Tweede Blad.
Te slim af.
MENGELWERK.
Bosch-idylle.
i
Reclame.
BUITENLAND.
Frankrijk.
Nummer 52.
Zaterdag 29 Juni 19Q7.30e Jaargang.
Maurice liep te dwalen onder het dichte
lommer van het bosch. De regen had
opgehouden, maar nog rolden de drup
pels van blad op blad met zacht geluid
als van een bijna gedroogde bron en in
de verte liep de sombere laan uit op
een open boschplaats, doorweekt van
den regen, donkergroen en verrukkelijk
zacht van tint. De stammen van de
boomen waren zwart, de takken nog
zwarter en de donkere massa van het
kastanjegroen boven zijn hoofd, scheen
den jongen schilder het hooge gewelf
van een kathedraal, op het uur dat alles
somber is in de kerk en de gekleurde
vensters in het donker zulke levendige
en inysterieuse schijnsels werpen, als
werden ze buiten verlicht door een vuur
gloed.
Maurice hield veel van dit uur, als de
avond valt, na een regendag, waarop de
zon zich heeft laten zien en een grijze
tint om alle voorwerpen hangt, die hun
lijnen verdoft, de hoeken afrondt, al hun
vormen zacht en mollig maakt.
Hij stapte langzaam voort, elk oogenblik
in het woud, dat hij sinds lang kende,
nieuwe schoonheid ontdekkend en geheel
doordrongen van die teedere bewondering
voor de natuur, welke het genie eigen is.
Toen hij aan de open plaats was ge
komen, zag hij rond zich heen. Het
gras was glimmend groen, de bladeren
van het struikgewas glinsterden onder
het regenwater, dat ze had schoonge-
wasschen en schenen een fijn net van
kantwerk tegen den donkeren achter
grond van het dichte bosch, dat een
eind verder weer begon. Hij bleef staan,
om beter te kunnen zien, beter waar te
nemen en te genieten van den indruk,
dien dit doorweekt boschgedeelte nu
maakte, een indruk veel levendiger, veel
doordringender, veel menschelijker, om
het zoo uit te drukken, in deze half
schaduw, dan bij het volle zonlicht.
Een kleine slanke gestalte vertoonde
zich eensklaps op het bladerentapijt van
den boschwegzij naderde met vluggen
tred, zonder Maurice op te merken die
haar onbeweeglijk stond aan te staren
Op twee stappen afstand werd zij hem
gewaarzij schrikte en enkele takjes
rolden tegen den grond uit den bos, dien
zij op het hoofd droeg.
U doet mij schrikken, zeide zij
lachend en haar groote zwarte oogen
flonkerden vroolijk onder haar blonde
haren, die verward langs haar voorhoofd
hingen.
Hij zag haar aan, zonder te antwoorden.
Er heerschte een volstrekte harmonie
tusschen deze elegante figuur, dat lachen
de gezicht, het gekapte hout van de
omgeving en de kleur van het landschap.
Blijf daar, zeide de jongeman, ik
zal uw portret maken.
Z\\ wilde de haren wegstrijken, die
over haar gezicht hingen, maar hij hield
haar met een handbeweging tegen.
Neen, blijf staan, juist, zooals ge
nu staat.
Hij ging op een steen zitten en schetste
vlug de figuur en de trekken van zijn
jong model.
Het was een boerendochter, maar fijn
en slank gebouwd, zooals ze kunnen zijn,
wanneer zij nog niet tot vollen bloei zijn
gekomen, Haar oogen waren reeds die
van een vrouwmaar haar lach deed
nog denken aan een kind.
Hoe oud zijt ge vroeg de schilder
steeds doorwerkend.
Bijna zestien jaar.
Zoo, nu al. Drie jaren geleden
zag ik u nog heel klein.
Ja, ik was wel klein, zeide zij met
een forschen lach, en zoo vrij als een
musch, maar ik ben hard gegroeid en
met St. lan ga ik mij verloven.
Waarom met St. Jan vroeg de
jonge man, terwijl hij met schilderen op
hield, om haar op te nemen.
Omdat ik er dan een moet hebben
om rond het vreugdevuur te dansen.
Dan al 1 Dat zuivere voorhoofd, die
onschuldige oogen, die kinderlijke mond,
dat alles zou ontwijd worden door de
lompe galanterie van een boerenknecht 1
Maurice voelde een droevige zwaai te op
zijn hart drukken.
