ÏM1EÏI? Bekoorlijk MENGELWERK. Stükpaardjss LeUsomelksseP Tolegranmien. Ingezonden Stukken gens de vlucht had genomen. Uit angst 17 a 18-jarig meisje. Daar de lijkschouw voor schandaal had het echtpaar toen het lijk maar aan stukken gesneden. Maar deze lezing liet hij spoedig va ren, om zich verder bij het gevonden lijk te houden. Zijn vrouw echter klampt zich vast aan de minnaar-historie. Wie de man ech ter is, kan mevrouw Goold niet zeggen. Weer met haar geconfronteerd, zegt haar echtgenoot, zich nu niets meer te herinneren. Mevrouw Goold verklaart dan, dat ze het ook al niet precies meer weet, wijl ze bij 't verschijnen van den mysterieusen moordenaar is flauw ge vallen. Tweede punt van verschil: Mevrouw Goold beweert, toen ze uit haar bezwijming ontwaakte, het lijk in stukken gesneden te hebben gevonden, een schuift deze vreeselijke bezigheid op rekening van den onbekenden moorde naar Goold echter bekent, dat hij met een klein keukenmes en een handzaagje het lijk zelf heeft verdeeld. Hij was van plan, het hoofd en de beenen te Mar seille in zee te werpen. Man en vrouw zijn ieder naar een afzonderlijke gevangenis gebracht. 's Avonds heeft men in de Morgue het lichaam van de vermoorde voor de autopsie aaneengevoegd. Uit het onder zoek blijkt, dat het slachtoffer van het vreeselijke drama van achteren bij de armen is gegrepen en dat een ander per soon haar met een messteek den buik opende. Het grootste stuk van het lichaam was nog gekleed in een elegant toilet. Het was met een vest en een pantalon van Goold in de doos geduwd. Ten slotte werden onder in de doos nog een pince-nez en een gebioken waaier van het slachtoffer gevonden. De laatste telegrafische berichten wijzen uit, dat de verklaringen van mevrouw Goold inderdaad op waarheid schijnen te berusten. Eerst echter moet de ndam van het slachtoffer worden gerectificeerd, dat niet Emma Liway, maar Thérèse William (zal misschien Thérèse William moeten zijn) heet. Men zou zich hier inderdaad tegen over een drama van passie bevinden. De moordenaar, waarvan mevrouw Goold sprak, heet Burker, en is te Monte-Carlo gearresteerd. De uitleveringsformaliteiten zijn onmid dellijk begonnen. Zoodra deze zijn ver vuld wordt Burker naar Marseille ver voerd, en met het echtpaar Goold ge confronteerd. De iu stukken gesnedcu vrouw. Het slachtoffer van den moord te MonteCarlo is de 37-jarige Thérèse Williams, een dame, die te Londen woon de, van Zweedschen oorsprong was en de zomermaanden gewoonlijk doorbracht in de zich vermakende wereld te Monte Carlo. De ware moordenaar zou zekere Burke zijn, 24 jaar oud, die thans in de gevan genis zit te Monte Carlo. Hij zou de in gewanden van het slachtoffer in die stad in een privaat hebben geworpen, ten ein de al te spoedig ontbinding van het lijk te voorkomen. Verder werd het lijk in stukken gesneden door den heer en mevr- Gold, die het naar Marseille brachten, Burke zal nu naar Marseille worden ge bracht om geconfronteerdte worden met de echtgenooten Gold. Bezwarend voor het echtpaar Gold of Goold is wel, dat man en vrouw geen eensluidende verklaringen hebben afge legd. Gold had reeds verklaard, dat de vrouw door Burke werd doodgestoken, op het oogenblik dat zij hem Gold, om geld vroeg. Later zei hij. dat hij bij zijn thuiskomst het lijk aantrof. De vrouw blijft bii de eerstafgelegdc verklaring namelijk, dat een haar onbekend moor denaar de vrouw heeft gedood onder den uitroep Ongelukkige, gij hebt mij geruï neerd Ik wreek me Zij viel dadelijk in zwijm. Toen zij weder bijkwam, zag zij den moordenaar bezig het