'Nummer 102. Woensda- 25 December 1907 <iO Jaargang. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Eerste Blad. KERSTMIS. DE Gemeenteraadsvergadering. ANTOON TIELEI. Dit nummer bestaat uit TWEE Bladen Nieuwjaars- Advertenties. BEKENDMAKING FEUILLETON. --"•• - •- - - liTin^ In het nummer van 1 Januari bestaat evenals andere jaren ge legenheid om aan vrienden, be gunstigers en bekenden een heil- wensch te brengen tegen den ge ringen prijs van 30 cent. VÏÏJMÉ^* X. aissiraalsrkr Courant, Dit Bkd verse! ijnt Woensdag- en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 8 maandeu f0."5. F rant o per post door het geheele rijk f Ü.90. Brieven, ingezonden stuiken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. ÜITG E V li JR W A A L W IJ K- Telefoonnummer 38. Advertbntikn 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, grootr letters naar plaatsruimte. Advertentiën 3maal ter plaatsing opgegeven, worden "Jinaal berëkend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en advertenties bij abonnement worden specisle zeer voordeelige contracten gesloten. Reclames 15 cent per regel. Geen gemakkelijker, doelmatiger middel, om met zijne wenschen de inwoners van Waalwijk, Baardwijk en Besoijen, de geheele LaDgstraat met omgeving te bereiken, dan een nieuwjaarsweusch te plaatsen in ons blad, dat door zijne algemeene ver spreiding schier in elk huishouden wordt gelezen. DE ADMINISTRATIE. INSCHRIJVING NAT. MILITIE. Burgemeester en Wethouders der gemeente Waalwijk brengtn ter openbare kennis, dat de mannelijke ingezetenen der gemeente, geboren in bat jaar 1889 zich ter irechrijviug voor de Rationale Militie beboeren aan te melden ter Secretarie, tusscken den lsten en den 3lften Januari 1908. Voor die inschrijving zal zitting worden ge houden op alle werkdagen, des voormiddags van 9 tot 12 uur. Verdere inlichtingen worden Ier Secretarie verstrekt. Waalwijk, 14 December 1907. Burgemeester en Wethouders voornoen d. Th. de Surmont de Bas Sioeele. de Secretaris, F. W. van Liempt. Er komen in den jaarkring van den Christenmensch zoovele heerlijke feest dagen, die den mensch stemmen tot dieper en dieper nadenken en hem als 't ware van 't aardsche verheffen en hem tot hooger gebied vervoeren. En als eerste in die rij, noemen we het Hoog feest van Kerstmis. - Van „DE ECHO VAN HET ZUIDEN". Want is 't niet of hooren we in het statig klokgelui, in Kerstnacht, in dat heerlijk en imponeerend klokgelui, dat ons kerkwaarts roept, de stem der En- glenschaar, die eenmaal Bethelems beem den vervulde. En wanneer we onze blikken naar buiten slaan en we zien op die door de zilveren maan beschenen kalme eenzaam heid, waarop de natuur als 't ware nog een doodskleed heeft uitgespreid en we heffen onze blikken hemelwaarts naar het strakke uitspansel, waar de talrijke ster ren schitteren als zoovele getuigenissen van de grootheid des Scheppers, ja, dan voelen allen die nog een greintje geloof in zich bezitten den machtigen indruk van dezen fiacht, die in ons de herinnering wakker roept, van wat daar in Palestina voor 19 eeuwen plaats greep. Stille nacht, heilige nacht. In dit stille nachtelijk uur, onvergete lijk door alle eeuwen, met gulden letters in de geschiedboeken opgeteekend, klonk het over de wereld >Vrede op aarde den menschen van goeden wille* en 't is thans of hooren we nog die lieflijke stemmen ons die heerlijke tijding van boven toeroepen. En voort gaat het klokgelui, statig en toch vriendelijk en hel wordt in de v.erte herhaald en klinkt over steden en dorpen, bosschen en dalen en die heer lijke klokken-accoorden, smelten in onzen geest saam tot écn Gloria in exelsis Deo et in terra pax hominibus bonas voluntatis.