Nummer 22.
Zondag 14 Maart 1909.
32e Jaargang
Tweede Blad.
Gemeenteraadsvergadering.
1
Reclame.
Ingezonden StukLen.
el8, r
DUSSEN.
Openbare vergadering van den ge
meenteraad op Donderdag 10 Maart des
namiddags ten half drie uur.
Voorzitter de Edelachtbare heer van
Honsewijk.
Ongeveer kwart voor drie uur opent
de Voorzitter de vergaderingaanwezig
de heeren Leemans, van Beurden, van
Dalen, L. v. d. Pluijm, v. d. Koppel,
Verhoeven, A. van Honsewijk, Schoen
makers Verschoor en van Honsewijk
aiwezig met kennisgeving het lid P. v.
d. Pluijm.
De Voorzitter verzoekt den Secretaris
voorlezing te geven van de notulen der
vorige vergadering.
Deze worden na voorlezing onveran
derd goedgekeurd en vastgesteld.
AAN DE ORDE:
1 Wijziging begrooting van inkomsten
en uitgaven voor het dienstjaar 1909
Van Ged. Staten is een nota van aan
merking op de begrooting gekomen,
wijl deze niet voldoet aan de eischen
Er komt n.l. niet op voor een post voor
onvoorziene uitgaven.
De secretaris zegt dat Buig. en Weth.
voorstellen eenige posten wat minder te
ramen en doet daarvan voorlezing.
Wordt goed gevonden-
2 Benoeming van een lid van het
Burgerlijk Armbestuur.
Door den secretaris wordt voorlezing
gegeven van een schrijven van den heer
Ansems-
Hieruit blijkt dat hij zijne benoeming
tot lid van het Burgerlijk Armbestuur
niet aanneemt.
De Voorzitter. Er is nou dus een va
cature open en moeten wij een andere
benoemen.
De Secretaris Candidaten zijn de hee
ren L- de Bot en J. v. d. Pluijm
De Voorzitter. Leden van het stem
bureau zijn Schoenmakers en van de
Koppel.
Gekozen wordt L de Bot met 6 stem
men.
3 Ingekomen stukken.
a Schrijven van M. Heijmans nacht
waker en onbezoldigd rijksveldwachter
te Hank, houdende verzoek om ontslag
met ingang van 31 Mei.
Wordt besloten met 31 Mei ontslag
te verleenen.
De heer Schoenmakers. Die wil er
dan tusschen uit.
b Afschrift Kon. Besluit, houdende
goedkeuring verordening opcenten per-
soneele belasting.
c Idem goedkeuring Kohier H. O.
d Schrijven van Ged Staten, houdende
goedkeuring verordening regelende jaar
wedden onderwijzers.
e Schrijven van den heer van Gooi,
houdende mededeeling dat hij zijne be
noeming als lid van de commissie tot
wering van schoolverzuim aanneemt.
/"Schrijven van Ged.Staten houdende
goedkeuring rekening 1907 sluitende
in ontvangsten op f 20478.56 en uitga
ven op f 20513.42 alzoo met een na-
deelig slo van f 34 86.
g Een afschrift van een adres van C.
P. Schelle en anderen, allen vaders van
schoolgaande kinderen gezonden aan
den schoolopziener. Adressanten wijzen
er op, dat school C bezocht wordt door
140 leerlingen, waarvoor 3 onderwijzers
moeten zijn. Dat echter sinds 1 Sep
tember de onderwijzer Lemmens is ver
trokken en 1 Januari ook de onderwijzer
v. d. Ploeg, zoodat voor 140 leerlingen
slechts 1 onderwijzer is overgebleven,
2/3 der kinderen genieten derhalve geen
onderwijs en loopen langs de dijken
waar zij niets :.nders leeren dan ondeugd.
Adressanten wijzen er op, dat zoodoende
van het onderwijs niets terecht komt en
dringen er op aan om aan dien toestand
een einde te maken.
De Voorzitter. Dat is naar Ged. Staten
gezonden. Wij weten het ook wel, maar
wij kunnen er geen krijgen. Er zijn 2
sollicitanten geweest, doch ik geloof dat
deze reeds weer op een andere plaats
zijn benoemd.
De heer Verschoor. De jaarwedde zal
te laag zijn.
