rïunitner 30.
Zondag 11 April 1009
'12e Jaargang.
Tweede Blad.
Oe geheimzinnige vreemdeling.
Gsmeenteraadsvergadering,
MENGELWERK
IE
ri
lt.
ie
k.
>ij
Het was elf uur, het heele huis sliep
reeds, toen ik aan de huisdeur hoorde
schellen. Het was een hard, trillend,
lang-aangehoudea geschelblijkbaar trok
inen heftig aan den knop. De honden
in den tuin blaften woedend.
Ik sprong uit het bed en opende het
venster.
De nacht was nevelig, vochtig, on
doordringbaar duister. Te midden van
't geblaf der honden riep ik
Wie is daar
Een mannestcm gaf antwoord. Door
al het lawaai hoorde ik slechts de afge
broken woorden
Mar'hé zendt me, de logementhou
der voor een zieke hulp
Niets kwaads vermoedende, kleedde ik
me aan. Iedereen in het huis was wakker
geworden vrouw, kinderen, bedienden.
Ik stelde hen gerust.
Met een lantaarn ging ik naar de huis
deur.
Daar wachtte een man mehij was
klein maar breed gebouwd- Hij droeg
een vilten hoed, een jas met hoog op
geslagen kraag.
Haastig verklaarde hij mij, terwijl ik
de honden tot stilzwijgen bracht
Ik heb een vriend in de herberg
in het dorp. Hij is plotseling ziek ge
worden en heeft dadelijk geneeskundige
hulp noodig Een m#nschenleven staat
op het spel. Men heeft me verteld, dat
u een automobiel hebt. Zoudt u mij den
dienst willen bewijzen, mij naar uw dokter
in de stad te brengen Ik zal hem het
geval uiteenzetten cn wij zullen den
dokter meenemen
Het gold hier een goede daad. Daar
om aarzelde ik niet Ik zei tot den on
bekende, terwijl ik de huisdeur opendeed
- Het is goed help me maar.
We schoven samen de auto uit de
garage.
Toen riep ik mijn vrouw, die angstig
stond af te wachten bij 't geopende ven
ster, eenige verklarende woorden toe.
De man was ordertusschen bezig met
het voertuig, hij betastte de banden.
Hebt u genoeg benzine
Ik antwoordde hem
Ik heb een enorm groot reservoir!
dat is nog heelemaal vol en bovendien
nog eenige liters in reserve. Een ge
woonte van mij Men kan nooit weten,
wat er gebeurt.
Dat is zoo, zei hij.
Ik maakte den motor aan den gang,
sloot de huisdeur dicht cn wij reden weg.
De onbekende zat naast mij.
Hij prees clen kalmen, vasten gang
van mijn auto.
Gevleid, vertelde ik hem van mijn
snelle tochten, hoe ik er van hield, heu
vels en bergen te nemen en dat ik ge
durende een vol jaar van stoute ritten
nog geen ongeluk had gehad.
Wij reden langs een effen weg. Mijn
lantaarns gaven ver voor ons uit licht.
Ik was vertrouwd met den weg.
Over tien minuten zijn we in Sens.
Toen keerde plotseling de man mij
zijn gezicht toe-
Luister, meneer. Ik heb geen zieke,
ik wensch geen dokter. Ik moet dezen
nacht nog ver van hier. Niemand mag
het weten. U moet me naar Orleans
brengen, twintig mijlen van hier. Voor
het aanbreken van den dag bent u terug.
De winternachten zijn lang.
Ik begreep er niets van.
Ik dachtDit is een krankzinnige en
instinctmatig remde ik.
Maar toen het voertuig langzamer ging,
legde de man zijn hand zwaar op mijn
arm en zei op woesten onheilspellenden
toon
Geen gekheidRijd snel, of de
hemel zij u genadig Overigens mag
u wel weten, wat het is. Ik had vannacht
onaangenaamheden met uw buren, de
Duports. Ik wou bij hen inbreken, eenige
kleinigheden wegnemen. Maar toen ik in
den salon werkte", kwam de heer des
huizes aan, zoo uit zijn bed, met een
kaars in de eene en een revolver in de
andere hand in de kamer. Toen moest
ik me toch verdedigen, niet waar? Ik
had mijn mes en sneed hem de keel af.
Maar toen kwam de vrouw, met loshan
gend haar, eveneens met een kaars
Zij begon te schreeuwen Natuurlijk
maakte ik haar stom Maar daar komt
nog iemand, altijd door diezelfde deur.
