i\ urn01 er 46. Zondag 6 Juni 190U. 32° Jaa&ga^g Jbj Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Eerste Blad. ANTO ON TIELEN, Dit nummer bestaat uit DRIE Bladen III BEKENDMAKING. HET GEHEIM VODDENRAPER g|| -Jpij Uitgever: FEUILLETON ts- ule a!s or d en W A A L W IJ K. Telefoonnummer 38. De wasch, U ziet het, is groot, doch is door de zuivere zeep het werk gemakkelijk. Suulightzeep scbaafjes om zachte zeep te maken. Gratis te bekomen bij uwen winkelier in ruil voor 5 omslagen. RAOUL DE NA VERY. Droom-W apenen. 'n Professorale Chavinist. 2025 Kg. trs. 62 a 67. frs. 25 -32 64 a 69 frs. 32 —40 64 h 69. frs. 79 a 84 hooger 17 frs. 78 a 84 15 75 a 81 12 w Courant, Dit Blad verse jjnt Woensdag- en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 8 maanden f0."5, Fran< o per post door het geheele rijk f 0.90. Brieveningezonden stukkengelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. A.DVKRTKJÏTIËN 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, grootr letters naar plaatsruimte. Adverteutiën Smaal ter plaatsing opgegeven, morden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels cd advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contracten gesloten. Reclames 15 cent per regel. BES Een Qroote Wasch En Weinig Werk. Zuivoro Zeep 1245 un Voorbereidend militair onderricht. De Burgemeester der Gemeente Waalwijk maakt bekend, dat zij, die wenschen deel te nemen aan het voorbereidend-militair-onder richt, in do aanstaande wintermaanden te geven, zich daartoe vóór 1 Juli 1909 aan te melden ter Secretarie, waartoe gelegenheid bestaat op eiken werkdag des voormiddags van 9 tot 12 uur en waar tevens inlichtingen dienaangaande worden verstrekt. Waalwijk, 10 Mei 1909. De Burgemeester voornoemd, TH. DE -URMONT DU BAS SMEELE. Van „DE ECHO VAN UET ZUIDEN". VAN DEN naar hut Fkansoh van 103. Ik vergat dat gij rijk zijt en Oolnmba arm merkte de dokter schamper aan. O mijnheer riep Mederic verwijtend uit. Do dokter verwijderde zich haastig, terwijl hij de schouders ophaalde en op minachtenden toon zegde Die ellendige geldschavers, zij hebben hart, noch gevoel en dat op dien leeftijd Mederic stond als verplet. Een nevel ging voorbij zijne oogen, hij wankelde en moest zich aan den munr vasthouden. De woorden van den dokter hadden een dubbel licht voor zijnen geest doen opgaan, maar een licht, dat hem dreigend en onheil spellend tflgenfiikkerde. Hij had wel opgemerkt dat Colnmba in den laatsten tijd afgetrokkener was geworden, maar hij had zulks beschouwd als een gevolg van de hevige aandoeningen, welke het terugvinden van haren vader en da daarmede gepaard gaande herinneringen aan haar doorgestaan lijden bij haar opgewekt hadden, en hij had zich derhalve, evenals vader Falot, met de hoop gevleid, dat hare gedrukte stemming wel spoedig zou wijken. En thans kwam do dokter hem zoo ruw uit dien droom wekkon. En dat de dokter de waarheid gesproken had, begreep "hij want hij herinnerde zich nu veel, waarop hij vroeger geen acht gegeven had, en hij werd bevreesd. Wat zou hij doen Waartoe zon hij besluiten Moest hij, tnsschen zijn geweten en zijn hart geplaatst, aan het Men weet, als kinderen benauwd ge droomd hebben, dan vertellen ze aan hun »moesie» den droom. Ook groote menschen vertellen in »intiemen familie kring hun droomen, als ze benauwend of, door hun bizonderen inhoud, interes sant ziin. Wij hebben echter nog nooit gehoord, dat een ernstig man, een jour nalistdie nog wel den naam draagt van ChBoissevain, zijn benauwde droomen» in zijn niet onbelangrijk blad liet afdrukken. Nu ja, wanneer zoo'n droom »een litteraiirische droom» is,"dan aeeft zoo iets nog raison, doch, wanneer die gefingeerde droom» moet