Nummer 42. Zondag 26 Mei L907. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Eerste Blad. mi iioogë kringen. 60e Jaargang. ANTOON TIELEN, Dit nummer bestaat uit DRIE Bladen BEKENDMAKING Bouwvereenigingen. Een ernstig woord, gT PEUILLETOX. Uitgever: De Echo van het en Lnngstranlsclie Courant, Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 3 maanden f0."5. Franco per post door het geheele rijk f 0.90. Brieveningezonden stukkengelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. WAALWIJK. Telefoonnummer 38. Advertbntiën 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contracten gesloten. Reclames 15 cent per regel. Voorbereidend militair onderricht. De Burgemeester der gemeente Waalwijk maakt bekend, dat voor de aanmelding tot deelneming nan het voorbereidend militair on derricht gelegenheid bestaat tot den 31 Juni e. k. op alle werkdagen ter Gemeente-Secretarie, alwaar ook verdare inlichtingen kunnen worden verkregen. Waalwijk, den 30 April 1907. De Burgemeester voornoemd. K. DE VAN DER SCHUEREN. I. Reeds meermalen hebben we een ar tikel gewijd aan bovenstaand onderwerp. Omdat wij zoozeer overtuigd zijn van het groote belang hierin ook voor on ze gemeente en omgeving gelegen, ko men we er nog eens op terug, temeer, daar hier naar uit achterstaand bericht blijkt, tot ons genoegen uitgaande van de K. S. A. eene dergelijke nuttige, vereeniging waaraan in onze gemeente beslist behoefte is, is opgericht. In Het Centrum dan komen van de hand van mr. Dr. Henri van Groenen- dael een paar belangrijke artikels voor, waaraan we 't volgende ontleenen Het is bekend maar nog veel te weinig dat onze Woningwet voor de verbetering der volkshuisvesting het be staan veronderstelt van bouwvereenigin- gen. Op het voetspoor van het Engelsche stelsel men weet dat onze Woning wet een vrij getrouwe navolging is der Engelsche werd het systeem gehul digd dat het volk zelf voor zijne belan gen behoort te zorgen. Niet dus een soort van overheidsvoogdij, waarbij eene menigte ambtenaren de wet uitvoeren en voor de belangen der aldus ondei cura- teele gestelden hebben te waken, neen, het Engelsche systeem van zelfbestuur, het stelsel, waarbij de wetten worden Roman naar 't Engelsch. 32) uitgevoerd door het volk zelf in al zijne geledingen een stelsel dat de bewon dering heeft afgedwongen van heel de beschaafde wereld en waardoor men in Engeland de grootst mogelijke vrijheid heeft weten te paren aan diepen eerbied voor het gezag, dit stelsel werd ook nagevolgd in onze huidige Woningwet. Wel is waar is de mogelijkheid open gelaten om van gemeentewege arbeiders woningen te bouwen. Maar, zooals de burgemeester van Den Haag verleden jaar aantoonde, dit is slechts eene sub sidiaire bevoegdheid de gemeente be hoort daartoe slechts over te gaan, wan neer langs andere wegen het doel niet te bereiken is. Uit economisch oogpunt schijnt im mers deze onderneming voor de gemeen te allerminst aanlokkelijk. Vooreerst toch bouwt de gemeente duurder dan een particulier, wiens belang direct erbij betrokken is, en zeker duurder dan eene bouwvereeniging, bij welke de admini stratie gratis pleegt te geschieden. Ver volgens omdat de positie van de ge meenteverhuurster tegenover de huurders niet bizonder sterk zoude wezen eens deels omdat eene gemeentelijke schatkist velen nu eenmaal onuitputtelijk toe schijnt en bijgevolg de gemeente-credi- trice niet op de eerste plaats zou worden voldaananderdeels omdat een streng optreden van de gemeente-verhuurster tegen wanbetalers door een groot deel van het publiek en de kiezers niet gaarne zou worden gezien. Kleven dus om vele redenen die we hier verder onbesproken kunnen laten aan het bouwen van arbeiders woningen door de gemeente velerlei bezwaren, des te meer verdient het aan beveling, bouwvereenigingen met dat doel op te richten. Zonder