Nummer 61.
Zondag
1 Augustus 1909.
Jaargang
f
UIHgftH ill
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Eerste Blad.
olmiïïïïMEN!
PAL JA~S~
32
AKT00N TXELEN,
Dit nummer bestaat
uit DRIE Bladen.
v
LANDBOUW.
1
FEUlLLRï ON
TJ I T o r ver:
WAALWIJK. Telefoonnummer 38.
OöGENBLIKKEN OM KT
te blazen zijn alleen mogelijk
wanneer Sunlight Zeep wordt
gebruikt. Zij bespaart tijd
want
de zuiverste zeep doet het werk.
Sunlightzeep schaafjes om zachte
zeep te maken.
Gratis te bekomen bij uwen
winkelier ia ruil voor 5 omslagen
OF
Den
Herfstvoeder.
en
Courant.
Dit Blad verse! ij ut Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 8 maanden f0.w5.
Franc o per post door liet geheele rijk f 0.90.
Brieveningezonden stukkengelden enz., franco te zenden aan
Uitgever.
den
Advkrtkntikn 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, grootr.
letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven,
worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en
advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contracten
gesloten. Reclames 15 cent per regel.
1214
Reeds schreven wij over de onthullin
gen omtrent Dr. Kuyper en den Haag-
schen burgemeester. Eu pas zijn de
letters droog, die moesten dienen, om
den lezers met onze zienswijze over deze
sensationeele dingen bekend te maken,
of een nieuwe onthulling is weer in de
pers verspreid, terwijl andere dreigen te
volgen. De Nieuwe Haarl Courant schrijft
nl. het volgende
In onze stad zijn de volgende strooi
biljetten in grooten getale verspreid
Van „DE ECHO VAN HET ZUIDEN."
(Kk'ftV'llltOlKV
aan
mvefttLktuD.
fis
r
3)
Wat hot leven betreft, daar hield Willem
nog meer aan en dat zou hij niet gemakkelijk
afgeven. Hij was bereid zijn leren en dat der
zijnen manhaftig te verdedigen en balde reods
zijne baenderige, forsche vuisten waarmede hij
gewoon was dagelijks do vijftig—ponders te
hauteeren.
Hij ging stoutmoedig vooruit en hield zich
ten strijde gereed.
Katrien drukte, bevreesd, haar kindje aan
het hart.
Belphégor klampte zich aau de rokken zijner
moeder en zocht bij haar bescherming.
Wie zijt gij en wat verlangt gij vroeg
Willem.
De man antwoordde eerst niet.
Komaan, spreek, riep de kunstenmaker
die een einde aan dat spel wilde maken.
De vreemdeling, buiten adem, wees het
boBch aan en Btumelde
Daar... daar... een groot ongeluk...
mijne vrouw is dood... gestorven in mijne
armen, zonder hulp... 1
Katrieu en haar zoontje keken den man
verwonderd aan.
Willem had maar half vrede met deze ver
klaring.
Uwe0vrouw is hier in't woud gestorven
vroeg hij. Dat is buitengewoon... Men zou
peggen dat gij iemand vermoord hebt.
Nogmaals vraag ik u, wie zijt gij
Wat raakt u dat
Dat raakt mij heel veel, integendeel. Er
loopen soms kerels die men niet graag alleen
aan eenon hoek van het bosch zou ontmoeten.
Burgers van Nederland 1
Zijt gij tegen Brandschade verzekerd
Zoo ja mogen wij dan vragen bij welke
maatschappij
Wij vragen u dat, omdat wij een
minder goede ervaring hebben opgedaan
van de onderlinge Brandwaarborg maat
schappij sNeerlandia1 gevestigd te Sche-
veningen, waarvan directeur is Mr. P.
J. Troelstra, het 2e Kamerlid der S. D.
A. P., de zoogenaamde Groote Arbei
dersvriend 1
De heer W. Wernilc, te Vlaardingen,
verzekerd bij deze Maatschappij, kreeg
in zijn zaak van ongeregelde goederen,
in pand Pepersteeg 20 te Vlaardingen,
op den 19 Januari 1909 brand. De ver
zekering was aangegaan voor den tijd
van 5 jaren, tegen eene eventueele uit
betaling van f 2000.
Niettegenstaande dat zoo wat alles in
dat pand verbrandde en door waterscha
de totaal verloren ging, betaalde de
directeur, de heer Mr. P. J. Troelstra,
slechts f 451,63 uit, omdat i Omdat van
wege de Verz- Maatschappij door list
en bedrog een handeling gepleegd is,
zóó min, als maar zelden gepleegd wordt.