Ditmaal de dochter. Ik verloor mijn ge
duld. Ik deed, wat ik moest doen
En kunt u gelooven, dat het nog niet
uit was, dat de kleine jongen ook nog
kwam en door zijn schreeuwen bijna de
heele buurt had wakker gemaakt
Ik voelde, dat ik een rood hoofd kreeg
en toch liepen me koude rillingen langs
den rug. Ik moest den man tot eiken
prijs tot zwijgen brengen. Met de han
den aan den stuurstang luisterde ik
huiverend.
Opnieuw beproefde ik den gang van
dc auto te verminderen.
Maar de man gelastte mij op beve
lenden toon
Ik verbied u stil te houden 1 Be
grepen Overigens is dat doelloos. Ik
kan zelf sturen.
Velschillende gedachten dwarrelden
mij door het brein. Waarom heeft hij
de auto niet genomen, terwijl ik de deur
van mijn huis sloot.
Hij scheen mijn gedachten te raden,
want hij zei in eens
Ik wou door u gereden worden.
Had ik uw kar zelf gestuurd, dan zou
ik er later last mee hebben gehad. Ik
zou zijn opgevallen. Nu kunt u haar
terugbrengen En u u zult zwijgen.
Van dat oogeublik af begon een stil
zwijgende rit. Wij reden door streken,
welker ondoordringbare duisternis onze
zoeklichten trachtten te doorboren, door
hooge, sombere bosschen, over gevallen
bladeren, door slapende dorpen, waarin
de honden luide blaften.
Voor een politiebureau beproefde ik
nog eens stil te houden, maar de man
dwong mij met een trap van zijn voet,
om verder te gaan.
VerwenschtRijd verder U
weet het, op een lijk meer of minder
komt het me niet aan.
Daarbij haalde hij zijn mes te voor
schijn.
De schrik verlamde me Ik was
ongewapend, lk had vrouw en kinderen
thuis.
Zou ik mijn leven opofferen, om mis
schien den dood van mijn buren te
wreken
Wij reden verder.
Opgejaagde hazen liepen over den
weg in het licht van onze zoeklichten.
Dc man zei lachend
Mijn idee was heel eenvoudig, maar
goed De politie houdt alleen rekening
met de snelheid van haar gendarmes.
Het zal niemand in den zin komen,
morgen middag in Orleans den dader
van een misdaad te zoeken, 's avonds te
voren gepleegd te SensOp den
spoortreiu zou ik hebben moeten wach
ten, de beambten zijn bovendien zoo
wantrouwig, zij spionneeren en maken
rapportNiets beters dan een auto
mobiel 1
Ik had nu nog maar één hoop 1 een
ongeluk. Ja, ik leerde dien gemoedstoe
stand kennen, waarin men verlangend
uitziet naar een ongeluk Door den
dood ontkwam ik aan elke medeplichtig
heid aan zijn schuld.
De gummi-banden waren nog nieuw,
zou ik doen, of ik een ongeluk kreeg
Maar de man had zelf verstand van
automobielen, ik zou hem niets wijs
kunnen maken.
Wij reden verder.
Herhaaldelijk had ik reeds den weg
naar Orleans afgelegd. Ik kende elke
kromming van den wegik vond dien
met wonderlijke zekerheid. De man dreef
me steeds aan
VooruitSneller Sneller 1
Bij een helling dacht ik een dood,
een vrijwillige dood in den afgrond. Dan
had ik ook den moordenaar ter dood
veroordeeld.
Maar mezelf ook. En ik verwenschte
mij om mijn lafheid. In plaats van den
schavuit neer te vellen, of uit te leve
ren, hielp ik hem ontvluchten
Want dat deed ik werkelijkIk
bracht hem tot aan het station va^ Or
leans. Daar sprong hij uit mijn auto en
bedankte mij met een lachje voor mijn
hulp. Hoe ik thuisgekomen ben, weet
ikzelf niet. Telkens onderweg was ik
weer van plan, om naar de politie te
gaan, en den man aan te geven, maar
dan zou ik er zelf ook ingeloopen zijn,
en ik dorst niet, ik was bang in mijn
zenuwachtige overspanning, die me deed
rillen in de nachtlucht, alsof ik de koorts
had
Het was reeds morgen, toen ik in ons
dorp kwam, en wien zag ik daar 't eerst
Den heer Duport, mijn buurman, die zijn
hoofd buiten het raam stak eD mij be
groette. Ik hield met een ruk mijn auto
stil, sprong er uit en kwam naar hem
toe
Wat zal ik nu nog vertellen Ik was
dubbel beetgenomen door een gauwdief.
