ummer 85.
n.
Zondag 27 October 1907.
30* Jaargang.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Eerste Blad.
t-
IS
li
BE WRAAK OER HEIDEHEKS,
A N T O O N TIELEN,
Dit nummer bestaat
uit DRIE Bladen
BEKENDMAKING
RT::
:h.
L'N
3ïl,
Ijl
Uitgever:
FEV1LLB1 OA\
r
n
ijer
De ingediende Ouder
domsverzekering:
WAALWIJK. Telefoonnummer 38.
IN S P E C TI E-L A N D W E E R.
MEELE
ctie
Isclie
an
3ii.
vaa
!N in
Modern-dobbelen.
4
A
4
3 4
- 4
0 4
5 4
4
25
- P
1 act
T lt«i
Zorof
per lö
erkoci
irboTi
DERi
it zij
i lad
I De Echo van het Zuiden
en Langstraatselie Courant,
Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 8 maanden f0."5.
Franco per post door het geheele rijk f0.90.
Brieven, ingezonden stuiken, gelden enz., franco te zenden aan
Uitgever.
den
Advkrtbntiën 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groote
letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven,
worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en
advertenties bij abonnement worden specisle zeer voordeelige contracten
gesloten. Reclames 15 cent per regel.
eeninj
1891
fg*
eenini
geld
1901
il ban
op 8
ierinu
ij dei
reten
190
Burgemeester ec Wsthouders der gemeente
Waalwijk maken bekend, dat het jaarlijks on
derzoek (inep. ctie) over de verlofgangers rler
Landweer deaer gemeente zal plaats hel ben
alhier
a, Voor de lichtingen 1903 t/m 1900 op
Vrijdag 22 A ovember a.s. om 1 uur namiddag
aoomede voor de Isralieten der lichtingen
1903/1907, welke anders op 23 November
le, ei jouden moeten verschijnen.
i 190
-nd.
ide
iz,
b et
iH.
avragi
itis
b. Voor de lichting 1907 op Zaterdag 23
November a.s., om 11 uur voormiddag.
De verlofgangers behoorejAtpiUt onderzoek
te verschijnen iu unifornl gekleed, voorzien
Tan de kleodiüg- en uitrustingstukken (waar
onder ook zijn te verstaan de wapenen en het
hdergoed), aan tun bij hun vertrek met ver
lof medegegeven, alsmede van hun zakboekje
en hun verlofpas.
Den verlofgangers wordt gewezen op de
rolgende bepalingen der Landweerwet
Art. 32. Behoudens het bepaalde iu Art.
21 kan een arrest van twee tot zes dagen, te
dergaan iu de naastbij gelegen provoost of
in het naast bij zijn de huis van bewaring, door
en Districtscomn andant worden opgelegd aan
en verlofganger
le. die zonder geldige reden niet bij het
onderzoek verschijnt
2e. die, daarbij verschenen zijude, zonder
geldige reden niet voorzien is van de in het
Torig artikel vermelde vooiwerpen;
3e. die de kleediug of uitrustingstukken, aan
een ander behoorende, als de zijne vertoont
Art. 33 Is den verlofgai ger, wien krachtens
het vorig artikel arrcet is opgelegd, bij het
onderzoek tegenwoordig, dan kan hij dadelijk
onder verzekerd geleide in arrest worden ge-
bracBt.
Is hij niet tegenwoordig en onderwerpt hij
lich niet aan de hem opgelegde straf, dan
wordt hij op schriftelijke aanvraag van den
districtscommandant, le richten aan den Burge
meester der woonplaats van dien verlofganger
aangehouden en onder verzekerd geleide naar
denaaBtbijgelegen provoost of het naastbijzijnde
huis van bewaring ovei gebracht.
Art. 34. Onvermindeid de straf in Art. 32
rermeld is de verlofganger verplicht, op den
daartoe door den Districtscommandant te be
palen tijd en plaats en op de in art. 31 voor
geschreven wijze voor hem te verschijnen om
te worden onderzocht.
Art. 35. De verlofganger, die zich bij her
haling schuldig maakt aan het feit sub 4e van
Yan „DE ECHO VAN HET ZUIDEN".
