RU
'Nummer
Zondag 29 September 1907.
30® Jaargang.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
dl
Eerste Blad.
JY1
n
HIT II00dB Hllltlll.
ANTOON TIELEI,
Dit nummer bestaat
uit DRIE Bladen
BEKENDMAKING
LANDBOUW.
SKI
PEU1LLR10N.
Uitgever:
ende
ïnz,
WAALWIJK. Telefoonnummer 38.
Het Atjehsche Moeras.
Najaarsbemesting voor het
Bietenland.
Bladvlekziekte van den Gerst.
5 Zo,
per
H5sp»®!ssaaeB53B3Bapa®
erkcKj
uarbo
voerd
e en 1;
e cn i
varke
'tier
kilo.
5 a far
ikalT,,
»r«r t
slack
76/8
P'iji
Per
mber.
ober.
15897
117 161
uctie
T-cvjvx.'~£B3g:'-.^£SEC53S&3SS9S9&9ffi8i9i
en l/SRSslrsalsrkr Courant,
Dit Blad versol:ijnt Woensdag— en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 8 maanden f 0/5.
Franco per post door het geheele rijk f 0.90.
Brieveningezonden stukkengelden enz., franco te zenden aan den
Uitgever.
Advkrtbntikn 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groote
letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven,
worden 2inaal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en
advertenties bij abonnement worden speciple zeer voordeelige contracten
gesloten. Reclames 15 cent per regel.
die
ondert
aan
0 jan
iesUn:
seu. D
door
ïn He
door
enschc
Nationale Militie.
Burgemeester en Wethouders van Waalwijk
ranken bekend, dat het inschrijvingsregister dei-
nationale militie, lichting 1908, en de daaruit
opgemaakte alphabetische naamlijst, gedurende
acht dagen op de Secretarie der gemeente voor
een ieder ter inzage is ncdergelegd.
Tegen register en lijst kan, binnen den tijd der
Dedcrlegging, op de wijze, in art. 83 dor Militie-
wet vermeld, bezwaar worden ingebracht bij den
Heer Commissaris der Koningin in Noord-Brabant.
Waalwijk, 21 Sept. 1907.
Burgemeester un Wethouders voornoemd,
Th. de Surmont de Bas Smeele.
Secretaris,
F. W. van Liempt.
wenscht te worden, niet van de verplichting om
Dij den militieraad de reden van vrijstelling op
het daarvoor bestemde tijdstip in te brengen.
Waalwijk, 22 September 1907.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Th. de Surmont de Bas Smeele.
De Secretaris.
F. W. van Liempt.
5
leneru
Loting voor de Nationale Militie.
Burgemeester en Wethouders der Gemeente
Waalwijk brengen ter openbare kennis, dat voor
hunne gemeente de'loting voor de lichting der
Nationale Militie van het volgend ja.r zal pltats
hebben te Waalwijk op Maandag den 28 October
aanstaande des voormiddags ten ure.
Voorts wordt eraan herinnerd, dat de ingr-
ichrevenen bevoegd, doch niet verplicht zijn zei
ven hunne nummers te trekken, terwijl voor hen,
die niet zijn opgekomen, de trekking kan ge
schieden door vader, moeder, voogd of curator,
oc dat, zijn ook dezen niet opgekomen, de trek
kiDg geschiedt door den Burgemeester >f het lid
van den raad der gemeente, dat bij de lotii g
tegenwoordig is.
Aanvragen ter bekoming van getuigschriften
tot het erlangen van vrijstelling wegens broeder-
dienst (arlt. 46 en 53 der wet) of op groi d dn:
van twee of meer iu hetzelfde j*ar geboren broe
ders do helft of, bij eer oneven getul, de kleinere
helft wordt vrijgesteld (art. 50 der wet), kunnen
door of van wege de lotelingen geschieden ter
gemeente-secretaiie op maandag 21 October 1907
des voormiddags van 10 tot 12 uur
Paspoorten of andere bewijzen van ontslag,
uittreksel uit het stamboek of bewijzen vad wer-
keliiken dienst, welke zijn over te leggen ter be
koming van vrijstelling wegens eigen militairen
dienst of broederdienst, moelea tenminste tien
dogen vóór den dag, waarop de zitting van den
militieraad wordt geoperd, ingeleverd worden bij
den Burgemeester der gemeente, in welke de
loteling, die de vrijstelling verlangt, voor de
militie is ingeschreven. Tot bekoming van vrij
stelling wegens broederdienst wordt mede ver—
eischt een getuigschrift van den Burgemeester,
waaruit het getal zonen, tot het gezin behooren-
de, blijkt.