deze immers zal er van de uitvoering van het positief gedeelte der Woningwet, het bouwen van woningen ongetwijfeld het meest noodzakelijke ter voorziening in de wo ningellende niet veel terecht komen. Eene aansporing tot het stichten van zulke bouwvereenigingen is daarom wel licht niet overbodig. Waarschijnlijk is onbekendheid met de wettelijke voor schriften dienaangaande nog veelal de oorzaak, dat er tot nog toe zoo weinig vereenigingen als >uitsluitend in het schaamte op de wangen, liet zij zich door de schitterende eetzaal voeren, om terrechter zijde van lord Garston, die aan tafel de rol van huisheer vervulde, hare plaats in te nemen. Schuchter hief zij den blik op en liet die over de lange tafel gaan. Of de oude dames het wel geheel konden goedkeuren, dat zoo'n jong ding de eereplaats wegkaapte. Het scheen zoo tenminste, nergens Want men is onder dit soort van menschen niet gewoon volgens ouderdom, keuze óf smaak aan tafel te gaan, maar alleen volgens den rang en de gastheer doet goed, om geen aanstoot te geven, Debretts boek van den adel open te slaan om den stand nauwkeurig na te gaan. Vooreerst komt het op de hoogte van den rang aan en tusschen twee gelijk staanden geeft de ouderdom van den titel, den doorslag. Dat lady Jane hiervan goed op de hoogte was, kan men begrijpen, maar ook Jack wist goed, dat hij de jongste dochter van lord Garston tot tafeldame kreeg, terwijl voor Bob eene der oude dames bestemd was. De cadet stond nog in verwachting van betere dingen met Marie te praten. Hij hoorde niet dat lady Jane zich tot naar oudsten neef wendend, zeide: «Lieve Garston, ik behoef er n wel niet aan te herinneren, dat mijne groot-nicht, de voor rang heeft Lord Garston kwam plotseling vooruit en bood Marie den arm met zulk een gezicht, dat Jack een lachje niet kon onder drukken. Marie lachte ook, maar niet met Bob. «Oom", riep zij, den lord schelmsch aan kijkend, «gij vergist u zeker «Neen, toch niet lieve nicht", luidde het antwoord. Ik hoop, dat ge mij de eer zult willen aandoen «Maar, oom stamelde zij verwonderd, »de vele oudere dames dan «Die zullen 't uitstekend vinden, als wij de rij openen". Bij deze woorden kromt de lord voor den tweeden maal den arm en gaarne of niet Marie moest den hare erin leggen. Met hul- pelooie bevreemding op 't gelaat deed zij het de oogen neergeslagen, een lichte blos van zag zy vergramde gezichten. Wat Jack wel dacht? Dat was duidelijk. Hij had niet eens tijd te kijken, zoo druk onderhield hij zich met Maud, die naast hem zat. Gelukkige Maud. Zij lachte helder eu was schoon al8 een beeld in haar ivoorkleurig kleed. Een zucht onderdrukkend wendde Marie 't hoofd en zag daar Bob naast eene oude, def tige tante. Voor eenige minuten, toen hem zijn lot duidelijk werd, riep hij woedend uit «'t Is om duivels te worden" oom Jack. Het prin sesje kapen ze vau me weg en de oudste vogelverschrikker die in geheel Doveton aan te wijzen is, wordt mij toegewezen. Nu. mij wel. Maar een zeeman heeft optreden en vloeken geleerd. Het moet u niet verwonderen als ik aan tafel mijn hart lucht geef Tot nog toe was hij iu weerwil van deze bedreiging de hoffelijkheid zelve tegen zijne dame geweest en toen hij nu maar Marie's blik ontmoette, liet bij 't ook bij een enkelen blik, om haar de pijn, die bij voelde te doen blijken, maar 't was een ongemeen sprekende blik. Met hem had men dus al even ongelukkig eeld, dan met haar. aarom nu deze wonderlijke plaatsing Zij begreep het het niet. Het was toch niet een eisch der wellevendheid, dat men de jeugd met den ouderdom paarde en 't aangename onderhoud aan tafel ging er toch zeker niet op vooruit. Bob kon zijne vroolijke cadetten- streken nu niet laten gaan en in te gaan op de politieke vraagstukken, die oom Garston op wierp, daarvoor was Marie veel te dom. «Het had beter kunnen