3
j
i)
Spookachtige dikke duisternissen omhulden
de nachtelijke aarde wilde stormen loeiden
akelig door het ruim, zwarte loome, wolkge-
Taarten joegen pijlsnel door de bliksemzwan
gere lucht vurige schichten doorkruisten den
hemel, verlichtten den donkeren sluier en deden
bij poozen eene verblindende klaarte heerschen,
de donder rommelde onophoudend, nog was
het gerucht van eenen donderslag niet ver
dorven of een hevigere kraakte uit de zwarte
gawelven en deed het heelal daveren en dreunen
op zijne grondvesten. Als om strijd worstelden
de gevreesde elementen met elkaar. Het kraken
Tan den donder wedijverde met het loeien van
den storm, die de jonge boomen ontwortelde
en sterkere buigen deed.
Op den grooten zandweg, die eenzaam door
de wijde heidevlakten slingert, reed in wilde
Taart een elegant rijtuig door twee prachtige
sarden getrokken. Hagel, met regen gemengd,
letterde tegen de vensterruiten van het rij
l°ig, terwijl bij elk oogenblik het licht gespan
door de woeste windbuien dreigde om te kan
telen.
In de koets, die door den Hauwen schijn
eener lamp eenigzins \erlicht was, zaten drie
personen.
De oudste, die achter in het rijtuig zat,
Jou vijftig jaren tellen. Iedere beweging, elke
Wik zijner zwarte oogen, zijne fiere houding,
'ijne eigenaardige wezenstrekken verrieden in
hem den rijken edelman,
i In den dichten zwarten haarbos en den
kortgesneden baard blonken reeds hier en daar
'ilveren draden. Zijn voorhoofd was hoog en
gewelfdboven de koude donkere oogen sta-
k»n de dikke wenkbrauwen uit die boven den
hsviknsus te samenliepen.
art. 32 bedoeld, of niet overeenkomstig art.
34 voor den Districtscommandant verschijnt,
of, voor hem verschenen zijnde, in het geval
verkeert sub 2e en 3e van Art. 32 vermeld,
wordt in werkelijken dienst geroepen en daarin
gedurende ten hoogste drie maanden gehouden
Uierbij geldt tevens de tweede volzin van
artikel 28.
Gedurende den tijd dien het onderzoek duurt
en in het algemeen, waDneer de verlofgangers
in uniform gekleed zijn, worden zij geacht
volgens het bepaalde sub 2e en 3e van art.
21 der landweerwet onder de wapenen te zijn
en is het crimineel wetboek en het reglement
van krijstucht voor het krijgsvolk hier te
lande op hen van toepassing.
Van het onderzoek zijn vrijgesteld, zij die
dit jaar ingevolge art. 11 der landweerwet
voor herhalingsoefeningen onder de wapenen
zijn geweest en zij die krachtens bijzondere
vergunning van het onderzoek zijn vrijgesteld.
Op door den verlotganger gedane aanvraag
kan worden vergund het onderzoek voor den
1 .andweerdistrictscommandant in een ander
district te ondergaan.
Waalwijk, 18 October 1907.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Th. de SURMONT de BAS SMEELE,
Burgemeester.
F. W. van LIEMPT, Secretaris.
Zooals de bladen bereids reeds meld
den, is bij de Tweede Kamer ingekomen
het ontwerp van wet op de Ouderdoms-
verzekering van den minister van Land
bouw, handel en aibeid, den heer
Veegens.
Het bevat 307 artikelen en gaat
vergezeld van een Memorie van toelich
ting, welke 138 pagina's druk beslaat
en waaraan nog zijn toegevoegd ver
schillende bijlagen, die een overzicht
geven der ouderdomsverzekering in het
buitenland (behalve Duitschland) en een
overzicht van het onderzoek naar het
evenwicht van baten en lasten der ont
worpen Ouderdomsverzekering. 't Is dus
een lijvig stuk werk, dat de kamerleden
genoeg studiemateriaal zal opleveren.