* Maar meer en meer beweging komt in die koude, doode wereld van zooeven en wanneer ten tweede male dat vriendelijk klokje ons zijn groet brengt, zijn wij gereed en wij spoeden ons met al de geloovigen kerkwaarts, om die te vullen met ons gebed en we laten de bekende en toch steecjs nieuwe kerstgezangen schallen door de gewelven, als een dank betuiging aan God, voor de groote wel daad ons bewezen. 17) IX. Weet gij waar de hut staat door de Hei- deheka bewoond begon de gravin, na lang stilzwijgen. Ja, mevrouw, op de heide. Zijt gij daar nog nooit geweest Jenny's gelaat kleurde een hevig rood ter wijl zij antwoordde Slechts eenmaal, mevrouw, en ik was dwaas genoeg mij de toekomst te laten voor spellen. Wie is het kind dat zij gisteren bij haar had vroeg de gravin stil. Het was alsof de woorden in hare keel bleven steken, zóó moeielijk kwamen zij er uit. Ik weet het niet, mevrouw, wedervoer Jenny. Eenige lieden zeggen dat het hare kleindochter is, anderen dat het de dochter is van eene rijke familie, die de oude goed betaalt voor het onderhoud der kleinemaar het fijne weet niemand daarvan te vertellen. Mevrouw Grensville beefde zoodanig dat Jenny verschrikte en de gravin gansch ver baasd aanschouwde. Opnieuw heerschte een diepe stilte. Dan Vroeg de gravin verder Behandelt zij het kind goed Bij die woorden veranderde plotseling het gelaat der mevrouw. Zij, gewoonlijk zoo on verschillig zoo koel, dat. zij gevoelloos was voor alles, scheen ongelooflijk veel belang te stellen in een kind dat haar gansch vreemd was. Hare sidderende stem, de angstige blik vau hare oogen, de inwendige storing, die zij ondanks do grootste krachtsinspanning niet verbergen kon, verrieden de groote, pijnlijke aandoening die zich van hare ziel had meester gemaakt. Kwam die ontroering voort uit het innig belang dat zij in het vreemde kind stelde of schuilde iets geheim zinnigs in die aandoeningen Al die gedachten kwamen beurtelings in Jenny's geest op en deden haar de vraag vergeten door de gravin, nopens de behan deling van het kind geBteld. Eerst als de gravin hare vraag herhaalde, kwam zij tot bezinning. Ik weet het niet, antwoordde Jenny getroffen zij vergezelt de oude overal, maar spreekt tot niemand een woord. Ik geloof dat zij onze tual niet verstaat. Dan is die oude eene vreemdelinge? Ja, mevrouw, het is eene Fransche, wedervoer Jenny. Mevrouw Grensville keerde zich om en bedekte het aangezicht met beide handen. Eene lange poos bleef zij in die houding. Dat stilzwijgen scheen Jenny eene eeuwigheid te duren. Het was niet weinig moeilijk voor de gravin de reden bekend te maken van het verlangen dat zij getoond had Jenny bij haar te zien. Eindelijk, na eenen hevigen strijd met zich zelve, schoen zij een vast besluit te hebben genomen, want zij keerde zich naar Jenny toe en vroeg haar fluisterend Wilt gij mij dezen avond naar de woning der oude vrouw begeleiden Naar de woning der Heideheks riep Jenny verschrikt en verbaasd uit. Ja ik moet er heen, Jenny, antwoordde de gravin ik moet er heen. Dit was de reden waarom ik u roepen deed en daarom was het dat gij mij een eeuwig stilzwijgen flioest zweren. Nu zult gij mij toch niet verlaten, Jenny gij moet met my bij de heks gaan Maar, mevrouw, denkt aan de gevaren dier onderneming. In den lijdenden toestand waarin gij u bevindt, zou de nacht, hot slechte weder en de onzekere paden der heide, een nadeelig gevolg op uwe gezondheid kunnen hebben. En toch moet ik gaan. Het kan niet anders, het moetriep de gravin ongeduldig. Zoo gij er van afziet mij te vergezellen, zal ik alleen uitvoeren wat ik- besloten heb. O, mevrouw, gij