zijn, dacht ze, maar we zullen den tijd wel doorkomen". De eetlust werd haar werkelijk beuomen, door de stijf—deftige buurtschap aan^ alle kanten. belang van verbetering der volkshuis vesting werkzaam* zijn toegelaten. Daarom zijn er hier nog eens op ge wezen dat, om toegelaten* te worden en daardoor te deelen in de voorrechten van art. 39 en 41 der Woningwet en art. 78 der Onteigeningswet, eene ver eeniging, vennootschap of stichting (fundatie) slechts behoeft te voldoen aan de volgende voorwaarden dat uit hare statuten of stichtingsacte blijke dat zij uitsluitend verbetering der volkshuisvesting ten doel heeft dat eventneele winsten uitsluitend tot ditzelfde doel zullen gebezigd worden dat vervreemding of bezwaring van onroerende goederen niet zal kunnen geschieden dan met goedkeuring van B. en W. der gemeente, waar ze ge legen zijn en van die, van welke de vereeniging of stichting een voorschot geniet of bij weigering, van Gede puteerde Staten dat intrekking der »toelating« op heffing meebrengt dat bij ontbinding of opheffing het batig saldo na liquidatie aan de ge meente zal komen om te worden be steed tot verbetering der volkshuis vesting dat van de ontbinding onverwijld kennis moet gegeven worden aan den minister van Justitie dat jaarlijks aan B. en W. een be redeneerd verslag met balans en winst en verliesrekening moet worden over gelegd over het afgeloopen jaar dat eventueele wijziging of aanvulling der statuten na itoelating* eerst van kracht zal zijn, na handhaving der toelating dat aan de leden, aandeel of obliga tiehouders, bestuurders enz. geen enkel voordeel toekomt dan ten hoogste 4 pCt. over gestort of geleend geld en eene billijke vergoeding voor ver richte werkzaamheden of bewezen diensten, (art. 10 K. B. 28 Juli 1902 S. 160, laatstelijk gewijzigd bij dat van 28 Februari 1907 S. 60) dat de statuten of stichtingsacte geene bepalingen bevatten, waaraan leden, aandeelhouders of derden het recht ontleenen tot het verkrijgen van Alles tafel, bediening, inrichiing was een harmonisch geheel vau pracht en glans, maar Marie was in 't geheel door dezen glans, waarachter geen warmte zat, niet aangenaam aangedaan. Gij eet niet, lieve nicht? zeide lord Garston". »lk heb niet veel honger, oom," stamelde Maria en door de stilte, die op dit oogenblik aan tafel heerschte, drong niet zoozeer dit zachte woord, dan wel de droeve toonval der Biem tot Jack Vernon's oor door. «Arme, kleine ziel", dacht hij, «Zij schijnt er weinig zin in te hebben over de politiek te redeneeren". Zijn ingeving volgend, knikte hij haar troostend toe. «Gij hebt nog geen eens naar mijne straf gevraagd, Molly, merkte hij op. Zijne woorden hadden eene gelukkige uit- weruing. «Juist Jack, dat heb ik geheel ver geten. Nu Jack «Ik heb het bewuste gedicht nog tweemaal den eigendom van onroerende goede ren der vereeniging of stichting, (art. 11 van gemeld K. B.) Onttrekking der toelating* heeft plaats wanneer er wordt gehandeld in strijd met statuten of stichtingsacte, of wanneer de vereeniging of stichting blijkt, niet uitsluitend verbetering der volkshuisves ting te beoogen (art. 12). De aldus >toegelaten* vereenigingen en stichtingen worden, voor wat de ont eigening betreft, met de gemeente gelijk gesteldimmers ook te haren name kan ten behoeve der volkshuisvesting onteigening plaats hebben bij gemeente raadsbesluit. Haar voornaamste steun ontleenen evenwel deze vereenigingen aan art. 30 der Woningwet. Zooals de lezers weten, is dezer dagen de algemeene vergadering gehouden van den Bond van R. K. Kiesvereni gingen. Om nu niet in herhalingen te vervallen, willen wij hier niet meer rcle- veeren de verschillende zaken daar behandeld. Alleen wenschen wijopééne belangrijke uiting te wijzen. Bij de be handeling der programquaestie werd n. 1. opgemerkt, dat op een program van