Wij brengen den heer Veegens gaarne
onze hulde voor deze sociale wet,
maarzij is slechts een half ei, dat
in vergelijking met de ouderdoms- en
Invaliditeitsverzekering, destijds aange
boden door het vorig ministerie, teleur
stelling zal en moet baren. Wat toch
is 't geval Zonder nu direct in dit
Een kennersoog kon licht bemerken aan de
harde wezentrekken en den strengen door
dringenden oogopslag, dat deze man een ijzeren
karakter moest bezitten en voor geen ge
welddaad zou terugwijken om het eens geno
men besluit ten uitvoer te brengen.
Rechtover den edelman zat eene jonge blo
zende maagd, eene levendige tegenstelling met
den strengen diepzinnigen gezel De bestendige
glimlach op hare rozenlippen zeiden dat lijden
en kommer haar leven nog niet vergald had
den een lichte blos kleurde hare wangeu,
over geheel haar gelaat lag een waas vaD stille
tevredenheid, van jeugd en liefde maar diep
medelijden blonk uit hare blauwe oogen, als
zij nederzag op de jonkvrouw die aan hare
zijde zat.
Het aangezicht der jonkvrouw was door een
dikken sluier bedekt en belette haar te her
kennen haar hoofd lag diep op de borst
gezonken en hare kleine teere handen rustten
op haren schootzij scheen een beeld der
vertwijfelingde bevalligheid harer leden,
hare rijke kleedij door eene langen prachtigen
mantel half bedekt, lieten eenen hoogen stand
vermoeden.
Een doodsch stilzwijgen heerschte in 't rijtuig.
Somwijlen vertrok het streng gelaat van den
man, somwijlen sidderde hij in al zijne leden
en een bittere glimlach speelde om zijne lip
pen alsof eene plotselinge smart hem door de
ziel ging.
De flikken van het meisje, die de,dienst
maagd scheen te zijn, bleven dikwijls met eene
angstige en pijnlijke uitdrukking op de jong-
vrouw rusten niemand Bprak één woord,
Het onweder nam in hevigheid toede
rukwinden werden krachtiger en krachtiger,
het onweder was schrikwekkend en vreeselijk,
in Btroomen gudste de regen uit de wolken
en steeds geheimzinniger werd de nacht
De koetsier hitste nog meer de paarden aan
en zij vlogen in de duisternis als gold het
eenen prijsloop met den storm en de jagende
wolken.
Opeens verlichtte een ontzettende bliksem
straal de lucht. De hemel scheen in vuur en
vlam te staan onmiddelijk daarop volgde een
krakende donderslag de aarde sidderde en de
raampjes van het rijtuig daverden.
eerste artikel in details te treden, wen-
schen wij toch al dadelijk eenige cijfers
te noemen.
De in dit ontwerp voorgestelde ou
derdomsverzekering gaat pas in op 65
jarigen leeftijd. Wordt de werkman dus
vóór dien tijd invalide, zelfs zoo, dat
geheel zijn arbeidskracht verloren is,
dan kan hij toch pas zijne rente genieten
op 65-jarigen leeftijd. Veronderstel dus
een diamantbewerker, die reeds op 55
jarigen leeftijd ongeschikt voor zijn vak
is, doordat hij de scherpte van zijn
gezicht verloi en heeft (bijna een gewoonte
bij die branche van werklieden) dan
kan deze toch pas 10 jaar later, zegge
10 jaren, van zijn ouderdomsrente ge
nieten.
Wel stelt 't ontwerp hem dan vrij
van 't betalen van premiën, maar voor
de rest is deze man overgelaten aan de
algemeene liefdadigheid. Neem een tim
merman, metselaar of schilder die door
een val blijvend invalide wordt, ook
deze moet tot zijn 65e jaar wachten,
eer hij iets kan trekken.
Wat een verschjfr is dit bij het Ou
derdoms- en Inydlifjiteitsverzekerings-
ontwerp van Dr. Kuijpei\ Volgens dit
toch kon de invalide werkman, zelfs op
betrekkelijk jeugdigen leeftijd, genieten
van zijn invaliditeltsrente eth behoefde
hij niet te wachten tot zijn 65e jaar.
't Moet dan ook verwondering baren,
dat een zoo vooruitstrevend en modern
sociaal denkend maij als de heer Vee
gens met dit ontwerp als sociaal-wetgever
debuteert.