denen, om er een politiek wapen uit te slian, dan vallen die droom-wapenen» te:ug op den droomer zelf, te meer, als deze al eenige malen identiek is ge- notmd inet eenneurasthenicus 1 Kaar wat droomde dan toch wel de heei Boissevain Men luistere Ui droomde onder velerlei, dat ons land een Republiek was geworden en dat Dr. Kuyper tot president was ge kozen En die nieuwe president hield een lanspraak tot het volk en haalde daarvoor uit zijn zak eeu deputatierede! loei werd het in zijn droom bloed rood on hem heen. Hij zag brandstapels rooken, zwaarden flikkeren. Een gods- dienstoalog was uitgebroken. Hij wist niet wair hij zich bergen zou. Maar gelukkig, daar ging het eerste schot af, en door het gebulder van het kanon, dat hij in zijn verbeelding hoorde, werd hij wakker, stond op, dronk een slok water, en vas weer zichzelf 1 Ziedaar, vaarde lezer, de droomer Boissevain. Zullen we hem als »moesie» met zoete woordjes gerust moeten stellen Hij is er o i wel 'n beetje te oud voor gevorden. Of zullen we hem maar rustig kten voortdroomen Dit zal 't beste wel zijn. Droomen zijn immers bedrog I EeD Elftal. In de nieuw* kamer, die komen zal, zullen een elftal leden, die het »politiek spelen,» moede zijn, niet meer terug- keeren. Hieronder zijn zeer verdienste lijke mannen. Een er van, de heer Reijne doet ons denken aan een man, die door »Fortuna» niet vergeten is. Ik eerste hot zwijgen opleggen, om aan hot andere te veroorloven tich zelvo eene wnarheid te bekennen, die verschrikkelijk was. Hoo onbewimpeld had de dokter niet tot hem gezegd Columba zal sterven als gij haar niet huwt. Welk eene zuinige huisvrouw zou dat meisje zijn, want zij is aan armoede gewoon mompelde hij halfluid. Eon oogenblik dacht Mederic er aan, om haar voor te stellen, zijp droog brood en zijn leven vol ontboriDg te doelon, maar tegelijk herinnerde hij zich de dreigende uitspraak van den dokter, betreffende Columba's kwaal. Zij zou aan de teriDg sterven sprak hij. De hemel van Italië, het klimaat var. Sor— rente, de rust, de knlmte, het gelnk zouden die teerdero plant weêr opfrisschen. En die warmo zon kan ik betaleD, die zuivere lncht kan ik haar doen inademen, dat nieuwe leven kan ik, mat een enkel woord, door hare uit geputte aderen doen vloeien. Mederic wrong zich de handen. Ik kan niet zuchtte hij, ik heb er het recht niet toe mijne taak verheft zich on verbiddelijk, verschrikkelijk voor mij ik heb don last op mij genomen, ik moet dien dragen. En evenwel bezit ik er de kracht niet toe. Moedig tegenover mijzelven, gevoel ik mij zwak bij de gedachte aan het lijden van dat arme meisje, en ik zou haar verlies niet overleven Als ik toch eens beproefde haar te vergoten Haar beeld heeft zich van lieverlede in mijn hart gegrift. Zij heeft mij, gelijk eene moeder, geleerd dat man moet bidden. Hare raadgevingen sterken mij. bij haar ben ik goed. Als ik slechts één woord tegen vader Falot spreek, weet ik zeker dat hij de armen voor mij zou ontsluiten, en mij zijne toe stemming geven. Lang stapte Mederic in zijne kamer op en neder eindelijk zette hij zich, tot geen be sluit hebbende kunnen komen voor zijne schrijftafel en begon te arbeiden, maar het werk wilde niet vlotten. Van tijd tot tijd verbeeldde hij zich den drogen kuch van Columba te hooren en dan was het hem als gevoelde hij pijn in zijne eigene borst. - ln eene hevige genitoedsbeweging sprong hij eindelijk op de gedachte dat hij in zekeren herinner me nog duidelijk een vergade ring van de afd. van den Ned. Bond v. Onderw. in de Zaanstreek gehouden. Daar trad ook de heer Reijne als debatter op enwertj hij algemeen uitgelachen en juist't tegendeel van »au serieux» genomen. En ziet, na eenige