beginselen als eerste punt zou moeten staan herstel van ons gezantschap bij Z. H. den Paus, doch dat, let hier wel op, dit bezwaarlijk zou kunnen, omdat wij door dezen eisch onze bondgenooten van ons zouden vervreemden- Zoo ergens, dan springt hier toch wel duidelijk in 't oog, de keerzijde van de coalitie. Een zuivere principieele eisch, het eerste punt van een program van be ginselen moet achterwege blijven, en mogen wij zelfs niet eens onder woorden brengen, dus nog minder er naar streven, alleen, omdat wij verbonden zijn met partijen, die in dezen niet naast ons zouden staan, maar vlak tegenover ons. Werkelijk, bij het lezen van dit ge deelte van het verslag beving ons iets van, ja hoe zullen we het noemen, nu dan, van een gevoel van hevige teleur stelling. >Hoe jammerlijk" zoo redeneerden we ongeveer zijn toch de politieke verhoudingen in ons landje I Daar moet waarachtig de sterkste staatkundige partij in den lande, met name de onze, haar eersten beginsel-eisch achterwege laten, alleen, om redenen van tactiek". En we herinnerden ons, de hevige philippica's, zoo vaak in onze bladen gehouden, aan 't adres van de S. D.A. P. omdat daar de tactiek vaak alles be- heerscht. En ziedaar nu, wij staan op 't oogen blik voor hetzelfde geval. Hoe aan dezen toch feitelijk zeer on gezonden toestand te ontkomen Niet anders dan door invoering van de even redige vertegenwoordiging. Is er deze eenmaal en zoo, dat zij zoo sterk mogelijk de voordeelen brengt, terwijl de nadeelen zooveel mogelijk ge neutraliseerd worden, dan kan elke partij zelfstandig optreden, dan behoeft men om stemmengebedel of wat dan ook, niet aan te kloppen bij andere, tot op zekere hoogte gelijk gezinde partijen, dan krijgt iedere partij, wat haar krach tens haar sterkte toekomt. Doch wat zien we nu Juist ook in de laatste dagen verklaarde 't hoofdorgaan van de anti-revolutionnaire partij, de Standaard dat zij wel overtuigd is van de groote waarde van de E. V., maar, dat zij hiervoor thans de tijd nog niet gekomen acht. Als wij ons niet vergissen, werd er niet bijgevoegd, wanneer die tijd er dan wel zou zijn. Het Huisgezin,, deze zienswijze van de Standaard releveerende, waagde de veronderstelling, dat de Standaard nog niet voor dit stelsel was, omdat de anti- revolutionnaire partij er wellicht geen zij bij zou spinnen. En De Gelderlander merkte op, dat, werden wij voor de keuze gesteld algemeen kiesrecht met E. V. en huismanskiesrecht met hst capaci- tcitenstelsel zonder E. V. (standpunt van de Standaarddat dan voor ons die keuze wellicht niet zoo moeilijk zou zijn en wij hoogstwaarschijnlijk het eerste zouden kiezen. Wij hebben dus hier het verschijnsel wij stoppen onzen eersten beginsel-eisch in den doofpot, om onze bondgenooten niet voor 't hoofd te stooten en de Stan daard schuift haar beginselhuismans kiesrecht met capaciteiten-stelsel zonder E. V. geheel naar voren, zonder eenige gelezen voor ik ging slapen «Neen Werkelijk". Maar zeker alleen ge wetenswroeging «Neen, nit pure bewondering". Spi.edig daarop hield lady Jane het tijdstip gekomen, dat de met heerlijke wijnen beladen tafel aan de heeren moest worden overgelaten. Als gastvrouw was het aan haar om de hoogstgeborene onder de dames een teeken te geven, dat zij moest opstaan, om dan geheel volgens den raDg door de anderen gevolgd naar de deur te schrijden. Het teeken werd met vroolijken blik gegeven, maar de kleine hoogst geborene bewees hier weer zeer moeielijk van begrip te zijn. Eerst wilde het haar maar niet duidelijk worden, dat zij moest opstaan en toen zij hevig blozend opstond, hield zij met zenuwachtige vingers den stoel omklemd. Waarom stonden de dames zoo stom op eenen hoop en keken toch allen naar haar. Het scheen waarachtig of zij weer den voor rang had. Maar zij deed het thans om geen prijs. En tot algemeene