't Is hem toch zeker allerminst onbe
kend, dat men het onder de deskundigen
in binnen- en buitenland er thans zoo
goed als over eens is, dat voor pen
sioenverzekering de nadruk niet valt op
de ouderdoms-, maar wel op de invali
diteitsverzekering. Ja, er zijn zelfs zeer
gezaghebbende stemmen opgegaan, om
alle ouderdomspensioneering achterwege
te laten, en uitsluitend een pensioen te
verzekeren aan invalide personen.
Dat klinkt misschien zeer vreemd,
doch men bedenke, dat volgens een
gezonde invaliditeitsverzekering niet al
leen zij invalide zijn, die misvormd of
ziek zijn, maar ook zij, die, hetzij door
aanhoudende ziekte, hetzij door een
overkomen ongeval, hetzij door verlies
Het meisje sprong met ëenen angstschreeuw
van het kussen. Op dezelfden stond hield bet
rijtuig stil en de koetsier verscheen aan het
venster
Mylord, zeide hij tot den heer, wij kun-
niet verder. De weg wordt slechter en slechter
en loopt gansch in de heide verloren. Rijden
wij nog voort, dan «uilen wij verdwalen. Ook
de paarden kunnen verschrikken en gij weet
hoe gevaarlijk de ■moor" is.
Er valt niet te kieaen, riep de heer
streng, Rijd voort
De koetsier sloot het venster, dat bij een
weinig geopend had en hitste de paarden op
nieuw aan.
Na een korte wyl, verhelderde een nieuwe
bliksemschicht de duisternis, waarop een don
derslag volgde, 8chrikkelijker dan al de andere.
De paarden steigerden een oogenblik en gingen
op hol, zoo wild door nacht en door storm,
dat de koetsier door kracht en behendigheid
ze uanwelijks kon betoomen en tot staan
brengen.
Wij kunnen dezen nacht niet verder,
mylord 1 zeide de koetsier, terwijl hij weder
het venster met bescheidenheid opende. De
paarden zijn niet meer in te houden, wij
moeten eene schuilplaats zoeken, waar wij
hulp vinden tot het onweder bedaard is.
Hulp. herhaalde de heer spottend, waar
zouden wij nu in de heide hulp vinden
Ik weet niet, mylord maar misschien 1...
Wacht ik heb het gevonden, zei de
heer ras opstaande. Het Oude Heidehof, zoo-
als men het noemt, moet hier dicht bij zijn.
Is het niet zoo
Ja, mylord l een paar honderd schreden
van hier. Maar gij denkt er toch zeker niet
aan daar te overnachten vroeg de koetsier
bleek van schrik.
En waarom niet? vroeg de edelman ge
streng. Gij -zegt dat wij niet verder kunnen,
zullen wij dan den ganschen nacht hier bly ven
staan en ons blootstellen aan den storm en
aan den regen
Maar dat huis is betocverd 1 het is vol
spoken 1 mylord 1 antwoordde de koetsier
a»gstig.
Onzin DwaasheidBijgeloof 1 Blijf gij
hier bij de paarden 1 Ik zal er naartoe gaan
van kracht of slijting van een onmisbaar
orgaan. Onder deze laatste categorie
vallen dus ook de door ouderdom ver
zwakte personen. Nu is 't wel waar, dat
de Ongevallenwet reeds gedeeltelijk in
deze leemte voorziet, ook kan de ziek
teverzekering, als deze eenmaal wet is,
weer eene leemte aanvullen, doch de
invaliden als b. v. de bovenaangehaalde
diamantbewerker blijven er buiten vallen.
En dat is werkelijk een bittere teleur
stelling voor de betrokkenen.
Nu weten wij wel, dat de minister
zijn niet indienen van een invaliditeits-
en ouderdomsverzekering gemotiveerd
heeft met de schijnbaar afdoende be
wering: *Voor beide is geen geld,»
doch, waar 8 millioen gevonden kan
worden voor de stelling Amsterdam,
daar moest men eerst de fondsen zoeken
voor een dergelijke urgente sociale
wetgeving als de invaliditeits-verzekering
er eene bij uitstek is.