De Secretaris. O, de verordeningen
zijn klaar. Ik zal ze geven.
De heer A. van Honsewijk. f 50 boven
't minimum.
De Voorzitter. Ik zal in gesloten ver
gadering nog wat zeggen.
De Voorzitter tot het publiek op de een heelen tijd van nieuwigheden af-j boom en de benaming, dio m«n ze toekent der feiten, in alle vrijmoedigheid de mijne
tribune: Heeren ge kunt gaan, 't is af- waren; zij was bekend op die en die ™"JpnVRI1 '6 p 18 nog met 800
geloopen.» De vergadering is gesloten, capaciteit enz. enz. en nu komen we
weer voor nieuwe uitgaven l Zijn dit
(Buiten verantwoordelijkheid der Rrd-ictir.)
Mijnheer* de Redacteur
In uw nummer van 1.1. Woensdag ver
heugt U ons Waalwijksche belasting
betalers» onder het hoofdje «gewichtige
besluiten» met de verrassende mede
deeling, dat onzen gemeenteraad weldra
verschillende voorstellen zullen bet eiken,
waarvoor maareventjes een f30.000 zal
moeten worden geleend.
Gelukkig, geachte redactie, zijn het
nog slechts geruchten, die naar ik hoop
niet bewaarheid zullen worden, of mochten
er werkelijk voorstellen komen, dan hoop
ik, dat onze gemeenteraad met den
meest bekwamen spoed deze naar de
andere wereld zal helpen.
't Gaat toch niet aan. Er wordt maar
geleend, de schuldenlast wordt ieder jaar
grooter en grooter, de belastingen worden
hier opgedreven op een wijze die kan'
noch w al, raakt de hoofdelijkeomslag telken
jaren grooterSijmen, kan maar op de
proppen komen, we bevinden ons in
geen benijdenswaardige positie.
En waarvoor zal geleend worden.
Voor eene hernieuwing der trottoirs 1
Ongehoord, zijn die zoo slechts dat ze
op 't oogenblik eene dergelijke uitgaaf
wettigen Neen, beslist neen 1 Die
kunnen nog vele jaren goed mee, laat
ze nu niet van de beste zijn, er zal wel
meer zijn drt misschien na verloop van
tijd verbetering behoeft, maar dit dringt
allerminst, 't is een ongemotiveerde uit-
gaafLiet men eens een referendum houden
dan zou 4/s der inwoners uilmaken, dat
't best ging zoo, en nog vele jaren ook.
Nieuwe uitgaven gasfabriek, ja, dat
blijft duren, dat men nieuwe buizen voor
Baardwijk noodtg heeft 1» begrijpelijk,
maar dat aan de fabriek, afgescheiden
van Baardwijks aansluiting, weer ver
schillende nieuwe zaken noodig zijn, dat
snap ik niet, afgaande op de mededeeling
dat alles in orde was, en wij nu voor
Den Boom en zijne helpers.
Het .overige door het Bestuur ge
schrevene en dat eigenlijk niet tegen
mijn stuk is gericht, komt hierop neer.
lo. Dat enkele patroons zich tegen
over hunne werklieden op onbetamelijke
wijze uitlaten over den Geestelijken Ad
viseur der Vakvereeniging. Welnu, ge
beurt dit inderdaad door èénen of door
enkelen, dan protesteer ik bij dezen daar
tegen en keur deze handelwijze ten
sterkste af. (Dat had het Bestuur zeker
niet van >een lid van den Patroonsbond»
gedacht, wel? Maar zooals in mijn eerste
stuk noem ik ook hier zwart, wat zwart is.)
2e. Een antwoord op mijne vraag
of dan de patroons geen rechten meer
hebben.
Ik had in 't algemeen sprekend gezegd
dat wij op zoo verantwoordelijke wijze
en zonder grond van zoo leelijke dingen
waren beschuldigd. En nu moge het
misschien al waar zijn, dat er een paar
patroons zijn geweest, die niet hebben
gehandeld zooals het behoort, doch
daaruit kan men toch zeker nog niet
het recht afleiden, om de heele verecni-
gin? of de leden van den patroonsbond
te belakken en verdacht te maken.
En toch wat doet nu het bestuur
Precies hetzelfde als de eerste keer is
gebeurd.
