Nummer 76.
Donderdag 25 September 1907.
60® Jaargang.
UI
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Eerste Blad.
AHTOQN TIELEI,
Dit nummer bestaat
uit TWEE Bladen
VIda Siocsaaas Katholie
kendag te 's-Kertogenboseh.
FEUILLETON.
U i t gever:
en Lii'slriilsrke Courant,
Dit Blad verse ijnt Woensdag— en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 3 maanden f0."5.
Franco per post door liet geheele rijk f 0.90.
Brieveningezonden stukken gelden enz., franco te zenden
Uitgever.
den
WAALWIJK. Telefoonnummer 38.
Advkrtrntikn 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groote
letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven,
worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en
advertenties bij abonnement worden speciple zeer voordeelige contracten
gesloten. Reclames 15 cent per regel.
De 22ste Sept is voor de Katholieken
van het diocees den Bosch weder een
onvergetelijke dag geweest. De 6de Ka
tholiekendag dien dag in de grijze Her
togstad gehouden is uitmuntend geslaagd
en is zooals Z. D. H. Mgr. v. d. Ven
zelf getuigde geenszins dc minste geweest
onder de Bossche Katholiekendagen.
Heerlijk scheen in het vroege morgen
uur de vriendelijke Septemberzon en
ijeed haar gouden stralen schitteren op
de ruim 70 banieren, die op het stations
plein, met de leden van de respectieve
organisatiën waren opgesteld. Hier vond
men bijeen katholieken van allen rang
en stand, om openlijk getuigenis af te
leggen van hun-Heilig Katholiek geloof
en van hun gezamelijken strijd tegen de
zedeloosheid. Hiertegen toch gingen alle
inleidingen te velde, dat was de geheele
opzet van dezen Katholiekendag.
Ruim tien uur zette de stoet zich in
beweging om met ontplooide banieren
op te trekken naar St. Jan, alwaar door
mgr. v. d. Ven het H. Misoffer aan God
zou worden opgedragen om Gods zegen
over den arbeid van dien dag af te
smeeken.
Precies 11 uur hief het zangkoor onder
leiding van den heer P. Kallenbach het
»Ex.e Sacerdos" van J Mitterer aan en
verscheen de grijze kerkvorst om geas
sisteerd door mgr. H. Brouwer plebaan
en Deken van 's-Hertogenbosch en
pastoor C. C. Prinsen, het H. Onbloedig
Offer op te dragen.
Onder het H. Misoffer voerde het
zangkoor op verdienstelijke wijze eenige
meerstemmige lithurigsche gezangen uit.
Nadat de H. Handeling geëindigd was
en een eerbiedige groet gebracht was
aan de >Zoete Lieve Vrouw van den
Bosch" trok men weder in optocht uit
het oude schoone kerkgebouw en door
de stad naar het Stationsplein alwaar de
stoet ontbonden werd.
Te één uur vergaderde in de Con
gregatie zaal van St Pieter de
lste Afdeeling-
Voorzitter Pastoor C. C. Prinzen van
's-Hertogenbosch.
De Inleider dr. L. J. Sicking, Con
rector aan het Gymnasium te 's Her
togenbosch behandelde »De zedelijkheid
in verband met Pers, Wetenschap, Kunst
en Onderwijs (lectuur, tooneel, reclame
enz.)".
Spr. wil niet optreden om een heerlijk
beeld van zedelijkheid te schetsen, doch
alleen optreden tegen haar eersten vijand
de onzedelijkheid.
Spr. begint met te wijzen hoe in alle
kolommen van liberale bladen artikelen
staan, strijdig met geloof en zeden.
De achterstand der katholieken in
Frankrijk is een gevolg van den achter
stand der Katholieke Pers.
Vervolgens wijst spr. op het openbare
tooneel, vooral op de ergernis die daar
gegeven wordt. Slecht zijn vele opera's
slechter operetten, doch het slechtst zijn
de meeste Revue's.
