Nummer 32. Zondag 18 April I9Ü9 32e Jaargang. Tweede Blad. Gemeenteraadsveigadeiing, MENGELWERK OUDE LIEFDE. I. Neen, tante, ik ben niet ziek, alleen 'n beetje opgewonden zei Lilian Rendal tot de dame met de zacht blauwe oogen het slanke figuur, die haar in de uiskamer van Brent Cottage ontving. - En waar ben je opgewonden over 'roeg juffrouw Scott. - Dat wilde ik u vertellen. Geen ensch zal er iets van hooren, maar u kan ik vertrouwen, 't Is zoo gekomen. Verleden week was het 't jachtbal van het graafschap. Harold ging er niet heen en vroeg mij ook niet te gaan. Hij vond dat echter zelfzuchtig, trok zijn verzoek in en gaf me verlof, er heen te gaan op conditie, dat ik niet zou dansen met Maurice Denison, die er zeker zijn zou. Waarom wilde hij niet zeggen, maar hij drong er op aan, dat ik Denison zou ontwijken. Ik kende dien niet eens, dus trof dat verbod me niet. Maar op het bal ontmoette ik Denison, een knap en aardig jongmensch- De meisjes vochten haast om hem, ik voelde dadelijk afkeer van hem, maar hij toonde 'n duidelijke voorliefde voor mijn gezelschap. Ik heb verscheidene keeren met hem gedanst. Om de andere meisjes te plagen en jaloersch te maken. Neen. Misschien ook wel. Harold kwam het te weten en gisteravond vroeg hij me, of ik hem niets te vertellen had. Ik vatte vuur op den meesterachtigen toon waarop hij sprak. Hij vroeg als een recht, wat hij moest hebben gesmeekt als een gunst. Hij scheen het woord >verloofde« te verwarren met het woord >slavin.« Dat -zei ik hem en nog andere boosaardige dingen er bij. Ik meende ze heelemaal niet, heusch, en ik had verdriet, toen ik z'n gezicht wit zag worden. Ik kon ze niet terugnemen, hoe wel ik bijna huilde toen ik zag, hoe die dwaze woorden hem pijn deden. Hij luisterde tot ik klaar was en zei toen vriendelijk, dat hij niet gaf om al de nare dingen, die ik over hem had gezegd. Hij zou me vergeven en 't dadelijk ver geten, maar voor ik had gezegd, dat 't me speet, dat ik met Maurice Denison had gedanst zei hij, dat hij me met z'n gezelschap niet meer zou lastig vallen. Toen ging hij weg. Ik was thuis, voor ik me herinnerde, dat ik zijn ring aan mijn vinger had. Anders had ik dien dadelijk afgedaan en hem teruggegeven. Wat zegt u er van, tante 1 Is u niet aan mijn kant? Ik was er zeker van, dat u 't zou zijn en Lilian keek tante Hester verwijtend aan. - Je kunt er altijd op rekenen, dat je tante aan jou zij staat, liefste. Maar geef Harold Brewster fair play. In alle geval is Maurice Denison waard, dat je om hem kibbelt met Harold Brewster, die gemaakt heeft, dat alle meisjes je benijden omdat hij je heeft gevraagd zijn vrouw te worden. Zijn liefde voor jou heeft geen beproeving noodig. Neen, fluisterde Lilian, 't Spijt me took, want ik heb Harold liever dan ooit. Maar ik heb het bloed van de Rendals t Is 'n hartbrekende erfenis Wat heb k dikwijls gewenscht, dat ik net was als u, tante, zacht, geduldig, door niets ^e verstoren- U bent aan de naarste din gen ontsnapt door een zonnigen aard. Zoo, zei juffrouw Scott. Luister dan eens, meisjelief. Jaren geleden had een meisje van jou leeftijd een verloofde één van de edelste menschen. Hun liefde was zoet, hun huwelijk zou geluk kig zijn geweest. Als het meisje maar niet 'n trotsch karakter had gehad. Een zomer waren ze van dè partij op het jacht van 'n vriend. Het was 'n heerlijke (tocht, maar de begrensde ruimte van'n Ischip scheen het meisje aanleiding te geven haar verloofde te plagen. Op 'n dag kregen ze twist, waarin de man, eindelijk de kwelling moe, volop z'n deel had. Daarna spraken ze elkaar niet meer van, of het moest noodzakelijk zijn uit beleefdheid- Er gebeurde een ongeluk. Ze voeren door de fjorden van Noor wegen en zeilden onder een uitstekende klip, waar 'n diepe, gevaarlijke stroom ;ing. Plotseling helde het schip, het meisje verloor haar