Nummer 26.
Zondag 31 Maart L907.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Eerste Blad.
I'ASCII KN.
UIT llOOlil MIMEN.
30e Jaargang.
ANTOON TIELEI,
Dit nummer bestaat
uit DRIE Bladen
BEKENDMAKING
t T K ver:
INDUSTRIËELEN."
FEUILLETON.
LANDBOUW.
rani> iiinnrr
^SEEBaBBBataasseaassaiBstrzzs&'é&saeRaaDfli
WAAL W IJ K- Telefoonnummer 38.
„Zalig Paschen!"
Mond- en Klauwzeer.
mat
275
a 200
i 130
220
a 120
100
t 50
i 18
87, et
- per
De Echo van het Zuiden,
Waalwjjkschc en Langstraatscbe Courant,
Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond,
.abonnementsprijs per 8 maanden f0."5.
Franco per post door het geheele rijk f 0.90.
Brieveningezonden stukkengelden enz., franco te zenden
Uitgever.
den
Advertentiën l7 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groote
letters naar plaatsruimte. Adverteutiëu Smaal ter plaatsing opgegeven,
worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groot, aantal regels en
advertenties bij abonnement worden speciele zeer voordeelige contracten
gesloten. Reclames 15 cent per regel
De Kamer van Koophandel en Fabrieken
te Waalwijk houdt zich onledig met het
opmaken van het verslag over 1906.
Heeren Industriëelen worden verzocht
hunne opgaven voor het verslag zoo spoedig
mogelijk aan den Voorzitter te zenden.
Be Kamer van Koophandel en Fabrieken
voornoemd.
KIESRECHT
Ter inzage ligging van de lijsten.
Burgemeester en Wethouders van Waalwijk
brengen ter opeubare kennis dal op heden is
vastgesteld de lijst, aanw'izende de personen, die
bevoegd zijn tot het kiezen van leden van de
Tweede Kamer der St«ten Generaal, van de Pro
vinciale Staten en van d- n Gemeenteraad als
mede dat de^e lijst met de alphabetische lijsten
▼an hen die van de kiezerslijst zijn afgevoerd en
van hen die da»»op ziin gebracht, van af den
23en Maart tot en met deu 21en April e. k.opde
aacretarie der gemeente tijdens dat deze geopend
is, voor een ieder ter inzage zijn nedergelegd en
tegen betaling der kosten in afschrift of afdrilt
verkrijgbaar zijn gesteld. Tot en me' den ]5en
April e. k. is een ieder bevoegd, bii het gemeen
tebestuur verbetering v»n de door dat bestuur
vastgestelde kiezerslijst te vragen, op grond dat
hij zelf of een ander, in strijd met de wet,
daarop voorkomt, niet voorkomt, of niet behoor
lijk voorkomt.
Dc verzoeken om verbetering van de ki-zsrs-
üjst worden met de bewijsstukken, dadelijk tot
en met den 21en April n. s. voor een iedet op
de 8rcretarie der rui-ente ter inzage nederge
legd en in afschrift, tegen betaling der kosten,
verkrijgbaar ge»te)d.
Een ieder is tol tegensprak van het verzoek
bevoegd.
De tegenspraak wordt schriftelijk en uiterlijk
den 23en April aanstaande, aan het g<meentebe-
stuur ingediend.
Waalwijk den 22en Maart 1907.
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
K. DE VAN DER SCHUEREN.
De Secretaris
F, W. VAN LIEMPT.
Er was een tijd, dat de Ostermaand,
de maand Maart, gewijd aan de glan-
17)
Roman naar 't Engelsch.
Ho riep zij. „Nu gaat hij complimentjes
maken. Vroeger was hij eerlijker toen ant
woordde hij kortweg
■Neen, kleine, werkelijk niet!"