Café-chantans balletten, bioscope voor
stellingen zijn vele malen pestholen die
hoogst gevaarlijk zijn voor oud en jong.
Voorts werd door spr. gewezen op zoo
vele andere oorzaken van onzedelijkheid,
waarna verschillende middelen van ver
weer en bestrijding worden aangewezen.
Niet van de conclusien, zegt mgr. v. d.
Ven, maar van haar uitvoering hangt
alles af. Spr. wil daarom een speciale
mannen-vereeniging opgericht zien, doch
de leden van die speciale vereenigingen
moeten niet alleen staan, het is de plicht
van iederen katholiek, om naar vermo
gen te werken in het belang der zede
lijkheid.
Een viertal leden traden op niet als
debaters doch om de lezing te steunen,
waarvoor de inleider hen dank bracht.
Algemeen werden hierbij de conclu-
siën ongewijzigd aangenomen. In zijn
slotwoord spreekt de voorzitter den
wensch uit dat bij een volgenden Ka
tholiekendag, de door den inleider voorge
stelde mannen-vereeniging moge zijn
opgericht en dat dr. Sicking, de inleider
van nu, de leider van dan moge zijn.
De aangenomen conclusien luiden als
volgt
De Eerste Afdeeling van den Dioce-
sanen Katholiekendag gehouden te
's Hertogenbosch 22 September 1907.
Spreekt den wensch uit
dat door ouders en anderen, die met
de opvoeding zijn belast, streng toezicht
worde gehouden op alles, wat met de
zedelijkheid in verband staat;
dat in ieder Katholiek huisgezin, waar
couranten worden gelezen, zulke cou
ranten worden genomen, welke de Ka
tholieke beginselen voorstaan, en dat,
waar gegronde redenen aanwezig zijn om
andere dan Katholieke bladen te lezen,
deze zorgvuldig uit de handen der jeugd
worden gehouden
dat ook op kleinere plaatsen met zorg
samengestelde leesbibliotheken worden
opgericht
dat ouders vooral toezien, of tooneel-
voorstellingen en dergelijken, wel aan
de eischen der zedelijkheid voldoen, en,
waar dit niet het geval is, deze met hun
gezin vermijden;
dat de Katholieke pers met beleid het
volk voorlichte omtrent die voorstellin
gen waarvan haar gebleken is, dat zij
gevaar opleveren voor de zedelijkheid
dat aanstootelijke prentbriefkaarten of
dergelijke reclameafbeeldingen worden
geweerd
dat in openbare vergaderingen en
geschriften de ware begrippen van zede
lijkheid door de mannen der wétenschap
in een helder daglicht worden gesteld
dat een mannen-vereeniging worde
opgericht, die tot bevordering van de
zedelijkheid bovenstaande conclusiën
helpt verwezenlijken, niet alleen door
bestrijding van het ongeoorloofde, maar
vooral ook door pogingen tot het vei-
krijgen van gelegenheden tot gepaste
ontspanning en schadelooze lectuur.
Te zelfder tijd vergaderde onder voor
zitting van den heer G. F. van Gerve
van 's-Hertogenbosch, in de groote zaal
van Casino de
2de Afdeeling
alwaar de ZeerEerw. ZeerGel. Pater Prof.
J. Knaapen Ord. Praem van de Abdij
van Berne te Heeswijk inleidde»De
Zedelijkheid in vorband met Handel, In
dustrie en Landbouw.*
De gewijde inleider wees er vooral
op, dat de wet van naastenliefde den
werkgever, onverschillig in welk bedrijf,
Roman naar 't Engelsch.
60)
Zij was op de thee genoodigd bij eene
vriendin in de stad. Daar had men steeds
beste koekjes en het nieuwste geklets. Klets-
materiaal te verzamelen en dat verder te
brengen was voor haar eene levenstaak. Gaf
zij geen gevolg aan de uitnoodiging, dan kon
zij morgen vroeg de behoefte aan nieuwtjes
van hare bekenden niet bevredigen. Zij ver
loor dan zeker van haar prestige.