N.B. De opgave van eene reden van vrijstel
ling bij de loting ontslaat hem, die vrijgesteld
Roman naar 't Engelsch.
61)
Kate zag haar aan mei groote, starende
oogen. «Ja, begrijpt gij dan niets?" vroeg
haar blik.
Maar Marie begreep er in de verste verfe
niets van. Zacht ging zy verder«In uwe
laats, mijn lieveling zou ik maken, dat ik
ie geheele, akelige geschiedenis uit mijn ge
dachten en leven zette."
«Dat wil ik ook," verzekerde Kate op har
den toon. «De naaste gelegenheid laat ik niet
onbenut voorbij gaan, reken daar op."
«Zoo meen ik het niet, Kate 1 Dat gij deze
menschen in 't park aüoert en U met zulk
een vrouw inlaat, gaat vanzelf niet voor uwe
plicht is het te doen, wat ik u reeds eenmaal
neb aangeraden, nl. uwe moeder in al die
dingen in te wijden."
Weer kwam die verbaasde, groote blik van
Kate, dan barstte zij in een scherp lachen uit.
De toon trof Marie's oor wel eenigszins
kwetsend Bah, Kate," zeide zij het voorhoofd
fronsend, «dat was een akelig lachje en ik ben
overtuigd, dat gij uwe moeder onrecht aan
doet. Dat zij geen gehoor en geloof zal schen
ken aan hare eenige dochter is Toor mij
ondenkbaar. Ik meen daarentegen, zij zal u
daukbaar zijn, wanneer gij spreekt en haast
er mee maken znlke gasten op te ruimen. Zij
heeft toch ook haren eigen goeden naam hoog
te houden en dergelijk gezelschap in huis is
toch zeker conpromitecrend voor eene alleen-
■tande vrouw. Zoo lang zij niets weet, kan
zij natuurlijk ook niet handelen."
«Stel n gerust," zeide Kate weder met
staalharde stem «zij zal alles weten."
«Dan is het goed," riep Marie, door de
▼lugge uitwerking harer woorden even ver
baasd als verheugd. «Ga zoo spoedig mogelijk
naar haar toe. Leg voor haar den last uwer
Het is in het gepacificeerde Atjeh
weer lang niet pluis. Patrouilles worden
overvallen, trams en bivaks beschoten,
kortom, er heerscht onder de bevolking
weer eene gevaarlijke gisting, welke doet
vreezen, dat wij in Atjeh weer eene
periode van toenemend verzet te gemoet
gaan.
Wat mag daarvan toch de oorzaak
zijn Deze is volgens deskundigen
tweeërlei en welverkeerde bestuurs-
toestanden en ontactisch militair optreden.
Men oordeele Sedert de z g. paci
ficatie wordt de Atjehsche bevolking
gedwongen tot het verrichten van heeren
diensten. Als men weet, dat de Atjeher
deze niet, evenals de Javaan, kende, dan
kan men begrijpen met welk een gruwe-
lijken tegenzin en wrevel de met geweld
aan 't werk gezette inlander hieraan
voldoet. En zoo iets geschiedt door
eene regeering, die in beginsel de af
schaffing der diensten op Java voorstaat 1
Kan 't inconsequenter en dommer?
Als men de bevolking met opzet weer
tot verzet wilde prikkelen, kon boven
staande maatregel niet doeltreffender
zijn. Daarbij komen dan nog: het stellen
van bijna onmogelijke eischen aan hoofden
en zoo deze daaraan niet voldoen, hun
verbanning't uitoefenen van allerlei
ongeleenden dwang op inlandschen handel
cultuur, veeteelt enz. Zou men zelf niet
oproerig worden als men al deze plagerijen
moest verduren.
Wij tenminste kunnen het den Atjeher
niets kwalijk nemen dat hij eindelijk zijn
geduld verliest.