Het verhaal van zijn vierdubbelen moord
was evenzeer gelogen als dat van zijn
zieken vriend en zijn verlangen naar een
geneesheer.
Wie die vreemde, geheimzinnige man
dan wel was Wij dachten allen aan een
krankzinnige, Eerst een paar dagen later
hoorden wij van den kassier eener bank
instelling te Sens, die op den loop was
gegaan met een gioote som. Zijn signa
lement kwam precies overeen met dat
van den man, dien ik had helpen ont
vluchten
Voor de overige verbeteringen zouden wel niet goedkeuren. Als ik mij goed
RAAMSDONK
Openbare vergadering van den ge
meenteraad op Dinsdag 5 April des
voormiddags ten 10 uur.
Voorzitter de edelachtbare heer Ridder
de van der Schueren.
Ongeveer 10 uur opent de Voorzitter
de vergaderingaanwezig de heeren
Kamp, Mr. Heere, Simonis, van Laarho
ven, De Wit, Dorrenboom, Timmermans
De Bruijn, de Bont, van Dongen en
Zijlmans.
De Voorzitter verzoekt den Secretaris
voorlezing te geven van de notulen der
vorige vergadering.
Deze worden na voorlezing onveran
derd goedgekeurd en vastgesteld-
AAN DE ORDE:
1. Ingekomen stukken.
a. Schrijven van Ged. Staten, houden
de vaststelling kohier hondenbelasting.
b Idem, houdende goedkeuring af en
overschrijving op de post van onvoor
ziene uitgaven.
c. Idem, houdende mededeeling, dat
wij het geschenk van Mr. Heere mogen
aanvaarden.
d. Idem, houdende goedkeuring sala
risregeling onderwijzers.
e. Procesverbaal van kasopneming.
De Voorzitter. Door Burg- cn Weth.
is procesverbaal van kasopneming ge
daan; uit het onderzoek is gebleken dat
de boeken ordelijk en regelmatig waren
bijgehouden en dat het dienovereen
komstig bedrag, f930.09Va in kas aan
wezig was.
f. Ingekomen schrijven van den heer
A. Biesen te Raamsdonksveer, houden
de verzoek om van gemeentewege aan
gesteld te worden als omroeper, zonder
lasten voor de gemeente.
De Voorzitter. Ik stel voor dit ver
zoek in handen te stellen van Burg. en
Weth.
Aldus wordt besloten.
g. Schrijven van de Kamer van Koop
handel en Fabrieken te Raamsdonksveer
houdende verzoek om te Raamsdonksveer
een bureau van aangifte te stichten.
De Voorzitter. Ik stel voor ook dit
schrijven in handen te stellen van Burg.
en Wethouders.
Aldus wordt besloten.
Hierna doet de Voorzitter nog mede
deeling dat de aanbesteding voor de
werken aan de Melkhaven heeft plaats
gehad en dat de werkzaamheden zijn
gegund aan den laagsten inschrijver A
van Loon.
De ingekomen stukken worden voor
kennisgeving aangenomen.
2 Aanbieding verslag van den toestand
der gemeente over 1908.
De Voorzitter. Kunnen de heeren het
verslag zooals het is aangeboden goed
keuren of wenschen ze voorlezing.
Daar geen der leden voorlezing ver
langt wordt het verslag goedgekeurd.
3 Voorstel van Burgemeester en Weth.
om wijziging te brengen in het plan der
bestrating van de wegen, met rapport
van de commissie van fabricage.
De Voorzitter. Op voorstel van de
Commissie is besloten tot verbetering
der wegen en daarvoor eene geldleening
aan te gaan van f 12000. Men heeft toen
besloten om dit geleidelijk te doen en
het eerst te laten verbeteren Sandoel,
Smidseind, de Bergen en Schans, daar
voor van de geldleening f3000 te ne
men- Burg. en Weth. wenschen hierin
eene wijziging te brengen en stellen voor
de Smidsstraat tot aan de sluis met
klinkers te verbeteren en verder de weg
vanaf de grens van Waspik tot over een
lengte van 200 meter te verbeteren. De
kosten hiervan zullen bedragen f 5000.
B. en W. geen geldleening willen aan
gaan, doch deze te doen betalen van
de gewone post van onderhoud.
't Ligt in de bedoeling om eerst de
verkeerswegen in beteren toestand te
brengen. Van de provincie krijgen wij
jaarlijks f 369.14 als vergoeding van
tolgelden, maar als wij niets ter verbe
tering doen dan zouden Ged. Staten ge
bruik maken van haar recht en dat be
drag inhouden.