weet dat ik u tot de uiterste grenzen der aarde zou vergezellen, En dit Kerstfeest stemt tot nadenken. Erkennen we in ons de Goddelijke liefde voor talrijke eeuwen op dezen nacht ons bewezen erkennen dit als bron van allen vrede, den vrede in ons binnenste, den vrede in den kleinen kring, van 't huisgezin maar ook in de maatschappij. »Vrede op aarde in menschen een welbehagen* Is die waarachtige vrede, waarvan we hierboven spraken, is een waarachtige Kerststemming de onze Zijn wij vervuld van die groote, leidende gedachte. Is het ons een heerlijkheid die bron van geluk te bezitten en de frissche wateren daaruit ontsprongen, over onze medemenschen te helpen uitstorten Klinken er ook ware Kerst klokjes in ons gemoed. Zoo ja, wel dan vieren we een waar, hartverheffend Kerstfeest. Vrede en welbehagen mogen zij bij toeneming aller deel zijn. WlM w WW—..» (Slot.) 7. Voorstel van Burg. en W. tot verzekering van de veldwachters en hunne gezinnen tegen ongelukken. De Voorzitter. Het komt heden ten dage meermalen voor dat veldwachters dikwijls hun leven veil moeten geven voor de richtige uitvoering van hun ambt Denkt hier slechts aan den moord te Mill waar de vrouw met 7 nog jeugdige kinderen achterbleef en waarvoor toen door geheel de provincie gecollecteerd moest worden om die vrouw een brood winning te bezorgen. Denkt aan den aanslag op het leven van de politie agenten te Oss, die gelukkig niet die ernstige gevolgen heeft gehad. Een politieman staat in de uitoefening van zijn ambt altijd bloot aan de gevaren en ongelukken. Daarom komt het Burg. en Weth. als een eisch van billijkheid en rechtvaardigheid voor ook hier de veldwachters en hunne gezinnen te doen verzekeren. Van de Maatschappij Fatum wedervoer Jenny; maar, het is mijn plieht u opmerkzaam to maken op het gevaarvolle der onderneming. De heide is rijk aan grach ten en moerassen, zoodat ons licht een on geluk zou kunnen overkomendaarbij, de weg is lang en vermoeiend en ik vrees dat de krachten u begeven zullen, vooraleer wij de hut zullen bereiken. Hoever ie dat van het slot vroeg de gravin nadenkend. Ik weet het niet juist in alle geval verscheidene mijlen. Knnt gij rijden Ja, mevrouw. Welnu, als het gaan ons te lastig valt, zullen wij rijden. Als mevrouw het zoo wil, ben ik te vreden, maar ik bezweer haar... Zwijg, Jenny, zwijgmijn besluit is onwrikbaar. Zoodus, gij zijt bereid mij te volgen Ja, mevrouw. Welaau, luister dan. Niemand mag iets weten van hetgene wij voorhebhen. Mijn paard en dat van miss Liddon staan nevens elkander in den stal. Zij moeten zoo stil mpgelijk buiten geleid worden. Kent gij het om een paard te zadelen? Ja, mevrouw, ik heb het al dikwijls gedaan. Goed, houd de paarden dan gereed. Om welk uur. Om elf uur. Om dit uur slapen al de dienstboden en de andere leden der familie zijn op hunne kamers. Niemand zal mij ge zeischap houden. Zij stiptik zal op het vastgesteld uur ter plaats zijn. Waar zal ik u met de paarden afwach ten Onder den grooten esch, antwoordde de gravin, als zij zich een weinig bedacht had- Moest het gebeuren dat iemand toevallig langs daar kwam, hij zou nog niets bemer ken, daar de twijgen van den boom tot den grond toe gebogen hangen- Vergeet niet dat gij stilzwijgen beloofd hebt. Ik zal het niet vergeten, zeideJenny ernstig Jenny L'Arronge heeft nooit ver raden wat eens aan hare bescheidenheid toe vertrouwd werd. vertegenwoordiger de heer Kersten te 's Hertogenbosch, hebben wij een opgaaf ontvangen van de kosten. De Voorzitter leest het schrijven voor. Hieruit blijkt dat eene uitkeering wordt verleend van f 1000 bij levenslange on geschiktheid tot dienst doen, f 1000 bij overlijden en f 1.per dag bij tijdelijke ongeschiktheid. De kosten hiervan be dragen f 7 50 per jaar, dat is dus voor de beide veldwachters f 15 per jaar. Bij overlijden ontvangt zoo'n weduwe f 1000 waarmede zij dan een nering, een winkel kan beginnen om zoo te trachten in haar verder onderhoud te voorzien. De heer Zwaans. Bij tijdelijke onge schiktheid wordt fl.