Nu er enkelen zijn, die zich tegenover
hunne werklieden niet gedragen zooals
de billijkheid vordert, wordt door het
Bestuur der Vakvereeniging van de pa
troons in 't algemeen gezegd, dat
zimeer nemen dan hunne rechten.
Onmiddelijk daarop worden dan, als ter
bevestiging van het voorafgaande, enkele
feiten genoemd, die ik geef het toe
niet goed te praten zijn. Daaruit
zou dan blijken dat de patroons die
feiten hebben gepleegd.
Zie dat noem ik schandelijk, dat noem
ik onverantwoordelijk.
Wat zoudt gij wel zeggen, als wij pa
troons een» de verkeerde handelwijze
van eenige werklieden gingen opsommen
en die stelden op rekening van de werk
lieden in 't algemeen Zoudt ook gij
dat niet schandelijk noemen Welnu
doe dan aan ons niet, wat gij niet wilt
dat men u aandoet.
Wat betreft eindelijk de beschuldiging
als zou de Patroonsbond leden aan
nemen tegen de besluiten der vergadering
daarvan weet het bestuur zeker niets
af. Ten minste zoover mij bekend is,
kwam tot hiertoe nooit eenige klacht
over een patroon bij het Bestuur in.
Eindelijk zou ik nog aan den Geeste
liike Adviseur willen opmerken, dat het
niet bekend maken van den naam weinig
afdoet aan de waarde van den inhoud
van een geschreven stuk, temeer daar
Z. E toch weet te doen te hebben met
een lid van den Patroonsbond.
Een lid van den Patroonsbond.
Mijnheer de Redacteur
De Redactie van >De Leerbewerker*
doet het in haar nummer van 6 Maart
voorkomen, als zou de Patroonsbond,
bij het nemen van het bekende boete-
besluit, zelf overtuigd zijn geweest van
de onbillijkheid van het vastgestelde
arbeidscontract. Dit zou dan grootendeels
blijken uit hetgeen door mij persoonlijk
na het genomen besluit is gedaan en
gesproken.
Daar ik zelf de verantwoordelijkheid
diaag van mijne woorden en daden en
ik vast overtuigd ben dat door de Redactie
van »De Leerbewerker* het mij persoon
lijk betreffende, onjuist is weergegeven,
zal genoemde Redactie mij wel willen
veroorloven, tegenover hare uiteenzetting
te stellen.
Ik zal hier alleen spreken over die
feiten waarin de Redactie mij persoon
lijk heeft betrokken, wat evenwel niet
zeggen wil, dat ik instem met het overige
door de Redactie geschrevene.
Ik zal trachten kort te zijn.
De Redactie dan zegt: *Op 31 jan.
reeds zeide de Voorzitter van den Pa
troonsbond ten overstaan van 45 arbei
ders, alsmede het plaatselijk Bestuur en
Bondsbestuur, dat het fabrieksreglement
dringend moest herzien worden, en dat
dit ook spoedig zou gedaan worden*.
Ik moet dit beslist tegenspreken. Op de
hier bedoelde vergadering is door mij
wel gesproken over het bemiddelings
voorstel van den heer van Dortmond,
dat ik op uitnoodiging van den Geeste
lijken Adviseur persoonlijk aan de ver
gadering htb medegedeeld, maar 't is
onwaar dat ik aldaar zou gezegd hebben,
dat »het fabrieksreglement dringend
moest herzien worden en dat dit ook
spoedig zou gedaan worden*.
De Redactie zal zich vergissen met
eene later gehouden vergadering. Luis
ter Op 1 Februari kwamen de secretaris
van den arbeid, de heer v. Rijen met
den Voorzitter der Vakvereeniging bij
mij met het aangenomen voorstel en
tevens om art. 16, 17 en 19 van het
reglement te doen vervallen en art- 22
te wijzigen. Ik antwoordde, dat de heer
v. Dortmond op het laatste voorstel niet
zou ingaan en ik hiertoe niet kon advi-
seeren, om reden hetzelfde reglement
reeds door de werklieden van 30 patroons
was geteekend en ik het onbillijk vond,
juist van hem alleen meer te eischen
dan van de anderen.
