RU 'Nummer Zondag 29 September 1907. 30® Jaargang. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. dl Eerste Blad. JY1 n HIT II00dB Hllltlll. ANTOON TIELEI, Dit nummer bestaat uit DRIE Bladen BEKENDMAKING LANDBOUW. SKI PEU1LLR10N. Uitgever: ende ïnz, WAALWIJK. Telefoonnummer 38. Het Atjehsche Moeras. Najaarsbemesting voor het Bietenland. Bladvlekziekte van den Gerst. 5 Zo, per H5sp»®!ssaaeB53B3Bapa® erkcKj uarbo voerd e en 1; e cn i varke 'tier kilo. 5 a far ikalT,, »r«r t slack 76/8 P'iji Per mber. ober. 15897 117 161 uctie T-cvjvx.'~£B3g:'-.^£SEC53S&3SS9S9&9ffi8i9i en l/SRSslrsalsrkr Courant, Dit Blad versol:ijnt Woensdag— en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 8 maanden f 0/5. Franco per post door het geheele rijk f 0.90. Brieveningezonden stukkengelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. Advkrtbntikn 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven, worden 2inaal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en advertenties bij abonnement worden speciple zeer voordeelige contracten gesloten. Reclames 15 cent per regel. die ondert aan 0 jan iesUn: seu. D door ïn He door enschc Nationale Militie. Burgemeester en Wethouders van Waalwijk ranken bekend, dat het inschrijvingsregister dei- nationale militie, lichting 1908, en de daaruit opgemaakte alphabetische naamlijst, gedurende acht dagen op de Secretarie der gemeente voor een ieder ter inzage is ncdergelegd. Tegen register en lijst kan, binnen den tijd der Dedcrlegging, op de wijze, in art. 83 dor Militie- wet vermeld, bezwaar worden ingebracht bij den Heer Commissaris der Koningin in Noord-Brabant. Waalwijk, 21 Sept. 1907. Burgemeester un Wethouders voornoemd, Th. de Surmont de Bas Smeele. Secretaris, F. W. van Liempt. wenscht te worden, niet van de verplichting om Dij den militieraad de reden van vrijstelling op het daarvoor bestemde tijdstip in te brengen. Waalwijk, 22 September 1907. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Th. de Surmont de Bas Smeele. De Secretaris. F. W. van Liempt. 5 leneru Loting voor de Nationale Militie. Burgemeester en Wethouders der Gemeente Waalwijk brengen ter openbare kennis, dat voor hunne gemeente de'loting voor de lichting der Nationale Militie van het volgend ja.r zal pltats hebben te Waalwijk op Maandag den 28 October aanstaande des voormiddags ten ure. Voorts wordt eraan herinnerd, dat de ingr- ichrevenen bevoegd, doch niet verplicht zijn zei ven hunne nummers te trekken, terwijl voor hen, die niet zijn opgekomen, de trekking kan ge schieden door vader, moeder, voogd of curator, oc dat, zijn ook dezen niet opgekomen, de trek kiDg geschiedt door den Burgemeester >f het lid van den raad der gemeente, dat bij de lotii g tegenwoordig is. Aanvragen ter bekoming van getuigschriften tot het erlangen van vrijstelling wegens broeder- dienst (arlt. 46 en 53 der wet) of op groi d dn: van twee of meer iu hetzelfde j*ar geboren broe ders do helft of, bij eer oneven getul, de kleinere helft wordt vrijgesteld (art. 50 der wet), kunnen door of van wege de lotelingen geschieden ter gemeente-secretaiie op maandag 21 October 1907 des voormiddags van 10 tot 12 uur Paspoorten of andere bewijzen van ontslag, uittreksel uit het stamboek of bewijzen vad wer- keliiken dienst, welke zijn over te leggen ter be koming van vrijstelling wegens eigen militairen dienst of broederdienst, moelea tenminste tien dogen vóór den dag, waarop de zitting van den militieraad wordt geoperd, ingeleverd worden bij den Burgemeester der gemeente, in welke de loteling, die de vrijstelling verlangt, voor de militie is ingeschreven. Tot bekoming van vrij stelling wegens broederdienst wordt mede ver— eischt een getuigschrift van den Burgemeester, waaruit het getal zonen, tot het gezin behooren- de, blijkt. N.B. De opgave van eene reden van vrijstel ling bij de loting ontslaat hem, die vrijgesteld Roman naar 't Engelsch. 