Nummer 28. Zondag 30® Jaargang, Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Eerste Blad. un Hoorn m\m. ANT00N TIELEI, Dit nummer bestaat uit DRIE Bladen Gezondheidscommissie Waalwijk Uitgever: INDUSTRl ËELEN. tEUILLB't OS. Sterfte. ra"''iiin n ui mi "ii i^^gsfiKEBEssai p-KV Waalwijfesck en Langstraatsclie Courant, Uit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 8 maanden f0."5. Franco per pont door het geheele rijk f 0.90. Brieveningezonden stukken gelden enz., franco te zenden aan Uitgever. den WAALWIJK. Telefoonnummer 38. Advertentikn I7 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven, worden imaal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en advertenties bij abonnement worden specisle zeer voordeelige contracten gesloten. Reclames 15 cent per regel De Kamer van Koophandel en Fabrieken te Waalwijk houdt zich onledig met het opmaken van het verslag over 1906. Heeren Industriëelen worden verzocht hunne opgaven voor het verslag zoo spoedig mogelijk aan deu Voorzitter te zenden. De Kamer van Koophandel en Fabrieken voornoemd. Het Kiesrecht-vraagstuk. Gelijk onze lezers zich nog wel zullen her inneren, bespraken we in het begin van 't vorige jaar in eenige artikelen deze materie. Geheel onopgemerkt bleven onze beschouwingen niet. Bladen als de Gelderlander*->Het Huisgezinen iHet Centrum'1, namen er notitie van Het eerste bestreed toen onze op vatting over het huismanskiesrecht, ter wijl *Het Huisgezinaan onze zijde stond. Het punt iu quaestie zat nem vooral hierin, dat wij meenden, dat dooi het huismanskiesrecht, zooals de anti revolutionnairen het verstaan, een aantal personen, thans kiezer, het kiesrecht zouden verliezen. De -»Geld rlander* meende echter, dat huismanskiesrecht niet uitsluitend beteekende. dat alleen elk gezinshoofd eene stem zal hebben, maar ook andere personen, met deze gelijk te stellen. Van anti-revolutionnai re zijde is hierop nooit een duidelijk antwoord gekomen. Thans heeft ech ter de commissie tot onderzoek van het kiesrechtvraagstuk der christen-democra tische partij eene meer duidelijke uiteen zetting van dit z.g. organische kiesrecht gegeven. Of dit echter ook de opvat ting der anti-revolutionnaire partij is, zouden wij niet kunnen zeggen. Wat zegt nu deze commissie Wij citeeren letterlijk Wijl het huis gezin is de levende cel, waaruit de volks gemeenschap organisch opwies, en van waaruit haar groei en verdere ontwik keling plaats heeft, moet het recht tot deelname aan de samenstelling der Sta- ten-Generaal (dit is het stemrecht) wor den toegekend aan de huisgezinnen. Het hoofd van het gezin heeft dan als de van Godswege aangewezen representant van al deszelfs leden voor en namens het huisgezin de stem uit te brengen. Met gezinshoofden behooren te wor den gelijk gesteld a. Allen, die eenmaal gezinshoofd waren en wier taak als zoodanig is ge ëindigd, zonder dat zij zelf als lid in een ander gezin werden opgenomen. b. Allen, die, in het organisch leven des volks een zelfstandige positie inne men, daarin derhalve een soortgelijke functie als gezinshoofden vervullen mits zij dien leeftijd hebben bereikt, waarop zij voor de wet ten opzichte van üe vor ming van een huisgezin van onder het ouderlijk gezag uit zijn. Hier vindt men onder de niet feitelijk gezinshoofden dus gerangschikt de weduwnaars (en wedu wen) en de vrijgezellen (ook zelfstandige vrouwen). Hoewel conclusiën in hare algemeenheid niet een volledig stelsel kunnen geven en wij dus nadere uit werking dienen af te wachten, zoo kun nen wij ten opzichte van bovenstaande toch wel in zooverre ons standpunt aan geven, dat wij een dergelijke regeling van huismanskiesrecht meer in onze lijn ichten dan het beperkte van den heer De Wilde, die alle personen, welke niet een eigen