Nummer 15 Donderdag 20 Februari 1908 81®. Jaargang. I Toegewijd aan Handel, Industrie en 'Gemeentebelangen. ntoon tielen, i Zwerende Wond, Goud. Eerste Blad. OE 1 A Een Dit nummer bestaat uit TWEE Bladen BEKENDMAKING Eene Beantwoording ïl Uitgever: gehouden in een vet warm Sunlight» Zeepsop, wordt direct PIJNLOOS; het werkt ZUIVEREND en zal zeer spoe= dig genezen. A Geen middel is een» voudiger, heilzamer en verrassender, zelfs in gevallen van bloedvergiftiging. SUNLIGHT ZEEP is zoo zuiver als FEUILLETON. VS IS I! W 5 a 2 c -3 a S-3 BB9> 7R 'r'TB&SHTflm - aH.MnHiMaMi $823» 14 Witlwübschc «fslraalsrle Courant 00 136 )89^ 556 J 577 105 f Dit Blad verschijnt Woensdag- en. Zat er dagavond Abonnementsprijs per 3 maandeu f0."5. Franto per post door het geheele rijk t 0.90. Brieven, ingezonden stuiken, gelden enz., ïrauco te zenden aan Uitgever. den A A L W IJ K Telefoonnummer 38. Advektbntiën 1—7 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Adverteutiën Smaal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contracten gesloten. Reclames 15 cent per regel 301J -• Z.T. T DUS ers. )ote - d« rtus mus lelia me- r. t. '•-< van ihtg. s «n j. en irne. n G.' I. H. ■iana oven •din» cobi lsijd ad. A BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Waalwijk maken bekend, dat de op heden door hen vastgestelde Kiezerslijsten voor de Kamer van Arbeid voor het schoenmakersbedrijf op de Secretarie der gemeente voor eenieder ter in*age zijn nedergelegd. Waalwijk, 15 Februari 1908. Burgemeester en Wethouders voornoem'1, Th. DE SURMONT DE BAS SMEELE. De Secretaris, F. W. VAN LIE MPT. OP DE Vragen van den Alg. Bond van R. K. Kiesvereenigingen. I* Zooals bekend is, heeft't Bestuur van bovengenoemden Bond naar aanleiding van het Rapport der Kiesrecht-commissie een vijftiental vragen aan de aangesloten leden verzonden, welke vragen kunnen Van „DE ECHO. VAN HET ZUIDEN". dienen als leiddraad bij de besprekingen in de kiesvereenigingen. Behalve bij de eerste, wordt bij elke vraag verwezen naar die bladzijden in het rapport, waarop het desbetreffende onderwerp behandeld wordt. Door het Bestuur van den Bond wordt dus verondersteld, dat minstens het Bestuur van elk der aangesloten kiesvereenigingen genoemd rapport heeft bestudeerd. Als men nu weet, dat dit zeer lezenswaardige boekdeel 216 pagina's groot is en het van den doorlezcr reeds meer dan een gewone inspanning vergt gelooven wij niet te veel te zeggen, dat slechts weinige bestuurderen van kies vereenigingen tijd, gelegenheid en lust zullen hebben, om zich neer te zetten tot een gezette studie van dat rap port. Dit voor ons als feit vaststaande vragen we Wat moet er dan van een grondige beantwoordiging dier vragen terecht komen Deze toch omvatten het geheele studiemateriaal, dat de Commis sie in haar rapport heeft neergelegd. Hoe nu dit te brengen onder 't bereik van onze katholieke kiezers opdat dezen ook met kennis van zaken kunnen oordeelen »Natuurlijk, door aan elk een exem plaar van dat rapport uit reiken", zal men zeggen. K 11 VI. 34) H m o a M Ml ti. s ÉT M u Sc s K -* m 6C S* o c I o 0 B O •5 S a a En ik geloof hot nietantwoordde de oude overtuigd. Het is mij wel ter oore ge komen dat uw vader schulden had, maar ie dat alles? Of is er nog eene andere reden, die u bewoog den graaf te volgen Constance zweeg. Zou zij aan de oude het gaheim toevertrouwen? Verzwijg mij niets, ging de oude vrien delijk en deelnemend voort. Ik meen, dat hetgeen de graaf u vertelde, valsch is. Heb alle vertrouwen in mij, gij zult het u niet beklagen. Door deze woorden voelde Constance haar vertrouwen in da oude stijgen. Nog eenige minuten, gedurende welke de heideheks haar ■cherp aanzag, aarzelde zij, maar zij overwon zich en met een vast besluit begon zij de grijze vrouw alles te verhalen, wat de graaf haar gezegd had dat haar vader zich jaren geledeu aan eene misdaad had schuldig ge maakt en vrijgesproken was bij gebrek aan doorslaande bewijzen zijner schuld, maar dat de graaf in deu loop der jaren deze bewijzen verzameld had en haar vader aan het ge recht zou overleveren, indien zij weigerde hem te volgen. Als Constance geëindigd had, liet zij het hoofd in de handen rusten en gaf vrijen loop aan hare tranen. Ja, ja, zeide de oude bewogen door 's meisjes smart, het zal zijn gelijk ik dacht. Alles is leugen en bedrog. Maar wees ver zekerd, binnen eenige dagen zal alles bekend zijn Wat wilt gij doen? vroeg Constance haastig. Gij wilt toch niet naar mijn vader gaan Wees onbezorgd. Ik heb zoovele mid- Indien dit mogelijk ware, zou reeds veel bereikt zijn, al vreezen we, dat ve len het naast zich zouden neerleggen. De stof toch zou voor een massa onzer kiezers te zwaar zijn en bovendien, zeer velen missen den tijd, om dit voor hen toch al buitengewone werk te doen. Wat dan Het komt ons voor, dat hier een mooi 'arbeidsterrein open 'igt voor onze poli tieke piopagandaclubs Laten dezen eene openbare vergadering beleggen, waarop een bevoegd spreker het kiesrecht vraag stuk aan de hand van het rapport en de bewuste vragen zoo kort en duide lijk mogelijk uiteenzet. Daar, waar deze clubs niet bestaan, zouden de kiesver eenigingen dit moeten doen, maar wij vreezen met groote vreeze, dat dit niet alleen uit financiëele onmacht achter wege zal blijven, .doch ook uit te weinig belangstelling in de zaak, vooral op kleinere plaatsen. Een derde, meer doelmatige weg ware dan ook, indien de Bond in dezen tijd van voorbereiding wandelleeraren benoemde, die elk voor zijn ressort de kiesrecht-quaestie in de onderscheidene kiesvereenigingen behan delde, doch ook dit zal wel afstui ten op financiëele bezwaren. Daarom thans nog eens de vraag: Wat dan? Toen wij na bovenstaande overwegin gen ons zeiven deze vraag stelden en wij ook tot bovenstaande negatieve con clusies kwamen, dachten weZouden eenige artikelen, die zoo veelzijdig, maar toch ook zoo beknopt mogelijk de vragen beantwoordden niet dienstig zijn voor de in deze betrokken lezers van ons blad En we meenden van ja. Welnu dan ziehier het resumé van genoemd lijvig rapport in verband met de gestelde vragen. De eerste vraag, door het Bestuur van den Bond gesteld, Luidt >Acht gij het thans, nu de voorstellen tot grondwetsherziening staan ingetrok ken te worden, nog noodzakelijk ot wenschelijk, dat de Bond zich over de regeling van het kiesrecht uitspreke Toen het Hoofdbestuur deze vraag stelde, kon het niet weten, dat van de nieuwe regeering hoogst waarschijnlijk nieuwe voorstellen tot grondwetsherzie ning zijn te verwachten ook in verband met het kiesrechtvraagstuk. Doch al zou dit ook niet het geval zijn, dan komt het ons toch voor, dat het ook voor ons katholieken tijd wordt, dat wij ons uit spreken over dit vraagstuk. Alle politieke partijen hebben in dezen reeds stelling genomen, wij nog niet. Bovendien, de nieuwe regeering moge dan niet direct tot afwikkeling overgaan, de kiesrecht agitatie zal den politieken toestand blijven beheerschen. Zij moge dan kunst matig opgewekt en gevoed zijn, thans is het vraagstuk urgent en zal het, zoo wij niet klaar zijn, ook ondanks ons, op den voorgrond blijven en tot afdoening dwingen. Daarbij, waai om al dien voorarbeid door een »nu nog niet' tot bibliotheek materiaal gedoemd Dat zou allerminst een gunstige appreciatie zijn van 't be langrijke werk der Commissie, dat waar lijk wel iets beters