweerde letters het opschrift te lezen gaf»Hotel d'Alsace". Op een winteravond tegen een uur of zes, het was koud en mistig, kwam een dame in het hotel om een kamer te vragen. Zij was groot van gestalte met schoone regelmatige trekken, maar haai kleeding zag er verwaarloosd uit en zij scheen erg vermoeid. Ik heb een groote reis gemaakt, zei ze, en heb rust noodig. Hier is het biljet van mijn bagage, gij kunt die mor gen laten halen. Mevrouw zei de hotelhoudster, mijn huis is niet groot en bijna geheel bezet door menschen, die hier in pension zijn. Ik kan u niets anders geven dan een achterkamer op de vierde verdieping. Dat is niets, als er maar een goed bed staat. O, zeker mevrouw en er is een haard, waar ik aanstonds een flink vuur zal laten aanleggen. Terwijl zij kandelaar en sleutel opnam, voegde de spraakzame logementhoudster er bij Er zijn maar twee kamers op iedere verdieping. Uw buurman is een heel be daard man, enkel speelt hij des avonds een of twee uren viool, maar met een geluidsdemper dat spreekt vanzelf. Dat is mijn pensionaire mijnheer Zacharias, organist aan de St. Stephanuskerk. Bij het uitspreken van dien naam meende de eigenares van het hotel d'Alsace bij de onbekende een lichte zenuwtrilling waar te nemen, maar zij antwoordde enkel met een onverschil lig ah. De vreemdelinge werd naar de voor haar bestemde kamer gebracht en zoodra zij alleen was, haastte zij zich om in den slaap rust en verkwikking te zoeken. Te middernacht, te midden der diepste duisternis, werd zij plotseling gewekt door de accoorden eener hemelsche melodie. In het naaste vertrek klonk een viool De strijkstok die met ongeëvenaarde meesterschap werd gevoerd, ontlokte aan de snaren een stroom van melodien, ernstig of blij klagend of tecder, zacht en vleiend of hartstochtelijk wild. Soms verdrongen zich de noten in wilde war reling, om nu eens als een zielkreet los te barsten en dan weer rein en statig als op de vleugelen des gebeds zich tot den hemel te verheffen. De vrouw luisterde aandachtigeen gevoel van diepen weemoed beving haar, haar keel schroefde dicht, tranen welden haar naar de oogen en zij moest met geweld zich bedwingen om een luiden snik te onderdrukken. Tien jaren geleden had de musicus Zacharias in het hotel d'Alsace zijn intrek genomen en tien jaar lang had hij er rustig en in vrede geleefd. Hij leidde er een echt kluizenaarsleven, ontving niemand en wijdde aan zijn muzikale scheppingen vele uren van den dag en van den nacht. Van onuitputtelijke schep pingskracht, was hij zeer gezocht door de muziekuitgevers, die hun voordeel deden met de heerlijke toonwerken van den stillen eenvoudigen man. Niets wat zijn kunst betrof, was hem vreemd gebleven met dezelfde meester schap behandelde hij de verschillende genres, en was zoowel in het vroolijke als in het ernstige, in de luchtige dans muziek als in het statigste orgel-compo sitie een meester van den eersten rang. Op hooge feestdagen wist hij aan het orgel tonen te ontlokken, die de geloo- vigen meesleepten en die den kenner deden denken aan Gui d'Arrezzo of Palestrine. Aldus leefde hij in stilte geheel over- g geven aan de kunst, die hij liefhad met al de kracht zijner ziel, die hij koes- lerde cn verzorgde als een teer bloeiende plant. Sommigen zeiden, dat hij een ge heim verd.iet had en dat hij in de be dwelming van een verfijnd kunstgenot zijn zieleleed zocht ie vergeten. Wanneer men hem over straat zag gaan, door de la Montagne Ste Génevève om het orgel te bespelen in de keik; wanneer men hem daar heen zag gaan, mager zenuwachtig met onrustigen blik en een gelaat, doorgroefd van onbekend iijden, dan wezen de menschen uit de buurt hem elkander met stillen eerbied aan als een ongelukkigen man, die onder een groot leed gebukt gaat. Het was avond; het lof in de kerk St. Etienne du Mont was geëindigd en Zacharias koud en rillerig, met een gevoel van koorts, had het orgel gesloten en was naar huis gegaan. De kunstenaar had geen bloedverwanten, geen vrienden. In zijn eenzame kamer, waar overal muzickpapier op tafel en stoelen verspreid lag, porde hij het haardvuur op en ging in zijn grooten leuningstoel zitten. Hij voelde zich onwel en had behoefte aan iets warms; Zacharias