Tweede Blad. Te slim af. MENGELWERK. Bosch-idylle. i Reclame. BUITENLAND. Frankrijk. Nummer 52. Zaterdag 29 Juni 19Q7.30e Jaargang. Maurice liep te dwalen onder het dichte lommer van het bosch. De regen had opgehouden, maar nog rolden de drup pels van blad op blad met zacht geluid als van een bijna gedroogde bron en in de verte liep de sombere laan uit op een open boschplaats, doorweekt van den regen, donkergroen en verrukkelijk zacht van tint. De stammen van de boomen waren zwart, de takken nog zwarter en de donkere massa van het kastanjegroen boven zijn hoofd, scheen den jongen schilder het hooge gewelf van een kathedraal, op het uur dat alles somber is in de kerk en de gekleurde vensters in het donker zulke levendige en inysterieuse schijnsels werpen, als werden ze buiten verlicht door een vuur gloed. Maurice hield veel van dit uur, als de avond valt, na een regendag, waarop de zon zich heeft laten zien en een grijze tint om alle voorwerpen hangt, die hun lijnen verdoft, de hoeken afrondt, al hun vormen zacht en mollig maakt. Hij stapte langzaam voort, elk oogenblik in het woud, dat hij sinds lang kende, nieuwe schoonheid ontdekkend en geheel doordrongen van die teedere bewondering voor de natuur, welke het genie eigen is. Toen hij aan de open plaats was ge komen, zag hij rond zich heen. Het gras was glimmend groen, de bladeren van het struikgewas glinsterden onder het regenwater, dat ze had schoonge- wasschen en schenen een fijn net van kantwerk tegen den donkeren achter grond van het dichte bosch, dat een eind verder weer begon. Hij bleef staan, om beter te kunnen zien, beter waar te nemen en te genieten van den indruk, dien dit doorweekt boschgedeelte nu maakte, een indruk veel levendiger, veel doordringender, veel menschelijker, om het zoo uit te drukken, in deze half schaduw, dan bij het volle zonlicht. Een kleine slanke gestalte vertoonde zich eensklaps op het bladerentapijt van den boschwegzij naderde met vluggen tred, zonder Maurice op te merken die haar onbeweeglijk stond aan te staren Op twee stappen afstand werd zij hem gewaarzij schrikte en enkele takjes rolden tegen den grond uit den bos, dien zij op het hoofd droeg. U doet mij schrikken, zeide zij lachend en haar groote zwarte oogen flonkerden vroolijk onder haar blonde haren, die verward langs haar voorhoofd hingen. Hij zag haar aan, zonder te antwoorden. Er heerschte een volstrekte harmonie tusschen deze elegante figuur, dat lachen de gezicht, het gekapte hout van de omgeving en de kleur van het landschap. Blijf daar, zeide de jongeman, ik zal uw portret maken. Z\\ wilde de haren wegstrijken, die over haar gezicht hingen, maar hij hield haar met een handbeweging tegen. Neen, blijf staan, juist, zooals ge nu staat. Hij ging op een steen zitten en schetste vlug de figuur en de trekken van zijn jong model. Het was een boerendochter, maar fijn en slank gebouwd, zooals ze kunnen zijn, wanneer zij nog niet tot vollen bloei zijn gekomen, Haar oogen waren reeds die van een vrouwmaar haar lach deed nog denken aan een kind. Hoe oud zijt ge vroeg de schilder steeds doorwerkend. Bijna zestien jaar. Zoo, nu al. Drie jaren geleden zag ik u nog heel klein. Ja, ik was wel klein, zeide zij met een forschen lach, en zoo vrij als een musch, maar ik ben hard gegroeid en met St. lan ga ik mij verloven. Waarom met St. Jan vroeg de jonge man, terwijl hij met schilderen op hield, om haar op te nemen. Omdat ik er dan een moet hebben om rond het vreugdevuur te dansen. Dan al 1 Dat zuivere voorhoofd, die onschuldige oogen, die kinderlijke mond, dat alles zou ontwijd worden door de lompe galanterie van een boerenknecht 1 Maurice voelde een droevige zwaai te op zijn hart drukken. Ik kan niet meer zien, zeide hij wilt ge morgen hier terugkomen, wat vroeger Voor mijn portret -Ja. Ik zal komen. Goeden avond, mijnheer 1 Ze nam haar takkebos weer op en verwijderde zich door de dichte duister nis, onder het gewelf van kastanjeboomen. Maurice ging naar huis, droomend over het meisje met haar blonde lokken. Hij i had haar reeds dikwijls gezien, maar altijd met een kunstenaarsoog. 