61) Kate zag haar aan mei groote, starende oogen. «Ja, begrijpt gij dan niets?" vroeg haar blik. Maar Marie begreep er in de verste verfe niets van. Zacht ging zy verder«In uwe laats, mijn lieveling zou ik maken, dat ik ie geheele, akelige geschiedenis uit mijn ge dachten en leven zette." «Dat wil ik ook," verzekerde Kate op har den toon. «De naaste gelegenheid laat ik niet onbenut voorbij gaan, reken daar op." «Zoo meen ik het niet, Kate 1 Dat gij deze menschen in 't park aüoert en U met zulk een vrouw inlaat, gaat vanzelf niet voor uwe plicht is het te doen, wat ik u reeds eenmaal neb aangeraden, nl. uwe moeder in al die dingen in te wijden." Weer kwam die verbaasde, groote blik van Kate, dan barstte zij in een scherp lachen uit. De toon trof Marie's oor wel eenigszins kwetsend Bah, Kate," zeide zij het voorhoofd fronsend, «dat was een akelig lachje en ik ben overtuigd, dat gij uwe moeder onrecht aan doet. Dat zij geen gehoor en geloof zal schen ken aan hare eenige dochter is Toor mij ondenkbaar. Ik meen daarentegen, zij zal u daukbaar zijn, wanneer gij spreekt en haast er mee maken znlke gasten op te ruimen. Zij heeft toch ook haren eigen goeden naam hoog te houden en dergelijk gezelschap in huis is toch zeker conpromitecrend voor eene alleen- ■tande vrouw. Zoo lang zij niets weet, kan zij natuurlijk ook niet handelen." «Stel n gerust," zeide Kate weder met staalharde stem «zij zal alles weten." «Dan is het goed," riep Marie, door de ▼lugge uitwerking harer woorden even ver baasd als verheugd. «Ga zoo spoedig mogelijk naar haar toe. Leg voor haar den last uwer Het is in het gepacificeerde Atjeh weer lang niet pluis. Patrouilles worden overvallen, trams en bivaks beschoten, kortom, er heerscht onder de bevolking weer eene gevaarlijke gisting, welke doet vreezen, dat wij in Atjeh weer eene periode van toenemend verzet te gemoet gaan. Wat mag daarvan toch de oorzaak zijn Deze is volgens deskundigen tweeërlei en welverkeerde bestuurs- toestanden en ontactisch militair optreden. Men oordeele Sedert de z g. paci ficatie wordt de Atjehsche bevolking gedwongen tot het verrichten van heeren diensten. Als men weet, dat de Atjeher deze niet, evenals de Javaan, kende, dan kan men begrijpen met welk een gruwe- lijken tegenzin en wrevel de met geweld aan 't werk gezette inlander hieraan voldoet. En zoo iets geschiedt door eene regeering, die in beginsel de af schaffing der diensten op Java voorstaat 1 Kan 't inconsequenter en dommer? Als men de bevolking met opzet weer tot verzet wilde prikkelen, kon boven staande maatregel niet doeltreffender zijn. Daarbij komen dan nog: het stellen van bijna onmogelijke eischen aan hoofden en zoo deze daaraan niet voldoen, hun verbanning't uitoefenen van allerlei ongeleenden dwang op inlandschen handel cultuur, veeteelt enz. Zou men zelf niet oproerig worden als men al deze plagerijen moest verduren. Wij tenminste kunnen het den Atjeher niets kwalijk nemen dat hij eindelijk zijn geduld verliest. Meenen de heeren daar nu werkelijk