Ik kan niet meer zien, zeide hij
wilt ge morgen hier terugkomen, wat
vroeger
Voor mijn portret
-Ja.
Ik zal komen. Goeden avond,
mijnheer 1
Ze nam haar takkebos weer op en
verwijderde zich door de dichte duister
nis, onder het gewelf van kastanjeboomen.
Maurice ging naar huis, droomend over
het meisje met haar blonde lokken. Hij
i
had haar reeds dikwijls gezien, maar
altijd met een kunstenaarsoog. 't Scheen
hem nu toe, als zag hij haar anders. De
nacht en de volgende dag kwamen hem
lang voor en reeds lang voor zijn tijd
was hij op de open plaats in het bosch.
Hij had reeds alleen zitten werken en
toen het jonge meisje, dat zich wat ver
laat had, hem genaderd was, stond ze
verbrasd.
Ja, dat ben ik 1 riep ze uit. Krijg
ik het van u
Neen, ik zal een heel kleintje voor
u maken.
En dat dan, wat doet ge daarmee
't Gaat naar Parijs. Daar zetten
ze- het in een groote lijst en hangen het
op een tentoonstelling en alle menschen
komen er dan naar zien.
O, juist, dat weet ik op de
tentoonstelling.
Zoo, hebt ge daar meer van ge
hoord
Er zijn verschillende schilders, die
voor de tentoonstelling werken, zooals
ze dat noemen, maar nog nooit hebben
ze mijn portret gemaakt.
De avond daalde langzaamevenals
den vorigen dag waren de tonen van
het landschap zacht en fijn en zijn doek
vorderde een heel eind.
Nog meermalen kwamen zij daar terug
hij deed zijn best, om het zoo goed
mogelijk af te werken. Hij had reeds
naam gemaakt en toch was hij er van
overtuigd, dat dit schilderij nog meer
zou gezocht worden dan één zijner vorige.
Toen het geheel naar zijn genoegen
was. was de winter reeds ingetreden en
het kwam Maurice voor, dat hij zijn
klein model had lief gekregen.
Hij beminde die diepe oogen, dien la
chenden mond, die blonde haren, altijd
in wanorde.
Hij vertrok naar de stad en nam zijn
stuk mee.
Het doek werd bewonderd de critiek,
een en al in geestdrift, beweerde, dat
zoo'n gezichtje niet bestond, alleen maar
in de verbeelding van den dichter of
van den schilder. Maurice hoorde het
glimlachend aan en hield het geheim
van het gelaat dat hem geïnspireerd had,
vóór zich.
Men deed hem meer dan één schit
terend aanbod nog nooit had men hem
zulke prijzen geboden maar hij weigerde
en wilde het ook niet laten namaken.
De herfst was reeds een eind gevor
derd, toen hij in het dorp terugkeerde.
Reeds tweemaal waren de vreugde
vuren van Sint-Jan ontstoken, sedert hij
het portret had geschilderd en als hij
aan 't meisje dacht, vroeg hij zich altijd
met een wat droeven glimlach af, welke
boerenzoon op haar zijn keus zou ge
vestigd hebben.
Zijn eerste wandeling gold het kastan
jebosch bij het vallen van den avond
in het begin van October is het reeds
vroeg donker liep hij door de lange
laan maar, ze was niet meer donker nu
een helder stralenbundel speelde er door
heen en scheen op elk blaadje, dat nog
aan de takken hing of op den grond
lag, zich te willen vasthechten.
De geur van verdorrende bladeren
wekte ïn hem een wereld van treurige
herinneringen, een onzegbare droefheid
en een volslagen afkeer van alles, wat
hij tot nu toe had nagestreefd.
Op de open plaats aangekomen, zette
hij zich neer op dezelfde plaats, waar hij
achttien maanden geleden was begonnen
aan de studie, die nu zijn reputatie voor
goed had gevestigd. Die koude steen
scheen te spotten, met wat hij had on
dervonden.
Een boerin, een kokette, 't is wat
moois. Er zijn er wel meer verliefd ge
weest op schilders ze zijn hen gevolgd
naar Parijs en dan verdwenen in het
schuim van de groote stad, zonder hen
meer te boeien, die haar hadden inge
wijd in de kunst en het intellectueele
leven. Dwaas is hij, die aan zulke her
senschimmen de echte goederen der
wereld opoffertde liefde van een lief
meisje -- de glorie, die het talent schenkt
de fortuin, die op het succes volgt 1
Terwijl hij aldus zijn jeugdherinnerin
gen overdacht, zag hij langs het bekende
pad het meisje nader komen. Ze was
groot geworden, volslagen vrouw. Ze
was niet alleen een boerenjongen liep
naast haar en hield haar aan den pink
vasteen knappe jonge, stevig en goed
gebouwd.