't Scheen hem nu toe, als zag hij haar anders. De nacht en de volgende dag kwamen hem lang voor en reeds lang voor zijn tijd was hij op de open plaats in het bosch. Hij had reeds alleen zitten werken en toen het jonge meisje, dat zich wat ver laat had, hem genaderd was, stond ze verbrasd. Ja, dat ben ik 1 riep ze uit. Krijg ik het van u Neen, ik zal een heel kleintje voor u maken. En dat dan, wat doet ge daarmee 't Gaat naar Parijs. Daar zetten ze- het in een groote lijst en hangen het op een tentoonstelling en alle menschen komen er dan naar zien. O, juist, dat weet ik op de tentoonstelling. Zoo, hebt ge daar meer van ge hoord Er zijn verschillende schilders, die voor de tentoonstelling werken, zooals ze dat noemen, maar nog nooit hebben ze mijn portret gemaakt. De avond daalde langzaamevenals den vorigen dag waren de tonen van het landschap zacht en fijn en zijn doek vorderde een heel eind. Nog meermalen kwamen zij daar terug hij deed zijn best, om het zoo goed mogelijk af te werken. Hij had reeds naam gemaakt en toch was hij er van overtuigd, dat dit schilderij nog meer zou gezocht worden dan één zijner vorige. Toen het geheel naar zijn genoegen was. was de winter reeds ingetreden en het kwam Maurice voor, dat hij zijn klein model had lief gekregen. Hij beminde die diepe oogen, dien la chenden mond, die blonde haren, altijd in wanorde. Hij vertrok naar de stad en nam zijn stuk mee. Het doek werd bewonderd de critiek, een en al in geestdrift, beweerde, dat zoo'n gezichtje niet bestond, alleen maar in de verbeelding van den dichter of van den schilder. Maurice hoorde het glimlachend aan en hield het geheim van het gelaat dat hem geïnspireerd had, vóór zich. Men deed hem meer dan één schit terend aanbod nog nooit had men hem zulke prijzen geboden maar hij weigerde en wilde het ook niet laten namaken. De herfst was reeds een eind gevor derd, toen hij in het dorp terugkeerde. Reeds tweemaal waren de vreugde vuren van Sint-Jan ontstoken, sedert hij het portret had geschilderd en als hij aan 't meisje dacht, vroeg hij zich altijd met een wat droeven glimlach af, welke boerenzoon op haar zijn keus zou ge vestigd hebben. Zijn eerste wandeling gold het kastan jebosch bij het vallen van den avond in het begin van October is het reeds vroeg donker liep hij door de lange laan maar, ze was niet meer donker nu een helder stralenbundel speelde er door heen en scheen op elk blaadje, dat nog aan de takken hing of op den grond lag, zich te willen vasthechten. De geur van verdorrende bladeren wekte ïn hem een wereld van treurige herinneringen, een onzegbare droefheid en een volslagen afkeer van alles, wat hij tot nu toe had nagestreefd. Op de open plaats aangekomen, zette hij zich neer op dezelfde plaats, waar hij achttien maanden geleden was begonnen aan de studie, die nu zijn reputatie voor goed had gevestigd. Die koude steen scheen te spotten, met wat hij had on dervonden. Een boerin, een kokette, 't is wat moois. Er zijn er wel meer verliefd ge weest op schilders ze zijn hen gevolgd naar Parijs en dan verdwenen in het schuim van de groote stad, zonder hen meer te boeien, die haar hadden inge wijd in de kunst en het intellectueele leven. Dwaas