met dergelijke geweldadige bestuurs maatregelen tot een bevredigenden toe stand te komen 't Lijkt wel dat ze met blindheid geslagen zijn 1 En dan 't militaire optreden 1 Ook dat is meer dan ergerlijk 1 Verbeeld U, colonnes van 20 man maréchaussée worden vaak uitgezonden om een gebied af te patrouilleeren, grooter dan Brabant. Deze 20 man blijven wel eens 6 weken lang weg, nemen geen vivres mede en moeten dus leven van de bevolking. Krijgen zij het niet goedschiks, welnu, dan moet het maar kwaadschiks. Doux pays 1 Worden we dan waarachter nooit wijzer 1 Bij zulk een optreden hebben de veel geplaagde Atjehers schoon gelijk, dat ze de «Compagnie» er uitjagen, als ze kunnen. *Dat is eene bevolking tot het uiterste brengen En wie zal er voor deel van plukken Engeland als we niet oppassen. Indien deze toestanden niet spoedig vei anderen, wordt het hoog tijd, dat er eens in de Kamer over geinterpelleerd wordt. De aangewezen man hiervoor is o.i. de heer van den Bogaerdt, afgevaar digde voor Breda en Indische specialiteit. Hoe zal dat afloopon Er speelt zich op 't oogenblik in de R. K. Werkliedenorganisatie in Twente eene zeer belangrijke quaestie af. Kort medegedeeld komt de zaak hierop neer Vele leden van de R. K, werklieden- vereeniging in Twente zijn ook lid van den Christelijken Textielarbeidersbond »Unitas«. Deze laatste moest, om prin- cipiëele redenen, gereorganiseerd worden, wilden de R. K. arbeiders er lid van kunnen blijven. Deze reorganisatie is verworpen en nu heeft Z. D. H. de Aartsbisschop zijn uitdrukkelijk verlangen te kennen gegeven, dat de leden der R. K. Werkliedenorganisatie aldaar, die tevens lid zijn van »Unitas«, voor dit laatste lidmaatschap moeten bedanken. Is hieraan voor I October niet voldaan,, dan zal het bestuur de leden van St. Severus (aldus heet die afdeeling der Werkliedenorganisatie) moeten schrappen als-leden der R. K. 7#b. Ver. En zoo het Bestuur hiertoe niet wenscht over te gaan dan zal Z. D. H. de vereeniging ontbinden. Nu is er 1 Sept. 1.1. in Concordia te Enschedé eene gecombineerde bestuurs vergadering gehouden om over die quaestie te bespreken. Besloten werd het lidmaatschap van »Unitas« te hand haven en St. Severus heeft met groote meerderheid dat bestuursbesluit bekrach tigd. En het is te vreezen dat de katho lieke arbeiders van andere plaatsen in Twente denzelfden weg zullen opgaan. Nu is de vorige week in Oldenzaal in eene propaganda-vergaderingdoor Rector Bult de quaestie besproken. De eerw. spreker raadde ernstig aan zich aan den wil van Mgr. den Aartsbisschop te onderwerpen. De debatters, die zich aanmeldden waren echter allen voorstan ders van >Unitas« of zelfs van neutrale vakvereenigingen. Gewezen werd er op, waarom de patroons met en de arbeiders wel gedwongen werden zich in katho lieke vakvereenigingen te organiseeren. Hoe zal dat nog afloopen 't Is van ganscher harte te hopen, dat er een weg gevonden wordt, die tot toenadering leidt, anders is 't te vreezen, dat de geheele katholieke werkliedenor ganisatie daar uit elkaar springt en de socialisten er 't meeste zijde bij zullen spinnen De bieten zijn nog niet van het land en nu al denken aan de bemesting van de bieten voor het volgende jaar. Dat is toch wel een beetje te veel gerergd Toch niet. Vojreerst zal het wel uiterst zelden voor komen, dat we bieten op bieten laten vol gen. Het bietenland voor het volgende jaar is dus vrij of komt vrij, Eu of de bieten na van het land zijn of niet, dat doet aan de zorg voor het bietenland van het vol gende jaar weinig af. Eu het is wensehelijk, dat het land, bestemd voor de suikerbieten tijdig bewerkt worde en ook in andere op zichten verzorgd. De suikerbiet eischt een goed bewerkten, diep geploegden en flink uitgevroren bodem.