Meenen de heeren daar nu werkelijk
met dergelijke geweldadige bestuurs
maatregelen tot een bevredigenden toe
stand te komen 't Lijkt wel dat ze
met blindheid geslagen zijn 1
En dan 't militaire optreden 1 Ook
dat is meer dan ergerlijk 1 Verbeeld U,
colonnes van 20 man maréchaussée
worden vaak uitgezonden om een gebied
af te patrouilleeren, grooter dan Brabant.
Deze 20 man blijven wel eens 6 weken
lang weg, nemen geen vivres mede en
moeten dus leven van de bevolking.
Krijgen zij het niet goedschiks, welnu,
dan moet het maar kwaadschiks. Doux
pays 1
Worden we dan waarachter nooit wijzer 1
Bij zulk een optreden hebben de veel
geplaagde Atjehers schoon gelijk, dat
ze de «Compagnie» er uitjagen, als ze
kunnen. *Dat is eene bevolking tot het
uiterste brengen En wie zal er voor
deel van plukken Engeland als we niet
oppassen.
Indien deze toestanden niet spoedig
vei anderen, wordt het hoog tijd, dat er
eens in de Kamer over geinterpelleerd
wordt. De aangewezen man hiervoor is
o.i. de heer van den Bogaerdt, afgevaar
digde voor Breda en Indische specialiteit.
Hoe zal dat afloopon
Er speelt zich op 't oogenblik in de
R. K. Werkliedenorganisatie in Twente
eene zeer belangrijke quaestie af. Kort
medegedeeld komt de zaak hierop neer
Vele leden van de R. K, werklieden-
vereeniging in Twente zijn ook lid van
den Christelijken Textielarbeidersbond
»Unitas«. Deze laatste moest, om prin-
cipiëele redenen, gereorganiseerd worden,
wilden de R. K. arbeiders er lid van
kunnen blijven. Deze reorganisatie is
verworpen en nu heeft Z. D. H. de
Aartsbisschop zijn uitdrukkelijk verlangen
te kennen gegeven, dat de leden der
R. K. Werkliedenorganisatie aldaar, die
tevens lid zijn van »Unitas«, voor dit
laatste lidmaatschap moeten bedanken.
Is hieraan voor I October niet voldaan,,
dan zal het bestuur de leden van St.
Severus (aldus heet die afdeeling der
Werkliedenorganisatie) moeten schrappen
als-leden der R. K. 7#b. Ver. En zoo
het Bestuur hiertoe niet wenscht over
te gaan dan zal Z. D. H. de vereeniging
ontbinden.
Nu is er 1 Sept. 1.1. in Concordia te
Enschedé eene gecombineerde bestuurs
vergadering gehouden om over die
quaestie te bespreken. Besloten werd
het lidmaatschap van »Unitas« te hand
haven en St. Severus heeft met groote
meerderheid dat bestuursbesluit bekrach
tigd. En het is te vreezen dat de katho
lieke arbeiders van andere plaatsen in
Twente denzelfden weg zullen opgaan.
Nu is de vorige week in Oldenzaal in
eene propaganda-vergaderingdoor Rector
Bult de quaestie besproken. De eerw.
spreker raadde ernstig aan zich aan den
wil van Mgr. den Aartsbisschop te
onderwerpen. De debatters, die zich
aanmeldden waren echter allen voorstan
ders van >Unitas« of zelfs van neutrale
vakvereenigingen. Gewezen werd er op,
waarom de patroons met en de arbeiders
wel gedwongen werden zich in katho
lieke vakvereenigingen te organiseeren.
Hoe zal dat nog afloopen
't Is van ganscher harte te hopen, dat
er een weg gevonden wordt, die tot
toenadering leidt, anders is 't te vreezen,
dat de geheele katholieke werkliedenor
ganisatie daar uit elkaar springt en
de socialisten er 't meeste zijde bij zullen
spinnen
De bieten zijn nog niet van het land en
nu al denken aan de bemesting van de
bieten voor het volgende jaar. Dat is toch
wel een beetje te veel gerergd Toch niet.