Toen zijn Maurice zagen, bleven ze
verrast en verlegen staan,
Het jonge meisje sprak tot hem 't
eerst
Zij willen ons niet laten trouwen,
mijnheer, zeide ze met tranen in haar
stem. Ik ben arm, hij heeft geld en
zijn moeder wil niets van mij weten zij
spreekt er van, hem te onterven.
En ge wilt geen van tweeën, dat
hij onterfd wordt, vroeg Maurice spot
tend.
Dat zal wel waar zijn, antwoordde
de jongen, wij moeten toch leven.
i
- Natuurlijk I Ik beklaag u wel, hoor.
Zij verwijderden zichMaurice alleen
achtergebleven, leunde beide handen
onder zijn hoofd en zat lang te peinzen
Zijn illusie was vervlogen niets bleet
er meer over van dit slanke meisje, be
stemd om een gewone boerin te wor
den.
Zoo gaat het met onze droomen I
zuchtte hij, terwijl hij opstond wat er
nog overblijft, is een weinig goed te
doen.
Hij schreef dienzelfden avond nog
naar Parijs, en enkele dagen later kwam
hij aan de woning van het jonge meisje.
Ik heb uw portret verkocht, zeide
hij tot haar, terwijl haar moeder, stom
van verbazing, stond te luisteren ze heb
ben het duur betaald, 't is een heel for
tuin. Ik kom 't u brengen, opdat ge
met uw geliefde zoudt kunnen trouwen
Moet je vanavond heusch nog op
reis, Willem vroeg de jonge vrouw van
den directeur van het filiaal van een
Amsterdamsche bank haar echtgenoot,
toen deze haar meegedeeld had, dat hij
het telegrafisch verzoek had ontvangen,
den volgenden morgen vroeg ten kantore
van de hoofddirectie te bekomen, om
over een belangrijke aangelegenheid te
spreken.
Natuurlijk moet ik nog vanavond
weg, vrouwtje, verklaarde Willem Ber
tram. Ons provinciestadje heeft zoo'n
slechte spoorwegverbinding, dat ik niet
voor 12 uur 's middags te Amsterdam
zou zijn, als ik morgenochtend vertrok.
En bovendien is het telegram dringend.
Dora boog het hoofd.
Ik blijf niet graag alleen, Willem,
zuchtte zij. Het dienstmeisje ligt ziek
te bedje boekhouder heeft vacantie
en dus ben ik moederziel alleen. Wie
moet morgen je werk doen
Och, er is op het oogenblik niet
veel te doen, antwoordde Bertram Zoo
noodig kan jij het wel in orde maken
en als ik op tijd weg kan, ben ik mor
genavond weer thuis.
De jonge vrouw scheen nog niet ge
rustgesteld.
Overdag ben ik niet bang, ging
zij voort, maar den geheelen nacht alleen
te blijven 1 En dan nog wel met het
aanzienlijke bedrag, dat vandaag is in
gekomen. Hoe gemakkelijk kunnen dieven
gebruik maken van de gelegenheid, om
in te breken.
- Kom, daarvoor 'hoef je niet bang
te zijn, zeide Bei tram luchtig tegen. In de
eeste plaats wie weet er dat je alleen
bent En in de tweede plaats is de
telefoon er toch 1 Van je bed uit kunt
je de politie oproepen en binnen twee
minuten heb je hulp. Ik kan heusch niet
wegblijven, als de hoofddirecteur mij
dringend moet spreken. Je moest dat
begrijpen, vrouwtje en verstandig zijn I
Zuchtend schikte Dora zich in het
onvermijdelijke. Nadat haar man nog
eens zorgvuldig alle deursloten onder
zocht en alles goed gegrendeld had,
begaf hij zich naar het station. Hij liep
flink door, terwijl hij een liedje neuriede
en zioh in stilte vermeide in de hoop,
dat zijn reis met een bevordering in
verband zou staan. En zoo verdiept
was hij in deze- aangename gedachten,
dat hijniets bemerkte van de twee
verdachte gestalten, die op geringen
afstand hem voorbijliepen.