nam een punch bowl, goot er rhum in en stak het met beverige handen aan. De lamp was neergedraaid en achtero ver in zijn stoel geleund zag de kunste naar daar de breede vlammen die als blauwe slangen over de brandende punsch kropen. Zij sloegen verder uit en dansten met bleeken weerschijn op de muren der kamer die zij vulden met een spookachtig en fantastisch licht. Een rilling overviel hem. Pijnlijke herinneringen, verward en akelig als een droom, herleefden in zijn geheugen. Visioenen van het verleden rezen weer op voor zijn geestesblik en trokken zijn oogen voorbij. En altijd rees voor zijn verbeelding op het beeld van haar die hij zoozeer had liefgehad, zijn vrouw die hem te vroeg was ontvallen. Hij streek zich met de handen over de oogen en staarde op een andere verschijning met een blik van diepen weemoed. Zijn dochter zij zou door haar liefde volle zoig het gemis der echtgenoote aan hem vergoeden maar eilaas het zou an ders zijn. Hij zag zijn Ernestine in aen geest weer tegenover hem zitten aan de kleine tafelhij meende nog den klank te hooren van zijn eigen stem, toen hij woorden van waarschuwing tot haar sprak dat zii zich in acht zou nemen voor Waler, zijn vroegeren muziekleerling, die het ver keerde pad was opgegaan. Maar zij had het hoofdje trotsch in den nek geworpen en gezegd dat zij haar eigen weg zou kiezen. En daarna kwam het oogenblik van scheiden. Het oogenblik. dat zij zonder de zegen haar vader het leven inging met den ondankbaren leerling. Dat was jaren geleden de kunstenaar had haar niet meer teruggezien, niets meer van haar vernomen Het laatste trillende vlammetje van den punch was uitgedoofd slechts in den haard glommen nog eenige kolen en zwak scheen de maan door het vensters. Zacharias zat nog steeds onbeweeglijk in zijn stoel: zijn gedachten versmolten in allerhande melodieën, en doorleefden ontroeringen, joelden en zongen in zijn hoofd, hij greep viool en strijkstok en onder den drang der bezieling, begon hij een fantastische melodie, waarin hij de gevoelens en gewaarwordingen zijns le vens in een rijkdom van klanken ver tolkte. Opeens meende Zacharias een snik te hooren in de naburige kamer maar neen, het was het spel zijner verbeel ding. De strijkstok vloog weer over de snaren en nadat het instrument in grij pende tonen zijn nood had geklaagd en zijn leed had uitgezongen, klonk als een engelenmuziek een lied van vergeving en verzoening. Het daglicht scheen reeds door de ramen, toen Zacharias bij de flikkerende lamp nog bezig was de improvisatie van dien nacht op het papier te brengen. Opnieuw meende hij daarnaast een snik te hooren, maar nu duidelijk, meer dicht bij. Hij schrok en wendde 't hoofd om. Langzaam ging de deur open en daar stond zijn dochter, zijn Ernestine terug gekeerd na veel lijden en veel omzwer vingen. Zij stak de armen naar hem uit. «Vergeving, vader, vergeving.» De grijsaard zag haar met groote ver bijsterde oogen aan, toen deed hij eenige schreden achteruit, een akelige ruwe scha terlach klonk door het vertrek en als door den bliksem getroffen, zonk de oude man in zijn leunstoel. Toen Zacharias na een ijlkoorts tot zichzelven kwam, waakte Ernestine bij zijn bed haar man had zij verloren, twee kinderen ten grave gedragen en nu, na een verwoest jong leven, was zij terug gekeerd om het overschot van haar dagen te wijden aan haar ouden vader, dien zij zoozeer had miskend. De oude man behoefde de zorgen van zijn dochter niet langkalm ontsliep hij, na zegenend zijn hand op haar hoofd te hebben gelegd. Korten tijd nadien werd de fantastische melodie van den ouden meester door heel Parijs toegejuicht. Zijn dochter had aan het muziekstuk een titel gegeven, en er boven geschreven «Le Pardon», de vergeving. in onze oogen te rechtvaardigen, aan nemende, dat God rechtvaardiging noodig heeft. God is onze vader en in vergelijking met het andere leven heeft dit leven weinig te beteekenen. Bij het vreeselijk harteleed begrijpen wij niet hoe een vader zijne kinderen zooveel laat lijden en toch straffen ook wij onze kinderen als het noodig is. Die straf moge niets zijn bij het lijden, dat wij verduren maar wat beteekent weer dat lijden bij de belofte eener eeuwige hereeniging. Waarde