Maar zij kon niet alleen naar haar zelf
kijken, hier gold op de eerste plaats mrs.
Eagles. Mocht zy deze edele vrouw een ge—
heelen nacht onkundig laten van het aanstoo-
telijk drijven barer gezelschapsdame? Nooit?
Met ware zelfverloochening keerde miss
Fortescue alle koekjes en alle geklets den
rog toe en steeg wederom bergopwaarts.
Dat de booze tong haar vervolgde, daarvan
had Marie geen vermoeden. Zij kon uit de
woorden van de vleister slechts verbazing
ontdekken.
De gedachte dat zij door haar bezoek bij
Jack da onbetamelijkheid geweld aangedaan
zou hebben, was verre van haar.
Zij was op 't oogenblik niet in staat iets
onbetamelijks te vinden, dan de houding vau
Jack tegenover haar. Haar eerste boosheid
daarover was voorbij, thans voelde zij zich
bedroefd tot diep in de ziel.
Op dat reine beeld, dat zij in haar hart
vsrborgen hield, was een groote vlek gekomen.
Haar ridder zonder vrees en blaam had licht
vaardige neigingen. Hij kon de eene liefhebben
en eene andore kussen. Daartoe was hij in
staat Jack 1
Troosteloos wandelde Marie de straat door,
bleok en bedroefd kwam zij te Lympstono
Castle aan.
Aan den ingang tot Kate's toren kwam zij
den duren plicht oplegt, het zedelijk heil
van zijn onderhoorigen te stellen boven
eigen stoffelijk gewin. Hij is daardoor ver
plicht door eigen zedelijk leven zijn
onderhoorigen voor te gaan, doch ook
in werkplaatsen en fabrieken, die maat
regelen te nemen waardoor de gelegen
heid of het gevaar voor de zedelijkheid
wordt voorkomen of weggenomen Wij
moeten niet wachten daarmede. Christus
en zijn H. liefde moet ons dringen zoo
spoedig mogelijk alle gewenschte ver
beteringen aan te brengen.
Een zeer geanimeerd debat volgde
tusschen den inleider en Pastoor A.
Felet van Ooyen. Deze wilde, waar de
inleider in de 2e alinea generaliseert een
meer juiste omschrijving zien. Zijn amen
dement werd echter met 17 tegen 48
stemmen verworpen.
De ongewijzigd aangenomen conclus-
sien luiden
De Tweede afdeeling van den 6en
Diocesanen Katholiekendag gehouden te
's Hertogenbosch 22 September 1907.
Geeft als hare overtuiging te kennen
le. dat de werkgever verplicht is door
eigen hoogstaand zedelijk leven zijnen
ondergeschikten voor te gaan
2e- dat hij alle naaste gelegenheden
of gevaar voor verleiding bij werk of
op werkplaatsen moet voorkomen of
wegnemen en door doeltreffende maat
regelen de deugd zijner onderhoorigen
moet beschermen
3e. dat hij behoort te steunen alle
alle pogingen welke worden aangewend
om het zedelijk, godsdienstig en stoffe
lijk welzijn der werknemers te verhoogen.
In de vergadering van de
3de Afdeeling.
welke onder presidium van den heer
Jac. v- d. Hoeven in de groote zaal van
het Concertgebouw gehouden werd, be
handelde de heer C. J. M. van Foppele,
sigarenmaker te 's-Hertogenbosch >De
zedelijkheid in verband met den arbeid
(werklieden).*
Na gewezen te hebben hoe Paus Leo
XIII in zijn Encycliek >Rerum Novarum*
als een der oorzaken van de vele wan
verhoudingen in de huidige samenleving
noemt het toenemend zedenbederf, schetst
spreker de groote afmetingen die het
zedenbederf in onze dagen genomen
heeft en geeft verschillende middelen
aan ter verbetering, die alle in de con
clusiën neergelegd werden.