verdiend heeft. Het antwoord op deze vraag kan o. i. niet anders zijn dan dit »Het is niet alleen wenschelijkmaar ook noodzakelijk, dat de Bond zich thans over de regeling van het kiesrecht uitspreke De tweede vraag luidt »Zijt gij van oordeel, dat de kies rechtregeling volgens de wet Van Hou ten aan zóó groote gebreken lijdt, dat eene nieuwe regeling wenschelijk is r (Rapport pag. 120 sq Ter kenschetsing van den gedachten- gang der Commissie in dezen behoeven we slechts deze zinsnede aan te halen Wie bedacht ooit eefi stelsel, erbarme lijker dan het aangiftestelsel van onze kieswet Is er een krachtiger veroor deeling denkbaar Dit vernietigend oor deel alleen is o. i. dan ook al voldoende, om op de vraag te doen antwoorden »Ja, de kiesrechtregeling volgens de wet Van Houten moet vervangen worden door eene nieuwe regeling". Doch er is veel meer. Volgens de Commissie is er niet alleen een funda- menteele grief tegen de wet-V an Houten in te brengen, maar zijn er ook nog twee hoofdsoorten van bezwaren aan te voeren en wel le Die van materieelrechterlijken aard delen, als ik iets bekomen wil, dat ik zonder falen altijd tot mijn doel kom. Blijf voor loopig in mijn huis Is het hier ook zoo aangenaam niet als gij in Büchenholm gewoon zijt, toch zal uw verblijf hier aangenamer zijn dan in het heidehot. In elk geval zijt gij hier voor den graaf beschut.... Constance maakte geen opmerking. Zij voelde zich gerust vrij te zijn van den graaf en weldra tot haar vader te kunnen weder- keeren. V. Als de graaf de heide achter den rug had, verliet hij de hoofdstraat en sloeg een zijweg in, die hem zeer bekend Bcheen te ziju en bleef eindelijk voor een klein huis, hetwelk een herberg was, stilstaan. Dit huis stond daar alleen hoe ver men den blik ook uit strekte, andere woningen waren niet te zien. Het rniechen der wielen had de aandacht van den herbergier gewekt die voor zijne deur kwam Btaan. Het was een man van middel bare grootte, met ros haar en een afstooteud gezicht. Zijn-, oogen helderden op als hij den graaf, oodanks de vermomming welke hij aangenomen had, plotseling herkende. Ah, mylord, zijt gij daar, riep hij op vertrouwelijken toon. Wij dachten, dat gij ons gansch vergeten badt. De kapitein meende dat gij niet meer komen zoudt en wilde het anker lichten. Het gerecht is op zijn spoor Wanneer verwacht gij den kapitein hier vroeg hij den waard haastig, terwijl hij van den bok sprong Hij iB in huis, mylord. Hij neemt zijn schuilplaats hier zoo gauw hij gewaar wordt dat men hem vervolgt. Wilt gij binnen komen In plaats van een antwoord te geven, wenkte de graaf den spreker tot zich en zeide fluisterend Er zijn twee personen in den wagen. Gij zult een waakzaam oog op h*n houden en hen in huis brengen. Ik moet h-n voorloopig hiex laten. Zet den wagen op 't droge, Zooals gij het verlangt, mylord, ant woordde de baas en knipoogde beteekenisvol.... en 2e die van formeelrechterlijken aard. De materieelrechterlijke bezwaren zijn kort saamgevat, voornamelijk de vol gende Ons kiesstelsel is zoo al niet wettelijk een censusrcgeling, in de practijk komt zij hierop toch neer. Immers, feitelijk heeft zij voor het meerendeel belasting betalers tot de stembus toegelaten. Bovendien, de belastingbetaler krijgt zijn recht ongevraagd, de anderen moe ten zich in bezit er van stellen door bepaalde handelingen. En ofschoon de Commissie niet geheel en al eenstemmig dacht over de vraag: Waarom mag de belasting niet gelden als eenige feitelijke maatstaf ter bepaling van geschiktheid voor het kiesrecht, toch veroordeelt zij in princiep eenparig eene regeling, die feitelijk in hoofdzaak rust op den census en hiermede dus de bestaande