lijk in stukken te snijden. Gold daarentegen zegt het lijk zelf met behulp van een tafelmes en een handzaag uit elkander genomen te heb ben en de ingewanden uit den buik te hebben g-ehaalden in het privaat gegooid omdat hij gedurende het vervoer naar Londen ontbinding wilde voorkomen. Hij was voornemens het lijk over boord te gooien. Deskundigen verklaren, dat Thrérèse waarschijnlijk door 2 mannen vermoord is. Eén heeft haar bij de armen van achter vastgehouden, de blauwe plekken zijn daarvan nog te zien terwijl een an der haar een vreeselijk'en steek in den buik heeft gegeven. Dubbele moord te Marseille. Terwijl men den mond te Marseille nog vol heeft over de in stukken gesneden vrouw, is een dubbele misdaad ontdekt in een in aanbouw zijnde wijk is de por tier van een huis met hamerslagen op het hoofd vermoord terwijl zijn vrouw, die de dieven op dezelfde wijze hebben aangevallen, stervende is. Een drama. Uit Arnhem wordt gemeld In de vorige week werd onder Lobith Nooit had hij zich zoo gelukkig ge voeld. Zijn hart bonsde van vreugde. Het was dus nu toch werkelijkheid ge worden, dat groote geluk, waarvan hij nauwelijks had durven droomen. Het is waar, hij had gaarne gezien, dat ze wat vfoolijker was gaarne had hij dien glans dier groote blauwe oogen verhelderd gezien door een glimlach, en had hij gewenscht, dat die blik der oogen wat vrijmoediger de zijnen ont moette, want nog steeds had zij de oogen neergeslagen, en toen haar moeder haar omhelsde, toen was het hem zefs voor gekomen, dat zij beefde. Maar deksels, waar dacht hij nu aan Stond dat vrees achtig blozen, jonge meisjes niet aller bekoorlijkst. En, bovendien, men had haar toch niet gedwongen »ja" te zeggen. Had ze hem niet uit eigen beweging het jawoord gegeven? Zeker, het zou hem leed gedaan hebben, als zij >neen" ge zegd had. Maar dat had zij niet gedaan. In tegenwoordigheid harer moeder, door deze zelfs aangemoedigd, had hij zijne w i;-i j r, .nieuwe pet tusschen de vingers from- het lijk uit den Rijn opgevischt van een melend haar gevraagd, of zij zijne niets verdachts aan 't licht bracht, werd het lijk op bevel van den burgemeester van Herwen en Aerdt ter aarde besteld en dit, niettegenstaande de hoofdharen met een touw voor den mond waren sa men gebonden. De duitsche justitie was echter niet zoo spoedig gerustgesteld en zette haar onderzoek voort. Dit heeft aan 't licht gebracht, dat men hier waarschijnlijk te doen heeft met een laaghartige misdaad. Het meisje werkte op eene fabriek te Ellen in Duitschland. OP een morgen kwam een werkman van de fabriek bij haar en deelde haar mede, dat hij een heer kende, die een mooie betrekking voor haar wist Het meisje ging met den weikman naar dien heer. Toen het meisje 's avonds niet op den gewonen tijd thuis kwam, werd de po litic met een en ander in kennis gesteld. De werkman, een jongen, werd hierop aangehouden. Hij wist echter niets an ders omtrent den onbekende, ook niet, waar deze met het meisje gebleven was. De politie had echter alle reden om aan te nemen, dat het meisje het slacht offer was geworden van een handelaar in blanke slavinnen. Op last van de justitie is thans het lijk, dat reeds in verregaanden staat van ont binding verkeerde, opgegraven en door de familie als dat van het verdwenen meisje herkend. De duitsche justitie is den onbeken den heer op het spoor. Vreeselijke ongelukken Aan de Jamfabriek te Breda is heden middag een verschrikkelijk ong-luk ge beurd. Een jongen van 15 a 16 jaar, aldaar werkzaam, is door eene machine gegrepen, eenige malen mee rondgeslin