Daarnaar te oordeelen, moet hij vroeger
een grof man geweest zijn. Maar tegenover
zoo'n jong meisje meent dan zoo'n jonge vlegel
alles te mogen zeggen. Maar de tijden veran
deren, kleine meisjes worden volwassen dames,
die met respect behandeld moeten worden."
Hij zeide dat zoo maar, zij nam dit echter
als hoogen ernst op. Wil dat zeggen, vroeg
zij, terwijl haar oogen grooter en donkerer
schenen te worden, dat gij mij bij gelegen
heden uit beleefdheid wat lief wilt toeschijnen?
Neen dat niet, verzekerde hij neen alleen
maar dat ik thans als \roeger, geen grofhe
den zal zeggen."
■Grofheden, hernam zij, hebt gij me nooit
toegevoegd, alleen de waarheid hebt ge
gesproken."
■En dat zal ik blijven doen," beloofde hij
Werkelijk?" riep zij? weer meteenvreug-
devollen blik in de oogen «Jack het zou ook
zoo treurig zijn, als wij die elkander zoo goed
kennen, in de toekomst phrasen voor elkander
gebruikten
»'t Zou werkelijk al te dom en kinderachtig
zijn," stemde hij toe. «Daarenboven, voegde
hij erbij, haar schalkech aankijkend, of het
wel past eene volwassen prinses vou Wildeu-
hofen kortweg Molly te noemen, of de
kleine verwantschap het recht daartoe geeft
Dat gaf haar een steek in 't hart. «Daar
hebben wij 't, dacht ze dood ongelul kig, het
is niet meer de oude Jack, of als hij nog de
oude Jack is, dan ben ik dezelfde niet meer."
,,Nu wat dunkt U," zeide hij lachend.
,,Gij moet maar dotn, zooals ge wilt"
sende godinne Ostara gevierd werd met
lichtende vuren waaromheen vroolijk werd
rondgesprongen en gedanst. Dat er
koeken werden gebakken, welk gebruik
nog voortleeft in den krakelingenvorm
der brooden, die thans nog in sommige
streken op Paschenworden gebakkenen
waarin men wel een symbool van den
liefdeknoop ziet. Dat er eieren werden
roodgekleurd en men deze onder el
kander wegschonk, welke overoude ge
woonte de Parsen reeds kenden. In die
eieren zag men het symbool der vrucht
baarheid, waarlijk een toepasselijk sym
bool voor den tijd, dat de herlevende
gloed der vruchtbaarheid wederom in
den boezem der aarde wordt aange
kweekt. Dat de jonge maagd, die op
Ostara's feestdag bij den opkomenden
dageraad het gelaat zich wiesch in de
aan deze godinne geheiligde bron, even
zeer hare bevalligheid en schoonheid be
hield als had zij zich in den Meidauw
gebaad. Datdoch waarvoor op ons
christelijk Paaschfeest deze heidensche
gebruiken in herinnering gebracht Een
voudig, om even te doen uitkomen, dat
hoe ver ook die heidensche gewoonten
achter ons liggen, zij tbch nog, zij 't dan
in gewijzigden vorm, onder het volk
voortleven. De vraag mag hier gesteld
worden Hebben deze heidensche ge
woonten uit onze oer—tijden eenigen in
vloed op de volks-idee van het vieren
van het christelijk Paaschfeest
Men verplaatse zich zeiven een oogen-
blik in zijn jeugd en onderzoekt, thans
met het oordeel des onderscheids, hoe
wij als jongens en meisjes over de paasch-
koeken, paaschbrooden en paascheieren
dachten. Zij waren lekker, wij verheug
den ons er reeds lang van te voren over
doch meer dan een aangename smaak
aandoening zat er voor ons beslist niet
aan Vast. Wat kon ons dat schelen hoe
dit gebruik in de wereld gekomen was
Het smaakte lekker endaarmee uit.