verbazing baande zich Marie van WildenhofeD door de lachende dames een weg en schoof haren arm in dien van hare groottante. ,,Als U 't goedvindt, dan geleid ik u juist als van middag." Lady Jane fronste het voorhoofd en toen de dames onder aanvoering van lady Garston de deur uitgingen, zeide zij op gedempteu toon: «Ik dank U wel voor uwe goedheid, maar ik kan het toch niet goedkem-en, dat gij den voorrang versmaad, die de etiquette geeft." Da etiquette?" die kan toch volstrekt niet van mij vergen, dat ik voor mijn tante moet gaan Als uw tante lager in rang is, dan zeer zeker." «Maar u zijt toch veel ouder." «Het geslacht waaruit gij stamt is ouder dan het mijne, en dat is de groote zaak. waarom het alleen gaat." De toon waarop dit werd gezegd, sneed elk antwoord af. Marie dacht er overigens ook niet aan iets te autwoorden. Zij was een vol verwondering 't Ging toch te ver, 't met zulke kleinigheden zoo ernstig te nemen. Ja ieder meusch heeft zijn zwakke zijde jammer, maar zoo is het. Jack Vernon kwam na eenigon tijd met de overige heeren. «Wel wat hebt ge van avond een geleerd heid besproken dan met dezeD dan met genen geen mogelijkheid om bij je te komen Molly. «Gij hebt 't nauwelijks geprobeerd meende zij. O ja, ik heb een aanloop gewaagd, maar de muur was te stevig, nu en ge scheent er u goed op uw gemak achter te gevoelen, ge zat zoo ernstig te luisteren. «Jack ik kon toch tegen mr. Everleigh niet onbeleefd zijn. ,,Nu ik wensch u goeden nacht en droom lekker." Terwijl hij wegging dacht hij, 't is een goed kind, niet een gezond oordeel. Het is beslist aangenamer met haar te praten, dan met Maud te lachen. Pompeuze oogen heeft zij ook, en al is haar neusje wat stomp, haar mondje is fijn eu haar figuur onberispelijk." Hij draaide zich nogmaals om en bekeek met welgevallen de Btatigheid barer bewegingen toen zij de trap opging. «Er is poëzie in gang." zeide hij tot zichzelf. Maar zij wendde zich plotseling bewust van den blik die op haar rustte, en vroeg het hoofd achterover buigend, op zachten toon «Wilt gij mij nog iets zeggen Jack?" «Neen, Molly," antwoordde hij, «goeden nftcht." «Goeden nacht Jack*" Te zeggen had hij haar niets meer, maar hij had haar toch wel wat gezegd, door zijn blijven staan en zijn laatsten vriendelijken blik. Zij lachte in gedachten om dezen blik, terwijl zij over den gang liep. In hare kamer gekomen werd het haar weder beklemd. Ten eerste die ruimte zelf dier koningskamer en danBtondopRebekka's helpen voornaam uitziende kamerjuil'er. plaats, die hare meesteres moest helpen eene et hielp niets, dat zij dit kamerjuffertje trachtte te doen gelooven, dat zij hare diensten niet noodig had, het was er niet vaD te over tuigen. Zij liet zich dan het fijne kanten kleed uit trekken, haar met borstel en kam bewerken, ten slotte verliet zij de kamer. Bah, wat akelige ruimte. Een licht zou zij laten branden. Zoo gezegd, zoo gedaan. Aai'zelend stond ze voor dat prachtige koningsbed, plotseling vatte ze moed, en nu lag zo in de zwellende kussenB, van brokaat gordijnen omhangen, en overwelfd door een donker baldakijn. Wat vooi bokuspokus maakt dat licht daar. Wel de gobelijn, daar rechts in den hoek leeft. Het stelde een ouden griek voor met een schedel in de hand, en een hoop menschen beenderen aan de voeten. Dat was Diogenes had mrs. Penn gezegd, die nadenkt over de vergankelijkheid van al het aardsche. Op het oogenblik dacht hij echter niet na, hij grijnsde, en waarachtig hij begon met den schedel te manoeuvreeren Dat was niet te verdragen. Uit met licht Ravenzwarte nacht overal. Het spookte. Och wat sliep zij toch veel heerlijker, acht jaar geleden in dat kleine kamertje Ja toen was men er nog niet zoo op bedacht geweest, haar oud geslacht te eeren W ordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1907 | | pagina 1