gerd en was bijna onmiddellijk een lijk. De jongen, Loijens geheeten, was aan een loshangende riem van een vliegwiel gaan hangen hij werd toen rondge slingerd, is misschien wel honderdmaal in de rondte gecirkeld, telkens bonsend tegen den muur. Het onderdeel van zijn lichaam is tot pap geslagen. Door 't opschorten der kleeren is hij geworgd. (Dgbl. v. Nbr.) Een vreeselijk ongeluk is gister avond omstreek kwart na zes nabij het Roode Hek te Schiedam gebeurd. Een 5-jarig kereltje, Jan van der Stap, die dicht bij de ouderlijke woning nabij het Roode Hek speelde, zag zijn moeder aankomen en liep haar tegemoet, daarbij de rails van de electrische tram over stekende. Ongelukkigerwijze struikelde hij en viel juist op het oogenblik, dat een tram zou passeeren. Wel remde de wagenbestuurder uit alle macht, maar het onheil kon niet voorkomen worden, de wielen gingen over de beentjes en sneden die formeel af, terwijl ook een armpje zoo goed als afgereden werd. Wat de moeder gevoelde, die daar haar jongste kind zoo deerlijk zag ver minken, moet ontzettend zijn geweest, met geweld moest zij worden naar huis gebracht, waar zij letterlijk als een waan zinnige moest worden in bedwang ge houden. Het ongelukkige ventje werd door een man op de armen genomen en naar het tramhuisje gebracht, waar spoedig een dokter verscheen, die zijn onmid dellijke overbrenging naar het ziekenhuis gelastte. Het knaapje was reeds bij het opne men geheel bewusteloos en is niet meer tot bewustzijn gekomenby aankomst aan het ziekenhuis stierf het. Een buurvrouw, die de afgesneden beentjes zag liggen, raapte die op, om ze naar huis te brengen, maar zij viel flauw, nog vóór ze het huis had bereikt later zijn die ook naar het ziekenhuis ge bracht. (Schied. Ct) vrouw wilde zijn. »Uwe moeder" zoo had hij tot Anne gezegd heeft reeds haar toestemming gegeven. Van u hangt dus mijn heele geluk af. En zij had de oude vrouw aangezien en toen zachtjes geantwoord >]a", maar zoo zacht dal hij het nauwelijks verstaan had. Innig gelukkig had hij haar zijn plan nen voor de toekomst medegedeeld Wat zouden zij met hun drieën gelukkig zijn. Wat een lief huishoudentje zouden zij opzeften, en hoe zou hij lustig arbeiden, als hem na de moeilijke dagtaak zijn vrouwtje wachten zou. En teiwijl het zonnetje helder scheen, en de musschen vroolijk tjilpten in het groen gebladerte, herinnerde hij zich hun geschiedenis. Bijna een roman. Haar vader, een oud kameraad, eenige jaren ouder dan hij, en evenals hij stoker bij een der spoorweg-maatschappijen in ons land, was bij een spoorwegongeluk doo- delijk gewond geworden. Voor hij de oogen voor altijd sloot, had hij hem gevraagd te willen waken over de vrouw ón het kind, die hij beiden onverzorgd achterliet. Het kind was toen een meisje met korte rokjes nog, en hij vermoedde weinig, dat het eens zijn vrouw zou worden. Hij had woord gehouden en was zijn belofte nagekomen, zonder daarin op eenige wijze te kort te schieten en niet alleen met raad, maar ook met de daad had hij de weduwe bijgestaan, als de verdiensten met het naaiwerk tegen vielen. Het meisje werd grooter en groei de op tot een bekoorlijke maagd. Toen werd in zijn hart een nieuw ge voel geboren, een gevoel tot nog toe ongekend Hij beminde Anne. Hij trachtte haar te vergeten, hij kon nieten hij werd zoo afgetrokken en stil, dat het de opmerkzaamheid trok der weduwe, die hem ten slotte zijn geheim wist te ontrukken. Zij had het reeds vermoed, lang geleden al, het goede mensch, en zonder hem te laten uitspreken, had zij hem omhelsd en hem gezegd: Spreek