,,Ik blijf natuurlijk 't
zij verheugd eu
Of er d?n voor onze jongens en meis
jes en ook ouderen geen enkele ethische
zijde aan dezen »lekkeren kost* van het
Paaschfeest verbonden is Wel zeker 1
Onbewust wordt de gedachtengang
vastgelegd Vóór Paschen eerst eenigen
tijd ontberen, om daarna vut Paschen
als de oude mensch zich verstorven en
geheel en al een rein, zedelijk kleed heeft
aangetrokken, van het goede der aarde
te mogen genieten. Ziedaar, een pak
kende verafbeelding van de aarde en den
hemel. Hier een pelgrimstocht, een
doorgangstijd, die meer schaduw-dan
lichtzijde biedt, wiens optelsom van leed
oneindig grooter is dan de nota van het
lief. Daar de belooning voor de geleden
ontberingen de inenschelijke geest in
zijn volheid van kennen en kunnen de
menschelijke ziel in hare volheid van 't
vlekkelooze reine. Doch er is meer
Het teekent ook den weg, die gevolgd
moet worden. Wil men nl- de enge
poort binnengaan, die toegang geeft tot
het Rijk, welks bestaan -Christus met
Zijne verrijzenis bezegelde, dan moet be
wandeld worden de weg, waarlangs als
wegwijzer staat het Kruis waarop wel
rozen bloeien, maar die pas tot wasdom
gekomen zijn, nadat de doornen der be
proeving in al hare scherpheid zijn door
voeld.
Deze opzet van den menschelijken le
vensgang lijkt in onze tegenwoordige
wereld van jacht naar genot en weelde
wel een verouderde te zijn of minstens
teruggedrongen naar die plaatsen, waar
vrome zielen zich in de eenzaamheid
van de kloostercel hem in idealen zin in
toepassing brengen, doch elke katholiek
voelt in dezen tijd van geestelijke her
nieuwing de sobere waarheid van bo
venstaande in zijD ziel natrillen.
De lichtgestalte van den verrezen God-
mensch zweeft in hel-reinen glans voor zijn
zieleoog en wrjst hem, hoe hij overigens
ook in beslag genomen mogen zijn door de
antwoordde zij zacht.
riep hij uit.
liefst bij het oude."
,,Ja, werkelijk vroeg
hoopvol.
,,Ach Jack, dati laat ons toch in Godsnaam
daarbij blijven Alles behoeft toch niet opge
offerd te worden, wat schoon wus in onze
jeugd een paar kruimkes daarvan mag men
toch wel bewaren voor latere jaren."
,,Die kruimkes, waarom het hier gaat,
behouden wij, knikte hij vergenoegd, dat staat
vast."
,,Hij maakt slechts grappen," dacht zij
„Een geluk echter dat hij nog zoo vroolijk
gestemd blijft."
Luid vroeg zij ,,Is het leven u altijd gun
stig geweest Jack?"
,,Ack, dat herinnert er mij aan, riep hij
plotseling op anderen toon uit, ,,dat gij zoo
veel hebt moeten lijden, arme, kleine Moly."
Het warme medelijden in zijn blik bracht
haar de trauen in de oogen. „Jack" stamelde
zij, ,,ik heb een lieven vader verloren
,,Ik weet het Molly" zeide hij, hare hand
grijpend en deze liefderijk streeleud.
„Een," ging zij zachtkens verder, ,,die mij
meer beminde dan zichzelf."
Dat wist hij beter. Had de man zijne doch
ter meer bemind dau zichzelf, dan had hij
zijne verwerpelijke hartstocht wel beteugeld
om harentwil en haar niet als bedelares ach
tergelaten. Maar desniettegenstaande knikte
hij toestemmend. „Arm kind," dacht hij ,,als
zij het maar gelooft,
Na een oogenblik trok zij hare hand zacht
uit dc zijne terug. Vergref me Jack, vroeg
zij hare tranen droogend, en zeg mij nu
Hebt gij geluk gehad al die jaren door?"