Als debater trad hier op de heer G.
W, Testappen, die wijzigingen had inge
diend. Deze wijzigingen werden door
den inleider overgenomen, zoodat de
coclusien nu aldus luiden
De derde Afdeeling van den 6en Di
ocesanen Katholiekendag, gehouden te
's-Hertogenbosch 22 September 1907.
Besluit
dat in het belang van Huisgezin, Kerk
en Maatschappij, dit kwaad op krachti
ge en afdoende wijze moet worden be
streden door dc volgende middelen
a. Hernieuwing van het godsdienstig
leven in het huisgezin
b. Samenwerking van ouders en over
sten aan de zedelijke opvoeding der
jeugd
c. Bevordering der Zondagsrust en
Zondagsheiliging
d. Bestrijding van het ontijdige verkeer.
e. Het verspreiden van goede, en het
weren van slechte lectuur
f. Het stichten van vereenigingen als
die »Voor eer en Deugd*
g. Het steunen der Patronaten;
h. Het stichten van informatiebureaux
in de vakorganisatie tot voorlichting der
ouders
i. Het bevorderen der volkshuisvesting;
j. Het steunen der drankweer
k. Het waar mogelijk, gescheiden wer
ken van mannen en vrouwen, met uit
sluiting van de gehuwde vrouw, in fa
brieken en werkplaatsen en de vrouwen
onder vrouwelijk toezicht.
Het opnemen van bepalingen en
fabrieks-reglementen waarbij vloeken en
zedekwetsende taal wordt verboden.
In het Vincentiusgebouw vergaderde de
Hanna tegen.
«Ach, prinses Marie, wat een geluk, dat
gy gekomen zijtriep het goede meisje.
«Honderdmaal ben ik willen wegloopen om
u te halen, maar zij wou het niet hebben."
«Wie? Kate? vroeg Marie haastig. «Zij
is toch niet ziek?"
«Neen, ziek juist niet," zuchtte Hanna,
wiens oogen zich met tranen vulden, «maar
ik ben bang voor haar. Met sir Frederik,"
voegde zij er met gebroken stem bij, «ving
dat ook zoo aan."
«Hanna 1" riep Marie ontzet uit. «Gij
meent toch niet
«God bewaar mij, dat ik net zou gelooveu
zuchtte het trouwe schepsel, «maar zij is zoo
veranderd, zoo vreeselijk veranderd. Vroeger
placht zij wel te zeggen «Als ik van iemand
op aarde veel hond, dan is 't van n, Hanna,
maar nu of ze mij aanziet of mademoiselle,
die zij absoluut niet kan uitstaan, dat is zoo
wat 't zelfde. Ik zog dat niet, doorluchtigheid,
omdat mij zulks krenkt, weineen, dat moet u
niet gelooven, maar
«Waar is zij nu?" vroeg Marie met beveude
lippen. «Toch niet uitgegegnan
«Uitgegaan? Ach prinses Marie, dat is nog
het ergste van de geheele zaak Hoogstens,
dat ze 's-avonds laat nog eens door hot park
loopt, over dag zet zij geen voet buiten de
deur. Zij kan het zonlicht niet uitstaan, heeft
ze gezegd en zoo zit zij voortdurend in hare
donker behangen kamer, leest treurige ge
dichten en zit voor zich uit te staren. En
als ik met eten of drinken kom, dan zegt ze
«Neem 't weg, Hanna, ik kan het niet zien 1"
Met een bang hart steeg Marie de trap op.
In de kleine salon tredend, zag zij de gouver
nante, die in romanlectuur verdiept op ec-n
ruBfcbed lag. Met een vluchtigen groet, schreed
zij voorbij en klopte aan de deur der slaap
kamer. Toen na eenige oogenblikkr-n geen
antwoord kwam, hief zij den klink openging
op den drempel staan.