steun en sloeg over boord Er waren flinke lui genoeg aan boord, maar zij aarzelden een oogenblik. Dat oogenblik was genoeg, om den verloof de van het meisje te doen duiken in den gevaarlijken stroom, 't Was een ge vaarlijk werk, en 'n heele poos waren de lui aan boord vol vrees. Ten laatste werd het meisje gered. Spoedig kwamen beiden weer op orde. Het meisje wilde haar redder danken op de oude manier als verloofde- Hij nam beleefd haar dank in ontvangst, maar koud. Zijn hou ding bevreemdde haar, tot ze bemerkte, dat hij haar nog altijd hield aan haar booze woorden en er op wachtte, tot ze zouden worden teruggenomen. In weerwil van wat ze hem te danken had, wilde ze niet vernederd worden. Het tochtje eindigde en ook die liefdesge schiedenis. Het meisje kwam er doorheen met 'n glimlach op de lippen en 'n ge wond hart, een wond, welke er nog in is. Juffrouw Scott's stem ging over in een Snik. Onder het luisteren had Lilian de vertelster strak aangekeken. Nu sloeg ze haar arm om tante's hals. Ik weet, wie dat meisje was, tante. Ja, je weet, wie dat meisje was. Jij bent de eenige, wie ik het ooit heb verteld, Wegens de les, die mijn on dervinding je zou kunnen geven, heb ik voor jou het binnenste kamertje van mijn hart ontsloten. II. 't Was 'n prachtige lente-ochtend. In 'n hoekje in Cowden Wood lag Lilian Rendal languithaar gezichtje rustte op haar armen, haar armen lagen op 't groene grasveld. Ze lag onbeweeglijk, behalve dat ze nu en dan schokte, of ze snikte. Plotseling schrikte ze op en leunde op haar elleboogtranen stroomden langs haar wangen. Ze had zich alleen gedacht in het bosch op dat vroege uur. Maar er naderden menschen de wind droeg de echo van hun stemmen meehet eerste zwakke geluid deed Lilian de stem van Harold Brewster herkennen. Tot geen prijs mocht ze gezien worden. Haar verschijning zou iedereen verrast hebben. Tot Harold zou 't dingen zeggen, die ze nooit wilde, dat hij zou zien. De sprekers naderden Harold en zijn oom Kenneth liepen haar voorbij, zon der haar te zien. Maar aan den anderen kant van het boschje bleven ze staan. 't Is in-zelfzuchtig, zei Kenneth. Waarom zou je me verlaten, na zooveel jaren bij ons te zijn geweest Je krijgt alles, wat ik bezitjou heb ik noodig voor mijn ouden dag. Waar wil je naar toe Je besluit is even dwaas als on verwacht. Ik wil niet in je geheimen dringen als je me je vertrouwen kunt geven, doe 't. Is het een vrouw Ja, antwoordde Harold. Het is geen schande, dat te be kennen. Luister 'n oogenblik naar me. Je oom was eens in hetzelfde bosch nu als jij. Ik had 'n meisje. Ze was jong, ik niet veel ouder. Ik was juist oud ge noeg om mezelf wijs te vinden, maar niet oud genoeg om te weten, dat je 'n meisje niet aan haar woorden moet houden. Onze laatste kibbelarij was aan boord van het jacht van een vriend in de fjorden van Noorwegen. Na den twist gebeurde er een ongeluk en kwam haar leven in gevaar. Ik hielp haar redden toen zij bijkwam, wilde ze mij bedanken en onzen twist vergeten Ofschoon ik haar hartstochtelijk liefhad, was ik ezel achtig genoeg haar aan haar booze woorden te houden ik'koelde mijn trots ten koste van haar gevoel. Onze tocht en onze vriendschap eindigden. Ik ging op reis door Europa, kwam thuis en vestigde me op Cowden Hall. Nu ben ik 'n oude vrijgezel, m'n beste jaren heb ik achter den rug. Nu voel ik hoe veel liefde dit bijbrengt in het leven van den man en ik mis dat. Dertig jaar geleden had ik de gelukkigste man op de wereld kunr.en zijn, nu zijn mijn dagen vreugdeloos, door 'n vlaag van dwaasheid. Er klonk geen antwoord, toen Kenneth Brewster had geëindigd. Harold ging langzaam verder, zijn oom volgde hem. Lilian bleef alleen haar hoofd duizelde door de veelheid van haar gedachten. Maar niet alleen aan Harold en haarzelf dacht ze. Haar hoofd was vol plannen. III. Dienzelfden achtermiddag, toen Lilian alleen was, werd Kenneth Brewster aan gediend. Hij was 'n oud vriend van haar vader en ze heette hem welkom, of schoon ze 'n beetje vermoedde wat hij kwam doen- Vader is uit, zei ze. Maar nu u hier eenmaal is, moet u blijven eten. Vader zal bijtijds terug zijn. 