jaren wordt diezelfde man, die daar versleten werd voor iemand, die nu ja, een beetje zonderling was, bij »geluk of ongeluk» tot Kamerlid ge kozen. En thans, nadat hij van radicaal tot Unie-liberaal en van Unie-liberaal tot gewoon liberaal verbleekt is, wordt hij benoemd tothoofdredacteur van 't »Utrechtsch Dagblad,» welks vorigen hoofdredacteur professor is geworden aan de Technische Hoogeschool te Delft. Wie zoo iets geen boffen noemt, weet niet, wat dit woord beteekent. In elk geval geloof ik, dat de heer Reijne de aangewezen man is, om voor den »politieken streber» 't recept te schrijven, hoe men...... een »gemachter Mann» worden kan. De heer Mr. Valckcnier Kips, de hierboven bedoelde nieuwe hoogleeraar aan de Technische Hoogeschool te Delft heeft in zijn inaugurale rede, gehouden bij de aanvaarding van zijn ambt, eene stelling uitgesproken die hem stempelt tot 'n »chavinist pur saog.» Men oor deele. De heer Valckenier Kips zeide letter lijkTegenover dergelijk getuigenis (d. i. 't opofferingsleven van Willem I) moet de bewering verstommen, alsof aan ons, zooveel minderwaardige indi viduen, iets gelegen kan zijn, wanneer het geldt het belang van den staat. In leven en in sterven staat ook de beste enkeling in dienst van den staat.» Dat klinktzeer enthousiastisch en riekt zeer sterk naar chauvinisme Iets anders is het, of deze theorie, met 'n nuchter verstand bekeken, logisch en dus waar is Wij meenen van niet. De staat is de gemeenschap der indi viduen en hij moet door hen gediend worden. Maar de staat is er toch voor de individuen en de individuen zijn er niet voor den staat. Vandaar, dat het niet waar is, dat aan het individu niets gelegen kan zijn, zin den dood van Columba op zijn geweten zou laden, folterde hem dermate, dat hij zijnen hoed greep en naar de woning van zijnon notaris ijlde zijn beBluit was genomen. XLVII. - DE DENKWIJZE VAN DEN NOTARIS EN DIE VAN COLUMBA. Het kantoor binnentredende, ontwaarde Mederic vier jonge klerke.i, die, over bnnne lessenaars gebogen, ijverig zaten te schrijven. Hij verzocht den heer Clairvaux te mogen spreken, en men ging hem bij dezen aandienen. Oogenblikkelijk werd hij toegelaten. De notaris sloeg een register toe, waarin hij zat te bladeren, en Mederic met een ge baar verzoekende om plaats te nemen, sprak deelnemend Maar, mijn jonge vriend, wat deert u Ik vind dat gij er zoo bleek uitziet en uwe oogen koortsig schitteren. Het gaat bij mij gelijk gij voorspeld bobt, mijnheer, ik word moedeloos en laf. Ik vind de taak, eertijds met zooveel edelen trots op mij genomen, te zwaar. Ik vrees aan den kailigsten der plichten te kort te doc-n en de nagedachtenis mijns vaders te ver guizen. O dat ik mij zoo sterk gewaand heb en slechts een eenvoudig zwak kind ben, dat schreit, omdat het zijne taak te groot acht. Komaan, laat hooren, er moet iets ernstigs met u plaats gehad hebben. Iemand, gelyk gij, verandert niet zoo opeens. Maar neen, gij zijt niet opeens veranderd, gy hebt gestreden, geleden de verschijnselen, die ik zooeven in u opmerkte, zijn de gevolgen van den strijd, dien gij met u zeiven gevoerd hebt. Ik ken u zelfs genoegzaam om te durven be vestigen dat de gedachte, uw werk op te gevon, als zij uit u zeiven voorkomt, ten minste iemand anders tot voorwerp heeft. Mijnheer... Beschuldig u zeiven niet met te veel hardheid, mijn vriend wat gij my ook toe te vertrouwen moogt hebben, ik wil u ver zekeren, dat gij uw mandaat schitterend vervuld hebl, niet gedurende één jaar, maar gedurende vyftien jaren. Gij hebt genoeg gadaan om aan allen de zekerheid te geven, wanneer het geldt het belang van den staat Hooger dan het belang van den staat, moet voor elk individu staan