Ach, kleine," hernam bij lachend, «een
mensch die in 8 jaren niets dan geluk heeft
gekend, is er niet op de wereld Dat zou
ook voor niemand wenschelijk zijn, de mensch
moet nu en dan eens aangespoord worden, en
zoo ben ik ook die jareu wakker voorwaarts
gegaan. Onder mijn aristocratische bloedver
wanten heb ik 't als schilder niet gemakkelijk
en onder mijne collega's niet als aristocraat
Dit woord beteekent voor hen dillettant. Zoo
had ik zoowel naar den eenen als anderen
kant een zuur werk en wat Jack Vernou zelf
betrelt, ook deze is 't zoo gemakkelijk niet
gegaan hij heeft zijn zonden duur moeten
betalen en zijn domheden nog duurder.
Hij sprak op levendigeu toon, maar bij de
laatste woorden vloog er een schaduw over
zijn trekken, zijne wenkbrauwen fronsten zich.
Nu denkt hij aan Lucie Leclerq zeide
Marie tot zich zelf. »Arme Jack Luide
vroeg zij »Maar nu is toch alles goed niet
waar
■Op 't oogenblik ja, Er zullon echter wel
weer moeilijkheden komen en als ze komen
zal ik waken om ze naar den duivel te zenden,
en als ze voorbij zijn zal ik de Voorzienigheid
danken, dat ze mij gespaard heeft. Zoo gaat
't mij altijd en zoo hoort het. Was 't leven
geen strijdik zou den dood verkiezen."
Hij 6prak en zag de bewondering barer
oogen, lachte en meende Dat is toch wel
genoeg van mijn lieven Ik. Het is raadzaam,
het thema te veranderen, het wordt anders
onverkwikkelijk. Eu nu wat dunkt U als
we ons langzamerhand eenB ontfermden over
de ongeduldigeu, die daar in de bibliotheek
op gloeiende kolen zitten. Kom laten wij U
aanmelden Marscham
■Niet aanmelden," vroeg zij, «Jack gij
bederft de overrompeling
In tegendeel," verzekerde hij, het verdubbelt
ze. Gij zult zien Marscham
De geroepene, die al dien tijd, in den
doukerc-n achtergrond der hal blind- en doof
heid gehuicheld bad, kwam nu plotseling te
voorschijn.
De deur opengeworpen, Marscham", beval
Jack. nzoo ver mogelijk en dan met luider
stem aangediend «Hare Hoogheid prinses
Marie van Wildenhofen
Hij had reeds vele trotsche namen afgeroepen
de goede Marsham, maar nog nooit was hem
dien eeuer prinses door de keel gekomen. Hij
kon daarom eerst zijne oogen niet gelooven.
Jack zag zich daarom genoodzaakt hem op
zijn vrngenden blik den titel te herhalen.
Toen toonde hij zijn opdracht meester.
Hij trad trotsch vooruit, wierp de deuren
wijd open en riep, dat de wanden dreunden
-Hare doorluchtigheid prinses....
De duitsche naam werd door zijn britsche
zaken der wereld, dat er minstens een
maal per jaar een tijdstip is, waarop
al het wereldsche op den achtergrond
moet treden en hij zich alleen dient
bezig te houden met den wederopbouw
van zijn geestelijk-ikmet het in even
redigheid brengen van zijn ziel met het
beeld, waarnaar deze door goddelijke
hand geschapen is. Wel hem, die aldus
den Paaschtijd ingaat.