Daar wij dus voor dit feit staan niet
alleen, maar ook thans meerdere adres
sen bezitten, met wie de Directie van
genoemde Mij. zeer laakbaar heeft ge
handeld, geven wij hiervan in geheel
Nederland publiciteit I
Wij verzoeken beleefd namen en woon
plaatsen van hen, die reeds eveneens
door deze Verz. Maatschappij zijn be
nadeeld, omdat wij eerstdaags een
volledige brochure kunnen uitgeven.
Een verzekerde
en
Een Schatter.
Het blad, waarin wij 't eerst deze
sensationeele circulaire lazen, voegde er
bij »Deze »zaak« te onderzoeken zal
nu ook voor mr. Tideman wel een kolfje
naar zijn hand zijn en een redacteur van
sHet Volkkan nu Troelstra gaan inter-
vieuwen.4
En de nog te verwachten onthullingen
worden aangekondigd door t> De Maasbo
de* nadat Niet Volkhad beweerd, dat
het, te zijner tijd, zal voortgaan met het
publiceeren van nieuw materiaal in zake
de Lehman-lintjes. Er zijn dus nog meer
Het is toch niet moeilijk. Als man niets
te zijnen laste heeft dan kan men heel ge
makkelijk zeggen wie men is, vanwaar men
komt, en waar men naartoe gaat...
Zie zoo. Ik die U spreek, ik heet Willem,
bijgenaamd Paljas, en ben heel het laud door
gekend. Ik oefen kunstgrepen uit om het volk
te vermaken ik kom van Honüeur en reis
naar Pont-l'Evêque. Ik win deftig en eerlijk
mijn brood Zoudt gij dit ook durven
zoggen
Gij vertelt mij dat er hier dicht bij eene
vrouw gestorven is. Als dat een valstrik is
om mij alleen in het bosch te lokken, dan
zijt ge mis, kameraad. Paljas laat zich niet
zoo gemakkelijk om den tuin leiden... Als het
waar is dat uwe vrouw gestorven is, welnu
wat knu ik er aan doen? Ik ben onze lieve
Heer niet en kan baar toch niet terug iu
't leven roepen...
Daarbij, die vrouw is misschien door uwe
band gedood En ik houd er hoegenaamd
niet aau met eenen moordenaar betrekkingen
aan te knoopen...
Ondertusscben was de vreemdeling nader
gekomen.
Kom mij niet te dicht aan 'tlijf, want
ik zeg u dat ik er stevig over klop.
Ge moet niet denken mij in eene kwade
zaak te betrokken hoe arm Paljas ook zij,
hij kent dat werkje niet en blijft een eerlijk
man... Ga dus uwen weg en laat ons met
vrede.
Paljas sprak deze woorden uit, juist alsof
hij zijne gewone aanspraak tot do nieuws
gierige menigte hield, maar hij hield altijd de
elleboogen tegen het lijf gesloten on de vuisten
gebald, gelijk iemand die den aanval verwacht
Katrien wachtte angstig den uitslag dezer
ontmoeting af.
Zoo gauw hij van zijne eerste vrees be
komen was, verliet Belphégor de zijde zijner
moeder en stelde zich vechtens gereed nevens
zijnen vader, alsof hij dezen een handje wilde
helpen.
Spits, gromde maar altijd voort en sprong
altijd even kwaadaardig om den vreemdeling
heen.
Deze nam eene heel andere houding aan dan
wel niemand zou verwacht hebben, en in
verrassingen te wachtenook van de
andere zijde en wel zulke, waarvan druk
zal worden opgekeken. Zoo beweert ten
minste bovengenoemde f aasbode
Als het den lezer gaat als ons, dan
zal hij eveneens uitroepen »Waar moet
het heen in ons goede vaderland Zijn
we terecht gekomen in het journalistieke
moeras, gelijk Frankrijk dat kent 1 Staat
de Nederlandsche pers op 't punt haar
haar goeden naam te verliezen, door
mede te gaan loopen in de demorali-
seerende renbaan, van het uiten van
verdachte nieuwtjes
Het sneeuwballetje, door Mr. Tide
man aan 't rollen gebracht, dreigt een
lawine te worden, in wier val vele goede
reputatie's en klinkende namen zullen
worden meegesleept.