Dood el ij ke stilte heerscht® in deze schsmer-
kamer. In eene der vensternissen, lag Kate.
Zij had hare voeten omhoog getrokken, het
hoofd op de borst, de oogen gesloten.
«Zij slaapt, dacht Marie, terwijl zij bewe
gingloos bleef staan.
Maar zij sliep niet. Er waren eenige se
conden noodig alvorens het klinken van de
weer in 't slot vallende deur tot haar geest
doordrong, toen draaide zij haar hoofd om
en zei hare oogen openend, zonder eenige
verrassing of vreugde in haar stem
«Zoo? Zijt ge daar."
Marie ging "bij 't zien van dit bleek, smal
gezichtje een steek door het hart, maar zij
bedwong zich.
«Ja, ik ken het," zeide zy, vlug naderbij-
tredend en de ijskoade vingers van de rus
tende in haar kleine, warme hand leggend.
«Wat zit ge hier toch in zoo'n donker hoekje,
lieveling? Ik vreesde u niet tehuis te treffen.
Bij dit schoone weder, meende ik, zoudt ge
zeker in 't bosch loopen en zou ik moeite
hebben je te vinden.
«Zoo? Is het schoon weer?" murmelde
Kate apati8ch.
«Geen wonder," lachte Marie, «dat gij er
niets van merkt hier achter die gesloten
vensters en gordijnen. En zij hief haar hand
op, als om de gordijnen weg te schuiven,
maar Kate belette dit met plotselinge hevig
heid.
«Laat, laat!" riep zij met duidelijkon angst
op 't gelaat. «Ik houd het niet uit. In de
keuken maakt men zoo'n lawaai. Het is daar
een eeuwig kletsen en lachen. Ik begrijp niet,
waarom ze altijd te lachen hebben. Ik vind
niets om te lachen
De apathie scheen haar verlaten to hebben,
nu sprak uit haar stem een onzegbare bitter
heid.
«Hoe zoudt gij dat ook hier in deze duistere
eenzaamheid hernam Marie, die alle moeite
had, haar kalmen toon te bewaren. «Zet uw
hoed op en kom met mij naar bniten. Ik wil
u eens wat moois laten zien."
«Neen, neen," stamelde Kate, zich met een
uitdrukking van niet-willen vaster in den
hoek dringend, «ik mag niet, ik kan niet."
«Ook goed," knikte Marie, «laat ons dus
hier blijven. En zich een stoel naast de yen-
stornis schuivend, zette zij zich neer en wilde
de slanke gestalte haar vriendin tot zich
trekken.
In 't begin trachtte zich Kate heftig tegen
deze omarming te verzetten, dan beefde zij
4de Afdeeling
onder voorzitterschap van den heer E.
H. v. Grinsven. De WelEerw. heer A.
Mutsaers kapelaan te 's Hertogenbosch
leidde in »De zedelijkheid in verband
met het Huisgezin (woningtoestanden,
verwaarloosde jeugd* enz-)* Spr. consta-
treurt, dat de steeds toenemende open
bare onzedelijkheid groote gevaren op-
evert voor het geslacht. Het is een der
eerste plichten van het hoofd van een
huisgezin te waken over de zedelijkheid
van zijn kinderen en onderhoorigen.
Wanneer echter dat hoofd (de ouders)
over geheel haar lichaam. Met een diepen
zucht, zonk haar hoofd op Marie's schouder
en een stroom van tranen brak los.
Marie duwde hare wangen tegen haar
goudhaar en waohtte tot haar zuohten voorby
was.
«Wat scheelt n, Kate," vroeg zy dan zacht,
zeg het mij en verlicht uw hart."
«Het is een slechte wereld," stiet Kate
hartstochtelijk uit. «Ik haat haar en alle
menschen erin
«Allen wel niet, lieveling
«Soms wel 1 Soms, als ik Hanna zie, dan
zeg ik tot mij zelf: Zij doet maar zoo alsof
ze voor mij door 't vuur wou gaan en
juist, toen gij do kamer binnenkwaamt, toen
dacht ik, zij is in den grond eigenlijk ook
niet veel beter dan de rest."