Laat hij maar fluiten I fluisterde de
een zijn metgezel toe. Als hij terugkomt,
zal de lust daartoe hem verder wel ver
gaan.
Ben je er zeker van, dat hij lang
genoeg wegblijft vroeg de ander.
Zijn makker glimlachte vergenoegd.
Of ik 1 Ik heb de zaak zelf in orde
gebracht. Een kennis te Amsterdam
heeft het telegram verzonden, dat Ber
tram morgen vroeg bij de hoofddirectie
van de bank ontbiedt.
Wat ben jij een slimmerd 1 zeide
de jongste verbaasd. Van jou kan men
nog eens wat leeren.
Zij waren inmiddels het huis genaderd,
waarin het bankfiliaal was gevestigd.
Voor middernacht moeten we er
ons niet aan wagen, merkte de oudste
schelm op. Natuurlijk gaan we door de
achterdeur naar binnen. Zij is wel goed
gegrendeld maar dat heeft niets te be-
teekenen. Met dit instrumentje maak ik
den grendel gemakkelijk los. Zijn we
eenmaal binnen, dan sluip jij naar boven,
waar de vrouw slaapt. Maar doe haar
niets, zoolang zij zich koest houdt. Als
zij iets bemerkt, zal zij waarschijnlijk de
politie willen waarschuwen. Maar ik SDijd
tevoren de telefoonleiding in huis door.
Eén ding heb je dus slechts te beletten
dat ze het hoofd uit het venster steekt
cn leven maakt. Desnoods maak je haar
met de beddelakens of met je knuppel
stom. Dien heb je toch bij je
Grijnzend haalde de ander een korten
stok voor den dag, waarvan het boven
einde met lood gevuld was. De oudste
knikte tevreden en daarop gingen zij
verder.
Met angstig hart wachtte Dora den
nacht. In haar zenuwachtigheid kon zij
de gedachte niet van zich af zetten, dat
dieven van de afwezigheid van haar man
gebruik zouden maken, om in te breken.
Door dezen angst beheerscht, was zij
niet in staat, een oog dicht te doen,
hoewel geruimen tijd alles volkomen
rustig bleef. Onafgebroken ingespannen
luisterend, meende zij even na midder
nacht sluipende voetstappen op het
kiezelzand in den tuin te hooren, die
het huis aan de achterzijde begrensde.
Overtuigd, dat zij zich niet had vergist,
trad zij uit haar kamer naar de trap
leuning, waar zij een poos onbeweeglijk
bleet staan. Na ecnigen tijd hoorde zij
den dollen Val van een zwaar voorwerp
op de mat, daarop voelde zij de koele
nachtlucht in het gelaat. Thans wist zij
zeker, dat de tuindeur geopend was, dat
iemand het huis was binnengedrongen.
Deze zekerheid drong haaAot onver
wijld handelen. Zonder gedruisch te
maken, keerde zij in haar kamer terug,
om telefonisch de politie te roepen.
Hoe zij ook trachtte te bellen, geen
geluid. Een plotselinge gedachte kwam
bij haar op. De telefoonleiding moest
beschadigd zijn. Ongetwijfeld hadden de
dieven alles te voren in orde gebracht
en misschien was het dringend telegram
aan haar man slechts een voorwendsel
geweest, om hem weg te lokken en de
handen vrij te hebben.
Haar eerste bedoeling, het venster
open te rukken en om hulp te roepen,
werd teruggehouden door de gedachte,
dat zij daarmee weinig of niets zou be
reiken, want eer er hulp kon komen,
zouden de dieven hun buit weggesleept
hebben. Ook was het te voorzien, dat
haar man in groote ongelegenheid zou
komen, als bleek, dat hij zich tot schade
van de bank door een gefingeerd tele
gram had laten weglokken.
Bij deze gedachte steeg plotseling haar
moed. Zij dacht niet meer aan het ge
vaar waarin zij verkeerde, doch slechts
aan het middel, om haar man voor on
aangenaamheden te vrijwaren en beroo-
ving van de bank te voorkomen.
>Vrouwenlist gaat boven mannenslim-
heid« zegt een oud spreekwoord.
Ook in Dora's hoofdje rijpte snel een
plan, dat zij met verbazende koelbloedig
heid dadelijk begon uit te voeren.