Is dat de taak van de Koningin der
aarde} voor Nederland vertegenwoordigd
in zijn dagbladpers Wij mecnen van
niet. Natuurlijk is het de plicht der pers
te wijzen op misstanden, en vooral op
die misstanden, die als een kanker
vreten aan den stoffelijke» toestand van
ons volk.
'Maar kunnen wij al deze dingen, waar
van hier sprake is, beschouwen als te
zijn de steunpilaren, waarop onze alge-
meene volkswelvaart rust Zijn het niet
tot hare juiste proporties teruggebracht,
betrekkelijk kleine onregelmatigheden,
waarmede allerminst de algemeene volks
welvaart staat of valt Zeer zeker, voor
zoover er thans over te oordeelen valt,
zit in de bekende »zakens veel afkeu
renswaardig en is het noodig, dat zij
niet meer voorkomen. Maarzou het
den oprakelaars van al dit moois er inder
daad alleen om te doen zijn geweest,
het Nederlandsche publieke leven te
zuiveren van deze grootere en kleinere
uitwassen, m. a. w- zou het motief voor
de publiceering rein, zedelijk zijn geweest.
Geloove het, wie wil, doch wij niet.
Het begin van deze geheele onth.ullings-
en schandaal-manie was het hanteeren
van een politiek-wapenom den gehaten
tegenstander voor goed onmogelijk te
maken. En uit dit onedel motief is ont
staan eene compositie, die, gelijk een
orgiën-lied, alle lage hartstochten opwekt,
zoodat niet meer onderscheiden wordt
de grens tusschen het geoorloofde en
ongeoorloofde, die, vooral bij de onna
denkende massa, welke zoo gaarne de
grooten der aarde van hun voetstuk ziet
neerhalen, een woesten aandrang naar
nog meer schandalen verwekt. Het komt
ons dan ook voor dat onze dagbladpers
thans een gevaarlijk spel speelt, waar
van zij wel eens spoedig berouw zou
kunnen krijgen Immers, de kleinen apen
de grooten na wij zien het al aan bo
ven afgedrukte circulaire, waarin een
particuliere aangelegenheid opgeblazen
wordt tot een landsbelangenkel en
alleen naar 't schijnt, om één man te
treffen, die wellicht in deze niet zooveel
schuld heeft als men oppervlakkig wel
denkt. Wij willen hier allerminst fungee-
ren als verdedigers van Mr. Troelstra
doch in deze quaestie mag niet vergeten
worden, dat ook de andere partij aan
't woord moet komen, die misschien
een heel ander licht op dit voorval
werpt. Bovendien, waar moet het heen,
wanneer er op dezen weg consequent
wordt vootgegaan Geen enkele publieke
persoonlijkheid, die er een nevenbetrek
king op nahoudt, gaat dan meer vrij
uit. Immers, de vermeende benadeelde
spijkert hem aan den publieken schand
paal onze bladen schijnen thans zoo'n
ding in al hunne redactiebureau's te
hebben staan en 't kost heel wat
moeite, om den vastgenagelde weer los
te krijgen zonder kleerscheuren komt
hij ei in~~-elk geyal beslist niet af. Daarbij
kennen wij allen te goed het spreekwoord
sWie eens steelt, is altijd dief.«
Neen, het wordt hoog, hoog tijd, dat
onze pers weer terugkeert tot haar goe
de, oude beginsel, zoo plastisch uitge
drukt in het aloude woord Voorzich
tigheid is de moeder der porceleinkast.'
Laat haar gerust in deze gevallen echt
Hollandsch zijn, door eerst de kat uit
den boom te kijken vooral eer ze tot
publicatie overgaat.
plaats van Willem uit te dagen sprak hij op
smeekenden toon
Hebt medelijden, brave lieden Gij hoeft
van mij niets te vreezen ik ten geen boos
doener, maar integendeel een zeer ongelukkig
man.
Paljas kwam van zijne eerste zienswijze
terug, en toen hij zijnen tegenstander van
naderbij bekeek, scheen het hem toe dat deze
geenszins zoo een vreoselijk nitzicht had als
bij in den beginne meende.
Zijn ontroerd gelaat toekende veeleer eene
groote droefheid at.
Waar liept gij zoo haastig naartoe
vroeg de goochelaar.
Waar ik naartoe liep? Ik weet niet...