vriend, ik laat U aldus ge tuige zijn van den arbeid mijns geestes, die voortdurend zich verdiept in de betrekkingen dezer wereld met de andere. Dit komt, omdat ik in die andere een deel van mijn vleesch, een deel van mij- zelve heb. Mijne lieve dochter had God op den dag harer Eerste Heilige Communie gebeden, dat hij U kinderen schenken zou Wees er zeker van, dat zij de uwen, die bij haar zijn de volheid harer liefde schenken zal. Schrijf mij met een enkel woord, dat ik iets heb bijgedragen om U in uw lijden te schragen en ik zal tevreden zijn. Zeg aan uwe vrouw, dat ik op gelijke wijze in haar lijden deel. Burggravin VICTOR HUGO. Brief aan een vriend bij het overlijden van twee zijner kinderen terwijl zij nog onder eigen lijden gebukt gaat. 4 November 1844. Waarde vriend, ziedaar dan de beproe vingen door God U opgelegd 1 Dat alleen zou voldoende zijn om U aan een ander leven te doen gelooven. Indien het geluk de belooning is voor een zoo edel en deugdzaam leven, gij hebt het hier beneden nietnoodzakelijk wacht het U aan de overzijde. Troost U met deze gedachte en zie uwe engeltjes spelend aan die kust waar gij eenmaal zult aanlanden en waar zij U eene woning bereiden. Verhef uwe oogen ten hemel en sla ze zoo min mogelijk neder: Alleen in deze orde van gedachten is mij het leven dragelijk. Op het graf mijner kinderen, waar ik juist van wederkeer, raakte ik hunne lichamen slechts met het mijne aan Mijne ziel verliet mij als het ware om zich met de hunne te vereenigen. Er is een hemelsche wellust in de ver- eeniging, in de gemeenschap der zielen. Zoek die en gelijk ik, zult gij ze vinden. Zeg tot Uzelven, dat iedere dag, al moest gij ook leven zoolang het den mensch gegeven is te leven, U dichter tot die lieve kleinen brengt en aldus zult gij leeren eiken doorleefden dag te zegenenen dan, gelijk gij zelf zegt, God weet beter dan wij wat tot ons welzijn strektHij heeft twee engeltjes meer gewild en misschien twee onge lukkige wezens minder. Al hadden zij slechts te doorstaan wat gij en ik door staan dat reeds zou genoeg zijn om God Twee jaar later gaf een even wreede rouw haar de volgende regels in de pen Waarde heer, indien uw geloof niet ondergaat na zooveel wreede beproe vingen, na zooveel onverdiend lijden dan wordt het vaster juist om dezelfde redenen, die U aanstoot hadden kunnen geven. O, ja, hoe kortstondig schijnt ons dit leven. Eene reize niet langer dan de bliksem vergeleken bij de eeuwigheid, ja zoo is het. Indien wij die ureede scheidingssmarte niet hadden, zouden wij dan op den dag der hereeniging die oneindige vreugde hebben Indien God ons de nagedach tenis, de herinnering geeft, waardoor de scheiding ons nog te sterker bindt aan hen, die ons voor het oogenblik ont nomen zijn, waarom anders dan om ze ons weer te geven. Denk aan dit onuitsprekelijk, onver gankelijk geluk 1 Wie kent den dag van morgen Mo gelijk zult gij langer gescheiden zijn van de kinderen, die gij hier beneden hebt dan van die daarboven zijn. Ik heb dien afgrond reeds bijna drie jaar doorvorscht en wat ik U hierboven zeg is de vrucht ervan. Ik acht mijzelve bekrompen in vergelijking met een vader die bij het verlies zijner dochter, zijner eenige dochter, eene aangebeden vrouw van vijfentwintig jaar tot mij zeide Alles zal zich ten beste, schikken". Dat geloof, die gerustheid is iets tref fends. Hoe groot is dat vertrouwen in God 1 Maar ik bid U, vermeerder uw zielelijden niet te zeer door de oogen naar omlaag te wenden Hef ze hemel waarts. Beneden dorre bitterheidboven de zoete hoop. Ik wilde zoo gaarne bij U zijn om U binnen te leiden in die geheimzinnige en toch zoo wezenlijke wereld. Ik heb mijne Léopoldine voor U ge beden zij die op den dag harer eerste communie voor U, om kinderen bad, zij zal nu voor U bidden, opdat die zeker heid eens uwe lieve engelen weer te zien in U wone als in mij. Omhels uw lieve vrouw voor mij en zeg haar hoe ik hare zuster ben. Waarde uw trouwe vriend van gan- schen harte de uwe Burggravin VICTOR HUGO. uit de Bemestingsleer. onzer lezer» verzoekt ons eens iets Grepen ie seh'ijv.