De Voorzitter deelt verder nog mede
dat ook verbetering gebracht zal wor
den in de rioleering in de Kruispad.
De heer Simonis, Ik geloof wel dat
het in de geest zou vallen als op 't
Sandoel een voetpad werd aangelegd.
In die wijk woont het grootste gedeelte
der bevolking 't Kan daar naast de be
staande bestrating ook makkelijk worden
aangelegd.
De heer Zijlmans. 't Is de bedoe
ling, dat de andere wegen toch worden
hersteld zeker.
De heer Simonis- De reparatie aan
de wegen blijft doorgaan, niet waar.
De Voorzitter Zeker. Ia verband hier-
memede wilde ik ook nog zeggen dat
wij eerst den gemeentewegwerker zullen
vragen of hij genegen is de ver
nieuwing der wegen te doen. Wil hij
het niet, dan zullen wij het publiek
aanbesteden.
De gemeentewegwerker kunnen wij
hierin moeilijk passeeren.
De heer Timmermans- Zou hij dat bij
het gewone onderhoud wel kunnen bij
brengen
De Voorzitter. Hij zou het dan moeten
doen onder verplichting dat hij 2 a 3
mcnschen moet bijnemen en dat de
werkzaamheden in een half jaar gereed
zouden moeten zijn-
De heer van Dongen- Ik zou het pu
blick aanbesteden dan kan hij, als hij
dit verkiest ook inschrijven.
De Voorzitter. Omdat wij hier een
gemeentewegwerker hebben zou ik hem
niet willen passeeren-
De heer Mr. Heere. Ik zou dat werk
geheel buiten hem om laten aanbesteden
Hij is beslist noodig voor het onderhoud
der wegen
De heer Timmermans. Ik ben het ge
heel eens met Mr. Heere en zou hem
dan opzichter of zoo iets er over maken.
De heer Simonis. Ik dacht dat het
zoo de bedoeling was.
De heer Mr. Heere Hij moet de noo-
dige reparatie doen en daar heeft hij
steeds een geheel jaar door werk mede.
Opzichter daarover maken gaat m. i.
ook niet, daar is de gemeenteopzichter
voor- De aanbesteding kan wel gewoon
buiten hem omgaan.
De heer van Dongen. Dus u zou hem
er geheel willen buiten sluiten.
De heer Mr. Heere. Ik zou hem hou
den voor wat hij steeds heeft gedaan,
voor de reparatie
De Voorzitter. Dus van Strien zijn
dagelijksch werk laten doen en de
verbetering der wegen publiek aanbe
steden.
De heer Timmermans. De steenen die
uit de verbeterde wegen komen worden
zeker weer gebruikt voor het onderhoud
der wegen.
De Voorzitter. Die gebruiken wij voor
wegen die in slechten toestand verkee-
reu, zooals de Achterstraat en om in de
Suikersteeg een harde grondslag te
brengen. De nog goede heele steenen
zullen wij laten gebruiken in de Bergen,
Sandoel enz.
De heer Timmermans. Ik ben het met
't voorgestelde geheel eens, doch wat in
het rapport staat, dat er gevaar bestaat,
dat Ged Staten het bedrag voor de
vergoeding van tolgelden zal inhouden,
als daar niet eerst aan die wegen ver
betering wordt gebracht, daar maak ik
me in 't geheel niet ongerust over.
De Voorzitter. Ged. Staten kunnen
wel degelijk die vergoeding inhouden
als niets tot verbetering wordt gedaan.
De heer Timmermans. Niets aangedaan
zal worden, doch dat is nooit besloten
om er nooit niets aan te doen.
4. Voorstel alsvoor om een gedeelte
van den Stadsweg met boomen te be
planten, met rapport als boven.
De heer Timmermans. Mijnheer ue
Voorzitter, ik kan mij ten volste met het
rapport vereenigen daar waar het zegt
dat de uitgaven steeds grooter worden
en dat dientengevolge gekeken moet
worden naar nieuwe bronnen van in
komst. Deze bron van inkomst, nu door
Burg- en Weth. voorgesteld, kan ik even-
herinner, de nestors van den raad
zullen het zich nog wel goed herinneren
dan hebben daar vroeger, een groot
aantal jaren geleden, ook boomen ge
staan. De raad heeft toen echter besloten
de boomen te rooien, wijl ze zeer
om
veel schade aan den weg toebrachten.