„Nu als ik dan ook niet veel deug, dat xk
goed met u meen dat is zeker."
«Gij niet veel deugen?" voer Kate uit.
«Meent gij, dat ik het niet wist, dat gij een
engel zijt? Dat is juist mijn ongeluk, dat ik
soms dat verkeerde moet denken ten spijt
van mijn beslist beter-weten
«Engelen zijn er niet op de wereld en
duivels, d.w.z, volkomen slechte menschen
ook nauwelijks." M
«Er loopen er mij toch genoeg in den weg.
r,U Hier in uwe eenzaamheid
«O, mijne eenzaamheid is zoover als t slot,
en gij kunt niet gelooven, dit zeide zij met
een uitdrukking van ergernis in de trekken
wat zulk een slot voor gepeupel bevat.
Dan na een oogenblik, lachte zij luia en zeide
Overigens heb ik hier in dit kluis reeds een
duivel in de gedaante eener gouvernante, die
al hare plichten verwaarloosd, die bij ieder
woord, dat zij spreekt, eene leugen zegt en
die met iederen man, die haar -
«Kate 1" riep Marie weer en 't bloed schoot
haar naar de wangen."
«Ja, het thema is niet schoon, murmelde
Kate, „we zullen het liever laten varen.
«Neen, neen, spreek verder, verlicht mijn
hart! Mij dcet het zoo vreeselijk leed, dat
gij, juiBt gij door zulke akelige dingen lijden
Juist, ik ben lang genoeg blind geweest,"
hernam Kate met een bitteren trek om de
lippen. Nog roor een paar weken, bestond
van deze hatelijke dingen voor mij niets, toen
kwam die nachtelyke scène in het park mij
de oogen openen. Nu moest ik wel zien, oi ik
wilde of niet, hoe meer ik zag, des te grauwer
werd mij de hemel en des te kleurloozer de
wereld. Eindelijk toen die akelige ontdekking
kwam een siddering beving haar «toen
was het laatste beetje licht en glans ver
dwenen en werd om mij henen alles nacht.
Van welke ontdekking, spreekt gij vroeg
Marie met angst vollen blik.
Kate antwoordde niet dadelijk. Dan den
mond zacht openend als schaamde zich deze
voor de woorden die hij moest uiten
zeide zyIk meende die vrouw, die
ik dien nacht bemerkte, de hertogin van
Brangor. Ik deed de hertogin onrecht. Zij is
Binds weken weg en een bijeenkomst, zooals
ik u die beschreef, vond wederom eergisteren
plaats.
Ha en gy weet wie
„Ik heb haar herkend. Ik moest wel zy
ging dicht langs mij heen zoo dicht, dat
k slechts ds hand had behoeven uitte steken
om haar te vatten Waarom ik het niet deed
God weet het 1 Ik had niets in acht te nemen
tegenover haarZij heeft voor ray als een
kwelling geleefd, zoolang ik denken kap en
als ik een mensch haat, uit 't diepste myner
ziel, dan is zij het
De laatste woorden werden wild uitgebracht.
Haar slanke lichaam beefde, hare vuisten waren
gebald en hare oogen schoten vuur.
Marie zag het met ontzetting. „Kata, sta
melde zij aarzelend, van wie spteekt gij
eigenlijk." En toen zij geen antwoord kreeg,
ging zij op hezwerenden toon voortgij moet
u niet zoo opwinden, Hef kind, het zou u
kannen schaden
/Zal ik stilzitten," ging Kate voort en het
rustig aanzien, dat men mijnen vader be
schimpt?"
«Beschimpt?" hernam Marie. «Omdat deze
ontmoetingen plaats vinden in zijn huisje t
Vergeef me Kate, maar dat dat klinkt me
toch een beetje overdreven."
(Wordt vervolgd.)