'Hij zou 't nooit vergeven, dat u was weggegaan zonder hem gesproken te hebben. Maar ik ben niet gekomen om je vader. Ik ben gekomen, om jou te spre ken over 'n delicate zaak. Ik ben hier buiten Harold z'n weten. Ik heb gehoord dat jij en hij hebben gekibbeld. Waar over weet ik niet, maar ik zou er op durven zweren, dat 't om niets is. Ik ben gekomen als vredestichter, om je te vragen, om 't mij ter wille weer goed te maken. Ik weet niet, wie van de twee ongelijk heeftik zou wel durven zeggen, dat jullie daar allebei verschillend over oordeelt. Maar mag ik gelooven, Lilian, dat je Harold lief had Lilian bloosde en ze knikte lief. Mag ik dat in den tegenwoordigen tijd overzetten Heb je Harold nog lief? Lilian bloosde en knikte weer. Je hoeft niet te blozen. Vergeef- sche liefde en gewonde trots hebben Harold ongevoelig gemaakt voor elk beroep op zijn verstand. Juist in zoo'n toestand gaat menig jonge vent naar den drommel. Jij hebt 't in je macht, hem thuis te houden of hem er uit te verdrijven. Ik smeek je die macht aan te wenden, 'n ouden man ter wille, die niet het eenige wil verliezen, dat hem nog aan de aarde bindtden jongen, dien hij van kind af bij zich heeft gehad, wil hij bij zich houden, om zijn ouder dom op te vroolijken. Staafde op het haardkleedje had Lilian geluisterd. Meneer Brewster, antwoordde ze, ik moet u een bekentenis doen. U was vanmorgen in Cowden Wood Ja. Was jij er? Ja. U stond vlak bij me en ik heb elk woord gehoord, dat u zei. Je was welkom 't bespaart me de moeite, nu te herhalen. Dat was een van de redenen, waarom ik bij je ben ge komen. En wat was de andere Je te vragen het weer goed te maken met je verloofde. Hoe langer die dingen duren hoe bitterder de menschen die ze betreffen, worden. Maar u is niet bitterder geworden Natuurlijk niet. Maar bij eiken twist zijn twee menschen en in mijn geval was al 't gelijk aan de zijde van de ander. Ik durfde niet trachten het goed te maken. Toen kwam de tijd dat 't te laat was. Stierf uw meisje Sterven. God verhoedde 't. Dan, als ze getrouwd is, kon ze u niet bemind hebben en was u waarshijn- lijk goed af, haar kwijt te zijn. Maar ze trouwde niet- En uw gewezen meisje leeft nog en is ongetrouwd Pardon, meneer Brewster, waarvoor zei u, kwam u ook weer hier Om je te verzoeken, 't weer goed te maken met je verloofde. Waarom gaat u dat niet met de uwe doen De onverwachte vraag bracht den ouden Kenneth van zijn stuk. Waarom ik het niet doe herhaalde hij. Wel kind, je begrijpt niets van het geval. Jawel, genoeg, om het mijne te begrijpen. Maar uw taak is makelijk, Harold heeft je liethij heeft alleen 't vertrouwen in je liefde verloren. Hij denkt, dat jij met hem hebt gespeeld en wil ver weg van alles, wat hem aan jou herinnert. Hij zou zichzelf weer zijn, als jij maar naar hem toe wou gaan en hem ver tellen, dat je hem liefhebt. Je kunt Harold vergeven; mijn meisje zou me nooit hebben vergeven. Hoe dikwijls hebt u 't haar ge vraagd Geen een keer. Meneer Brewster, ziehier mijn ant woord. Ik zal trachten het weer goed te maken met Harold als u 't goedmaakt met uw verloofde. Kenneth keek de vermetele spreekster aan. Langzaam glom in zijn oog 'n licht, dat er vroeger in geschenen hadin zijn borst voelde hij het vlammen van het vuur, dat er altijd had gesmeuld en nooit gedoofd was. Hoe gauw zoudt u uw meisje kun nen zien vervolgde de onmeedoogende Lilian. Binnen vier-en-twintig unr Ik geloof van wel. Zullen we elkaar in Cowden Wood morgen om dezen tijd ontmoeten en elkaar den uitslag vertellen Ja, maar nu moet ik