gezin hebben, wil uitsluiten. Naar het ons voorkomt, kon onze partij met een dergelijk exclusief stel sel /n geenendeele vrede hebben Helt men ook ten onzent ook tot eene or ganische regelen van 't kiesrecht over, dan zal dit zeker dichter bij dat der christen democraten dienen te staan dan dat van de anti-revolutionnairen, altijd als de heer De Wilde in zijn werk »De anti-revolutionnairen en haar program van beginselen* haar spreekbuis is. In ons vorig nummer schreven we dat we op de sterfte-cijfers nog eens zouden terugkomen en voornamelijk hebben we op 't oog de cijfers der kin dersterfte, van kinderen die sterven in 't eerste levensjaar. Die cijfers we weten het zijn ook hier niet schitterend, tenminste nog niet goed genoeg en om de menschen ze eens Roman naar 't Engelsch. 19) Wat gij bedoelt over die inrichting is of uit de lucht gegrepen, of behoort tot het verleden. De leider van de inrichting, waar uw vader ia, is een bekwaam arts en staat als humaan mensch bekend. Nooit is, zoover mij bekend, daarover geklaagd. Het gebouw zelf is een paleis, voorzien vau alle gemak, om geven door heerlijke tuinen en parken. De meest mogelijke eischen van weelde en gemak der patiënten worden bevredigd en alleen wanneer bet henzelf of een ander kan schaden, wordt aan een verlangen niet voldaan. Dat klinkt heel mooi," zeide zij bang zuch tend, «maar „Dat stortbad op 't hoofd beBtaat niet, miss Armitage, daarvan ben ik overtuigd »Acb, als ik dat maar eens gelooveu kon „Ik ga erheen," beloofde hij, „op mijn terugweg naar Londen, zal dan iulchtingen inwinnen en U 't resultaat melden." „Weikelijk?" zeide zij verheugd. „Ja" „Maar als men u eens wat wijs maakt." «Dat zal men wel laten." Zij keek hem vertwijfelend aan „Goede menseheu," zij zeide het uit ondervinding, „worden lichtvaardig bedrogen." Het treft heerlijk," antwoordde hij, „dat ik geen goed mensch ben Daartegen protesteerde zij met warme woor den en toen kwam het gesprek weer op Marie. „Ik ga naar haar toe," zei zij. „morgen reeds. Zij is toch op Courteuay Hollow „Neen, in Clyve Court." „Bij lord Barton vroeg zij verwonderd. „Neen, bij mrs. Eagles, die deze bezitting voor een jaar gekocht heeft." ■Clyve Court verkocht? Daar wis ik niets van. Jammer 1 Dan kan ik niet zeker zeggen, dat ik reeds morgen neen zij zuchte. „Dan moet ik eerBt om verlof vragen. Hier maakte een geruisch een einde aan 't gesprek en zij wendde bliksemsnel het hoofd naar den never, zcoals ze eerst had gestaan. Duidelijk waarneembaar was het aankomende geluid. Twijgen knakten, steentjes rolden kletsend in het water. Er was nog niemand te zien, maar toch zou er spoedig iemand komen en de gedachte hieraan scheeu de jonge dame met angst te vervullen. Zij bloosde hevig toen zij weer naar Jack keek. „Ik moet naar huis." zeide zij. »U ziet het wordt al donker. Vaarwel Mr. Vernon en nogmaals dank voor uwe goede belofte Het woord nog op de lippen, stormde zij weg, op groot gevaar af, haar wit kleed aan flarden te scheuren. Het duurde niet lang of tusschen het hosch werd een hoofd en daarna een hooge gestalte zichtbaar. Duivelsstiet de aangekomene uit, «Jij hier?" Ja ik, maar Allan," luidde het antwoord, dat gij op een ander gezicht gerekeud had, kan ik me voorstellen en als ge mij naar den duivel wensebt, neem ik het je niet kwalijk." De met Allan aangesprokene scheen hem niet goed te begrijpen, hij trok de wenkbrau wen te samen, dacht er niet lang over, bood hem de hand zecrgeDde „Voor alles, hoe gaat het, dat behoef ik eigenlijk niet te vragen. Men kan het U aanzien dat ge met God en de menschen in vrede leeft." Het was een schoone man, Allan Delville. Een groote, breedgeschouderde gestalte, droeg een hoofd met mooie en regelmatige trekken. Zulke gezichten, zulke gestalteu vindt