zijn eigen belang in den zin van zijn levens doel d i-In dit leven God te leeren kennen, te dienen, te beminnen en hem hiernamaals eeuwig te aanschouwen Dit sluit echter niet uit, dat het individu zoo noodig, zijn goederen, zijn krachten, zijn gezondheid, zijn leven ten offer moet brengen aan de gemeenschap, aan 't heil van den staat. Doch beslist on waar is 't, dat »in leven en in sterven de enkeling staat in dienst van den staat.» Dit is een stelling, die niet alleen indruischt tegen de christelijke levens beschouwing, maar ook als »zuiver chauvinisme» kan betiteld worden. -< mm cvu tïiSUUMV VERSLAG der Kamer van Koop handel en Fabrieken te Waalwijk betreffende den toestand van den handelde nijverheid en de scheep vaartover het jaar i<jo8. Handel in West-Indische Huiden meer in 't bijzonder La Plata Huiden. Het jaar 1908 is voor den huiden handel over het algemeen zeer gunstig geweest. De lage prijzen, waarmede de markt einde December 1907 sloot, moesten, het kon niet uitblijven, tot aan zienlijke inkoopen uitlokken. Looiers en handelaars haastten zich daarom aan die goedkoope noteeringen flinke quantums te betrekken, overtuigd als zij waren, dat zulk een buitenkansje zich zoo spoe dig niet meer zou voordoen. En hierin bedrogen zij zich niet, want reeds in~ Januari begonnen, juist doordat de vraag zoo bijzonder groot was, de huiden aan zienlijk te rijzen, sommige soorten zelfs met 10 frs. en nog meer. Deze hausse was evenwel niet bestendig, daar reeds in Februari de vraag verminderde en diensvolgens de prijzen weer afbrokkel den, zonder nochtans geheel tot hun vroeger niveau terug te keeren. Verwondering wekt het, dat de lagete marktprijzen enkele maanden constant bleven, daar het in de maand Mei reeds duidelijk bleek, dat de slachtingen te La Plata en op andere productieplaatsen ver beneden die van het correspondee- rende tijdstip in 1907 zouden blijven. dat uw hart op de ware plaatB zit. En, geloof mij, ik beoordeel u niet alleen als vriend, maar bijna als biehtvader. Gij begaat geene fout met uwe taak op te geven, want dewijl do heldenmoed boven de menscholijke krachten gaat, is hij nooit verplichtend. Maar ik heb gezworen, mijnheer ik, heb gezworen En zie, toch voel ik, dat de moed mij ontzinkt. Gij kunt mij niet begrijpen, mijnheer Glairveaux, en mijne zwakheid moet n wel kinderachtig toeschijnener is echter oene eenvoudige, doch treffende geschiedenis aan verbonden, die ik u wil meêdeelen. Gij kent mijn dakkamertje niet en knnt er mis schien niet eens eene voorstelling van maken hoe er zoo iets uitziet, doch dit doet ook eigenlijk niets ter zake. Op hetzelfde portaal, vlak tegenover mijne deur, komen twee kamors uit, die vroeger door twee jonge meisjes bewoond werden. Een harer, de minst moedige, de minst verduldige is heen gegaan, Columba, is gebleven. Als gij eens wist welk ben nijpend gebrek ik beide heb zien lijden Epine-Vinette verdient nn bouderd duizend frank per jaar met zich cp concerten te laten hooren en Columba verdient ter nauwer nood baar dagelijksch brood.O wat heb ik geleden door haar te zien lijden .'Wan neer het goud in mijne zakken rammelde, ik het zilver in mijne lade telde en mij no bank biljetten in mijne brieventasch stak, voelde ik mij menigmaal bijna onweerstaanbaar aange dreven om tot dat doodsgebrek lijdende meisje te gaan zeggen Ik verdien geld, veel geld, wilt gij mijne vrouw worden Maar dan zou ik mijne taak hebben moeten epgeven, het varleden verloochenen, eene heilige belofte schenden en dat wilde ik niet. Raadde Colum ba ten deele mijn geheim Ik weet het niet, maar ik kan u zeggen hoe erkentelijk ik er haar voor ben, dat zij mij nooit veracht heeft. Veracht! u? riep de