Vojreerst zal het wel uiterst zelden voor
komen, dat we bieten op bieten laten vol
gen. Het bietenland voor het volgende jaar
is dus vrij of komt vrij, Eu of de bieten
na van het land zijn of niet, dat doet aan
de zorg voor het bietenland van het vol
gende jaar weinig af. Eu het is wensehelijk,
dat het land, bestemd voor de suikerbieten
tijdig bewerkt worde en ook in andere op
zichten verzorgd. De suikerbiet eischt een
goed bewerkten, diep geploegden en flink
uitgevroren bodem.%Hek kan dus niet anders
dan gewenscht zijn, dat liet land zoo spoe
dig mogelijk op de wintervoor gelegd wordt
en kalk (schuimaarde) worde tevens zoo vroeg
mogelijk op het la ,d gebracht. Maar het
was niet daarover, dat ik in de eerste plaats
wou sprekeu. Ik wou wijzen op het groote
nut van een vroegtijdige kaïnietbemesting
van het bietenland. Het groote voordeel,
laat ik Keggen de hooge noodzakelijkheid om
op bijna alle gronden de suikerbieteu een
kalibemeesting te geven, zal ik niet meer
bepleiten. De kalibehoefte der suikerbiet is
genoegzaam bekend.
ziel bloot, ook wat die ellendige gouvernante
betreft en ge zult dan weer vrijer kuunen
ademeu."
«Meent gij, hernam Kate met een wonder
baren trek om de lippen
«Ik weet zeker, Kate. Als deze gebeurtenis
eens eenmaal uit uw gezichtskring is verwijderd
dan zult ge ook spoedig vergeten, dat ze be
staat en hoemeer gij het gaat vergeten, dan
zal do wereld ook voor u wederom in een
ander licht komen. Inplaats van ons arme
menschen ajlen ta haten, zal dat u leed
doen, waurge zult bij u zelf zeggen, dat wij
slechts daarom slecht zijn, omdat wij zooveel
moeite hebben, goed te zijn en dan weer
zult ge plezier krijgen in uwe wandelingen,
vreugde in uwe boeken, en dubbelo vreugde
in uw zingen."
«Ik zing niet meer," liet zij op ruwen toon
hooren.
«Maar Kate 's avonds toch
«Noch 's avonds, noch 's morgens."
«Wat? Ook hier iets niet in orde?" riep
Marie op een toon vol smartelijke droefheid.
«Hij heeft genoeg van mijne liederen. Geen
wonder, er was ook niet veel aan. En aange
grepen (Toor een nieuwen aanval van vertwij
feling wierp het arme kind hare armen op de
vensterbank en brak in een krampachtig zuch
ten uit.
«Ach, dat weenen," bad Marie, Hoe weet
ge dat, ge hebt toch niet met hem zelf
gesproken
„Is het niet bewijs genoeg, dat hij weg
blijft?" zuchtte Kate.
Sedert wanneer is hij weg gebleven
Heden wordt het al tien dagen."
"Tien dagen eerst Bah Dan is 't nog
wel wat vroeg voor vertwijfeling Hij zal op
reis zijn, misschien voor zaken of gevolg
gevend aan eene uitnoodiging. Hij mag toch
zeker zijne plichten niet verwaarloozen nocb
zijne vrienden voor 't hoofd stooten, omdat
hij Kate Armitage zooveel liever hoort zin
gen. Dat ziet ge toch zeker wel in, nietwaar
,,Hij is in Garston Hall, ik weet bet van
Hanna.
Maar, het komt mij voor, dat de kali-
zouten in den vorm van ksïniet aan het
bietenland beter in den herfst of den win
ter gegeven worden d^n in het voerjaar.
Niet oindat ik aan chloorvrees lijd dus niet
omdat ik vrees voor schade door een late
kaïnietberaesling, maar omdat ik geloof aan
het voordeel van een vroege kaïnietbemes-
ting.
Het absorphieverraogen ook van lichtere
gronden voor kali is zeer groot, zoodat de
mogelijkheid van uitspoeling en daardoor
van kaliverliezen uitgesloten is. De kali
van het kaïniet, hoe vroeg ook uitgezaaid,
blijft dus in den bovengrond. Bij een goede
bemesting is het noodig, dat de gebruikte
stof, dus hier het kaïuiet, zoo gelijkmatig
mogelijk verspreid raakt, dat zij niet alleen
in de allerbovenste laag, maar ook in diepere
laagjes van de bouwroor zich bevinde. Dat
is vooral bij suikerbieten, die betrekkelijk
zoo diep wortelen en op zulk een grooten
afstand vaa elkander groeien, het geval.