Zij trok een pak van haar man aan,
zette zijn huispet op, wreef met roet een
snor op haar bovenlip en stak een ge
laden revolver bij zich.
Bij daglicht zou zeker niemand van
deze vermomming dupe zijn geworden,
doch in de duisternis, bij het flikkerend
licht van een dievenlantaarn, kon zij
best voor een man doorgaan. Toen zij,
nadat haar toilet geheel in orde was,
met behulp van een brandenden lucifer
een onderzoekenden blik in den spiegel
wierp, viel haar oog op een fonograaf,
waarin haar man, die vaardig fluiten kon,
voor de aardigheid wel eens had ge
floten.
Bliksemsnel kwam een gelukkige ge
dachte in haar op. Zij zette de rol in
beweging en onmiddellijk daarop klonk
uit den beker een gefloten opera-
deun.
De jongste inbreker, die in het boven
gedeelte van het huis de wacht zou hou
den, bleef halverwege de trap verschrikt
staan, toe hij het luide fluiten hoorde.
Zijn schrik werd nog grooter, toen hij
de mannengestalte zag, die hem met de
glimmende revolver tegemoet kwam. Door
angst bevangen, draaide hij zich om en
rende, zijn makker geheel vergetend,
blindelings het huis uit.
Aangemoedigd door dit aanvankelijk
succes, snelde Dora de trap af, naar het
lokaal, waar het geld werd bewaard. De
deur stond half open. De tweede in
breker, die daar bezig was, de kluis open
te maken, draaide het hoofd om en daar
hij den man, die naderde, voor zijn me
deplichtige hield, vroeg hij halfluid
Hé, is de baas toch thuis Zeket
den trein gemist. Hij heeft toch niets
bemerkt
- Ik weet het niet, fluisterde Dora
met veranderde stem, maar ik geloof,
dat het beter is, als we maken, dat we
wegkomen.
De andere lachte minachtend.
Ik kan wel zien, dat je een nieuwe
ling bent. Loop maar weg en als hij je
achternazet, breng hem dan op een ver
keerd spoor. Intusschen zal ik het zaakje
hier opknappen later zal ik eerlijk met
je deelen.
Aldus sprekend kroop hij in de kluis,
waarvan hij de deur op een kier zette,
nadat hij het licht had uitgedaan.
Met één sprong was Dora in de kamer
en drukte zich met alle kracht tegen de
deur, die met een luiden slag in het slot
viel, waardoor de opgesloten dief niet
kon ontsnappen.
Het geld was gered 1
Nu de overspanning harer zenuwen
het opgaf, verdween ook bij Dora de
moed. Zij snelde naar het venster en
schreeuwde zoolang om hulp, tot er po
litieagenten kwamen en den inbreker
arresteerden.
Den volgende morgen had Bertram
te Amsterdam een zeer onaangenaam
onderhoud met den hoofddirecteui der
bank, die hem mededeelde, dat hij hem
volstrekt niet telegrafisch had ontboden.
Gij zijt natuurlijk het slachtoffer
van een gewiekste dievenbende geworden
die een inbraak heelt beraamd, verklaarde
de hoofddirecteur ontstemd. Hoe komt
£ij zoo lichfgeloovig te zijn U moest
toch weten, dat wij, als wij u persoonlijk
hadden wenschen te spreken, een plaats
vervanger zouden hebben gestuurd. Wie
zou er in uw afwezigheid op het filiaal
letten
Mijn vrouw had dat wel voor een
dag kunnen overnemen, stotterde Ber
tram geheel van zijn stuk.
Uw vrouw! herhaalde de hoofd
directeur op sarcastischen toon. Hoe kan
men een bank aan een vrouw 'oever-
trouwen. Wat heeft uw vrouw er tegen
kunnen doen, als werkelijk een inbraak
was voorbereid
1 oen hij echter den volgenden dag
een nauwkeurig verslag over de door
de tegenwoordigheid van geest van I)ora
verijdelde inbraak ontving, wijzigde zich
zijn meening over de vrouwen.
Zal Waalwijk helpen.
Deze openhartige verklaring door een in
woner van het nabijzijnde Culeuiborg gege
ven, zal velen mannen en vrouwen hulp en
zegen verschaffen. Zij is vol bemoediging
en hoop.