regeling bij ons te lande. Ook tegen de andere materieel wet telijke kenteekenen heeft zij groote be zwaren. Waar ze het over £e woningkiezers heeft, zegt ze ergens In verschillende gemeenten wonen bijv. ook een aantal anarchisten, misschien van onbesproken levenswandel, maar menschen, die van daag liever dan morgen den huidigen staatsvorm ten onderste boven zouden willen gooien, in betere huizen dan vele trouwe dienaren van Koningin en Va derland. Ook de loon- of pensioenkiezers worden aan een ernstige critiek onderworpen. De groote meerderheid der Commissie kan niet inzien, en is tegenover de kleine minderheid van oordeel, dat een bepaald loon, en zeer zeker een zóó laag mini mum loon als in de tabel voor de ver schillende gemeenten wordt gesteld, en 'een gering aantal dienstbetrekkingen, in geenen deele iets omtrent zijn politieke mondigheid kunnen bepalen. Nog sterker drukt zij haar afkeur tegen dit wettelijk kenteeken uit, waar ze zegt, dat het grootste, het meest belangrijke politieke recht vaak hangt aan een stui vertje. Ook wijst ze op de losse arbei ders, die door den eisch van een maxi mum aantal dienstbetrekkingen, buiten het bereik van het kiesrecht worden gezet. Kortom, de materieel-rechterlijke rege ling in de kieswet is voor de groote meerderheid der Commissie in allerlei opzichten slecht. Ga maar binnen, ik zal alles wel naar uw welgevallen schikken. Hij opeude de huisdenr en liet den graaf binnen. Deze trad in de kleine gelagkamer, welke met tabaksrook eevuld was. Aan eene tafel, in het. midden der kamer, zat een man van middelbaren leeftijd, die zijne pijp rookte en een duister, afstootend voorkomen had. Gij zijt dan toch gekomen, mylord, zei de man met ruwe stem Ik had reeds het gedacht zonder u te vertrekken. Waar is de lading? Willem heeft ze in bewaring antwoordde de graaf Ik denk dat het raadzaam is de leis zoo gauw mogelijk te ondernemen. Kapitein Gewis 1 mylord, antwoordde de aange sprokene op eenen toon, als ware dit gansch natuurlijk. Op het water kau men mij niet achtervolgen en op het droge land voel ik mij niet al te gernst. Welk deel van den aardbol is ditmaal het doel uwer vaart Cuba Ik hoop dat ik de zeeschuimers onlSDappen zal, welke de zee aldaar tegen woordig doorkruisen, antwoordde de kapitein. Cuba, hernam de graaf, als tot zichzel- ▼en sprekend, dat is voortreffelijk Eens daar zullen wij beiden ons om niets meer te bekommeren hebben, Wanneer gaat gij in zee steken, kapiteiu, voegde hij er luidop bij. Daar ik dezen avond volle lading heb, vertrek ik nog heden, antwoordde hij De wind is weder gunstig, en ik zal maar gerust ademen als ik met mijn schip in volle zee zal zeilen. Dan is onze zaak voor dezen keer afge maakt. zei de graaf, terwijl hij een buidel vol geld op de tafel legde. Later zal ïkimsschien uwe diensten nog noodig hebben. In deze beurs is de beloofde belooning. Goeden dag Dank u mylord, goeden dag, antwoordde de kapitein, terwijl hij do beurs opende, het geld uitschudde en heg n na te tellen. De graaf ging buiten, overtuigde zich dat de eigenaar der herberg de wagen in zekerheid had gebracht, wisselde nog eenige woorden met hem. stak hem een vijffrankstuk in de hand, sprong te paard en reed weg om naar het oude Heidehof weer te keeren. Nina en Jozef zijn uit den weggeruimd murmelde bij, als hij een eind wegs afgelegd had Maar nu moet ik Constance in zeker heid brengen, Ik denk, zooveel invloed op haar te hebben, dat zij mij niet verraden zal. Als ik dan Elsie tot zwijgen brengen kan, zal alles nog goed afloopen. Maar dan moet ik alles inspannen om Robins huwelijk met lady Emmeline tot stand te brengen. Deze zaak is in vergelijking met de andere, veel moeilijker maar ik twijfel niet, dat hij toch eindelijk toestemmen zal. Met nieuw» hoop vervuld dat zijn duivelsch plan hem in alles gelukkeu zcu, reed de graaf peinzeud voort, totdat hij het oude heidehof bereikte Hij sprong van ziju paard bond het aan eenen boom vast en onderzocht de deur. Alles was in denzelfden toestand als hij het verlaten had en hij was over die waarneming zeer te vreden. 