men te Londen in de VVestministerabdij op de graf kelders en in vleesch en bloed in alle klassen der Engelsche bevolking van den lord tot den politieman en pakjesdrager van Londen Het is een speciaal Engelsch type. Hij droeg een ravenzwarten baard eu donkere oogeu, die droevig en duister de wsreld in zagen. Ja een schoone man was hij, maar een tevredene zeker niet. „Weet gij, wat ik dacht, toen ik daar onder zat hernam hij met bitterheid. Op een pun- 8tigen waterstand kunt ge lang wachten, dacht met eisjen oogen te laten zien, en mis schien daarmee eens tot nadenken te stemmen, laten we ze hier volgen 1904 1905 1906 Capelle20,22,36 20,54 Raamsdonk. 32,06 24,66 24,63 Waspik22,88 15,70 21,56 Dussen4,76 13,67 12,38 Besoijen 6,57 14,92 25, Vrijhoeven-Capelle 21,42 10,52 16,66 'f Gravenmoer 9 09 19,44 13,45 Waalwijk 25.82 19,55 23,92 Sprang26,57 16,32 17,74 Loon-op-zand21,48 20,13 24,15 Dongen 22,93 22,43 14,70 Nu steken deze plaatsen uit onze streek nog zeer gunstig af bij een lijstje dat 't D. v. N. gaf over de gemeenten om Breda waar 't percentage variéert van 25—46°/#, Putte zelfs 50°/0 en geven eenige plaatsen als Dussen, Don gen, enz. zelfs zeer gunstige cijfers maar toch kan nog niet genoeg op waakzaamheid in deze worden aange drongen. Hoofdoorzaak blijft: 't niet bestrijden van 't kwaad, 't laisser-aller, in den ouden sleur blijven. Zooals we in ons vorig nummer zeiden, geeft de gezondheidscommissie als oor zaak: gemis aan natuurlijk voedsel, de moedermelk, verwaarloozing en onzin delijkheid, zware huisarbeid der vrouwen. Maar vooral op de voeding komt het aan. Weten de ouders het nu nog niet, dat zij hun kinderen aan groote gevaren blootstellen, indien zij den kleinen zonder noodzakelijkheid de natuurlijke voeding onthouden Dat zij hun kinderen 200 goed als zeker vermoorden, indien zij bij kunst matige voeding niet de uiterste voorzich tigheid en zindelijkheid in acht nemen. Men drukke dit den ouders toch goed op het hart. Daarom aan allen, leest met nauwge zetheid de brochure over de voeding door de gezondheidscommissie met zoo veel zorg samengesteld, die U bij de aangifte wordt uitgereikt, handelt er zooveel mogeiyk naar. De zaak is voor u, de kinderen zelf en t' algemeen van te groot belang. Wij staan vrij goed, maar moeten nog betere cijfers halen. 11. Naar aanleiding van een rapport door de sub-commissie uitgebracht heeft de Gezondheidscommissie aan het Bestuur dezer gemeente medegedeeld, dat de sloot gelegen aan de Westzijde der R. K. Begraafplaats in een zeer vervuilden toestand verkeert. Zij is een stilstaand water, waarvan de waterspiegel ongeveer 2 M. beneden de oppervlakte van het kerkhof is gelegen, terwijl de afstand tot de graven ongeveer 1 M. bedraagt. Tal van loopen (pijpen) gaan van uit de sloot naar het kerkhof en duiden deu weg door ratten gevolgd om hun aas te zoeken. Gelet op bovenstaande fac toren en op het feit, dat deze sloot bijna nooit gereinigd wordt, behoeft het geen nader betoog, dat zij met hare hoogst onwelriekende dampen nadeelig is voor de gezondheid van de bewoners der daaraan gelegen woningen. De Commissie adviseerde derhalve het Gemeentebestuur die maatregelen te treffen, welke leiden tot demping der bewuste sloot. Mocht dit evenwel op onoverkomelijke bezwaren stuiten, dan zou den eigenaar de verplichting moeten woiden opgelegd deze sloot geheel uit te laten baggeren d. w. z. tot op den vasten bodem van modder te zuiveren en verder minstens driemaal in het jaar te laten reinigen. Burgemeester en Wethouders deelden hierop mede, dat in hunne vergadering besloten is bedoelde sloot te doen schoon maken en dat dit werk in overleg met het R. K. Kerkbestuur zal worden uit gevoerd. In haar antwoord drong de Commissie aan op spoedige uitvoering van de in