— per dag verleend. Is daarbij niet vermeld hoelang zoo'n uitkeering blijft geschieden. De Voorzitter. *Neen, in de opgaaf is daarvan geen melding gedaan. Wij kunnen dat nog wel eens vragen. De heer Zwaans. Bij tijdelijke onge schiktheid blijven zij het salaris van de gemeente toch genieten niet waar De Voorzitter- Ja, hun salaris blijft doorgaan, maar ik zag nu tevens gaarne bepaald wanneer de gemeente de salaris- uitkeering moet staken. De heer van Stokkum zou het wen- schelijker achten om een termijn te stellen hoelang zij van de gemeente toch hun volle salaris blijven genieten b.v- een maand. Blijft de man langer ongeschikt, dan kan men tijdelijk een plaatsvervanger aanstellen, die dan het salaris van den tijdelijk ongeschikten geniet- Na nog eenige discussie wordt besloten de maatschappij nadere inlichtingen te vragen omtrent de premie en het voor stel van Burg. en Weth- zonder hoofde lijke stemming aangenomen. 8. Wijziging begrooting 1908. De Voorzitter. De raad heeft in het najaar van 1907 besloten aan Rijksveld wachter Winters een gratificatie te ver- leenen van f35. Op de begrooting 1907 is daarvoor nog geen post gebracht. De nieuwe nachtwaker heeft nog geen electrische lamp, voor aankoop daarvan moet deze post met f 10 worden verhoogd Zooals de heeren wellicht weten heeft jaarlijks in 't vervolg de landweerinspectie te Vlijmen plaats bij welke gelegenheid inkwartiering plaats heeft van 5 man- Goed wij zullen elkander op klokslag van elf uur onder den grooten esch aan treffen. Jenny stond op, knste de hand van de me vrouw en verliet de kamer. Zonderling 1 murmelde zij, terwijl zy door de gangen van het slot stapte, wat mag toch dat geheim bezoek te beduiden hebben In alle geval, er schuilt een geheim in die zaak. e fiere gravin van Grensville wil de Heideheks bezoeken! Wat zou het volk daar van zeggen, moest zulks bekend worden Maar wat mag de gravin tot znlk een bezoek aan sporen En hoe zonderling, dat zij my als vertrouwelinge in die zaak neemt?... maar inderdaad, zij heeft niemand anders in wien zij vertrouwen mag hebben eu vragen kon om haar bij de Heideheks te brengen Zij had de laatste kamer bereikt, waar zij Arnold Liddon vond, die waarschijnlijk op hare terugkomst wachtte. Op eene bevallige manier, die haar eigen was, eene lichte beweging makend, wilde zij haastig voorbijgaan, maar de jongeling hield haar terug. Gij hebt een lang onderhoud gehad met mevrouw GrenBville, juffer Jenny, zegde hij. Dat dunkt mij niet, antwoordde Jenny lachend, want ware ik wat laüg gebleven, dan zou ik n niet meer gevonden hebben. Ik heb op u gewacht. Waarlijk Hebt gij mij dan iet» gewich tigs mede te deelen Neen, maar ik hoopte dat gij tot tijd verdrijf, met mij wat z udt gepraat hebben. O mijnheer Liddon, het zou mij moei lijk gelukken u den tijd aangenaam te doen doorbrengen. Daartoe past miss Felicia beter Ach, gij zijt wreed. Jenny, onderbrak Arnold ras.... Gij weet, dat uw gezelschap mij het aangenaamst is. Dat meende ik, daar was ik van ver zekerd voor drie weken, als gij mij eene eeuwige vriendschap zweren dorst... cp een uitgerukt blaadje van uw zakboekje. Nu hebt gij u aan de Amerikaansche verbonden, zeide Jenny, op zulken toon, alsof zij weenen ging.... Mijnheer Arnold wist op het oogenblik niet schappen. Het