met Anne, Frederik. Zij weet als ik, wat we u verplicht zijn. Twijfel niet aan haar. Dun, hernam hij, begrijp ik er nog 7 dezer genomen 2 officieren en 10 veel minder vanZiet gij, ik heb niet j manschappen werden daarbij gewond, veel school gegaan en ik heb van die ...Vijf uur sloeg de stationsklok, en Frederik, ontwakend uit zijne zoete mijmering stond op. Vijf uur I zeide hij verbaasd, ik ben vandaag niet te vroeg. Maar één keer, is geen gewoonte, en terwijl hij het perron opliep, zijne kameraden vroo lijk groetend, voegde hij er als in ge dachten bij. Wat zal Piet Meurs, mijn machinist gek opkijken als ik hem op mijn bruiloft vraag. Bliksemsnel rolde de trein voort, ver-1 dwijnend in de verte als een tooverlint, als een monster met vurige oogen door de invallende duisternis. Het voorlaatste station was men reeds voorbij het eind station was nog ver af. Piet en Hendrik kortten zich op de locomotief den tijd met allerlei gesprekken, terwijl, zij ook over den weg en de seinen hun blikken lieten gaan. Eensklaps legde Frederik zijn hand op den schouder van den jongen machinist en vroeg Scheelt er vandaag iets aan Van het oogenblik waarop wij het eerste station hebben verlaten tot nu toe heb ik u de woorden uit de keel moeten halen. Dat ben ik niet van u gewoon Toen de andere dit niet zoo aanstonds toegaf, vervolgde hij. O, ik weet, wat ik zeg. Ik zie niet graag dat gemijmer. Het leven is zoo heerlijk. Eene onbeantwoordde liefde misschien Kom dat zal wel weer terecht komen. Alles komt immers in orde, als men wilik zal er u straks een voorbeeld van geven. Hij barsste in een hartelijk lachen uit, terwijl hij zich in de handen v\ reeft en reeds vooraf naging, welk een effect zijne woorden zouden maken, als hij zijne trouwplannen mededeelde. Nog nooit had hij van Anna gesproken. Maar plotseling hield hij op. De ander zag hem zoo treurig aan dat het hem onwillekeurig trof, en zijn hand grijpend, vroeg hij Het is dus van ernstigen aard- Vergeef mij I Maar ik ben zoo gelukkig, dat het mij onmogelijk schijnt, dat an. deren bedrukt zijn, als ik lach. Het ge luk maakt zelfzuchtig. En ik durf u, thans geen deelgenoot maken van mijn groote vreugde. Neen Frederik, hernam Piet, ik neem het u niet kwalijk. Gij zijt een goede kerel, dien ik graag mag lijden. Ik herinner me nog goed de wenken, die ge mij gegeven hebt, toen ik pas in dienst kwam. Als iemand verdient ge lukkig te zijn, zijt gij hetOok ik, ging hij voort, was gelukkig, of ten min ste ik geloofde dat ik het was. Maar met een slag is al mijn hoop vervlogen. Zij die ik bemin, kan niet de mijne zijn. Zoo 1 zeide Frederik. Ze is dus niet erg gemakkelijk te voldoen, de jonge dame Nu, ik weet wat gij waard zijt en ik begrijp waarlijk niet, waarom zij u heeft afgewezen 1 Zij bemint mij,'' antwoordde Piet eenvoudig en juist daarom lijd ik nog meer. Frederik keek hem verrast aan. dingen niet veel verstand Ik begrijp slechts één ding men houdt van elkaar en trouwt. Kom, ging hij voort, terwijl hij hem de hand drukte, ik ben oudei dan gij, veel ouder, en ik ben uw vriend, dus vertel me eens alles.. Als gij iets op uw hart hebt, is niets beter dan dat gij het uitstortdat geeft altijd eenige verlichting. Toen haalde Piet uit zijn zak lang zaam een brief te voorschijn en hem bij het licht houdend, zeide hij Luister, dat is haar afscheid Hij las Piet, het moet tusschen ons uit zijn. Ik had u mijn hart gegeven, maar de erkentelijkheid, die ik aan een ander verschuldigd ben, legt mij de verplich ting op, mijn woord terug te nemen. Toen mijn vader stierf, heeft