uitzicht gestelde werkzaamheden en op het treffen van maatregelen om de sloot geregeld zuiver te houden. Als resultaat kunnen wij mededeeleii, dat de sloot is schoongemaakt. De Commissie vestigde ook de aan dacht van het Gemeentebestuur op de sloot langs het Kerkpad en wel het ge deelte grenzende aan de woningen van W. Ook zij verkeert steeds in een zeer vervuilden toestand en meerdere klachten werden hierover vernomen. De Commissie drong bij het Gemeente bestuur aan op demping of geregelde reiniging. Burgemeester en Wethouders deelden hierop mede, dat den eigenaar zal worden aangezegd de bewuste sloot schoon te maken. De Commissie was echter van meening, dat het schoonmaken alleen niet vol doende is daar binnen enkele dagen dezelfde vicieuse toestand zal terugkeeren en drong daarom op demping aan. Deze sloot verkeert nog steeds in den zelfden vervuilden toestand. ik. Neem nu de gelegenheid waar - Maar mij ging het als altijd Het besluit werd geen daad, op 't zelfde momeut hield mij iets terug." „Uw geweten," hernam Jack. „Ja, ik weet het, hoe slecht dat plan was, die gedachte, hoe zou ik ataau voor Gods rech terstoel." „Eu naast uw geweten, hield U nog iets anders terug, dat is de liefde Met de gedachte aau een afgesproken rendez-vous gaat men niet den dood in. De uitwerking dezer woorden was zonderling. Als een ruk ging het door Allan Delville's lichaam, een vale bleekte hing over zijn ge laat voor den open blik van zijn vriend ging hij schuw terzijde. „Dat noem ik schuldbewustzijn 1" lachte Jack. „Als een verdachte boosdoener staat gij daar. Moed ouwe jonge Aan den galg gaat het voorloopig nog niet. Ik hoop u aan krach ten te helpen, om uw geheim te bewaren." ,,Ik weet niet, waarvan gij spreekt riep do andere uit met neergeslagen oogeu en op gedempten toon „Ja, houd je maar goed." spotte Jack „Toen ik voer tien minuten hier kwam, stond zij daar onder deu eik eu keek naar beneden naar jou Zij vond het fataal toen ik haar aankeek, dat. merkte ik wel eu nam de vlucht toen zij er aan dacht, U in mijne tegenwoor digheid te moeten begroeten. Maar ver kan ze nog niet zijn. Ga en zie ze in te halen Als het roodbloude prachthaar door de vallen de schemering niet naeer door 't bosch u tegen- scbittert, zal haar wit kleed U den weg wel wijzen ,,Het rooie haar" riep Allan, thans 'thoofd opheffend. ..Pardon Bet gouden natuurlijk, ik wist niet, dat ge op dit pont zoo trefbaar waart." „Roed of goud De duivel hale me als ik er eenig begrip van heb, wie ge bedoelt 1" ,,Ik bedoel miss Armitage vau Lympstone castle." AllaD haalde hij hij het noemen van dezen naam even de schouders op en sprak toen met sarcastische \erwoudering „Gij gelooft dus ernstig dat ik een kind naloop?" ,,Een kind? Miss Armitage is volgenB mijne berekening bijna twintig jaar." De toestand van het gedeelte van de waterloop >de Loint«, gelegen aan de Zuidzijde van de openbare school is hoogst treurig te noemen. Reeds in hare verslagen over de jaren 1904 en 1905 vestigde de Commissie de aandacht hierop. Deze toestand is nog verergerd koor de uitloozing van een aldaar ge plaatst urinoir. De noodzakelijkheid om hierin verandering te brengen klemt des te meer, wijl de nadeelen eenerzijds zoo gemakkelijk zijn op te heffen, anderzijds in hoofdzaak de belendende openbare school treffen. De Commissie achtte het dringend noodig genoemd gedeelte te overwelven of door buizen van voldoende capaciteit de beide uiteinden van straat en over dekte speelplaats te verbinden. Op een desbetreffend schrijven ant woordden Burgemeester en Wethouders, dat door een ambtenaar van den Water staat plannen tot verbetering van dien waterloop in bewerking zijn. De Commissie was echter van oordeel, dat de toestand bij de openbare school zoo dringend voorziening