%Hek kan dus niet anders dan gewenscht zijn, dat liet land zoo spoe dig mogelijk op de wintervoor gelegd wordt en kalk (schuimaarde) worde tevens zoo vroeg mogelijk op het la ,d gebracht. Maar het was niet daarover, dat ik in de eerste plaats wou sprekeu. Ik wou wijzen op het groote nut van een vroegtijdige kaïnietbemesting van het bietenland. Het groote voordeel, laat ik Keggen de hooge noodzakelijkheid om op bijna alle gronden de suikerbieteu een kalibemeesting te geven, zal ik niet meer bepleiten. De kalibehoefte der suikerbiet is genoegzaam bekend. ziel bloot, ook wat die ellendige gouvernante betreft en ge zult dan weer vrijer kuunen ademeu." «Meent gij, hernam Kate met een wonder baren trek om de lippen «Ik weet zeker, Kate. Als deze gebeurtenis eens eenmaal uit uw gezichtskring is verwijderd dan zult ge ook spoedig vergeten, dat ze be staat en hoemeer gij het gaat vergeten, dan zal do wereld ook voor u wederom in een ander licht komen. Inplaats van ons arme menschen ajlen ta haten, zal dat u leed doen, waurge zult bij u zelf zeggen, dat wij slechts daarom slecht zijn, omdat wij zooveel moeite hebben, goed te zijn en dan weer zult ge plezier krijgen in uwe wandelingen, vreugde in uwe boeken, en dubbelo vreugde in uw zingen." «Ik zing niet meer," liet zij op ruwen toon hooren. «Maar Kate 's avonds toch «Noch 's avonds, noch 's morgens." «Wat? Ook hier iets niet in orde?" riep Marie op een toon vol smartelijke droefheid. «Hij heeft genoeg van mijne liederen. Geen wonder, er was ook niet veel aan. En aange grepen (Toor een nieuwen aanval van vertwij feling wierp het arme kind hare armen op de vensterbank en brak in een krampachtig zuch ten uit. «Ach, dat weenen," bad Marie, Hoe weet ge dat, ge hebt toch niet met hem zelf gesproken „Is het niet bewijs genoeg, dat hij weg blijft?" zuchtte Kate. Sedert wanneer is hij weg gebleven Heden wordt het al tien dagen." "Tien dagen eerst Bah Dan is 't nog wel wat vroeg voor vertwijfeling Hij zal op reis zijn, misschien voor zaken of gevolg gevend aan eene uitnoodiging. Hij mag toch zeker zijne plichten niet verwaarloozen nocb zijne vrienden voor 't hoofd stooten, omdat hij Kate Armitage zooveel liever hoort zin gen. Dat ziet ge toch zeker wel in, nietwaar ,,Hij is in Garston Hall, ik weet bet van Hanna. Maar, het komt mij voor, dat de kali- zouten in den vorm van ksïniet aan het bietenland beter in den herfst of den win ter gegeven worden d^n in het voerjaar. Niet oindat ik aan chloorvrees lijd dus niet omdat ik vrees voor schade door een late kaïnietberaesling, maar omdat ik geloof aan het voordeel van een vroege kaïnietbemes- ting. Het absorphieverraogen ook van lichtere gronden voor kali is zeer groot, zoodat de mogelijkheid van uitspoeling en daardoor van kaliverliezen uitgesloten is. De kali van het kaïniet, hoe vroeg ook uitgezaaid, blijft dus in den bovengrond. Bij een goede bemesting is het noodig, dat de gebruikte stof, dus hier het kaïuiet, zoo gelijkmatig mogelijk verspreid raakt, dat zij niet alleen in de allerbovenste laag, maar ook in diepere laagjes van de bouwroor zich bevinde. Dat is vooral bij suikerbieten, die betrekkelijk zoo diep wortelen en op zulk een