is hij, die aan zulke her senschimmen de echte goederen der wereld opoffertde liefde van een lief meisje -- de glorie, die het talent schenkt de fortuin, die op het succes volgt 1 Terwijl hij aldus zijn jeugdherinnerin gen overdacht, zag hij langs het bekende pad het meisje nader komen. Ze was groot geworden, volslagen vrouw. Ze was niet alleen een boerenjongen liep naast haar en hield haar aan den pink vasteen knappe jonge, stevig en goed gebouwd. Toen zijn Maurice zagen, bleven ze verrast en verlegen staan, Het jonge meisje sprak tot hem 't eerst Zij willen ons niet laten trouwen, mijnheer, zeide ze met tranen in haar stem. Ik ben arm, hij heeft geld en zijn moeder wil niets van mij weten zij spreekt er van, hem te onterven. En ge wilt geen van tweeën, dat hij onterfd wordt, vroeg Maurice spot tend. Dat zal wel waar zijn, antwoordde de jongen, wij moeten toch leven. i - Natuurlijk I Ik beklaag u wel, hoor. Zij verwijderden zichMaurice alleen achtergebleven, leunde beide handen onder zijn hoofd en zat lang te peinzen Zijn illusie was vervlogen niets bleet er meer over van dit slanke meisje, be stemd om een gewone boerin te wor den. Zoo gaat het met onze droomen I zuchtte hij, terwijl hij opstond wat er nog overblijft, is een weinig goed te doen. Hij schreef dienzelfden avond nog naar Parijs, en enkele dagen later kwam hij aan de woning van het jonge meisje. Ik heb uw portret verkocht, zeide hij tot haar, terwijl haar moeder, stom van verbazing, stond te luisteren ze heb ben het duur betaald, 't is een heel for tuin. Ik kom 't u brengen, opdat ge met uw geliefde zoudt kunnen trouwen Moet je vanavond heusch nog op reis, Willem vroeg de jonge vrouw van den directeur van het filiaal van een Amsterdamsche bank haar echtgenoot, toen deze haar meegedeeld had, dat hij het telegrafisch verzoek had ontvangen, den volgenden morgen vroeg ten kantore van de hoofddirectie te bekomen, om over een belangrijke aangelegenheid te spreken. Natuurlijk moet ik nog vanavond weg, vrouwtje, verklaarde Willem Ber tram. Ons provinciestadje heeft zoo'n slechte spoorwegverbinding, dat ik niet voor 12 uur 's middags te Amsterdam zou zijn, als ik morgenochtend vertrok. En bovendien is het telegram dringend. Dora boog het hoofd. Ik blijf niet graag alleen, Willem, zuchtte zij. Het dienstmeisje ligt ziek te bedje boekhouder heeft vacantie en dus ben ik moederziel alleen. Wie moet morgen je werk doen Och, er is op het oogenblik niet veel te doen, antwoordde Bertram Zoo noodig kan jij het wel in orde maken en als ik op tijd weg kan, ben ik mor genavond weer thuis. De jonge vrouw scheen nog niet ge rustgesteld. Overdag ben ik niet bang, ging zij voort, maar den geheelen nacht alleen te blijven 1 En dan nog wel met het aanzienlijke bedrag, dat vandaag is in gekomen. Hoe gemakkelijk kunnen dieven gebruik maken van de gelegenheid, om in te breken. - Kom, daarvoor 'hoef je niet bang te zijn, zeide Bei tram luchtig tegen. In de eeste plaats wie weet er dat je alleen bent En in de tweede plaats is de telefoon er toch 1 Van je bed uit kunt je de politie oproepen en binnen twee minuten heb je hulp. Ik kan heusch niet wegblijven, als de hoofddirecteur mij dringend moet spreken. Je moest dat begrijpen, vrouwtje en verstandig zijn I Zuchtend schikte Dora zich in het onvermijdelijke. Nadat haar man nog eens zorgvuldig alle deursloten onder zocht en alles goed gegrendeld had, begaf hij zich naar het station. Hij liep flink door, terwijl hij een liedje neuriede en zioh in stilte vermeide in de hoop, dat zijn reis met een bevordering in verband zou staan. En zoo verdiept was hij in deze- aangename gedachten, dat hijniets