En nu zouden wij o zoo gaarne bij de
bespreking van deze hoogstbelangrijke
materie het «verpolitiseeren» der quaestie
achterwege willen laten, maar, gezien de
onbillijke en pijnlijke bestrijding, waaraan
het bewuste ontwerp van het christelijk
ministerie heeft blootgestaan en, be
denkende de schoonklinkende beloften,
gedaan bij het optreden der linksche
meerderheid in 1905, moet het ons uit
de pen Wat heeft men destijds toch
den armen werkman, die mede zijn
sloffen van zijn voeten afliep, om die
heeren op 't kussen te brengen, misleid 1
Van Dr. Kuijper heette het toen, dat
hij met zijn ontwerp den arbeider eerst
op 70 jarigen leeftijd, als hij op zijn
sterfbed lag, met een aalmoes wilde te
hulp komen 1 En wat doen nu de heeren
Wel is de leeftijdsgrens vijf jaren ver
laagd, wel zal voor de arbeiders, die 48
cent per week, zegge een halve gulden,
opbrengen het ouderdoms-pensioen f 260
per jaar kunnen bedragen maarde
invalieden kunnen wachten, kunnen eerst
jaren aan de liefdadigheid overgelaten
worden.... en dan als zij de 65 bereiken
kunnen zij eindelijk om hun ouderdoms
rente gaan aankloppen Ons dunkt, dat
dit voor de belanghebbenden, een bittere
teleurstelling is.
Waar hun toch al voor jaren in een
ontwerp werd voorgelegd, dat ieder loon-
Hij sprong den wagen uit en verdween in
de duisternis,
Nina, zei de koetsier, zich tot het meisje
wendend, dat met bleeken angst op het gelaat
het gesprek had afgeluisterd, het zal schrik
kelijk zijn, dezen nacht, in het oude Heidehof,
en het is zeker dat de graaf het inzicht heeft
daar te overnachten 1
Wat zullen wij aanvangen?
O ik weet het nietherhaalde Nina
van schroom hare handen wringend, het is
eene geheimzinnige plaats, dat oud huis Maar
hier kunnen wij toch ook niet blijven Wat
een onweder, zie het hemellichtOch God
wat donderslag 1
Zij versehrikte hevig en bedekte het aan
gezicht met beide handen.
O 1 mijn arme, lieve meesteresse Hoe
kan «ij het in het oude heksenkasteel uithou
den Moge de hemel zijne beschermende han
den over ons uitstrekken, opdat de booze
geesten haar niet te na komen Zy is zoo
foed, «oo geduldig en zoo ongelukkig. 01
oxef, ik zou niet gaarne dezen nacht, de
graaf Grensville zijn, zelfs voor al zijn geld
en goed nietWelke verantwoordelijkheid
heeft hij niet op zich getrokken door zijne
verdwijning met miss Constance 1
En hoe plichtig stelt hij zich niet aan
tegenover zijnen zoon, lord Percy voegde
Jozef erbij. Ware ik in lord Percy's plaats,
ik zou miss Constance huwen hij heeft
dat recht, zelfs tegen den wil in van zijnen
vader
Maar zij zal hem zoo niet willen trouwen.
En Nina's oogen schoten vol tranen, als zij
eenen blik vol teederheid wierp op hare
meesteres die in onmacht scheen te liggen, op
de kussens van de rustbank.
Stilhij komt terug, fluisterde Jozef
haastig.
De graaf naderde met rasse schreden en
riep op Btrengen toon
Breng de paarden naar het Heidehof,
Jozef. Wij zullen voor haar en den wagen
eene schuilplaats vinden. Nina, ik zal uwe
meesteresse binnen dragen, gij kant volgen,
zij voorzichtig want de weg is gevaarlijk
Hij lichtte de jonge vrouw uit den wagen,
nam «e op zijne armen en droeg «e met veel
trekkende pensioen moet kunnen erlangen
zoodra hij ongeschikt is om in zijn vak
zijn levensonderhoud te vinden, daar
schrijnt thans de teleurstelling te bitterder
waar deze theorie maar halfin een daad
wordt omgezet door hen die de pogingen
van hun tegenstander in de goede
richting met lamheid hebben geslagen.
Dit moest even in het licht worden
gesteld, alvorens wij overgingen tot een
detailbespreking van het ingediende ont
werp. Deze worden echter voor een
volgend artikel bewaard.