Daarop antwoordde de heer van Rijen
Zoo. hebben ze het reeds overal onge
wijzigd geteekend Dat wist ik nietdan
is het zoo wat. Maar of er dan niet een
ar.dere weg was om de in conflict lijnde
partijen tot elkander te brengen. Of ik
als president van den patroonsbond niet
op mij wilde nemen, deze artikelen te
doen wijzigen in den zin als waarin ik
zelf ze wenschte toe te passenwant
dat het toch de bedoeling niet zijn zou
er het allerlaatste uit te halen.
Ik heb daarop geantwoord, dat ik als
president van den Patroonsbond gaarne
wilde meewerken om het geschil tot op
lossing te brengen, want dat het jammer
zijn zou, dat nu men het over de
hoofdzaak wellicht eens was om deze
artikelen de staking moest blijven voort
duren. En ik beloofde op eene binnen
kort te houden vergadering, het boven
gezegde aan de leden te zullen voorstellen
en mijn best te doen hen tot de aan
neming ervan te bewegen. Tevens gaf
ik, op verzoek van den secretaris, dezen
verlof mededeeling van deze mijne toe
zegging aan de vergaderde stakenden
te doen. Dit geschiedde.
De stakenden legden zich hierbij neer
en het conflict was de wereld uit.
Daarna d i. op 3 Februari ben ik naar
den Geestelijke Adviseur der Vakver
eeniging gegaan en heb Z.E. gezegd,
dat ik mijn woord als president had ge
geven en dit ook wilde nakomen en of
Z.E. mij de gewenschte wijzigingen wilde
ter hand stellen, ten einde ze aan de
eerstvolgende vergadering te kunnen
voorstellen-
Wat blijkt nu hieruit:
Niet dat de patroonsbond het contract
en reglement onbillijk achtten.
Ook niet dat ik de verlangde wijzigin
gen aan den bond zou voorstellen, om
dat ik de betreffende artikelen onbillijk
achtte, maar alleen om tot eene spoedige
oplossing te komen van het hangende
conflict bij den heer van Dortmond
Wel blijkt daaruit dat ik zelf het re
glement op mildere wijze wenschte toe te
passen dan de letter toelaat. En ik ver
trouw ook dat de andere patroons dit
zullen doen.
Vervolgens blijkt nog uit het boven
gegeven verslag, dat een toezegging
tot het voorstellen van meer genoemde
wijzigingen aan den Bond, door mij is
gedaan op verzoek van belanghebbenden
uit de wederpaitij en niet zooals men
met groote waarschijnlijkheid uit het
door de Redactie geschrevene zou moe
ten opmaken uit eigen beweging en
omdat ik de onbillijkheid van sommige
in het reglement opgenomen bepalingen
zou hebben ingezien.
Want tot op den dag van vandaag
houd ik eraan te verklaren dat mij èn
contract èn reglement billijk toeschijnen.
Dit neemt evenwel niet weg dat Ik de
uiaeii
U1S
Een merkwaardig gerat in 0isterw{jk
Wij publiceeren het rollende gerat uit
Ointerwijk, omdat wij ran oordeel zijn, dat
het belang inboezemt aan degenen alhier
die aan dezelfde kwalen lijden.
Mrjuffrouw P. ran den Braak, Hoog
straat te Oisterwijk, schreef ons: „Vanaf
mijn 16e jasr heb ik gesukkeld ik h d
last ran bloedarmoede cn bleekzucht en
trad spoedig mijn nierziekte op. Ik had
altijd pijn in de zijde en den rug en liet
deze pijn mij nimmer met rust, ook nachts
niet, zoodat ik nooit rustig sliep. Van het
begin af aan werden alle pogingen in bet
werk gesteld om mij te genezen, maar het
resultaat was gering. De erne nier had
zich verplaatst en door bet niergruis in de
urine leed ik onzegbare pijn b;j de looting.
Het water was troebel en z«g donker ran
kleur. Ik was altijd even afgemat en niet
in staat tot eenig werk. Doordat ik niets
beter werd, verloor ik alle moed om te «e
nezen en toen ik boorde «preken o«er
Foster's Rugpijn Niervn Pillen, besloot ik
deze nog eens te probeeren en wanneer ze
mij niet hielpen mij iu mijn lot te echLken.
Ik kan U echter naar waarhei I zeggen,
dat ik nooit een beter middel gehad heb.