Bovendien, art. 713 van het Burgerlijk
Wetboek zegt ook dat ieder die boomen
wil planten, verplicht is 2 meter binnen
z'n eigendom te blijven en dat die ver
plichting ook geldt voor de gemeente.
De gemeente mag in deze de particu
lieren dus niet voorgaan. De plaats zelve
is ook minder geschikt om er boomen
te planten, daarom stel ik voor niet op
het voorstel in te gaan. In een verloren
hoekje zou men gevoegelijk boomen kun
nen planten, maar niet op den Stadsweg.
De gemeente is verplicht om particu
lieren het planten van boomen op wegen,
indien het niet is volgens de wet, te
beletten, en de gemeente zelf zou daarin
voorgaan. Dat is niet in het belang der
gemeente.
De Voorzitter. Het is de bedoeling
om de weg die loopt van de Geul tot
de Bruijn te beplanten en die heeft daar
een breedte van 10,75 meter. Indien wij
de verplichtingen in aanmerking nemen
die ons het Burgerl. Wetboek oplegt,
dan blijft er nog een breedte voor een
rijweg over van 7,75 meter. Het ligt in
de bedoeling Canadaboomen te planten,
die groeien recht op. Als het in 't na
deel der wegen is, dan zou de Provincie
en het Rijk toch ook overal geen boomen
langs de wegen laten planten En waar
voor wordt dat gedaan Voor het voor
deel, anders niets. De weg van het Veer
naar Breda heeft een breedte van 12.50
meter. Dat zijn iepenboomen wier takken
de geheele weg innemen en dat zou
hier met Canadaboomen niet het geval
zijn. Men moet in aanmerking nemen
dat de uitgaven ieder jaar toenemen.
Van die boomen zou men nu wel eerst
over 20 jaar profijt trekken, doch men
moet alles doen om de kas te stijven.
Ik kan niet gelooven dat de boomen
schade aan de \^egen toebrengen.
De heer Timmermans De boomen zijn
daar wel degelijk geruimd, omdat in de
practijk gebleken was dat aan de wegen
zeer veel schade werd toegebracht en
dat zulks tegenwoordig niet meer het
geval zou zijn, dat betwijfel ik. Als wij
besluiten nemen om de straten en wegen
te verbeteren, dan moeten wij zeker niet
beginnen met boomen neer te zetten.
De heer Zijlmans Voor de naast de
weg gelegen landerijen is 't ook in het
nadeel. En aan boomen zal men niet
veel verdienen. Wij hebben een stukje
grond dat open ligt en daar zou men
boomen kunnen planten, maar ge moet
niet gelooven dat er iemand aan wil. En
voor een bakkatel zou men het kunnen
doen.
De heer Timmermans. Het bezwaar
van den heer Zijlmans als zou het plan
ten van boomen in 't nadeel zijn van
de landerijen is zeer gegrond.
De heer Mr. Heere Ik ben het geheel
eens met de heeren Timmermans en
Zijlmans. 't PlaDten van boomen langs
wegen is niet in 't welbegrepen belang
der gemeente, dat hebben wij bij onder
vinding geleerd. Vroeger hebben er ge
staan en nu zouden wij ons weer aan
hetzelfde euvel gaan blootstellen.
De Voorzitter. Dat het in 't nadeel is
voor de naast de wegen gelegen lande
rijen betwijfel ik, want waarom laten de
landeigenaars dan zelf overal knotwilgen
planten. Dat nadeel zal dus niet zoo
groot zijn.
De heer Timmermans. U zal zien, dat
daar, waar die knotwilgen worden weg
gedaan, er nergens meer w -rden bijge-
plant, althans geen enkel p ctisch land
bouwer doet dit in de la tste 10 jaar
meer.
De Voorzitter. Ik breng het voorstel
van Burg. en Weth. in omvraag.
Dit wordt verworpen met 8 tegen 2
stemmen en 1 buiten stemming. Tegen
stemden de heeren Dorreboom, Timmer
mans, de Bruijn, van Dongen, de Bont,
Zijlmans, Heere en Kamp. Voor de hee
ren van Laarhoven en da Wit, terwijl
de heer Simonis buiten stemming bleef.
5- Adres van J. J. Simonis-Poppelier
e. a. houdende verzoek om de straat-
goot langs hunne woningen in een bete
ren toestand te brengen met rapport als
boven.
De Voorzitter. Wij hebben een en
ander onderzocht en stellen voor daar
verbering in te brengen.
Aldus wordt besloten.
in
te