Ik wilde vooraleer mijnen weg voort te zetten
een lieldadigon mensch vinden die mij zou
helpen om... Ach l mijne arme vrouw mijne
arme vrouw Oh 't is afgrijselijk
Maar hoe is dat dan toch gebeurd
Geruïneerd, uit mijn huis gejaagd eu
door zielloozo schuldeischers achtervolgd, was
ik met haar op de vlucht gegaan wij koester
den de hoop do naastgelegen stad te bereiken...
Zij werd door eene plotselinge ziekte aangetast
en ginds, iD het bosch, is zij eindelijk neer
gezonken om niet meer op te staan
Ah God bepioeft mij wel wreed het is
nog niet genoeg dat hij mij de moeder ont
nomen heeft ik zal ook nog van het kind
moeten scheiden...
Het kind
Ja, kijk...
Hij opende zijn wijden mantel en toonde
hem een kindje, dat hij op zijne armen droeg.
Het arme schepselje, bleek en doorschijnend,
gelijk een wassen beeldje, lag roerloos met do
oogen gesloten.
Maar het was minder in een verkwikkenden
slaap gedompeld, dan wel in eene loome on
gevoeligheid door honger en koude te weeg
gebracht.
Oh het lieve kindje, riep Katrien, die
reeds hare vreesachtigheid had afgelegd.
Dan voegde zij er met moederlijke belang
stelling bij
't Is een meisje, niet waar
Ja.
Hoe oud is zy
't Ziet er voor de xeehouders treurig uit.
De hooioogst is algemeen erg tegengevallen
Deden eerst de nachtvorsten veel kwaad
aan de weiden, later hield de langdurige
droogte alle ontwikkeling van het gras tegen.
Velen konden slechts in de behoefte van
het vee voorzien, door het land. anders voor
hooiland bestemd, eveneens te doen bewei
den. Tegen ongekend hooge prijzen is het
beschikbare hooi vei kocht, tal van koopers
zien met groote zorg den betaaldag tege
moet, anderen waren niet in staat iets te
koopen.
Men hoopt nu op een' gun9tigen nazomer
cn herfst, opdat eelgroen en herfstvoeder
zooveel mogelijk vergoeding schenken. Daar
toe moet echter de boer naar zijn vermogen
medewerken hij moet er zoo vlug mogelijk
bij zijn om zoowel het hooiland als het
vrijkomende bouwland, waarop hij herfst
voeder wil verbouwen, te bemesten met
direct werkende meststoffen. Daartoe kunnen
hem kunstmeststoffen dienen. Wie op zijn
hooiland per H. A. uitstrooiteen baal of
5, 6 superphosphaat cn evenveel patentkali
en daarbij ook niet vergeet 1 A 2 balen
chilisalpeter, die kan, bij gunstig weder,
nog een prachtige naweide krijgen. Op
zwaardere gronden, wanneer men die rijk
aan kali weet, kan misschien de kali wor
den weggelaten.
- Ook van het bouwland trachtte men dit
najaar te halen, wat er van te krijgen is.
Fluks dus, als het roggeland vrij komt,
dit één of tweemaal gebouwd, voor stoppel-
knellen, maar dan ook de bemesting niet
vergeten of slechts ten halve aangewend.
Stalmest kan hier niet dienen, althans min
der goed; deze kan ook beter bewaard blij
ven voor het hoofdgewas. De bemesting
moet er op gericht zijn het gewas dadelijk
van voedsel te voorzien, opdat het in den
korten groeitijd zich rog krachtig kan out-
wikkelen. Per II. A. geve men minstens
'200 K. G. patentkali, 200 K. G. super
phosphaat en 100 K. G. chilisalpeter, de
beide eerste meststoffen kan men ondeiploe-
gen of scherp ineggen het laatste voldeed
ons op hoogen zandgrond verreweg het best
en we ktegen dan een' mooien oogst. In
1906 namen we~ een' vergelijkende proef:
onbemest en bemest, met en zonder kali,
met kainiet en patentkali. Onbemest leverde
10.000 K. G. zonder kali 13.300 K. G.
met kaïniet (plus super en chili) 18.400 K.
G. met palenl/cali (super en chili) 24.800
K, G. Patentkali voldeed dus het best en
gaf alleen reeds, het loof niet inedegerekeud
een vermeerdeing van 11.500 K. G. knollen.
Zoo haudele derhalve ieder, die niet bij de
voorvrucht reeds, met het oog op het na-
gewas, eenige balen slakkenmeel en kaïniet
Acht maanden.
Zooals de mijuo.
Drommels zei Willem, die gansch be
daard was, dat is een zware last voor u mijn
brave maü. Wilt gij daarmee nog ver gaan?