ons een vriend geholpen, gered, mijne moeder en mij, wij zijn alles hem alles verschul digd. Die vriend nu, bemint mij. Gis teren heeft hij mijne hand gevraagd. En ik heb »ja* gezegd. Ik weet dat gij er door lijden zult, want ik lijd zelve maar al zou het mijn dood zijn, ik moet deze schuld der dankbaarheid afdoen. Laat ons elkaar niet weerzien. En de onderteekening luidt Anne. niet waar riep Frederik uit, de hand krampachtig op de borst geklemd, met rollende oogen als een waanzinnige het antwoord afwachtend, terwijl het hem toescheen, alsof de grond onder zijne voeten wegzonk. Piet deed een stap achterwaarts Wie zegt u dat Het meisje dat ge bemint, is Anne, hij dien ze trouwt ben ik. Piet had zich een weinig hersteld, hij begreep thans volkomen de verschrik kelijke bleekte van dien braven kerel, dien hij zonder het te willen, zoo had gegriefd. Eensklaps hoorde hij den stoker achter zich hevig snikken en hem de hand reikend, zeide hij Frederik, vergeef mij. Frederik greep de hand die de ander hem aanbood. U vergeven, riep hij uit. Ach, ik ben een dwaas Gij kondt niet weten, dat ik dwaas genoeg ben, om een meisje van dien leeftijd lief te hebben Ik ben. u eigenlijk dankbaar, dat ge mij voor mijzelven gered hebt Daar Piet dit volstrekt niet met hem eens scheen, ging hij voort: Ja, gij hebt mij gered In een enkel oogenblik is mij de waarheid duidelijk geworden. Ach 1 ik heb vreeselijk gele den, maar het is nu voorbij. Ik had naar mijne zwarte handen en mijne grijze ha ren moeten kijken. Niet als de bladeren vallen bouwen de vogels hun nestAn na bemint u, zij moet de uwe zijn. Gij zijt voor elkaar geschapen Ik weet wat mij te doen staat. Frederik 1 riep Piet verschrikt uit O, vrees niets, hernam hij, pogende te glimlachen, ik zal geene tranen in uwe vreugde mengen. Bovendien, ik ben genezen. De slag was hard, maar hij heeft zijn doel getroffen En toen Piet hem nogmaals in de rede wilde wallen, zeide hij Geen woord meer. Ik verlang één ding, dat Anne nooit wete, wat er tus schen ons is voorgevallen. En toen de trein stilstond, was het hem als gingen de wielen der machtige machine over zijn eigen hart. Den volgenden dag waren Anne en hare moeder bezig eenig naaiwerk te verrichten, toen er op de deur werd ge klopt. Het meisje ging open doen. Ver baasd bleef zij staan toen zij Piet in ge zelschap van. Frederik zag. Bonjour, riep de laatste en zich tot de moeder wendend Ik heb eene verrassing voor v, moedertje ik heb u gisteren om de hanc van Anne gevraagd, maar dat was niet voor mij, dat was voor dezen braven jongen. En hij wees op Piet. Deze beefde en durfde nauwelijks na der treden, en het meisje meende te droomen. Ik heb mijn doel bereikt 1 hernam Frederik kom, geeft elkaar nu maar de hand en den verlovingskus, maakt 't nu maar met elkaar af, wat deksel. En zacht jes duwde hij Anne in de armen van den jongen mandan, toen de moeder hem in de rede wilde vallen, ging hij voort: Wat drommel 1 Ik heb toch nu het recht om over haar hand te be schikken, ze behoort toch aan mij Piet en Anne staarde hem aan, de oogen vol tranen, geen woord vindend om hem te antwoorden. Kom, 't is nu in orde zeide hij laat me nu niet huilen als een kind... En gij, moedertje, voegde hij erbij, zich lot de vrouw wendend, binnen een maand bruiloft hoor terwijl 2 man sneuvelde. Schout-bij-nacht Philibert is aangeko men hij seintVoeg bij," dat bij de verdediging van het consulaat 5 matro- zen sneuvelden. Zonder de tusschenkoms! van de kruisers hadden de troepenaf. deelingen het niet langer kunnen uithou. den. Generaal