Ik wil intusschen wel bekennen, dat ik
tot deze theoretische beschouwing Jgekomen
ben, door feiten uit de practijk. Ten eerste
ken ik een streek, waar men het bietenland
van het volgende jaar reeds in September
en October met kaïniet bezaait en van waai
men alle jaren uitmuntende bieten naar de
fabriek brengt. Men zegt daarin den
winter is de grond bevroren, dan verspreiden
zich de voedingstoffen niet. Het best is
dus, dat het nog vóór den winter gebeurt.
Daarenboven heb ik vaak ondervonden, dat
laat in het voorjaar gegeven kali geen ge
volgen had in den eersten zomer, maar wel
een duidelijk zichtbare nawerking in het
jaar daarop.
In elk geval is de zaak van te groot be
lang, dat de bietenverbouwers niet eens
proeven zouden nemen op dit gebied. Het
komt mij voor, dat suikerbieten van 800
1200 K.G. kaïniet moeten hebben per
Hectare.
Be bladvlekziekte van de gerst kw»m in
1906 zeer vetl voor in de provincie Gro
ningen, maar ook elders.
De heer Mansholt, Rijkslandbouwleeraar
voor Groningen, wees er op, dat voorbehoed
middelen, door Ritsema Bos vermeld, ge
bleken zijn nuttig te werken, n. 1. lo het
stroo van aangetaste perceelen noch op te
voeren, noch als strooisel te gebruiken, op
dat het niet in den mest gerake
hem de avondlucht verbiedt. Voor een weg
bljjven van tien dagen zijn er duizenden ver
klaringen. Studeer maar een nieuw liedje in,
hij zal zeker morgen of overmorgen weer ver
schijnen."
Zoo ging zij verder met tot de bedroefde
te spreken, tot deze eindelijk, zich de oogen
drogend zeide,,Ach kondet gij toch altijd
bij mij zijn 1"
„Ach lieve GodZelfs geen enkele maal
kan ik meer terugkomen, dacht Marie, maar
zij zeide het niet, het scheen haar Vb vreeBelijk
op dit oogenblik. Zij trachtte maar, hoe
moeilijk haar dit ook ging, het gesprek op
vroolijke onderwerpen te krijgen.
Het gelukte haar ook nu en dan aan de
lippen harer vriendin een lachje te ontlokken,
maar den meeBteu tijd keken die oogen moe
de en afgeleid, en dat de booze geest der
zwaarmoedigheid geenszins verdwenen was,
daarvan leverden een paar bemerkingen die
zij in den loop van den namiddag maakte
het bewijs. Eenmaal zeide zij geheel zonder
aanleiding „Onlangs, toen gij hier in deze
donkere kamer binnentradt, teen werd het
eensklaps helderlicht vandaag niet.
Een andere keer „Ik wil alles van u ge—
looven, Marie, maar niet wat gij mij toen
Zondags verteldet, dat het geluk nog weer
eens kan opstaan, nadat het zeven jaar in t
graf heeft- gelegen."
Plotseling midden in een gesprek over lie
velingsdichters
„WftDneer ik slechts wist, wie die man zijn
mag 1"
„Welke man?" vroeg Marie verbaasd.
„Die in dat klimop-huisja komt 1"
„Kate ik dacht dat gij u deze menschen
nit den geest wildet zetten
Ik wilde wel, maar ik kan niet. Leeuwen
en tijgorB zijn makkelijker te temmen dan
gedachten. Honderdmaal op een dag leid ik
de mijne van dat gehate onderwerp af, maar
altijd komen zt er weer op terug. Wie hij
wel mag zijn een vreemde of een inwoner r
Een die vermoedt welke valsche vrouw het
is, of een die haar wel kent en nog meer
eer en plicht vergeten is dan zij zelf zoo
„Nu, dan heeft hij misschien de influenza -- r---o- - Ww,y
als iedereen, of als ge dit zoo schrikkelijk gaat het maar rond in mijn hoofd en laat mij
vindt misschien alleen eene verkoudheid, die geen ruBt. Gisteren tot m den nacht, heb ik
achter den zuidelijken parkmuur gestaan en
altijd den weg in 't oog gehouden, maar er is
niemand gekomen, buiten mr. Vernon en
die kan het toch niet zijn."