Tot aan Honüeur, als 't God belieft.
Welaan, kan ik u van dienst zijn
Van zeer grooten dienst
Ik ben bereid, als go mij maar niet
vraagt de maan m:t mijne tanden uit den
hemel te halen, want... dat is een kunstgreepje
dat ik niet geleerd heb.
Ik vraag u iets dat niet boven uwe macht
is, antwoordde do vreemdeling. Bij het denk
beeld dat ik het lijk mijner arme vrouw zal
moeten blootgesteld' laten liggen voor de dieren
en de raven van het bosch, zinkt mijn moed
gansch weg. Vooraleer mijnen weg voort te
zetten, had ik haar willen... begraven.
Maar dat is zeer gevaarlijk, weet U
bracht Willem in. Veronderstel eeiiB dat wij
door eenen boschwachter of door den eenen
of anderen houtkapper verrast worden, dan
zullen wij eenvoudig als twee moordenaars
na n ge zie u en aangehouden worden. En wat
mij betreft, ik kom niet graag in betrekking
met de heeren van hot gerecht,
De plaats is zeer eenzaam, niemand zal
ons zien, wedervoer de vreemdeling
Zijt ge wel zeker daarvan In uwe plaats
zou ik zulk govuar niet willen loopen. Ik zou
mij naar het naastgelegen dorp begeven en
ronduit verklaren wat er gebeurd is. Na uwe
verklaring, zou de gemeente de noodige maat
regelen nemen om uwo vrouw ter aarde te
doen bestellen en alles zou volgens de wet en
de gebruiken in regel zijn.
Ik mag dat niet doen
Waarom?
Omdat... ik geenen tijd heb. Men zou
mij ondervragen, een onderzoek instellen, mij
lastig vallen
Ziet ge wel dat ge niet gansch zuiver
zijt 1 Ik wist wel dat er iets was dat go wildet
verbergen.
En Willem keek den vreemdeling vlak in
de oogen en trachtte op zijn gelaat te lezen,
wat er in zijn binnenste omging.
De man was gansch verbleekt-
Ik bid u, sprak hij, vraag mij niet verder.
Al wat ik u over mijne geschiedenis kan
vertellen zou immers van geon nut zijn en
tot niets batec.
Ik herhaal en ik zweer, u, ik ben een on
gelukkige on geen oneerlijk man. Ik heb
hoegenaamd geeno misdaad te mijnen laste,
dat zweer ik u op hetgeon mij het meest
dierbaar is op aarde, op het hoofd van mijn
kind.
Komaan zei Paljas. Maar gij zult ten
minste met mij bekennen dat hot mij zoBderling
moet voorkomen dat gij de noodige formaliteiten
der wet niet kunt volbrengen. Gij zijt dus
zeer haastig
Ja, en ik mag niet langon vertoeven
zonder gevaar te loopen. Mijn leven staat op
het spel, en ik wil het behouden om dit van
mijn dochtertje te beschermen...
Straks. God vergeve het mij toen ik
daar alleon te middon van het bosch stond,
verlaten van God en van de menschen, was
ik alB om zinneloos te worden van wanhoop
toen ik juist eenige rookwolkjes tusschen het
schaarhout zag opstijgen. Toen heb ik gedacht,
dat daar misschien medelijdende menschen
wareu die er zouden in toestemmen, mij in
den nood, eene liefderijke hand toe te stekeu....
Ware ik plichtig geweeBt, zou ik niet liever
alle getuigen gevlucht hebben
Die reden is nog al aannemelijk, als het
waar is dat gij niet onverwachts en onvrij
willig op ons gevallen zijt.
Onverwachts ja, maar ik verzeker u
nochtans dat ik op zoek was om brave, be
hulpzame lieden te vinden.
Zoo ik mij bedrogen heb, zullen wij er niet
verder over spreken, giDg de man bedroefd
voort, en ik zal mijn voornemen laten varen.
Mijne geliefde doode zal ten prooi aau dieren
eu roofvogels worden... 't Is afgrijsolijk
Vaarwel, ik moet weg, Vergeet al wat gij
gezien en gehoord hebt.
Een diepe rimpel verscheen op het voorhoofd
van den man en zijne oogen keken wanhopig
in het ronde, terwijl hij hot kind dat hij weer
verborgen had, krampnehtig tegen zijn hart
drukte eu eenige stappen achteruit ging om
'zich te verwijderen.
Paljas was overwonnen.
(Wordt vervolgd.)