En hoe gemakkelijk wordt ons deze
overgang gemaakt door haar, in wie wij
mede een opstanding zien uit het dorre,
donkere doodenrijkDoor de natuur 1
Wie voelt zich in deze dagen van ver
nieuwd uitbottend natuur-leven, van
blijden jeugd-zang van het vogelenheir,
van het al-door vloeien der jonge lente
niet een ander mensch 1 Niet geneigd,
om, door afwerping van het onreine dat
ons geestelijk-zijn besmet, mèt de her
leefde natuur een ander, onbesmet ziele
kleed aan te trekken I
Alles om ons heen vervormt zich tot
schooner leven en reiner aanzienalles
om ons heen roept ons met jonge-leet-
stem toe: Vernieuwt u, O, mensch 1
Welaan dan, waar zich zelf onbewus
te krachten ons voorgaan in reiniging
van wezen en vernieuwing van levens
kracht, daar kan noch mag de zelfbe
wuste mensch achterblijven. Daar mag
nog minder achterblijven de christen,
die in het »Resurrexit« den sleutel vindt
van het Waarom En gelijk de natuur
in haar nieuw lentenleven de belofte
draagt van vollen, heerlijken wasdom,
zoo bergt ook de hernieuwing en reini
ging van de menschelijke ziel het zalig
bewustzijn, dat eenmaal hiervan het loon
zal gevonden worden in de vol-heerlijke
dreven der hemelsche lente Dit zij U
dan ook allen toegewenscht in den
christelijken groet
1. Een zeer besmettelijke ziekte, waar
voor in de eerste plaats het rund, ver»o)gens
h"t varken, het schaap en de geit vatbaar
zijn Zij kenmerkt zich door blaren iu den
mond, aan de tong, tusschen de klauwen en
vaak ook aan den uier, vooral aan de tepels.
De blaren speekselen in deu regel erg en
hebben kreupelheid en pijnlijkheid bij het
melken tengevolge.
2. In het laatste tijdperk dezer ziekte,
van 1892 tot 1903, toen zij algemeen in
ons land heerschte, is enorme schade aan
gericht1897 waren 42547 rundveekoppels
aangetast. Onlangs kwamen in het tuiden
weer eeuige gevallen voor, daarom gif de
Directie v. d. Landbouw te 's Gravenhage
ecu gratis- brochure over mond- eu klauwteer
in het licht. LandbonwvereenigingeD ver
zuimen niet exemplaren ter verspreiding aan
te vragen.
3. De ervaring leerde, dat de ziekte in
het begin van haar ontstaan gestuit kan
word n: le door almaking der zieke en ver
dachte dieren, of 2e door strenge afsluiting
der besmette hoeven of erven Het laatate
middel kan alleen baten, wanneer op vele
zaken gelet wordt.
4. Ten onzent kan op voorstel van den
districtsveearts uit een afgesloten erf «nz. de
uitvoer verboden worden van herhauwende
dieren, varkens, niet-ontsmette huiden, hoor
nen, hoeven en klauwen van h. d., van wel
mest en allen anderen afval, alsook van
hooi, stroo en ander veevoeder, touw, koe
lekken en stalgereedschappen.
5. Let welbij Koninklijk besluit van
4. Febr. j. 1. is bepaald dat bet verbod van
uitvoer ook van toepassing zal zijn op melk
een zeer belangrijk verspreidingsmiddel, en
vleesch. Hiervoor kan echter de Minister
van Landbouw, N. en H. een schadeloottelling
toekennen.
6. Nu de veehouder schadeloos gesteld
wordt bestaat er geeu reden meer om de
ziekte te verzwijgen. Daarom geve ieder,
bij elk verdacht verschijnsel, onverwijld ken-
uitsprank een aardig mengsel, maar de titel
alleen wan genoeg om Lord Garston en de
de anderen vormelijk van hunnen zetel te doen
oprijzen. PriDCesseu zijn er in Engeland alleen
in de koninklijke familie, men dacht dus spoe
dig aan eene verwante der koningin Victoria.
Jack onderdrukte met moeite zijn vroolijk -
heid »Hoe devoot kromt Mylord zijn rug,"
dacht hij »een hoveling, een kruiper is hij
toch niet."
Marie werd pijnlijk getroffen door de sen
satie, die haar verschijnen veroorzaakte.
„Dat komt nu van 't domme aanmelden,
zeide zij. Nu gelooven zij nog niet, wie het
is. Oom en tante kykt eens goed. Ik ben het
slechts, uwe nicht Marie."