bemerkte van de twee verdachte gestalten, die op geringen afstand hem voorbijliepen. Laat hij maar fluiten I fluisterde de een zijn metgezel toe. Als hij terugkomt, zal de lust daartoe hem verder wel ver gaan. Ben je er zeker van, dat hij lang genoeg wegblijft vroeg de ander. Zijn makker glimlachte vergenoegd. Of ik 1 Ik heb de zaak zelf in orde gebracht. Een kennis te Amsterdam heeft het telegram verzonden, dat Ber tram morgen vroeg bij de hoofddirectie van de bank ontbiedt. Wat ben jij een slimmerd 1 zeide de jongste verbaasd. Van jou kan men nog eens wat leeren. Zij waren inmiddels het huis genaderd, waarin het bankfiliaal was gevestigd. Voor middernacht moeten we er ons niet aan wagen, merkte de oudste schelm op. Natuurlijk gaan we door de achterdeur naar binnen. Zij is wel goed gegrendeld maar dat heeft niets te be- teekenen. Met dit instrumentje maak ik den grendel gemakkelijk los. Zijn we eenmaal binnen, dan sluip jij naar boven, waar de vrouw slaapt. Maar doe haar niets, zoolang zij zich koest houdt. Als zij iets bemerkt, zal zij waarschijnlijk de politie willen waarschuwen. Maar ik SDijd tevoren de telefoonleiding in huis door. Eén ding heb je dus slechts te beletten dat ze het hoofd uit het venster steekt cn leven maakt. Desnoods maak je haar met de beddelakens of met je knuppel stom. Dien heb je toch bij je Grijnzend haalde de ander een korten stok voor den dag, waarvan het boven einde met lood gevuld was. De oudste knikte tevreden en daarop gingen zij verder. Met angstig hart wachtte Dora den nacht. In haar zenuwachtigheid kon zij de gedachte niet van zich af zetten, dat dieven van de afwezigheid van haar man gebruik zouden maken, om in te breken. Door dezen angst beheerscht, was zij niet in staat, een oog dicht te doen, hoewel geruimen tijd alles volkomen rustig bleef. Onafgebroken ingespannen luisterend, meende zij even na midder nacht sluipende voetstappen op het kiezelzand in den tuin te hooren, die het huis aan de achterzijde begrensde. Overtuigd, dat zij zich niet had vergist, trad zij uit haar kamer naar de trap leuning, waar zij een poos onbeweeglijk bleet staan. Na ecnigen tijd hoorde zij den dollen Val van een zwaar voorwerp op de mat, daarop voelde zij de koele nachtlucht in het gelaat. Thans wist zij zeker, dat de tuindeur geopend was, dat iemand het huis was binnengedrongen. Deze zekerheid drong haaAot onver wijld handelen. Zonder gedruisch te maken, keerde zij in haar kamer terug, om telefonisch de politie te roepen. Hoe zij ook trachtte te bellen, geen geluid. Een plotselinge gedachte kwam bij haar op. De telefoonleiding moest beschadigd zijn. Ongetwijfeld hadden de dieven alles te voren in orde gebracht en misschien was het dringend telegram aan haar man slechts een voorwendsel geweest, om hem weg te lokken en de handen vrij te hebben. Haar eerste bedoeling, het venster open te rukken en om hulp te roepen, werd teruggehouden door de gedachte, dat zij daarmee weinig of niets zou be reiken, want eer er hulp kon komen, zouden de dieven hun buit weggesleept hebben. Ook was het te voorzien, dat haar man in groote ongelegenheid zou komen, als bleek, dat hij zich tot schade van de bank door een gefingeerd tele gram had laten weglokken. Bij deze gedachte steeg plotseling haar moed. Zij dacht niet meer aan het ge vaar waarin zij verkeerde, doch slechts aan het middel, om haar man voor on aangenaamheden te vrijwaren en beroo- ving van de bank te voorkomen. >Vrouwenlist gaat boven mannenslim- heid« zegt een oud spreekwoord. Ook in Dora's hoofdje rijpte snel een plan, dat zij met verbazende koelbloedig heid dadelijk begon uit te voeren. Zij trok een pak