Je ooren suizen tegenwoordig van
berichtjes omtrent financieele knakken.
Surséance van betaling,1 >geraamde
te korten van zooveel tienduizenden,1
afwikkelen van faillisementen1 ►direc
teuren in hechtenis1, >speculanten in
zaken asch1, 'tis aan de orde van den
dag. 'tls wel voor jezelf een aangenaam
gevoel, als je er buiten staat, en al die
geleerde termen nog niet eens begrijpt,
als je behaaglijk je hoofd kunt teruste-
leggen in het zalige bewustzijn, dat het
je kouwe kleeren niet raakt, dat je rijk
genoeg zijt, om niet van honger te sterven
en te arm, om je in die hooge geld-
sferen op te houden. Maar met dat al
denk je met weemoed, niet zoozeer aan
die enkele namen, die voluit in de kranten
staan, maar meer aan de honderden,
die met hun zuur verdiende spaarpen
ningen, kapitaaltjes voor oudendag, ap
peltjes voor den dorst »eronder zitten.1
Och, wat woidt er in die huishoudens
geleden, hoe angstig verbeid, of er nog
iets terecht zal komen, en wat moedertje
zit ermee te kijken ze dacht, dat 't zoo'n
soiled boeltje was, de heeren hadden 't
haar zoo aangeraden. Boertje had ein
delijk na lang aarzelen zijn onder-de-
plavuis-methode vaarwelgezegd en z'n
geld ook weggebrachtmaar jawel.
En dat om 't roekeloos spelen met de
duizenden, niet alleen, die de heeren
zelf bezitten en waarover ze vrij be
schikken kunnen, maar met de honderden
ook van die arme moedertjes, boertjes
en kleine rentenieren, met die 300 gulden
en 600 en 230 plus 100 gulden. O die
genotzucht van onze eeuw, o dat stand-
hooghouden I Dat willen genieten zooals
die en die, dat concurreeren met h«m en
omzichtigheid naar het huis. Achter hem
kwam Nina.
Daar zijn wij erzeide de graaf, als zy
zoo een honderdtal schreden gegaan hadden
zij stonden vóór een hoogen mnur.
Op den oogenblik verlichtte opnieuw een
bliksemstraal den geheelen omtrek, zoodat
eene wijl alles om hen kenbaar en zichtbaar
werd zij bemerkten een oud, groot halfver-
vallen gebouw met eene massieve diep binnen
waarts staande deur, tot welke vier of vijf
steenen trappen leidden.
De poort was aan beide zijden met reus
achtige stylen versierd, die hooge bogen on
dersteunden Het geheel had het uitzicht van
den ingang van eenen grafkelder.
Jozef, zei de graaf, als de koetsier met
de paarden naderde, geef Nina de lantaarn
uit den wagen, wat hij aanstonds deed.
Nina sprak de graaf tot de dienstmaagd,
ga mij voor met het licht, opdat ik den weg
goed zien knnne.
Nina schrikte onwillekeurig terug, als zij
den voet op de eersten steeaen trap zette, en
het licht van den lantaarn den geheimainni-
gen ingang verlichtte maar, zij waagde het
niet de bevelen van den graaf tegen te spre
ken zij ging mst kloppend hart en bevende
leden voort en stortte stil een gebed, voor
zich zelve en voor hare jonge meesteres.
Zij opende de deur, waarvan het scherp
gedruisch in hoeken en kanten weergalmde.
Na een aanm edigend woord van haren
meester, dorst zij de kamer intreden, waarvan
zij de deur geopend had. Muizen sprongen
verschrikt over den vochtigen vloer en vlucht
ten naar hun holgroote zwarte kevers liepen
van alle kanten naar den ongewonen schijn
van het dansend licht.
De kamer was groot en vierkant. Zij was
leeg en een dufie reuk vervulde de plaats,
zoodat zij tot verblijf voor zelfs éénen nacht,
eene onmogelykheid scheen.
Op de twee rijden bevonden zich hoog*
gothische vensters door welke de bliksem bin
nendrong en de wijde ledige ruimte een schrik
wekkend aanzien gaf.
(Wordt vervolgd.)