Al zeer spoedig kreeg ik e«n Hinken eet-
lu-t, terwijl mij vroeger nooit iets *m -akte.
De urine werd helder en de rugpijn nam
af. Als ik van het b'-gin af aan Uw genees
middel gekend bad, zou ik spoedig genezen
zijn geweest en niet al die j.ren hebben
behorven te iijden. Velen h bb n mij al g»*-
vrasiid wat. ik toch geb uik, want da', ik e
tegenwoord'g uitzie alsof ik nooit iet* ge-
inankeerd heb
2 jaren later zegt Mej. v-d Brank
„Ik bid nooit kunnen denken, dat ik van
•nij i verouderde nierziekte -4 zou komen.
Tot mijn groote vreugde kan ik U bench-
en, dat ik sinds bet geb'Uik van Foster's
Rugpijn Nieren Pillen veel vooruitgegaan
en. Ik ben een heel ander rnensch ge,wo -
i-iiiUw pillen hebb-n me uit»trkend Kehol
pen ei. ik kan ird- re Lierlijder op'ectu
,;»nr*den er een p oef mede te nemen,
(w.ir) F. V. Breugel- v. d. Braak.
De handteekening van Jxinea Foster.op
doos is een waarborg, dat gij de ech'
F »s:pr's Rugpijn Nieren Pillen krijgt Z'l
yij»» t' Waalwijk verkrijgbaar t'ij de firma
Wed Orie Dtimoulin, Markt. Toez^ndinv
gvscbindt franco na onlangst van postwissel
tk f 1,75 voor êê-\ ot f 10.-voor «es doow n
voorstellen der gascommissie
Ik durf in elk geval 't vertrouwen uit
spreken, .dat onze vertegenwoordigers
eens ter dege de zaken zullen nagaan
en krachtig opkomen voor de belangen
der ingezetenen en niet zullen goedkeu
ren, dat de duizenden zullen worden in
den grond gestopt, wat zij doen, als zij
goedkeuren de geheele vernieuwing der
kwad gfkozen.
Voor d^gfnun die deze kwestie hebben aan
gehoord. ral na het lezen dezer regelen wel
duidelijker zijn welke voor- en nadeelon aan
een goede snoei verbonden zijn.
Waalwijk Maart 1909.
FRITS VAN BLAD^,
Leerling aan de Rijkshoogere Tuin
bouwschool te Wageningen
Mijnheer de Redacteur
Op het ingezonden stuk van het Be-
trottoirs, wat m. i. een onnoodige uitgave stuur der R. K. Vakvereeniging antwoord
is en onnoodig de belastingen opdrijft ik, dat genoemd Bestuur het door mij
en werkelijk, wij behoeven in Waalwijk aangevoerde vrijwel onbeantwoord laat.
ook al niet naar noodelooze uitgaven te Alleen word ik verwezen naar »De
zoeken. Moet er hier of daar gerepareerd Leerbewerker» van 6 Februari Maar
worden, best, men doe dat uit de gewone 't is juist daartegen dat ik mijne uiteen
middelen. Ik vertrouw namens vele in- zetting van het verloop der onderhande-
gezetenen van Waalwijk te spreken en lingen heb gesteld. Het is zooveel ge-
betuig U, geachte redacteur, mijn besten zegd als ik blijf bij hetgeen ik schreef.
Nu dat zeg ook ik. Ook ik blijf bij
hetgeen ik schreef.
dank. Een belastingbetaler.
Waalwijk, 13 Maar* 1909.
Naar aanleiding van een gesprek deze week
gevoerd door mij en een ander vakm iu dezer
plaats over de kwestie diktegroei en ontwik
k-ling onzer boomen heb ik terwilln van het
vak en op verzoek van eenige toehoorders
b-sloteu deze zaak in dit blad eens nader
toctelichten. Mogelijk kan een en ander zijn
nut h» bben.