notaris uit. Eu wat ben ik voor iedereen anders Aan een vrek, dat wil zeggen de slaaf van den laagste, ellendigsten hartstocht Meent gij dat al mijne medehuurders niet weten, dat ik meer dan acht duizend fsanken's jaars verdien? Allen weten ook wat ik verteer niet Ik eet droog brood, ik drink water. Ik besteed een gedeelte van mijne nachtrust aan den arbeid, Eerst toen Amerika op de productie plaatsen zelve aanzienlijke partijen op levering kocht, begon het EuropeeSch continent in te zien, dat het meer dan tijd werd ter markt te gaan, wilde het later niet een groot deficit in den ge wonen huidenvoorraad constaleeren. Nog vóór het einde van Juni werd de vraag, inzonderheid naar goede soor ten ongemeen levendig, wat, hst behoeft nauwelijks gezegd, de prijzen in een minimum van tijd aanzienlijk deed rijzen en tot het einde des jaars standvastig deed blijven. Zij, die gehoopt hadden, dat tegen het einde van December de prijzen wel weer terug zouden loopen, en zooal niet geheel, dan toch grootendeels met die van het vorige jaar op dat tijdstip zou den overeenkomen, hadden zich misre kend. Het tegendeel gebeurde. De prijzeu kregen in December nog een opslag van 2 tot 3 frs-, een verblijdend feit voor den huidenhandelaar, doch een teleur stelling voor den leerlooier, die niet zooals genen een vermeerdering van 30 tot 40 percent, doch slechts eene van 5 tot 10 op zijn product kon erlangen. Hier volge een opgave der noteeringen van enkele soorten Saladeros Uruguays Zomerossen. Einde December 1907. 2025 Kg. frs. 65 a 69 frs. 25—32 66 a 71.-frs. 3240 66 a 71. frs. t Einde December 190S. 82 a 86 hooger 17 frs. 81 a 86 15 79 a 82 13 Saladeros Montevideo Zomerossen Idem Paraguay's. 2025 Kg. frs 55 a 60. frs. ?5— 42 57 a 80. frs. 32-40 56 a 60. frs. 75 a 80 hooger 20 frs. 75 a 80 18 69 a 73 13 en wat bewonderenswaardig zou zijn in eon ander, neemt bij mij het karakter van eene schandelijke ondeugd aan. Heb ik iemand te onderhouden Neen, ik ben eeu wees; ik heb voor niemand te zorgen. En toch weiger ik eene aalmoes aan den grijsaard, wiens krachten uitgeput zijn, toch stop ik aan het arme kind, dat op straat zingt geen vijfcentiemstuk in de vorklenmde band. Ik draag kaal afgesleten kleederen en zelfs tot op mijne gelaatstrekkon kan men gebrek en ontbering lezen. Ik bibber des winsters in mijn kamer, waar nooit vuur brandt mijne jeugdige maag eisoht voedzamen kost en ik eet droog brood, het goedkoopste wat ik be komen kan. En om u er een volledig denkbeeld van te geven hoe iedereen over mij denkt, behoof ik slechts to zeggen, dat ik in achting en bijkans de vriendschap geniet van M. Longus Uw huisbaas Ja mijnheer. Altijd geld verdienen, altijd geld bijeen scharen, ziedaar mijne eenige gedachte, mijn eenig streven Columba heeft broodsgebrek geledon en ik ben haar niet ter hulp geko men... Zij heeft geweend, en ik heb hare tranen niet gedroogd... Maar zij gaat sterven de dokter heeft haar vonnis uitgesproken, en voor die uitspraak bleef ik terug en smelt de ijskorst van mijn hart.. .Colnmba moet leven, het moet, verstaat gij, want haar sterven zou mijn dood ten gevolge hebben. Arme jonkman mompelde de notaris. Met welk recht zon ik haar onherroepe lijk veroordeelen, terwijl ik het in mijne macht heb om haar te redden Misschien is mijn gedrag tot dusverre minder het uitwerksel ge weest van eene groote deugd, dan wel van onbegrensden hoogmoed. Mijn vriend, gij bezit honderd tien dui zend frank.- Genoeg om haar te redden, genoeg om haar te doen leven. Voor do menschen verplicht n niets om voort te gaan mot hetgeen gij doet. Maar voor mijn geweten (Wordt vervolgd

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1909 | | pagina 1