dadelijk weg. Je hebt me voor de komende vier-en- twintig uur veel te doen gegeven. De zon straalde mild boven Cowden Wood den volgenden dag, toen dicht bij het hoekje, waar ze zoo graag lag, Lilian in Harold's armen genesteld stond. Klaarblijkelijk had ze haar taak niet moeilijk gevonden, want al stonden de tranen in haar oogen, toch lachte ze vol vertrouwen. Ze wachtten op*de komst van oom Kenneth. Juist toen Lillian 'n zachten kus van haar verloofde wilde teruggeven, doodde een waarschuwend gekuch die half volbrachte beweging. Uit de schaduw der boomen kwam oom Kenneth met tante Hester. Slimme meid, zei Kenneth vroolijk. Je hebt 't al dien tijd geweten. Ja, zei Lilian met lachende ver hardheid, en ik ben trotsch op mijn strategie, 't Schijnt, dat ze succes heeft gehad. Volledig succes, antwoordde tante Hester. Kenneth's hart had zijn liefde niet vergeten. Je moet je oom excuseeren, zei juffrouw Scott, die trachtte haar blozende beschroomheid te bedekken. Menschen, die over veertien dagen trouwen, zijn altijd wat uitgelaten. Zoo Bent u al zoover vroeg Lilian verwonderd Ja, interrumpeerde oom Kenneth, we trouwen stil maar vlug. Jullie jongelui, kunt ons voorbeeld op je gemak volgen. Ik vroeg Hester naar Cowden Hall te komen, maar zij dacht, dat ik naar Brent Cottage moest komen en Hall aan jullie overlaten. Dus zijn jullie welkom, om het als meneer en mevrouw Harold Brewster te gebruiken, wanneer je wilt. Goeden dag. Mijn bruid en ik hebben nog heel wat te bepraten. Bij een trouwpartij binnen veertien dagen komt heel wat kijken. Het oudste paar verloofden wandelde verder. Toen ging Harold zitten in de liefelijkheid en eenzaamheid van Cowden Wood en noodigde de toekomstige me vrouw Harold Brewster uit met hem te bepraten details van hun huwelijk en een spoedigen datum vast te stellen. VLIJMEN. Openbare vergadering van den ge meenteraad op Dinsdag 13 April 1909 des avonds ten half zeven uur. Voorzitter de Edelachtbare heer G R. van de Ven. Ongeveer 7 uur opent de Voorzitter de vergadering en heet de leden wel kom. Aanwezig zijn de heeren van Oijen, Boom, van Stokkum, Mommerstceg, v. d. Ven, van Buul, van Helvoirt, A. de Vaan, van Wordragen, Zwaans en P. van Heesbeen. Aan de orde 1. Beëediging nieuw gekozen raads leden. De nieuw gekozen leden leggen in handen van den Voorzitter de gebrui kelijke eeden af. Na afloop der beëedi ging verkrijgt de heer van Buul het woord. Spreker, die zijn genoegen, zijne blijdschap te kennen geeft een zetel in het college van den Raad te mogen innemen, brengt dank aan allen, die hebben medegewerkt tot zijne verkiezing, die hem een zetel hebben helpen ver overen en geeft de verzekering, dat hij naar best vermogen de belangen der gemeente zal voorstaan, haar groei en bloei zal bevorderen. De Voorzitter. Mijnheer van Buul en mijnheer v. d. Ven, ik feliciteer u nog maals met uwe verkiezing tot lid van den raad dezer gemeente en ik wensch u de noodige kracht toe naar lichaam en geest, om de betrekking, welke u wacht tot uw eigen tevredenheid te ver vullen. Wat voor u dit ambt zoo bizon der moeilijk maakt is, dat gij niet hier heen rijt gekomen om een bepaalde groep uwer medeburgers te vertegen woordigen, doch dat de daareven afge legde eed u verplicht met al uw ver mogen de belangen der gemeente te behartigen. En daar verschillende lagen waaruit de bevolking der gemeente bestaat, niet immer gelijke belangen hebben, integen deel, die belangen wel eens met elkander in strijd zijn, daar zal het u wel eens niet gemakkelijk vallen om de weeg schaal, welke in uwe handen is gelegd immer zoo te houden, dat de evenaar komt te staan waar hij behoort. Daar voor zullen aan uwe bekwaamheden, aan uwe toewijding, doch naar mijn gevoelen in de eerste plaats aan uw karakter wel eens zware eischen worden gesteld. Dadelijk wacht u reeds de taak om