eischt, dat niet gewacht kan worden tot de deskundige met zijne plannen gereed is en dat, onafhankelijk daarvan verbetering aan gebracht kan worden. Zij heeft daarom gemeend de aandacht van den Heer Hoofdinspecteur op dezen onhoudbaren toestand te moeten vestigen. Op verschillende plaatsen in de ge meente Waalwijk worden geregeld zeer hinderlijke vuilnishoopen aangetroffen. O a. komt in de Verlengde Stationstraat bijna vóór iedere woning, aan den Sloot kant, een vuilnishoop voor. Het Kerkpad. de Poststraat, de Goudmijn, de Wellmijn „Grkheid, dan was zii toch reeds lang m de gezelschappen iügevoerd ,.0 wat dat betreft, er zijn ijdele moeders genoeg, die het oogenblik, dat zij door hunne dochters aan de aanbiddende mannenwereld te presenteeren mededingsters krijgen, zoolang mogelijk verschuiven ,,Laat dat zijn, zooals het wil. Ik zeg je nogmaals, hernam Allan ongeduldig, dat er niets bestaat vau deu kleinen roman, dien ge bezig waart daar saam te stellen. Eu nu 't wordt al donker- Willen wij maken, dat we hier uit die wildernis komen Jack knikte en zij werkten zich door het moeilijke pad. Toen vroeg Allan „Waarheen nu rechts of links Naar Garstou of Doveton „Zeer gastvrij." dacht Jack, „klinkt de vraag nu wel niet, maar hij weet ook niet vooruit, hoo zijns vaders luim den gast zal ontvangen. „Naar Doveton. Ik kom juist van Garstou. Ik ging u opzoeken en hoorde, dat ge aan 't visschen wnart." Kom geven we elkaar de hand en hopen we 0p een meer gemoedelijk wederzien. „Ga nu niet weg vroeg Allan op hartelijken toon. Voor mij pleiten verzachtende omstan digheden. Bedenk dat standjes en hatelijk heden mijn dagelijksch brood zijn, sta me tenminste toe, dat ik je tenminste een eindje vergezel Waarom niet geheel?" vroeg Jack, ge kunt dan deu nacht bij mij doorbrengen en „Dank je beste vriend. Dat gaat vandaag beslist niet." „Zoo ge wilt." „Neen, niet zooals ik wil, maar zooals ik moet. Bij ons heerschen aartsvaderlijke ver houdingen. Voor alles wat de twee-en-dertig- jarige zoon doet, moet hij eerst verlef vragen, anders breekt de duivel Iob." „Ik zal een bediende naar Garston Hall zenden en „Dan zal papa voor hem en t geheele per soneel een scène maken en mij als een on deugende jongen naar huis laten halen „Allan „Zoo is het toch." „En hoe zijt gij daaronder geBtemd t ■Och, ja ik streef dikwijls genoeg tegen en dun komen er heftige scènes, maar wat heeft dat ook al voor nut." „Hevige scènes dienen tot niets en die moogt «ij nooit veroorzaken, maar spreekt kalm en flink en tracht uwe rechten, die een man op uw leeftijd heeft, te doen gelden. Geen ver edelend juk moogt gij dragen, vooral niet om de eenige idee, de oude adel, de adel, maar tracht u eeu waardig, flink en mannelijk leven te scheppen. „Maar als ik dan mee het recht op den geldbuidel kreeg." Jack fronste pijnlijk het hoofd. „Voor tien jaren was u zoo spreken onmo gelijk geweest." Natuurlijk luidde zijn ironisch antwoord. •I nün vniafftn Toen was ik nog eeu jongen die met zijn vuisten de wereld zou veroveren. Slechts zooveel geld dat ik Daar lndië kan komen, vader, vroeg ik trots En 't overige komt van zelf. Eu wat zou er vau gekomen zijn. De hongerdood zonder twijfel „Misschien ook goud en roem meende Jack. „Hoogstwaarschijnlijk oudeioDgen. Het geld schiet mij, als ik 't vatten wil. door de vingers en de lauwerkransen groeien te hoog. Toen schenen u de hoogste niet onbereikbaar „Dat is waar. Toen overschatte ik mijne bekwaamheden, nu weet ik juist wat ik ver mag. Als ik heden 't juk, zooals gij t noemt van mij afwerp, dan zie ik geen ander middel om aan brood te komen, dan dat ik een orge. huur, om van het medelijden van landgenooten in Londen eenige centen af te schooien. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1907 | | pagina 1