grooten afstand vaa elkander groeien, het geval. Ik wil intusschen wel bekennen, dat ik tot deze theoretische beschouwing Jgekomen ben, door feiten uit de practijk. Ten eerste ken ik een streek, waar men het bietenland van het volgende jaar reeds in September en October met kaïniet bezaait en van waai men alle jaren uitmuntende bieten naar de fabriek brengt. Men zegt daarin den winter is de grond bevroren, dan verspreiden zich de voedingstoffen niet. Het best is dus, dat het nog vóór den winter gebeurt. Daarenboven heb ik vaak ondervonden, dat laat in het voorjaar gegeven kali geen ge volgen had in den eersten zomer, maar wel een duidelijk zichtbare nawerking in het jaar daarop. In elk geval is de zaak van te groot be lang, dat de bietenverbouwers niet eens proeven zouden nemen op dit gebied. Het komt mij voor, dat suikerbieten van 800 1200 K.G. kaïniet moeten hebben per Hectare. Be bladvlekziekte van de gerst kw»m in 1906 zeer vetl voor in de provincie Gro ningen, maar ook elders. De heer Mansholt, Rijkslandbouwleeraar voor Groningen, wees er op, dat voorbehoed middelen, door Ritsema Bos vermeld, ge bleken zijn nuttig te werken, n. 1. lo het stroo van aangetaste perceelen noch op te voeren, noch als strooisel te gebruiken, op dat het niet in den mest gerake hem de avondlucht verbiedt. Voor een weg bljjven van tien dagen zijn er duizenden ver klaringen. Studeer maar een nieuw liedje in, hij zal zeker morgen of overmorgen weer ver schijnen." Zoo ging zij verder met tot de bedroefde te spreken, tot deze eindelijk, zich de oogen drogend zeide,,Ach kondet gij toch altijd bij mij zijn 1" „Ach lieve GodZelfs geen enkele maal kan ik meer terugkomen, dacht Marie, maar zij zeide het niet, het scheen haar Vb vreeBelijk op dit oogenblik. Zij trachtte maar, hoe moeilijk haar dit ook ging, het gesprek op vroolijke onderwerpen te krijgen. Het gelukte haar ook nu en dan aan de lippen harer vriendin een lachje te ontlokken, maar den meeBteu tijd keken die oogen moe de en afgeleid, en dat de booze geest der zwaarmoedigheid geenszins verdwenen was, daarvan leverden een paar bemerkingen die zij in den loop van den namiddag maakte het bewijs. Eenmaal zeide zij geheel zonder aanleiding „Onlangs, toen gij hier in deze donkere kamer binnentradt, teen werd het eensklaps helderlicht vandaag niet. Een andere keer „Ik wil alles van u ge— looven, Marie, maar niet wat gij mij toen Zondags verteldet, dat het geluk nog weer eens kan opstaan, nadat het zeven jaar in t graf heeft- gelegen." Plotseling midden in een gesprek over lie velingsdichters „WftDneer ik slechts wist, wie die man zijn mag 1" „Welke man?" vroeg Marie verbaasd. „Die in dat klimop-huisja komt 1" „Kate ik dacht dat gij u deze menschen nit den geest wildet zetten Ik wilde wel, maar ik kan niet. Leeuwen en tijgorB zijn makkelijker te temmen dan gedachten. Honderdmaal op een dag leid ik de mijne van dat gehate onderwerp af, maar altijd komen zt er weer op terug. Wie hij wel mag zijn een vreemde of een inwoner r Een die vermoedt welke valsche vrouw het is, of een die haar wel kent en nog meer eer en plicht vergeten is dan zij zelf zoo „Nu, dan heeft hij misschien de influenza -- r---o- - Ww,y als iedereen, of als ge dit zoo schrikkelijk gaat het maar rond in mijn hoofd en laat mij vindt misschien alleen eene verkoudheid, die geen ruBt. Gisteren tot m den nacht, heb ik achter den zuidelijken parkmuur gestaan en altijd den weg in 't oog gehouden, maar er is