Rijk vergoedt voor eiken dag per man f0-80, doch aangezien dat dit bedrag te gering is om hen een behoorlijke huisvesting te bezorgen, stellen B. en W. voor den inkwartings- plichtigen f 1.50 per dag te vergoeden en daarvoor een post k f 7-50 op de begrooting uit te trekken. De kosten van het maken van het plan voor de werken in verband met de sluis in de Dieze van den ingenieur Moubis be dragen f471.waarvan de gemeen te f68 moet bijdragen. Zooals de heeren weten had de raad een bedrag van f 200.als maximum toegestaan. De geheele overschrijving bedraagt dus f 120.50 welk bedrag het best kan worden afgeschreven van den post *Polderlasten>, waarop voldoende voorschot blijkt te zijn. Zonder eenige discussie wordt het voorstel van Burg. en Weth. zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 9. Verzoek van den veearts Hilwig om in aanmerking te komen voor waar nemend veearts in den kring. De Voorzitter. Van den Burgemeester van Heusden, die Voorzitter is van den veekring, is een schrijven ingekomen. Uit het voorgelezen schrijven blijkt, dat de veearts Hilwig benoemd is tot plaatsvervangend prov. veearts, hetgeen in strijd is met zijne instructie. De Burgemeester van Heusden stelt voor om Hilwig de nog resteerende jaren van het conti act, als waarnemer te benoemen en hem f 300 salaris daarvoor te ver- leenen. Vroeger was dat ongeveer f600. De Voorzitter. Burg. en Weth. hebben gemeend hieromtrent geen voorstel te moeten doen. De gemeente Drunen, Haarsteeg en Nieuwkuijk hebben be sloten zich bij de meerderheid aan te sluiten. De kosten van Vlijmen zullen nu ongeveer f35 k f40 bedragenen het contract blijft van kracht tot 1910. De heer Zwaans. Blijft zijn woonplaats Heusden. De Voorzitter. Ja. De heer de Vaan Azn. Hilwig heeft hier anders weinig te doen. De heer Boom acht het beter voor die twee jaar het nog te laten zooals het thans waartoe dan ook wordt besloten 10. Mededeeling van het Dag. Bestuur De Voorzitter op de begrooting van hoe hij op de beschuldigingen van het meisje zou antwoorden. Hij wilde zich recht vaardigen, maar Jenny, zonder zijne ver schooning te willen aanhooren, ijlde plotse ling weg. Als Jenny het slot verlaten had vertraagde zij den gang. Het bezoek aan de Heideheks hield haren geest bezig. Zij bedacht ook de plotselinge ontsteltenis der gravin bij de ver schijning der oude vrouw, en kon het denk beeld niet verbannen dat beiden vroeger tijd», elkander ontmoet en met elkander in betrek king gestaan hadden. Vol ongeduld en verwachting zag zij den avond vallen, welke haar het geheim zou open baren, van welke gewicht zij geen vermoeden had en waardoor zij eenen blik in het vroe gen leven van mevrouw Grensville ging wer pen hetwelk, zoo voor de wereld als voor hare omgeving, tot hiertoe een diep, ondoorgronde lijk raadsel was. Lord Percy was van Londen vertrokken, zonder eenig gedacht te hebben dat zijne stief moeder, die jonger was dan hij, een avond feest zou gegeven hebben. Hij was over die gebeurtenis zoozeer verwonderd, als de leden van het huis en de nitgenoodigden. Hij had van eenen dienaar vernomen dat dit feest ge geven was om de aankomst der Amerikaansche vrouwen te vieren. Nadat hij zich herkleed had, was hij in de zaal getreden en had er voor het eerst Arnold Liddon onder de gasten ontmoet, terwijl hij andere in verschillende omstandigheden aantrof. Met zijnen vader kon hij den avond van het feest niet spreken, en daar de graaf, den volgenden dag, met het krieken van den morgen, wegreed bood zich voor Robin, ook dezen dag, geene gelegenheid aan om met hem te onderhandelen. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1907 | | pagina 1