mede te werken aan de verkiezing van een wethouder. Ik hoop, dat gij, nieuwe leden, zich in deze niet zult laten leiden door persoonlijke sympathie of antipathie opzichtens uwe medeleden, doch dat het gemeente belang de eenige richtsnoer moge zrjn voor het uitbrengen uwer stem, en dat ook gij de overtuiging moogt deelen, dat de belangen der gemeente zoo nauw met den uitslag dezer stem ming samenhangen. Het lid van de Ven thans het woord herkrijgende zegt den Voorzitter dank voor de hartelijke woorden zooeven ge sproken. Gaarne geeft ook hij de ver zekering voor de belangen der gemeente te zullen werkzaam zijn, in het bijzonder ook voor die van handel en industrie. Hierna verzocht de Voorzitter de no tulen der vorige vergadeting te willen voorlezen. Na voorlezing worden deze onveran derd goedgekeurd en vastgesteld. 2. Aanbieding gemeenteverslag over 1908. De Voorzitter. Ik stel voor, om dit verslag, evenals altijd, dit voor de leden gedurende 14 dagen op de secretarie neder te leggen. Aldus wordt besloten. 3. Verkiezing van een wethouder ter vervulling der vacature ontstaan wegens benoeming van den heer de Vaan tot gemeente-ontvanger. De Voorzitter. Ik benoem tot stem- opnemers de heeren van Oijen en van Heesbeen. De uitslag der stemming is van Hees been 2, Zwaans 2, Boom 6 en van Hel voirt 1, zoodat bij eerste stemming is gekozen de heer Boom. De Voorzitter. Mijnheer Boom, wenscht u uwe benoeming aan te nemen. De heer Boom. Op deze uwe vraag, mijnheer de Voorzitter, zal ik bevestigend antwoorden en verklaar dus mijne be noeming aan te nemen. Mijne collega's dank ik voor het vertrouwen dat zij in mij hebben gesteld. Niettegenstaande de betrekking van wethouder voor mij niet makkelijk zal zijn te vervullen omdat mijn voorganger, de heer de Vaan steeds iemand is geweest die als wethouder voor de ge meente alles heeft gedaan, steeds ten allen tijde bereid was waar het gold de belangen der gemeente te behartigen en wiens voetsporen niet gemakkelijk zijn te volgen, niettegenstaande dat zal ik toch mijn best doen om de werkzaam heden verbonden aan het Dagelijksch Bestuur naar behooren te vervullen. Ik wil hier nog zeggen, dat de hooge Regeering ons heeft genoodzaakt over te gaan tot groote werkzaamheden aan waterwerken, wat ons zal noodzaken, met het oog op de financiën, eene belasting in het leven te roepen. Vlijmen heeft tot heden nog geen belasting ge kend en 't zal dus voor ons nog wel wat nieuws zijn, doch laat ons bedenken dat in bijna iedere gemeente een belas ting wordt geheven en het overal zeer goed werkt. Ik hoop steeds op aangename manier met de overige leden van het Dage lijksch Bestuur samen te werken en zoo op een goede en degelijke manier de belangen der gemeente te behartigen. De Voorzitter zegt hierna Ik feliciteer u met uwe benoeming tot wethouder en ik vermeen de gemeente eveneens met den uitslag geluk te mogen wenschen. Reeds vijf jaar heb ik gade geslagen met welken onverdroten ijver gij steeds de belangen der gemeente behartigde. Jong van krachten, bezield met werklust, zie ik u dan ook gaarne aan mijne zijde en hoop, dat gij in alle opzichten het voetspoor zult drukken van uw voorganger, den heer de Vaan, wiens adviezen ik steeds op hoogen prijs stelde. De heer Boom. Toen voor 2 jaar ge leden een nieuw hoofd die gemeente moest worden benoemd, hoopten wij dat deze taak in handen zou worden gesteld van een jonge kracht. En in u is onze verwachting niet beschaamd steeds hebt gij doortastend weten te handelen om de werkelijke belangen der gemeente te behartigen. Op alle gebied hebt gij reeds gewerkt en dag en nacht zijt gij bereid geweest om te werken aan den voor uitgang onzer gemeente. Ik hoop dat gij steeds zoo zult blijven doorgaan tot groei en bloei van Vlijmen. Bravo.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1909 | | pagina 5