-n over kali als plan ten voedsel en over dt kali-meststoffen. Hij vraagt o. ra. Is kali hetzelfde als kalium Waartoe dient kali? Hoe wordt kaïniet gefabriceerd; i bet ge n volledige meststof? Waarom zijn p.iteutkalimagnesia en chloorkalium zoo duur Hoeveel chloor en zwavelzuur zit er wel ir chloorkalium en zwavelzure kali? Waarom moet men knik bij kaïuiet gebrui ken Vragen genoei voor enkele arti kelen, die we echter gaarne beantwoorden, omdat het waarschijnlijk nog velen onzer lezers mangelt aan een juist inzicht iu den aard en aan de noodige kennis omtrent het gebruik der kunstmeststoffen. Kali noemden we onlangs één der 3 st offen (stikstof, phosphorzuur en kali), welke voor de plantenvoeding van het hoog ste gewicht zijn en waarvoor bij de bemes ting zorg g-dragen moet worden. Zijn voor de korrel vorming voornamelijk stikstof en phosphorzuur noodig, voor de vorming van stengels en bladeren behoeven de gewassen vooral kali. Kali, koolzure kali, is de r.ieuwerwetsche naam voor potasch, een poeder, dat men voorheen uit stroo-asch bereidde voor verschillende doeleinden huismoeders gebruikten het bij de wasch en velen van haar bereidden zelf heur pot asch of liever potaschloog (loog is water, met pLntenzout bezwangerd en daardoor scherp gemaakt.) Ze namen stroo, meestal van ppardenboonen verbrandden dit, deden de asch in een grooten pot, goten er regen water bij en gingen flink aan het roeren. Zóó kreeg men potasch of kali loog. Of dit sterk genoeg was, werd beproefd met de tong, of mm voelde met de vingers of het glad genoeg was. Natuurlijk zaten in de asch ook and-re stoffen, welke echter niet zoo gemakkelijk oplossen als kali, zoodat men bijna geheel zuivere potasch-loog ver kreeg Dit gebeurde in een tijd, toen het -troo, bij nu vergeleken goedkoop was. In zonderheid in kleistreken ging men veel stroo, dat men niet behoefde, verbranden, alleen om het maar kwijt te zijn. Vele lieden hielden zich toen bezig met het verzamelen dier asch en verkochten deta aan de pntsech-fübrikanten. Nu is de potasch door de goedkoopere soda vervangru ze is evenwel nog dienstig bij de bereiding van groene zeep, salpeter, Boheems'h glas enz. Is kali hetzelfde als kalium? Niet precies. Kalium is een licht metaal, week en kneed baar, dat onder petroleum bewaard wordt, dewijl het in aanraking met de lucht ver andert en spoedig zich met de zuurstof der lucht verbindt. Vrij dat wil zeggen, niet met eenige stof verbonden, komt kalium dan ook niet voor. Meestal is het in den natuurlijken mest, in stalmest of compost, verbonden met koolzuur: het is dan kool- zute kali of potasch. Deze stof is niet direct voor de planten geschikt, want ze is bijtend. Door aanraking met de plantenzuren wordt het koolzuur verjaagd en outstaat planten zure kali, die door de gewassen wel wordt opgenomen. Dat kali een gewichtig plan ten voedsel is, blijkt uit het volgeude lijstje. Op 1000 deelen virdt men Iu tarwe korrel 5,5 deelen kali, rogge 5.6, haver 4.4, boekweit 2 7, erwten 9.8. pAardenboonen 18.1. Iu stroo van t»rwe 6 3 deelen, rogge 7 8, haver 8.9, boekweit 24 2, erwten 10.1, van paardenboonen 18.5. In hooi van ge woon gras 16 deelen, van zeer vetten grond 35, Engelsch-zaaigras 20. overbl. roode klaver 25, Incarnaat klaver 17. Wat zien we hieruit lc Dat meer kali wordt gevonden in het stroo, de steügels en de bladeren, dan in den korrel. Met stikstof en phosphorzuur is het juist andersom ge steld die bestanddeelen worden het meest iu den zaadkorrel aangetroffen. En hierbij moeten we nog in aanmerking nemen, dat de gewassen ook meer gewichtsdeelen stroo dan zaad leveren. Rogge geeft b. v. onge veer 2 maul zooveel stroo als korrels. Vol gen? bovenstaande opgaven geeft de rogge korrel (van de 1000 deelen) a.6 dselen kali, het rogge-stroo 7 8 Maar de hoeveel heden kali in de korrels en het stroo verhouden zich als 56 en 2 X 8 15 6 in het stroo zit dus ongeveer 3 maal zoo veel k*.li als in het zaad. Bij de meeste- andere gewassen valt hetzelfde op te merken. Vindt men nogal tamelijk wat kali in de graven, nog rijker daaraan zijn de olie planten. Hel winterkoolzaad b v heeft op de 1000 deelen 9 6 d<elen k-li in het stroo ruim 1 l derlen. D» rogge-korrel die aan kafi het rijkste is van de granen, heeft

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1907 | | pagina 5