'Hij ontbond de koorden, schoof den grendel terug eu opende de deur. Hij begat zich recht naar de kamer van CouBtance. Maar verschrikt en verrast bleef hij eensklaps aan den ingang staan. Het vuur brandde nog in den haard, de kussens lagen nog op den grond, maar Constance was verdwenen Een oogenblik stond hij als aan den grond genageld; dan ging bij met koortsigen haast door de kamer heen en weer. Hij onderzocht da vensters. Alle waren van binne'- gesloten ook waren zij langs den kant der strant zoo hoog, dat het meisje het riet kon gewaagd hebben langs daar te ontvluchten. Hij door zocht gansch het huis, maar te vergeefs Wat mag dat bateekenen vroeg hij zich af radeloos staan blijvende. Is het mogelijk dat zij ontvlucht is? Maar hoe zou zij hare vlucht bewerkstelligd hebben?.... Ware Llsie teruggekeerd om hire vriendin te verlossen, dan toch zou zij zich de moeite niet gag- ven 'hebben weder de deur te vermaken. Dok is het onmogelijk dat zij. gedurende dien kort. n tijd en dan nog te voet naar Wallhorst en met eene geleidster tamgkeeren kon Ho- dat raadsel opgelost Hij stapte, in gedachten verzonken, de kamér eenige malen op en af, doorzocht nog eeDS het huis maar zonder beter gevolg als de eerste maal. Hij kwam weder in de kamer, 1 i ji trad aan het venster en blikte eene wijl in de blauwe lucht. Hoe gevaarlijk het waagspel ook tij, begon hij tegen z>ch zelven spreken!, ik wil het toch beproeven Ik zal naar Wallhorst rijden en zien of beiden daar aangekomen zijn. Is alles bekend dan moet ik zoo gauw mogelijk van hier vluchtenKapitein Hancke vertrekt heden nog naar Cuba en dan zal ik hem ver gezellen..,.. Hij verliet het oude gebouw wedsr, verzekerde de ingangsdeur, sprong weder in den zadel en reed over de heide naar VV allhorst. Om zich aan de blikken der arbeiders, die op het veld m ebten bezig zijn. te onttrekken sloeg hij eene weg door het woud in. Als hij den woudweg bereikt had, ontmoette hij dacr toevallig den zelfden knaap die den vorigen dag Nina's brief aan Elsie gebracht had Onwillekeurig kwam de gedachte in hem op dat deze hem wellicht eenige bijzonderheden zou kunnen meedeelen over de zaak die hem zoozeer bezig bield, daar hij gekend was om in, die streek gedurig rond te zwerven. Hebt gij onlangs hier niemand op dezen w«g gezien? riep hij den knaap toe. De jongen staarde hem eene wijl onthutst aan. Maar als hij den graaf herkende nam hij zijne muts af en zei Ik heb bier niemand meer ontmoet sedert dat ik die jonge juffrouw gezien heb, mijnheer. Welke jonge juffrouw vroeg de graai verbleekend. De jonge dame uit het slot, miss Liddon antwoordde de knaap, lk bracht haar eenen brief van een jong meisje. Wat zegt gij daar bruiste de graaf. I)a kaaap begon te beven in al zijne lede maten en deinsde achteruit. a Wat beteekent dat riep de graafBpreek ras en verzwijg mij niets 1 1).. W»,anp de- ldH-h-m mee si wat hij wist De graaf luisterde met p.-pannen aandacht Iu 7ÜU" ov.M ijling vergat hij te vragen wanneer - e k"' ..sp hel jolig* m< bj gezien had Hij naAhter niet aan dat h-t gist- ren geweest was en de knaap wist niet dat d- ze m"dedeeling voor den graaf van groot gewicht kon zijn. (Wordt vervolgd.) i liH] I I

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1908 | | pagina 1