van haar man aan, zette zijn huispet op, wreef met roet een snor op haar bovenlip en stak een ge laden revolver bij zich. Bij daglicht zou zeker niemand van deze vermomming dupe zijn geworden, doch in de duisternis, bij het flikkerend licht van een dievenlantaarn, kon zij best voor een man doorgaan. Toen zij, nadat haar toilet geheel in orde was, met behulp van een brandenden lucifer een onderzoekenden blik in den spiegel wierp, viel haar oog op een fonograaf, waarin haar man, die vaardig fluiten kon, voor de aardigheid wel eens had ge floten. Bliksemsnel kwam een gelukkige ge dachte in haar op. Zij zette de rol in beweging en onmiddellijk daarop klonk uit den beker een gefloten opera- deun. De jongste inbreker, die in het boven gedeelte van het huis de wacht zou hou den, bleef halverwege de trap verschrikt staan, toe hij het luide fluiten hoorde. Zijn schrik werd nog grooter, toen hij de mannengestalte zag, die hem met de glimmende revolver tegemoet kwam. Door angst bevangen, draaide hij zich om en rende, zijn makker geheel vergetend, blindelings het huis uit. Aangemoedigd door dit aanvankelijk succes, snelde Dora de trap af, naar het lokaal, waar het geld werd bewaard. De deur stond half open. De tweede in breker, die daar bezig was, de kluis open te maken, draaide het hoofd om en daar hij den man, die naderde, voor zijn me deplichtige hield, vroeg hij halfluid Hé, is de baas toch thuis Zeket den trein gemist. Hij heeft toch niets bemerkt - Ik weet het niet, fluisterde Dora met veranderde stem, maar ik geloof, dat het beter is, als we maken, dat we wegkomen. De andere lachte minachtend. Ik kan wel zien, dat je een nieuwe ling bent. Loop maar weg en als hij je achternazet, breng hem dan op een ver keerd spoor. Intusschen zal ik het zaakje hier opknappen later zal ik eerlijk met je deelen. Aldus sprekend kroop hij in de kluis, waarvan hij de deur op een kier zette, nadat hij het licht had uitgedaan. Met één sprong was Dora in de kamer en drukte zich met alle kracht tegen de deur, die met een luiden slag in het slot viel, waardoor de opgesloten dief niet kon ontsnappen. Het geld was gered 1 Nu de overspanning harer zenuwen het opgaf, verdween ook bij Dora de moed. Zij snelde naar het venster en schreeuwde zoolang om hulp, tot er po litieagenten kwamen en den inbreker arresteerden. Den volgende morgen had Bertram te Amsterdam een zeer onaangenaam onderhoud met den hoofddirecteui der bank, die hem mededeelde, dat hij hem volstrekt niet telegrafisch had ontboden. Gij zijt natuurlijk het slachtoffer van een gewiekste dievenbende geworden die een inbraak heelt beraamd, verklaarde de hoofddirecteur ontstemd. Hoe komt £ij zoo lichfgeloovig te zijn U moest toch weten, dat wij, als wij u persoonlijk hadden wenschen te spreken, een plaats vervanger zouden hebben gestuurd. Wie zou er in uw afwezigheid op het filiaal letten Mijn vrouw had dat wel voor een dag kunnen overnemen, stotterde Ber tram geheel van zijn stuk. Uw vrouw! herhaalde de hoofd directeur op sarcastischen toon. Hoe kan men een bank aan een vrouw 'oever- trouwen. Wat heeft uw vrouw er tegen kunnen doen, als werkelijk een inbraak was voorbereid 1 oen hij echter den volgenden dag een nauwkeurig verslag over de door de tegenwoordigheid van geest van I)ora verijdelde inbraak ontving, wijzigde zich zijn meening over de vrouwen. Zal Waalwijk helpen. Deze openhartige verklaring door een in woner van het nabijzijnde Culeuiborg gege ven, zal velen mannen en vrouwen hulp en zegen verschaffen. Zij is vol bemoediging en hoop. Mej. de Wed. van Herue, wonende Wal 26 te Culemborg meldt ons Ruim ander half jaar had ik geleden aan