Mej. de Wed. van Herue, wonende Wal
26 te Culemborg meldt ons Ruim ander
half jaar had ik geleden aan Rugpijnen aan
een nieraandoening. [k werd erg geplaagd
door scherpe pijnen in mijn lendenen en in
het smalle gedeelte van den rug, somtijds
was de pijn zoo herig, dat wanneer zij mij
overviel, ik mijn handen op mijn rug moest
houden en stil moest blijven zitten.
Ook had ik veel pijn op de borst, ik was
zeer zwak en werd niet verkwikt door mijn
slaap, die immer zeer onrustig was. Nadat
ik verschillende medicijnen te vergeefs ge
bruikt had, probeerde ik Foster's Rugpijn
Nieren Pillen en het verheugt mij te kunnen
inededeelen, dat deze mij een weldaad be
wezen hebben. Na een dag of vijfv\erdde
pijn in deu rug wat minder en toen ik twee
doozeu had ingenomen, gevoelde ik mij heele-
maal verlicht. Wanneer ik andere lijders
mocht ontmoeten, zal ik het mijn plicht
rekenen ze te wijzen op Uw afdoend ge
neesmiddel-
Ik ondergeteekende verklaar dat het bo
venstaande waar is en machtig U het pu
bliek te maken op elke wijze die U goed
dunkt.
De bovenstaande oprechte, eenvoudige ge
tuigenis bewijst d »t wanneer de nieren aan
getast zijn, de rug zwak wordtde pijn komt
voort uit de nieren, die in het onderste ge
deelte van den rog geplaatst zijn. Pleisters
en zalven kunnen deze pijn niet verhelpen,
daar ze de nieren wdke de smart veroor
zaken, niet bereiken. Foster's Rugpijn Nieren
Pillen bereiken de nieren zelf en zijn een
speciaal middel voor de nieren en blaas.
Verzeker U dat men U de echte FOS
TER'S RUGPIJN NIEREN PILLEN geeft,
dezelfde die Mej. van Herne gehad heeft.
Wij waarschuwen tegen namaak en maken
koopers er op attent, dat op iedere doos de
handteekening van James Foster voorkomt.
Zij zijn te Waalwijk verkrijgbaar bij de fir
ma Wed. Orie-Domoulin, Markt. Toezending
geschiedt franco na ontvangst van postwissel
k f 1,75 voor één of f 10.voor zes doozen.
De Kamer hseft gisteren artikel een van
de wet (Joremans op het onderwijs in hst
Vlaamsch aan de vrije middeloare scholen
aangenomen. Om een graad te behalen moe
ten de studenten in het Vlaarasche gedeelte
van het land minstens twee leergangen in
het Vlaamsch hebben gevolgd. Een amen
dement, om Brussel van die bepaling uit te
sluiten, werd verworpen. Het behoud van
een Fransche afdeeling in de Athenea werd
eveneens verworpen. De Vlamingen mogen
dos over dis eerste stemming tevreden zijn
De Knmer was meer „moedertaalienne"
dan Coremans, zegt een Fransch-Belgisch
blad spijtig
Reeds gisteren bericht'e een telegram ons,
dat het comité van Argellieis deu vverlos-
ser" Marcelin Albert als het ware veroor
deeld had zich binnen 48 ureu in hechte
nis te b' geven. Dat is thaDs gebeurd Al-
bert is zich gistermiddag bij deu procureur-
generaal te Montpellier komen aanmelden
o.n gevangen genomen te worden. Hoe wis
selvallig is de volksgunst 1 Deze man, nog
enkele dagen geleden als het ware op de
handen gedragen en door een opgewonden
bevolking als de redder uit den nood be
groet, heelt zich op aandrang van hetzelfde
volk in hechtenis moeten bpgeven, dat de
vorige week tol volslagen oproer bereid zou
zijn geweest, iudien de politie een hand naar
hem had durven uitsteken
Zijn Parijsche reis heeft hem geen goed
gedaan. Al van het begin af liepen er ge
ruchten, dat Clemenceau hem gekneed had
als was, dat de minister hem gemakkelijk
had kunnen overhalen om aan het volk in
het zuiden orde en rnst te gaan prediken.
Door de uiterste elementeu werd dat al
dadelijk als verraad aan de zaak der wijn
boeren aangemerkt. De ontvangst te Ar-
gelliers bij zijn terugkter uit de hoofdstad
moet koel zijn geweest Maar een mededee-
j ling, die hij te Argelliers deed, namelijk
De Echo van het Zuiden.