En toen zij op hare eenvoudige manier van
den een naar den ander ging hartelijke woor
den uitend, handen grijpend eu drukkend,
toen kwam men zoo langzamerhand van zijne
verwonderiug terug.
In plaats van een koninklijke, was het
slechts eene prinses uit een klein vorstelijk
huis, die hen bezocht, maar klein of niet,
het huis was oer-oud, eu men kon trotsch
zijn op de verwaudschap ermee. Mylord sprak
gaarne en met groote hoogachting van zijn
neef, den vorst van Wildenhofen de hoog
achting gold minder den man, die hem betrek
kelijk vreemd was, dan zijn titel.
l)en titel wist hij, wist de gansche familie
in Marie te waardeereu. Het viel niemand der
dames in. in tegenwoordigheid van de gast
iets ter baud te nemen, leder woord dat Marie
Bprak werd zeer ernstig opgenomen en met
veel gewicht behandeld, manr weinig werd er
op geantwoord. Zoo wist ook Marie ten slotte
het gesprek niet gaande te houden en werd
het haar wee om 't hart, zij begon de drie
nichten eens te bekijken, en dacht: „Hoe is
't mogelijk Wij hebben tooh als kinderen
saam gespeeld. Maude was daar zeker altijd
bij eu nu zit zij mij ook aan te kijken, alsoi
ik van de maan ben komen r<>lleu
Zij stond op. „Ik mag het rijtuig niet
langer laten wachten, zeide zij. Het zou me
naar Courtenay Hollow brengen, van Garston
was in 't geheel geee sprake. Daar ik echter
tante Jane niet thuis trof, ben ik eens gauw
hierheen gewipt.
■Zijt gij bij mr. Tollemache van Red Hill
op bezoek vroeg mrs. Delville.die plotseling
aan het raadselachtige Bordauxrood-livrei
dacht
■Mr. Tollemache;" hernam Marie hoofd
schuddend.
Daar heb ik in mijn leven nog niet van
gehoord.
■Neen, ik ben bij Mrs. Eagles in Clyve Court.
Zij meende met deze woorden afscheid te
nemen, toen haar den verstoorden blik van de
familie opviel. Zij nam het op als verwonde
ring en zeide lacnend
Die zult gij wel niet kennen naar het
schijnt?"
Nu oprecht gezegd, voor een paar maanden
droomde ik daar zelf ook niet van. Dat is in
Nizza wondersnel gegaan."
Toen bood zij hare hand tot afscheid. Bon
jour Tante Eliza Lilly, zeide zij. Dag
Zal ik u eens bewijzen dat ik
Ja? Nu daar hebt ge een
jour
oude Maude
groot geworden
kus,"
üp hare teeueu staande gaf zij de flegmatieke
schoonheid een kus en ging toen naar de
huisdeur toe Van de weinige spraakzaamheid
der dames nam zei verder weinig nota maar
van de gelaatsuitdrukkim? van haar oom
stond ze versteld Zij had nooit reden gehad de
tiran van GaretouHalL te vreezen, hij had haar
of liever haar titel zelf iu haar jeugd roet den
noodigeu eerbied behandeld, daarom zeide aij
thans ook lachend
Wat is er oom Gij kijkt mij zoo vreemd aan.
Da lord vroeg met schorre stem
Weet de vorst waar gij u ophoudt?"
„Maar natuurlijk, oora" antwoordde xy,
■hoe kan dat anders?"
„Ongehoord." Verder zeide hij niets, maar
als een zoutzuil zat bij ouder dezen nood-
lottigen Blag iu zijn zetel.
Marie keek iu grenzelooze verwondermg
naar Jack. „Verklaar mij dat" eens sprake
hare oogen. Toen Jack niets zei, vroeg zij
hoofdschuddend
„Oom ik versta u niet."
(Wordt vervolgd.)