Rugpijnen aan een nieraandoening. [k werd erg geplaagd door scherpe pijnen in mijn lendenen en in het smalle gedeelte van den rug, somtijds was de pijn zoo herig, dat wanneer zij mij overviel, ik mijn handen op mijn rug moest houden en stil moest blijven zitten. Ook had ik veel pijn op de borst, ik was zeer zwak en werd niet verkwikt door mijn slaap, die immer zeer onrustig was. Nadat ik verschillende medicijnen te vergeefs ge bruikt had, probeerde ik Foster's Rugpijn Nieren Pillen en het verheugt mij te kunnen inededeelen, dat deze mij een weldaad be wezen hebben. Na een dag of vijfv\erdde pijn in deu rug wat minder en toen ik twee doozeu had ingenomen, gevoelde ik mij heele- maal verlicht. Wanneer ik andere lijders mocht ontmoeten, zal ik het mijn plicht rekenen ze te wijzen op Uw afdoend ge neesmiddel- Ik ondergeteekende verklaar dat het bo venstaande waar is en machtig U het pu bliek te maken op elke wijze die U goed dunkt. De bovenstaande oprechte, eenvoudige ge tuigenis bewijst d »t wanneer de nieren aan getast zijn, de rug zwak wordtde pijn komt voort uit de nieren, die in het onderste ge deelte van den rog geplaatst zijn. Pleisters en zalven kunnen deze pijn niet verhelpen, daar ze de nieren wdke de smart veroor zaken, niet bereiken. Foster's Rugpijn Nieren Pillen bereiken de nieren zelf en zijn een speciaal middel voor de nieren en blaas. Verzeker U dat men U de echte FOS TER'S RUGPIJN NIEREN PILLEN geeft, dezelfde die Mej. van Herne gehad heeft. Wij waarschuwen tegen namaak en maken koopers er op attent, dat op iedere doos de handteekening van James Foster voorkomt. Zij zijn te Waalwijk verkrijgbaar bij de fir ma Wed. Orie-Domoulin, Markt. Toezending geschiedt franco na ontvangst van postwissel k f 1,75 voor één of f 10.voor zes doozen. De Kamer hseft gisteren artikel een van de wet (Joremans op het onderwijs in hst Vlaamsch aan de vrije middeloare scholen aangenomen. Om een graad te behalen moe ten de studenten in het Vlaarasche gedeelte van het land minstens twee leergangen in het Vlaamsch hebben gevolgd. Een amen dement, om Brussel van die bepaling uit te sluiten, werd verworpen. Het behoud van een Fransche afdeeling in de Athenea werd eveneens verworpen. De Vlamingen mogen dos over dis eerste stemming tevreden zijn De Knmer was meer „moedertaalienne" dan Coremans, zegt een Fransch-Belgisch blad spijtig Reeds gisteren bericht'e een telegram ons, dat het comité van Argellieis deu vverlos- ser" Marcelin Albert als het ware veroor deeld had zich binnen 48 ureu in hechte nis te b' geven. Dat is thaDs gebeurd Al- bert is zich gistermiddag bij deu procureur- generaal te Montpellier komen aanmelden o.n gevangen genomen te worden. Hoe wis selvallig is de volksgunst 1 Deze man, nog enkele dagen geleden als het ware op de handen gedragen en door een opgewonden bevolking als de redder uit den nood be groet, heelt zich op aandrang van hetzelfde volk in hechtenis moeten bpgeven, dat de vorige week tol volslagen oproer bereid zou zijn geweest, iudien de politie een hand naar hem had durven uitsteken Zijn Parijsche reis heeft hem geen goed gedaan. Al van het begin af liepen er ge ruchten, dat Clemenceau hem gekneed had als was, dat de minister hem gemakkelijk had kunnen overhalen om aan het volk in het zuiden orde en rnst te gaan prediken. Door de uiterste elementeu werd dat al dadelijk als verraad aan de zaak der wijn boeren aangemerkt. De ontvangst te Ar- gelliers bij zijn terugkter uit de hoofdstad moet koel zijn geweest Maar een mededee- j ling, die hij te Argelliers deed, namelijk De Echo van het Zuiden.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1907 | | pagina 5