Wanneer we over de diktegroei van den
stam spreken moeten we onderscheid maken
tusschen de z g. eenzaadlobbige en twej
zaadlobbige planten Deze Latf-te vormen
jaarringen die we bij het doorzagen van een
tak of stam van beuk, eik, iep. enz, enz.
roed kunnen onderscheiden, de eerste hebben
echter weinig diktegroei van den atam en dit
weinige komt alleen doordat de cellen en
vaten waaruit de stam is opgebouwd zelf wat
dikker, breeder en grooter worden De loof-
hoornen, die wij langs onze wegen, ir parken
-n tuinen aanplanten, zijn, we kunnen wel
zeggen, alle tweeznadlobhigo planten waarbij
lus ieder jaar «ene verdikking vau den stam
plaat 8 heeft, doordat er en jaarring bij ge
vormd w rdt, V or de vorming van zoo'n
nimwen jaarring, dia zich onder den bast en
bu ten om den bestaande vormt, is dus nieuw
voedsel noodig
Dit voedsel bouwt de benoodigde cellen op,
begrijpelijk ia het dat hoe meer voedsel toe
gevoerd wordt, hoe dikker deze laag bont,
dus hoe dikker de jnarrit.g zal worden.
Indien een boom dus goed gevoed wordt zal
dit tot den diktegroei van zijn stam veel
bijdragen, terwijl dan bij een exemplaar, dat
iu slechten voedingstoestand verkeert de dikte
groei beduidend mir.der zal zijn Nu is het
-en feit dat het voedsel, waaruit de plant
zich opbouwt in het blad wordt klaargemaakt
uit het koolzuur in de lucht en uit de voe
dingsatoffen die door de woitels opgenomen
worden Door de levende kracht van het
zonlicht wordt n 1 met behulp van het blad
groen uit het koolzuur en water het zetmeel
gevormd En ook in het blad uit een deel
van dit zetmeel w- er met de door de wortels
opgenomen at off-n het eiwit
I)ez« twee stofl-n. zetmeel en eiwitachtige
stoff-n, zijn het juist die de plant opbouwen
waaruit dus de c-llen gevormd worden en
aangezien ze in het blad met behulp van de
zon en het blad groen gevormd worden, els
we een flinke ontwikkeling eu dikte groei
willen tot atand brengen dus zorgen
dat er zooveel mogelijk blad aan den boom
Bit en dat zooveel mogelijk zon bij alle bladen
kan komen.
Nu mag hieruit niet afgeleid worden, dat
de boomen niet gesnoeid mogen worden om
dat dan ook minder bladeu zich zullen ont
wikkelen, het tegendeel ia waar ln de eerste
plaats znllen door een LOedeu suo*i minder
geweuschte takken verwijderd kunnen worden.
Hinderlijke takken behooreu weggesnoeid te
worden, of omdat ze te laag geplaatst zijn
en over haizeu en wpgrn hangen, of omdat
ze zoo sterk worden dat de hoofdtak zich
minder sterk kan ontwikkelen en er zoo
doende een minderwaardige stam uitgroeit
V»8t staat bet als e»-D paal boven water, dat
irdien de iepenboom«u in de stationstraat
lager vertakt waren en niet zooveel gesnoeid
behoefden te worden z« heel wat meer iu dikte-
«ro'-i zouden toenemen. Doch op iepeuboomeu
iu de 8ta:ionstrnat moet dus wol een andere
regel worden toegepast omdat ze hinderlijk
(schsd-lijk) zijn voor de meeste huiseigena-en
Bij vrucht boomen snoeit men ook in de
kronen de takken die te dicht op een zitten
weg en al wordt hierdoor wat blad wegge
nomen das eenige voedselbereiders, toch zal
door het meerdere zonl cht, dat de overige
bladen hierdoor outvaugen een betare voeding
»n groei plaats hebben, afgezien nog van de
vele andere voordeelen die aaa een goede snoei
verbonden zijn.
S oei dient dus vaak teworden toegepast,
mits op oord-el kundige wijze, alle takken,
das ook alle bladen wegnemen op één toptah
ra, kan wel gunstig werken om dezen t ip
flinker te laten groeien, voorden geheeLn
boom echter, en voor den diktegroei is dit
niet bevordelijk Bij de «tamvorming voor de
hoogstam kroouboomeu let men in de kwee
kerijeu wel degelijk hierop
Daar laat men aan den stam wat scheuten
zich ontwikkelen, die dienen moeten om dezen
stuin te helpen verdikken In den eersten tijd
w rdt dit weik dus niet alleeu aan den kroon
overgelaten, wat hier juiBt gezien is.
We mogen dus wel zeggeD, dat de bladen
wel mee de voornaamste organen zijn van den