Drude sloeg een aanval van 6000 ruiters af. TANDZJER, 9 Augustus. Casablanca i? door 2000 man bezet. De stad is gehee. geplunderd en in de asch gelegd. Dt Spanjaarden hebben, naar 't heet, 2 doo- den en 15 gewonden bekomen. TANDZJER, 9Aug ustus. De Franscht consul te Casablanca heeft een brief ontj vangen van Moelaf Hamin, waarbij amb telijk het optreden van Frankrijk wordt| goedgekeurd en waarin de hulp vanj Frankrijk wordt in geroepen om dej schuldigen te straffen. MADRID, 9 Augustus. De minister van binnenlandsche zaken deelde heden mede, dat de regeering besloten heeft nag een oorlogsschip en een grooterc troepenmacht naar Marokko te zenden, om de Europeanen te beschermen. Vijf. honderd man zullen onmiddelijk vertrek ken. ANTWERPEN, 9 Augustus. Zeven honderd Engelschen hebben heden ge werkt, maar daar zij door 500 stakers met steen worpen werden bestookt, moest! de politie geweld gebruiken. De bond der patroons deelde den bur gemeester het besluit mede om uiet de afgevaardigden der werklieden to onder handelen. De houtlossers hebben den arbeid ge staakt. PARIJS, 9 Augustus. Het bombarde ment van Mazagen wordt ambtelijk niet bevestigd. Generarl Drude seint; Casablansa is (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.) Drunen 9 Augs. 1907, Mijnheer de Redacteur De ernst, welke te rechter tijd moet voorzitten, heeft blijkbaar geweld gele den bij den inzender van het bericht omtrent den brand te Drunen, verleden Woensdag. De sckrijver doet het voor komen alsof alleen de 3 heeren fietsers en een paar schoenmakers den brand gebluscht hebben, en daarna zich uit bundig een lof toe te zwaaien (want ik veronderstel dat een der fietsers de be richtgever is) van heb ik jou daar. Het werkzaam aandeel van die heeren is toch mij noch een der aanwezigen be kend, wel hebben wij er drie fietsers naar zien kijken, maar van water dra gen enz. weet niemand hier iets. Neen alleen daar 't zoo krachtig en practisch optreden van den eigenaar der schuur die niettegenstaande de brandwonden die hij aan zijn handen kreeg, toch on vermoeid bleef doorwerken, en bijge staan door de de heeren A. Robben, G. van Huiten en G-v. Drunen, die hem zoo flink ter zijde stonden, is 't alleen te danken dat de brand gestuit werd. In plaats van aan de fietsers, zou 'l beter op zijn plaats zijn deze personen lof toe te zwaaien, die dan ook ten volle verdiend is en dit is niet mijn gevoelen alleen, maar van elkeen die erbij tegen woordig geweest is. Verder wordt als oorzaak opgegeven broei. Nu kan elk een die geen kind meer is, begrijpen dat rogge, welke één dag te voren bij droog weer binnen gereden is, den anderen dag niet in braud zal vliegen tengevolge van broei, maar er moest toch een brandoorzaak opgegeven worden, en ►vat was nu eenvoudiger dan broei Ik hoop dat de inzender in 't vervolg de noodige zelfbeheersching zal leeren, welke anderen is opgelegd. Dank, M. d. R. voor de plaatsing. Uw Dr. De Correspondent voor Drunen. zonder borgen be schikbaar. Op land, huizen, schepen enz. Ook voorschotten voor alle doeleinden. Zeer billijke voor waarden. Br. fr. HOLLA NDIA 859, Hce* ten gracht AMSTERDAM. TILBURG. Levert met succes snelloopende volgens de nieuwste constructie Reparatiën on levering van Ballen, Laken, Queuea enz, wordt elk gezicht door lozend, jeugdig- Irjsch uiterlijk, zucht**, blanke huid, en verblindend schoon teint. Dit alles bewerkt de echte van BERGMAN Co., Radebeul niet fabrieksmerk /,Stokpaardjes* 50 ets. p. st. bij AN TOON T1ELEN

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1907 | | pagina 6