«Kate riep Marie onsteld uit.
«Neen, neen, ik weet het wel, stamelde
Kate. «Uw vriend is boven elk argwaan ver
heven. De andere was ook, meen ik, grooter
dan hy."
Toen de avond naderbij kwam werd Kate,
die bewegingloos gezeten had, door een ner-
veuzen onrust aangegrepen. Zij sprong op, liep
de kamer op en neer, schoof en trok doelloos
aan stoelen en tafels, opende het raam en
verklaarde met duidelijke, hoorbare genoeg
doening, dat het vandaag volle maan was."
«Goed. zeide Marie, «die zal mijn pad be
lichten." Om 9 uur moet ik namelijk thuis
zijn- Gij geeft me toch zeker Hanna mee?"
«Natuurlijk, antwoordde Kate. Ik wil eerst
gauw de thee laten komen en ze vloog formeel
naar de schel.
Dan nadat het diner nauwelijks was atge-
loopen, stond zij met onbeleefdeu haast van
tafel op en beval die dienstbode, die gediend
had Neem hood en mantel en wacht ons aan
de poort, Hanna 1" En zich tot Marie wen -
dend Tot daartoe begeleid ik U
Het goede meisje, dat in de ongewone le
vendigheid harer jonge meesteres veel pleizier
had, wierp Marie bij 't uitgaan een dankbaien
blik toe. Deze echter dacht bij zichzelf«Het
is nauwelijks acht uur. Het schijnt, ze kan
niet gauw genoeg vrij zijn." En onder hang
hartkloppen toen de deur achter de dienstbode
gesloten was, ram zij de hand harer vriendin.
«Kate," vroeg zij zacht, gij zult toch zeker
niet tot in den nacht naar dien mensch uit-
kijkfiD*"
«Ik beloof het u," zeide Kate, na een korte
aarzeling."
En nietwaar, dat gij over deze zaak met
uwe moeder en slechts met uwe moeder zult
BDreken," hebt ge mij reeds beloofd.
1 Ja."
«Bij dit «ja", dat overluid klonk, verhief
Marie, den blik.
Het uiterlijk der andere leek naar een
dood masker, alleen de oogen hadden eene
onbestemde levendigheid.
«Kate," stiet zij angstvol uit, «deze voort
durende inwondige opwinding is uw dood."
«Mij best," hernam Kate bitter, «de dood
kan niet erger zijn dan dit leven."
Toen stegen zij de trap af.
Beneden aangekomen, schoof Marie haren
arm in dien harer vriendin. «Keer direct van
de poort in uwo kamer terug, Kate, smachtte zy
«O, een kleinen omweg moet gij me toestaan
hernam Kate op ietwat onwilligen toon.
«Kate, lieve Kate, doe my dat genoegen."
«Waarom met alle geweld
«Ik weet niet, maar ik heb doodsangst, dat
u iets mocht overkomen."
«Meent gij dat in ons park zich moorde
naars verbergen?"
«Als ik maar kon denken, dat gij die vrouw
weer zoudt ontmoeten, ik ging niet rustig
heen.
«Bah zij zal toch geenen dolk bij baar
dragen en ik ziehier ik heb leege
handen."
«Dat is het niet, maar
«Kwel me niet, Marie I Ik keer niet in huis
terug, voordat ik me overtuigd heb, dat
daar beneden alles in orde is.
«Laat mij dan met u meegaan
Kate stond een oogenblik besluiteloos, toen
zeide zij «Goed, kom
Het was een wijd en zijd beroemd park.
Er stond een reuzeneik iu, zoo oud als het
slot en verder nog tal van geweldige boomen.
De bijl spaarde sinds eeuwen deze getuigen
van hot verleden. De natuur 1 eschikte over
huu leven. Hij zond storm, bliksem, maar
dicht bleef alles vol takken en groen, zelden
kon de zon des daags doordringen, om te
zwijgen van het maanlicht bij nacht.
Marie werd het bij den eersten stap be
klemd te moede. «Men kan nauwelijks een
hand voor oogen zien," fluisterde zij, zich
vast aan Kate klemmend, «dat gij den weg
kunt vinden in deze duisternis."
(Wordt vervolgd.)