niemand gekomen, buiten mr. Vernon en die kan het toch niet zijn." «Kate riep Marie onsteld uit. «Neen, neen, ik weet het wel, stamelde Kate. «Uw vriend is boven elk argwaan ver heven. De andere was ook, meen ik, grooter dan hy." Toen de avond naderbij kwam werd Kate, die bewegingloos gezeten had, door een ner- veuzen onrust aangegrepen. Zij sprong op, liep de kamer op en neer, schoof en trok doelloos aan stoelen en tafels, opende het raam en verklaarde met duidelijke, hoorbare genoeg doening, dat het vandaag volle maan was." «Goed. zeide Marie, «die zal mijn pad be lichten." Om 9 uur moet ik namelijk thuis zijn- Gij geeft me toch zeker Hanna mee?" «Natuurlijk, antwoordde Kate. Ik wil eerst gauw de thee laten komen en ze vloog formeel naar de schel. Dan nadat het diner nauwelijks was atge- loopen, stond zij met onbeleefdeu haast van tafel op en beval die dienstbode, die gediend had Neem hood en mantel en wacht ons aan de poort, Hanna 1" En zich tot Marie wen - dend Tot daartoe begeleid ik U Het goede meisje, dat in de ongewone le vendigheid harer jonge meesteres veel pleizier had, wierp Marie bij 't uitgaan een dankbaien blik toe. Deze echter dacht bij zichzelf«Het is nauwelijks acht uur. Het schijnt, ze kan niet gauw genoeg vrij zijn." En onder hang hartkloppen toen de deur achter de dienstbode gesloten was, ram zij de hand harer vriendin. «Kate," vroeg zij zacht, gij zult toch zeker niet tot in den nacht naar dien mensch uit- kijkfiD*" «Ik beloof het u," zeide Kate, na een korte aarzeling." En nietwaar, dat gij over deze zaak met uwe moeder en slechts met uwe moeder zult BDreken," hebt ge mij reeds beloofd. 1 Ja." «Bij dit «ja", dat overluid klonk, verhief Marie, den blik. Het uiterlijk der andere leek naar een dood masker, alleen de oogen hadden eene onbestemde levendigheid. «Kate," stiet zij angstvol uit, «deze voort durende inwondige opwinding is uw dood." «Mij best," hernam Kate bitter, «de dood kan niet erger zijn dan dit leven." Toen stegen zij de trap af. Beneden aangekomen, schoof Marie haren arm in dien harer vriendin. «Keer direct van de poort in uwo kamer terug, Kate, smachtte zy «O, een kleinen omweg moet gij me toestaan hernam Kate op ietwat onwilligen toon. «Kate, lieve Kate, doe my dat genoegen." «Waarom met alle geweld «Ik weet niet, maar ik heb doodsangst, dat u iets mocht overkomen." «Meent gij dat in ons park zich moorde naars verbergen?" «Als ik maar kon denken, dat gij die vrouw weer zoudt ontmoeten, ik ging niet rustig heen. «Bah zij zal toch geenen dolk bij baar dragen en ik ziehier ik heb leege handen." «Dat is het niet, maar «Kwel me niet, Marie I Ik keer niet in huis terug, voordat ik me overtuigd heb, dat daar beneden alles in orde is. «Laat mij dan met u meegaan Kate stond een oogenblik besluiteloos, toen zeide zij «Goed, kom Het was een wijd en zijd beroemd park. Er stond een reuzeneik iu, zoo oud als het slot en verder nog tal van geweldige boomen. De bijl spaarde sinds eeuwen deze getuigen van hot verleden. De natuur 1 eschikte over huu leven. Hij zond storm, bliksem, maar dicht bleef alles vol takken en groen, zelden kon de zon des daags doordringen, om te zwijgen van het maanlicht bij nacht. Marie werd het bij den eersten stap be klemd te moede. «Men kan nauwelijks een hand voor oogen zien," fluisterde zij, zich vast aan Kate klemmend, «dat gij den weg kunt vinden in deze duisternis." (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1907 | | pagina 1